direct naar inhoud van 1.4 Opzet van het plan
Plan: Buitengebied Aarlanderveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B085buitengeboost-0003

1.4 Opzet van het plan

Het bestemmingsplan Buitengebied Aarlanderveen is een bestemmingsplan waarin de ontwikkeling en het beheer van het gebied helder geregeld zijn. Er is echter ruimte gelaten voor ontwikkelingen, waarbij de Structuurvisie Buitengebied als input heeft gediend.

Er is gekozen voor een systematiek van drie verzamelbestemmingen, waarbij de verschillende polders met hun waarden en karakteristieken leidend is. Vanuit de Structuurvisie Buitengebied heeft elk van de polders een eigen ontwikkelingsmogelijkheid, die tot uitdrukking is gebracht in de verzamelbestemmingen.

Uitgangspunt in elke polder is het bestaande gebruik. In elke polder mag vervolgens 100 m² aan nevenactiviteiten worden ontplooid in de bestaande bebouwing. Uitbreiding in omvang c.q. soort nevenactiviteiten is in enkele polders toegestaan. Alleen aan de Kortsteekterweg is onder voorwaarden een uitwisseling van functies (binnen de verzamelbestemming) mogelijk.

Het bestemmingsplan bestaat uit vijf delen, te weten de toelichting, de regels, de verbeelding, de inventarisatiekaart en de kwaliteitsgids. Van deze vijf delen zijn de regels en de verbeelding juridisch bindend.

  • De toelichting; hierin worden de beweegredenen weergegeven die hebben geleid tot het geven van een bepaalde bestemming en/of bescherming aan een stuk grond, alsmede uitleg van de gebruikte bestemmingen;
  • De regels; hierin wordt per bestemming een omschrijving van de doeleinden gegeven en regels met betrekking tot het gebruik van de in dit plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen;
  • De verbeelding, met daarop de bestemmingen van de betreffende gronden weergegeven;
  • De inventarisatiekaart, met daarop de functies zoals deze nu in het plangebied aanwezig zijn;
  • De kwaliteitsgids, die onderdeel uitmaakt van de regels en waarin de ambities van de polders nader zijn uitgewerkt en waarin inspiratiekaders worden geschetst om invulling te geven aan deze ambities.

De toelichting is als volgt opgebouwd:

In hoofdstuk twee wordt ingegaan op het huidige beleid. In hoofdstuk drie wordt de huidige ruimtelijke en functionele opzet van het plangebied beschreven. Hoofdstuk vier behandelt de stedenbouwkundige visie en in hoofdstuk vijf wordt nader ingegaan op de planologische- en milieuaspecten van het plan. Hoofdstuk zes omvat de waterparagraaf en in hoofdstuk zeven wordt ingegaan op de specifieke juridische aspecten van het plan. Hoofdstuk acht gaat in op de economische uitvoerbaarheid van het plan. In hoofdstuk negen worden de resultaten van de inspraak en het gevoerde vooroverleg (artikel 3.1.1. Bro) weergegeven.