Plan: | Alphen Stad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.01alphenstad-VA03 |
In dit plan wordt verstaan onder:
Het in een woning of bijbehorend bouwwerk uitoefenen van een dienstverlenend beroep die ondergeschikt is aan de woonfunctie.
Een bijbehorend bouwwerk welke door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruizen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten, garagebedrijven en andere autoverzorgende bedrijven, waar - voor een belangrijk deel in handwerk - goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/of verbruiker;
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
Een park waar bezoekers worden geïnformeerd en inzicht wordt verschaft in de geschiedenis van de menselijke cultuur en de relatie tussen historische/antieke beschavingen en hun natuurlijke omgeving.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten.
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel c.q. bestemmingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
Een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die slechts bestemd is voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1. Gebouwen met een woonfunctie:
2. Gebouwen met een logiesfunctie:
3. Gebouwen met een onderwijsfunctie voor volwassenenonderwijs, voor ten hoogste 50 personen.
4. Gebouwen met een kantoorfunctie met een vloeroppervlakte van ten hoogste 1500 m².
5. Gebouwenmet een winkelfunctie:
6. Gebouwen met een bijeenkomstfunctie, met uitzondering van een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang:
7. Gebouwen met een sportfunctie.
8. Gebouwen met een industriefunctie, maar niet een lichte industriefunctie, voor ten hoogste 50 personen.
Het gebruik zoals dit bestaat op het tijdstip van het inwerkingtreden het bestemmingsplan en rechtens mag bestaan.
het hoofdgebouw dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal aanwezig is of mag worden gebouwd op grond van een omgevingsvergunning.
Bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal aanwezig zijn of mogen worden gebouwd op grond van een omgevingsvergunning.
De grens van een bestemmingsvlak.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een inrichting zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
Een al dan niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een verdieping van zodanige afmetingen en vorm dat de daardoor ontstane ruimte zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor gebruiksfuncties en daarmee gelijke gebruiksmogelijkheden geeft als de daaronder gelegen bouwlagen, uitgezonderd, een kap, zolder en kelder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang welke op de plaats van bestemming hetzij direct danwel indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.
Een uitgaansgelegenheid waar de bezoekers kunnen gokken door hun geld in te zetten op roulette, blackjack, fruitautomaten en andere spelletjes in een poging om hun inzet te vergroten.
Gemengde functies die doorgaans in het centrum van een gemeente uitgevoerd worden, zoals daar zijn kantoorfunctie, zakelijke dienstverlening, maatschappelijke doeleinden en wonen.
Een niet voor bewoning bestemd gebouw bedoeld voor bijeenkomsten en opslagruimten in het kader van hobby en sport en daar aan ondergeschikte nevenactiviteiten.
Een evenement dat wordt georganiseerd vanuit het collectief belang en waar maatschappelijk draagvlak voor is, dus voor iedereen toegankelijk, zoals Koningsdag, de Sinterklaasintocht, sportwedstrijden op grootscherm, schaatstochten, dodenherdenking en 5 mei-vieringen.
culturele en ontspannende vrijetijdsbesteding zoals een attractiepark, bioscoop, bowlingbaan, museum, muziekschool en congrescentrum.
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
Vorm van recreatie die niet langer duurt dan een dag. Er is dus geen sprake van overnachting.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlakvan het dak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in een of beide dakvlak(ken) is (of zijn) geplaatst.
een (hellend) vlak in een dak samen met andere vlakken bepalend voor de dakvorm
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of
commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
detailhandel waarbij het hoofdassortiment bestaat uit omvangrijke goederen waarvoor een grote uitstallingsruimte nodig is, zoals auto's, boten en caravans.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, uitstallen ten verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
een georganiseerde, publieke en bijzondere gebeurtenis, in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in vormen van risicocategorieën:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
geluidszone rondom industrieterrein waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten en welke op de verbeelding is weergegeven en deel uitmaakt van dit plan.
Een krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde zone rondom het bedrijventerrein waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
Het geheel van aanplant in een gebied - veelal in openbaar gebied - danwel het aanbrengen of voorzien van groen.
Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste, 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder.
Een bouwwerk of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Horeca zoals omschreven in de Staat van Horeca-activiteiten
Horeca zoals omschreven in de Staat van Horeca-activiteiten
Horeca zoals omschreven in de Staat van Horeca-activiteiten
Persoon of groep personen die onderling een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
De kaart die aangeeft welke functies er in het gebied zitten op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Gebied waarin volgens door Onze Minister bij ministeriele regeling op grond van artikel 15, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen te stellen regels personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.
