Buitengebied Alphen Zuid

6.2 Oppervlaktewater

6.2.1 Bestaand watersysteem

Binnen het plangebied zijn de volgende polders gelegen:

• Polder Het Zaanse Rietveld;
• Polder Steekt;
• Binnenpolder.

Deze polders maken geen deel uit van een specifiek watergebiedsplan, zoals deze worden opgesteld door het hoogheemraadschap van Rijnland.

Figuur: polders in het plangebied.

6.2.2 Beschrijving bestaand watersysteem

Het deel van het plangebied binnen de polder het Zaanse Rietveld bestaat vrijwel geheel uit graslandpercelen in een veenweidegebied. Het ligt geheel in het peilvak WW-22A met een vastgesteld peil van N.A.P. -2,38 m.

Ook het deel van het plangebied binnen de Polder Steekt bestaat vrijwel geheel uit graslandpercelen in een veenweidegebied. Het noordwestelijk deel ligt het peilvak WW-26A met een vastgesteld zomerpeil van N.A.P. -2,12 m en winterpeil van N.A.P. -2,22 m. Het zuidoostelijk deel ligt in het peilvak WW-26B met een vastgesteld zomerpeil van N.A.P. -2,37 m en winterpeil van N.A.P. -2,42 m. Binnen dit peilvak bevindt zich een onderbemaling (WW-OB06) met een peil van N.A.P. -2,52 m en een hoogwatervoorziening (WW-HW01) met een onbekend peil. In 2013 wordt een nieuw peilbesluit voor Polder Steekt in procedure gebracht.

Het kleine deel van het plangebied binnen de Binnenpolder bestaat ook geheel uit graslandpercelen in een veenweidegebied. Het ligt geheel in het peilvak WW-27A met een vastgesteld zomerpeil van N.A.P. -2,24 m en winterpeil van N.A.P. -2,30 m.

In het plangebied is er volgens kaart 5 van het Waterbeheerplan 2010-2015 van het hoogheemraadschap voor de peilvakken binnen de Polder Het Zaanse Rietveld en Polder Steekt waarschijnlijk een wateropgave vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Dit is nog niet nader onderzocht en uitgewerkt in maatregelen. Volgens dezelfde kaart is er zeker sprake van een wateropgave in de Binnenpolder. Ook hier zijn de maatregelen nog niet bekend.

6.2.3 Aanpassingen aan de waterstaatkundige inrichting

Het bestemmingsplan is flexibel van aard waardoor in het buitengebied verschillende ontwikkelingen mogelijk zijn zonder dat de bestaande waarden worden aangetast. Door deze flexibiliteit is het dan ook niet op voorhand aan te geven of, en zo ja welke, aanpassingen aan de huidige waterstructuur nodig of gewenst zijn.

Als ontwikkelingen toch aanpassingen nodig maken, zullen hierbij de keur van het hoogheemraadschap van Rijnland en de onderliggende beleidsregels leidend zijn.

6.2.4 Waterkwaliteit (riolering en dubo)

Nieuwe rioleringssystemen in stedelijk gebied zullen worden uitgevoerd als gescheiden rioolstelsel. Voor nieuwe lozingen in het buitengebied wordt, in overleg met het hoogheemraadschap, de meest doelmatige oplossing gekozen binnen de geldende wet- en regelgeving.

Er wordt naar gestreefd om de waterafvoerende oppervlakken van bouwwerken en terreinen uit te voeren in niet uitlogende materialen en de toepassing van zink, koper of lood bevatten, te vermijden. Hiermee wordt diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater voorkomen.

6.2.5 Grondwater

Het grondwaterbeleid van de gemeente is beschreven in het verbeterd Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2015.

De gemeentelijke grondwatertaak heeft betrekking op de openbare ruimte in stedelijk gebied. Het plangebied betreft alleen buitengebied, waar de gemeente geen grondwatertaken uitvoert.

Bij alle planologische ontwikkelingen binnen het plangebied zal het effect op de grondwaterstand onderzocht worden en zonodig worden maatregelen getroffen om negatieve effecten op de grondwaterstand te compenseren.

6.2.6 Riolering

Huidige rioleringsstructuur

De percelen in het plangebied met vuilwaterlozingen beschikken over drukriolering, zijn voorzien van een individuele installatie voor behandeling van afvalwater (IBA) met zuiveringsklasse II, of hebben een andere goedgekeurde lozingsvoorziening. In het Rietveldsepad ligt drukriolering. De IBA's klasse II staan op percelen aan de J.C. Hoogendoornlaan, Toegangseweg en Boskoopseweg. Zowel de drukriolering als de IBA's klasse II zijn aangelegd door en eigendom van de gemeente. Het procesmatig beheer van de IBA's klasse II wordt overgedragen aan het hoogheemraadschap. Voor de percelen met een IBA klasse II en percelen met een andere individuele lozingsvoorziening heeft de gemeente een provinciale ontheffing van haar rioleringsplicht heeft gekregen.

Gemeentelijk rioleringsplan

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de inrichting van de gemeentelijke rioolstelsels is beschreven in het Gemeentelijk rioleringsplan. Het geldende plan heeft de titel vGrp 2012-2015. Naast de wijze waarop de bestaande stelsels worden beheerd en onderhouden beschrijft het vGrp ook op welke wijze invulling wordt gegeven aan de zorgplichten voor hemelwater, afvalwater en grondwater.

Toekomstige rioleringsstructuur

Het bestemmingsplan is flexibel van aard waardoor in het buitengebied verschillende ontwikkelingen mogelijk zijn zonder dat de bestaande waarden worden aangetast. Door deze flexibiliteit is het dan ook niet op voorhand aan te geven of, en zo ja welke, aanpassingen aan de rioleringsstructuur nodig of gewenst zijn.

Als ontwikkelingen toch aanpassingen nodig maken, zullen de uitgangspunten zoals vermeld in het verbeterd Gemeentelijk rioleringsplan leidend zijn.