direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Zuidpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.1481381700-0001

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van grondgebonden woningen;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 25 m²;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, water, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de onderstaande regels, met dien verstande dat binnen een afstand van 3,5 m aan weerszijden van de bestemming Water geen bebouwing is toegestaan in verband met het onderhoud van de watergangen.

11.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de hoofdgebouwen worden uitsluitend gebouwd in het bouwvlak;
  • b. het aantal hoofdgebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan door middel van de maatvoeringaanduiding is aangegeven;
  • c. de inhoud van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 500 m³, waarbij (de delen van) gebouwen die onder peil gelegen zijn worden meegeteld bij de inhoudsberekening;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 10 m;
  • f. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse- en achterste perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • g. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt.

11.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • e. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50 m².

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van woningen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
11.3 Ontheffingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder e teneinde een gezamenlijk grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot een oppervlakte van ten hoogste 75 m² toe te staan, indien het oppervlak van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf tezamen meer dan 250 m² bedraagt.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt dat tijdelijke of permanente bewoning van bijgebouwen niet is toegestaan.