Een woonfunctie voor het verschaffen van een (tijdelijk) nachtverblijf aan meer dan één huishouden, waarbij de bewoners samen één voordeur delen. Inwoning van één huishouden (bestaande uit één persoon) bij een hoofdhuishouden (hospes/hospita) valt niet binnen de reikwijdte van het begrip kamerverhuur.
Tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht, dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf voor personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens zijn geplaatst.
Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
Voorzieningen gericht op het verlenen van diensten, al dan niet met ondergeschikte baliefunctie, op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
Een geheel of gedeeltelijke niet-horizontale dakconstructie gevormd door tenminste twee schuin hellende dakschilden ter afdekking van een gebouw waarvoor geldt dat:
Gebouw, geheel of grotendeels van glas of ander doorschijnend materiaal.
Het in een woning of bijbehorend bouwwerk op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten die ondergeschikt zijn aan de woonfunctie.
voorzieningen ten behoeve van onder meer wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie.
Een gids, onderdeel uitmakend van het bestemmingsplan, die in woord, in kaarten en in (referentie)beelden richtlijnen geeft voor de invulling van het plangebied.
geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
4. Gebouwen met een kantoorfunctie met een vloeroppervlakte van meer dan 1500 m².
5. Gebouwen met een winkelfunctie:
6. gebouwen met een bijeenkomstfunctie, met uitzondering van een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang:
7. Gebouwen met een gezondheidszorgfunctie, zonder een bedgebied.
8. Gebouwen met een industriefunctie voor meer dan 50 personen.
De voetganger, de fiets, fiets met trapondersteuning, snorfiets, bromfiets, inclusief bredere varianten zoals een bakfiets, het gehandicaptenvoertuig, en de geleider/berijder van bijvoorbeeld een paard. Ook een motorvoertuig met een snelheidsbeperking zoals een landbouwvoertuig valt onder het begrip langzaam verkeer.
vrijtijdsbesteding.
een ruimte in de vorm van een cirkel waar paarden onder begeleiding getraind worden (al dan niet overdekt).
Het niveau van de straat of omliggende grond.
Voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport en ontspanning, onderwijs en opvoeding, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
een bedrijf dat is gericht op het verzorgen, dresseren en trainen van paarden (voor de ruitersport).
Nederlandse norm van het Nederlands Normalisatie-instituut.
horizontale snijlijn van twee dakvlakken, de hoogste lijn van het dak.
vergroting van de ruimte onder een dak, waarbij het voordakvlak wordt verlengd en de nokhoger en verder naar achter komt te liggen en aan de achterkant een nieuwe goot wordt gecreëerd.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
een op de verbeelding aangegeven gebied waar binnen het bouwvlak een doorgang mogelijk moet zijn, waarboven bebouwing mag worden opgericht.
Bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en toegangstrappetjes naar de appartementen.
kleinschalige detailhandel waarbij dit een functionele relatie en een ondersteunende functie heeft met de hoofdactiviteit
verstrekken van eten en drinken waarbij dit een functionele relatie en een ondersteunende functie heeft met de hoofdactiviteit.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
een (omheinde) niet overdekte piste, waar paarden een vrije uitloop kunnen hebben en waar paarden kunnen worden getraind.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
het niveau gemeten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.
Een bijzondere, op de top van een gebouw gesitueerde bouwlaag, geen kap of kapverdieping zijnde, waarvan de gevels ten opzichte van de gevels van de onderliggende bouwlagen terugliggen.
Risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
Het bestemmingsplan Alphen Stad met identificatienummer NL.IMRO.0484.01alphenstad-VA03 van de gemeente Alphen aan den Rijn.
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning die (tevens) door derden mag worden bewoond en die niet wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het (voorheen) bijbehorende bedrijf;
document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd.
de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie.
voorzieningen in brede zin voor recreatie en toerisme, waaronder zowel dag- als verblijfsrecreatie onder valt.
Een activiteit die, in geval van een incident of calamiteit, een gevaar voor de omgeving kan zijn.
Een bedrijf dat, in geval van een incident of calamiteit, een gevaar voor de omgeving kan zijn. Het gaat om bedrijven die meer risico's veroorzaken dan andere bedrijven, omdat ze met veel gevaarlijke stoffen werken.
Een zodanig aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen de gedeelten van een bouwvlak of bestemmingsvlak, waarbinnen verschillende maatvoeringen zijn toegestaan.
de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling.
voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf
Het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan.
