Plan: | Buitengebied Alphen Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 |
Structuurvisie Buitengebied
Dit bestemmingsplan vormt een vertaling van de structuurvisie Buitengebied. In de structuurvisie is beschreven op welke wijze de gemeente de ontwikkeling voor de verschillende polders in het Buitengebied ziet in de komende jaren. De belangrijkste basis van de structuurvisie buitengebied is sturen op kwaliteit. Het is belangrijk dat initiatieven en ontwikkelingen bijdragen aan de kwaliteiten van het gebied. De structuurvisie geeft handvatten op hoofdlijnen, die onder andere vertaald moeten worden naar een bestemmingsplan.
De huidige systematiek voor het maken van bestemmingsplannen is vooral gericht op toelatingsplanologie; vorm en functie worden zoveel mogelijk vastgelegd. Ontwikkelingsplanologie betekent echter ruimte geven aan gewenste toekomstige ontwikkelingen, zonder dat nu al bekend is wat dat precies zal zijn. De ontwikkelde systematiek geeft ruimte aan nieuwe, toekomstige ontwikkelingen die aansluiten bij de structuurvisie, zonder dat alles van te voren is vastgelegd in functie en vorm. Nieuwe ontwikkelingen passen daardoor eerder in het bestemmingsplan en aparte procedures zijn niet nodig of kunnen korter.
Randvoorwaarden
Er is een aantal randvoorwaarden waar rekening mee gehouden moet worden.
Voortzetten systematiek bestemmingsplan Buitengebied Aarlanderveen
Er is gekozen voor het opsplitsen van het buitengebied in een poldergerichte aanpak, conform de Structuurvisie Buitengebied. Het bestemmingsplan Buitengebied Aarlanderveen was de eerste in rij en omvat de polders Nieuwkoop, de Drooggemaakte polder ten westen van Aarlanderveen en de Zuid- en Noordeindepolder. Aan de hand van de opzet van dit bestemmingsplan worden nu de andere polders (met uitzondering van de polder Gnephoek en Vrouwgeest) in het buitengebied in een nieuw planologisch jasje gestoken. Bij het tot stand komen van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Aarlanderveen is een aantal verschillende manieren bedacht voor het planologische regime met inachtneming van bovenstaande randvoorwaarden. In eerste instantie werd gedacht aan het continueren van de huidige bestemmingen en met wijzigingsbevoegdheden het mogelijk maken van wijzigingen in gebruik en bestemming. Deze oplossing bood echter geen soelaas, want dit leidt tot langdurige procedures voor het opstellen van een wijzigingsplan en biedt dus te weinig flexibiliteit. Ook werd gedacht om voor het buitengebied één verzamelbestemming te maken met daarin alle mogelijke vormen van gebruik en bestemming in het buitengebied die voortvloeien uit de structuurvisie positief te bestemmen. Deze oplossing leidde echter tot de onwenselijke situatie dat bestemmingen onderling vrijelijk omgezet kunnen worden zonder kwaliteitstoets vooraf. Uiteindelijk is in het bestemmingsplan Buitengebied Aarlanderveen gekozen voor de volgende systematiek, die in dit bestemmingsplan wordt voortgezet. In de structuurvisie zijn voor de polders verschillende ontwikkelniveaus toegestaan. Voor ieder ontwikkelniveau is een regel opgesteld. Gevolg hiervan is dat er per polder een eigen regel/bestemming geldt. Alle regels zijn volgens eenzelfde stramien opgezet. Bij het bestemmingsplan hoort een kwaliteitsgids.
Regime