direct naar inhoud van 7.4 Wijze van toetsen
Plan: Buitengebied Aarlanderveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B085buitengeboost-0003

7.4 Wijze van toetsen

Aanvraag

De regels en verbeelding zijn bedoeld als instrument om te bepalen of gebruik in ruime zin van de gronden en opstallen in overeenstemming is met het ruimtelijk beleid dat voor een gebied geldt. Wanneer bijvoorbeeld een aanvraag voor functiewijziging of het uitbreiden van de bestaande bebouwing wordt ingediend, moet deze getoetst worden aan het bestemmingsplan.

Indien een aanvraag binnenkomt dient:

  • 1. In eerste instantie op de verbeelding en de inventarisatiekaart te worden gekeken waar de betreffende locatie ligt. Hierbij zijn dus van belang de toegekende bestemmingen en de eventuele andere aanduidingen die op deze gronden van toepassing zijn;
  • 2. Vervolgens in de regels onder de bestemmingsomschrijving van de geldende bestemming te worden nagegaan of de situatie in overeenstemming is met deze omschrijving;
  • 3. Indien dit het geval is vervolgens met betrekking tot:
    • a. bebouwing te kijken naar de bouwregels;
    • b. werken en werkzaamheden te kijken naar de aanlegregels;
    • c. gebruik te kijken naar de gebruiksbepalingen.
  • 4. Indien strijdigheid aanwezig is, vervolgens in de respectievelijke afwijkingsbevoegdheden te worden nagegaan of in een uitzondering is voorzien. Bij het toepassen van deze bevoegdheden dient aan de daar opgenomen specifieke voorwaarden te worden voldaan.

Protocol werkwijze initiatieven buitengebied

De Structuurvisie Buitengebied gaat voorts uit van ontwikkelingsplanologie en er is dan ook een protocol ontwikkeld die wordt doorlopen bij nieuwe (grotere) initiatieven in het buitengebied die in eerste instantie niet passen binnen het bestemmingsplan.

Moment A: Aftrap

Moment A ziet voornamelijk op het verstrekken van informatie van de kant van de gemeente en uitleg omtrent de spelregels die gelden bij behandeling van nieuwe initiatieven. De structuurvisie wordt duidelijk uitgelegd evenals de doelen die gelden voor de polder waarin het initiatief is gelegen.

Moment B: Bedenken en bekendmaken

De initiatiefnemer heeft naar aanleiding van de eerste stap onder A gewerkt aan zijn initiatief en presenteert dat (bij voorkeur op de locatie zelf) aan de gemeente.

Moment C: Coachen en controleren

Het plan wordt afgerond tot een voldragen plan dat als initiatiefverzoek wordt voorgelegd aan de gemeente. Het plan wordt getoetst aan de diverse andere vakdisciplines.

Moment D: Doorleiden
Door en met initiatiefnemer wordt het plan gereed gemaakt als aanvraag om omgevingsvergunning inclusief ruimtelijke onderbouwing en worden eventueel benodigde overeenkomsten gesloten.