Voorziening die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt.
een overdekte danwel onoverdekte voorziening ten behoeve van sportactiviteiten zoals een zwembad, sportvelden, ijsbaan of tennisbaan
De Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij dit bestemmingsplan.
De Staat van Horeca-activiteiten behorende bij dit bestemmingsplan.
Een ruimte in de vorm van een cirkel waar meerdere paarden tegelijk kunnen stappen zonder toezicht en waar aansturing plaatsvindt door een elektrische bedieningskast.
een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen zoals groente, brood, vlees en zuivel – en huishoudelijke artikelen worden verkocht.
een bijbehorend bouwwerk dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
vormen van recreatie waarbij minimaal één overnachting plaatsvindt, zoals bed & breakfast of met gebruikmaking van toeristische kampeermiddelen.
verzameling van objecten in het beheer van de infrastructuur voor de geleiding van het verkeer.
Dierenpark met de nadruk op vogels.
Parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels over parkeren en laden en lossen, die zijn vastgesteld door het bevoegd gezag.
Een in de open lucht geplaatste vogelkooi.
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker voedings- en/of siergewassen teelt voor (hoofdzakelijk) eigen gebruik.
De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, ligging, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
De lijn die samenloopt met de ingetekende begrenzing van het bouwvlak, voor zover deze begrenzing gelegen is aan de zijde waarop de ontsluiting van een bouwwerk naar het openbaar toegankelijk gebied plaatsvindt, danwel de lijn die samenloopt met de voorgevel van de bestaande bebouwing.
voorzieningen die verband houden met de waterhuishouding, de aanvoer en afvoer van water en de doorstroming van water.
Een (riool)waterzuiveringsinstallatie (rwzi), ook wel afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) genoemd, zuivert het afvalwater van huishoudens, bedrijven en veelal ook van wegverhardingen dat via het riool wordt aangevoerd.
bedrijven, zoals bedoeld in onderdeel D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
het houden van een verblijf of het gehuisvest zijn in een woning
Een (gedeelte van een)gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemde standplaats is geplaatst.
Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
Zendmast ten behoeve van mobiele communicatie.
een als zodanig aangeduid gebied op de verbeelding waarvoor specifieke regels gelden.
De begrenzing van een zone.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De hoek tussen een hellend dakvlak en het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van dakkappelen. In het geval een dakkapel in horizontale richting meer dan 50% van het dakvlak beslaat, wordt de bovenkant van de dakkapel als goothoogte beschouwd.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het peil ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, op 1 meter boven peil.
oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen, bepaald volgens NEN 2580.
de vloeroppervlakte binnen de bouwmuren van het oorspronkelijk hoofdgebouw, bepaald volgens NEN 2580.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden.
Afbeelding: principeprofiel standaard bebouwing in relatie tot de begrippen 'bouwlaag', 'begane grond' en 'dak'
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub b voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub f voor het bouwen van bij het hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 sub b voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 onder i ten behoeve van het bouwen van een voorgevelbreedte van meer dan 10 meter, met dien verstande dat daardoor geen wezenlijke aantasting ontstaat van de historische gevelstructuur.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximale goothoogte zoals bepaald in artikel 4.2 onder c ten behoeve van het bouwen van een terugliggende dakverdieping met dien verstande dat de dakverdieping 1 meter terug ligt ten opzichte van het openbaar toegankelijk gebied.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 sub g en h voor het bouwen van bij het hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Horeca III vestigingen zijn toegestaan met dien verstande dat:
Het in artikel 4.1, lid a tot en met g genoemde gebruik is op de eerste bouwlaag boven de begane grond toegestaan indien sprake is van bestaand legaal gebruik.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 sub a, b en d ten behoeve van detailhandel, cultuur en ontspanning en/of horeca I of II van de Staat van Horeca-activiteiten op de eerste bouwlaag boven de begane grond, mits:
