direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Lagewei-Vrouwenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. (commerciële) dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer': tevens perifere detailhandel;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen en water, ontsluiting van (bedrijfs)percelen, parkeervoorzieningen, kunstuitingen en nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. geluidshinderlijke inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger dan in lid 3.1genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • c. om de vestiging van perifere detailhandel toe te laten, met dien verstande dat:
    • 1. een omgevingsvergunning voor perifere detailhandel slechts kan worden verleend indien uit een onderzoek, waarin inzicht is verschaft in de (boven)gemeentelijke effecten van de voorgenomen detailhandelsvestiging, blijkt dat de betreffende perifere detailhandelsvestiging de bestaande detailhandelsstructuur niet onevenredig aantast;
    • 2. de oppervlakte van de nieuwe vestiging ten minste 1.000 m2bedrijfsvloeroppervlak dient te bedragen;
    • 3. het parkeren ten behoeve van de perifere detailhandelsvestiging op de bij de perifere detailhandelsvestiging behorende gronden dient plaats te vinden.