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 sub b voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 onder i ten behoeve van het bouwen van een voorgevelbreedte van meer dan 10 meter, mits daardoor geen wezenlijke aantasting ontstaat van de historische gevelstructuur.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximale goothoogte zoals bepaald in artikel 5.2 onder c ten behoeve van het bouwen van een terugliggende dakverdieping met dien verstande dat de dakverdieping 1 meter terug ligt ten opzichte van het openbaar toegankelijk gebied.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 sub g en h voor het bouwen van bij het bestaand hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het in artikel 5.1, lid a tot en met e genoemde gebruik is op de eerste bouwlaag boven de begane grond toegestaan indien sprake is van bestaand legaal gebruik.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 onder f om kleinschalige kamerverhuur mogelijk te maken, met dien verstande dat:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van artikel 6.5 Specifieke gebruiksregels en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de aard en omvang van de horecavoorzieningen en milieugerelateerde activiteiten die uitgevoerd worden binnen de bestemming, indien en voor zover het stellen van deze eisen bepalend is voor het voorkomen van overlast in de aangrenzende woonwijk.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.2 sub c en d, onder 1, voor het oprichten van kassen en volières met een bouwhoogte van maximaal 30 meter, met dien verstande dat:
De voorzieningen ten behoeve van culturele en ontspannende vrijetijdsbesteding met ondersteunende detailhandel zijn uitsluitend ten behoeve van een vogelpark.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.f
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 sub c voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 sub g en h voor het bouwen van bij het bestaand hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.2 sub b voor het splitsen van een bestaande woning in meerdere woningen, met dien verstande dat:
Voor het gebruik van de gronden bedoeld in artikel 7.1 sub a en d gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de aanduiding 'wonen uitgesloten', zoals genoemd in artikel 7.1 sub a, in combinatie met artikel 7.2 sub b, om wonen mogelijk te maken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 sub b, d en e ten behoeve van dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en/of sportvoorzieningen op de bouwlagen boven de begane grond, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte voor het totaal aantal gebouwen in het bouwvlak aangegeven is
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 sub b voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 sub e en f voor het bouwen van bij het bestaand hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 sub g, onder 3, ten behoeve van het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 6 meter, met dien verstande dat:
De voor 'Natuur - Zegersloot' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor Natuur - Zegersloot aangewezen gronden zijn, naast de functies genoemd in artikel 10.1 conform het bestaande gebruik zoals aangegeven op de inventarisatiekaart bestemd voor:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen gelden de volgende regels:
Het gebruik van de gronden en bouwwerken bedoeld in artikel 10.2 dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, zoals aangegeven op de inventarisatiekaart, mag niet worden gewijzigd in een ander gebruik.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bestaand gebruik zoals genoemd in artikel 10.2 en het gebruik te veranderen naar gebruik zoals genoemd in artikel 10.1 en 10.2 mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 10.7 is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.7 wordt verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarden als bedoeld in artikel 10.1 niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 10.7, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige inzake landschap omtrent de gevolgen van voorgenomen werken en werkzaamheden voor het behoud en/of herstel van de waarden van het gebied en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor Recreatie - Zegersloot aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor Recreatie -Zegersloot aangewezen gronden zijn, naast de functies genoemd in artikel 12.1 conform het bestaande gebruik zoals aangegeven op de inventarisatiekaart bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.3 sub a met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bestaand gebruik zoals genoemd in artikel 12.2 en het gebruik veranderen naar gebruik zoals genoemd in artikel 12.1 of artikel 12.2, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 12.8 is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.8 wordt verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarden als bedoeld in artikel 12.1 niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 12.8, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige inzake landschap omtrent de gevolgen van voorgenomen werken en werkzaamheden voor het behoud en/of herstel van de waarden van het gebied en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent:
Deze nadere eisen kunnen alleen gesteld worden met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu en de stedenbouwkundige structuur en het straatbeeld.
De voor Sport - Zegersloot aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor Sport -Zegersloot aangewezen gronden zijn, naast de functies genoemd in artikel 14.1 conform het bestaande gebruik zoals aangegeven op de inventarisatiekaart bestemd voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent:
Deze nadere eisen kunnen alleen gesteld worden met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu en de stedenbouwkundige structuur en het straatbeeld.
Het gebruik van de gronden en bouwwerken bedoeld in artikel 14.2 dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, zoals aangegeven op de inventarisatiekaart, mag niet worden gewijzigd in een ander gebruik.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bestaand gebruik zoals genoemd in artikel 14.2 en het gebruik veranderen naar gebruik zoals genoemd in artikel 14.1 of artikel 14.2, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met uitsluiting van verkooppunten voor motorbrandstoffen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de uiterlijke verschijningsvorm en inrichting van:
Deze nadere eisen kunnen alleen gesteld worden met het oog op de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de beeldkwaliteit.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de uiterlijke verschijningsvorm en inrichting van:
Deze nadere eisen kunnen allen gesteld worden met het oog op de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de beeldkwaliteit.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 sub a voor de plaatsing van een berging voor een scootmobiel, met dien verstande dat:
Bestaande groenvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 17.1 sub c, zoals deze ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, mogen niet worden gewijzigd in een ander gebruik zoals bedoeld in artikel 17.1.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bestaand gebruik zoals genoemd in artikel 17.1 sub c, en het gebruik te veranderen naar overige functies zoals genoemd in artikel 17.1, met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor 'Water -Waterweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
In aanvulling op c.q.afwijking van de andere artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding Wonen-Rode Dorp bij sloop en nieuwbouw het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub b voor het vergroten van het bestaand aantal woningen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub c voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub j voor het bouwen van bij het bestaand hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub d voor het oprichten van een nokverhoging aan de achterzijde van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub d voor het verhogen van de goothoogte door het toestaan van een derde bouwlaag, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 20.2 sub a voor overkappingen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub a en f voor het bouwen van een aan-, uit- of bijgebouw aan de zijgevel van de hoekwoning buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 20.2 sub f voor het bouwen van een dakterras in het achtererfgebied, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 20.2 sub b voor het splitsen van een bestaande woning in meerdere woningen, met dien verstande dat:
Ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.1 onder a om kleinschalige kamerverhuur mogelijk te maken, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
De voor 'Wonen - Zegersloot' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende algemene bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan en uitbouwen binnen het bestemmingsvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bestemmingsvlak gelden de volgende bepalingen:
In uitzondering op artikel 22.4 sub e is uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-paardenbak' een paardenbak toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.2 sub a voor het vergroten van de oppervlakte van het bestaand hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 22.2 sub b voor het splitsen van een bestaande woning in meerdere woningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 22.4 sub e voor het bouwen van een paardenbak in het achtererfgebied, met dien verstande dat:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Naast artikel 23.1 en 23.2 gelden per gebied de volgende specifieke bouwregels:
Voor de aan de Thorbeckestraat voor 'Woongebied' aangewezen gronden geldt het volgende:
Voor de aan het Aarplein voor 'Woongebied' aangewezen gronden geldt het volgende:
Voor de aan van de Havenstraat voor 'Woongebied' aangewezen gronden geldt het volgende:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan met dien verstande dat:
Voor de aan de Pijlkruid/Speenkruid voor 'Woongebied' aangewezen gronden geldt het volgende:
Voor de aan de Zuiderkeerkring voor 'Woongebied' aangewezen gronden geldt het volgende:
Voor de in Burggooi Zuid voor 'Woongebied' aangewezen gronden geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 23.4.1 genoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld, indien dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikelen 23.3.3 sub e en f, sub f en g, 23.3.4 sub e en f, 23.3.6 sub f en g en sub f en g voor het bouwen van bij het hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.3.4 sub b onder 1 voor het bouwen van een penthouse, met dien verstande dat:
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van (ondergrondse) gasleidingen, met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Ingeval van strijdigheid van regels, gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.3 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.5 kan worden verleend indien:
Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding is niet toegestaan.
De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoogspanningsverbindingen, met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4 kan worden verleend indien:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor een rioolpersleiding, met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4 kan worden verleend indien:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:
één en ander met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4 kan worden verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 28.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 28.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 29.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 29.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Archeologie 3a' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 30.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 30.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 31.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 31.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Archeologie 4a' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 32.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 32.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 33.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 33.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Archeologie 5a' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 34.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 34.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van cultuurhistorische waardevolle bouwwerken en andere cultuurhistorische objecten, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-monument' en 'specifieke bouwaanduiding-karakteristiek pand' de als monumentale of karakteristieke aangewezen bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen, met dien verstande dat:
Het in artikel 35.2.2 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.2.2 kan worden verleend met dien verstande dat:
Gereserveerd
Het is verboden op of in de tot 'Waarde-Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 35.4 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4 kan worden verleend indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - parkeren' geldt dat het bevoegd gezag pas een omgevingsvergunning kan verlenen voor de activiteit bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in regels strijd met ruimtelijke ordening, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.1, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen' zijn de gronden mede aangewezen voor het structureel organiseren van (middel)grote evenementen met ondersteunende horeca.
Maximum aantal dagen en personen
|
A | Op- en afbouw | B | Op- en afbouw | C | Op- en afbouw | Kermis | Op- en afbouw | Maximaal aantal personen | |
Aarkade, t.h.v. Nutsgebouw | 10 | 15 | 10 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Aarplein Oost | 5 | 8 | 8 | 24 | 0 | 0 | 14 | 10 | 1500 | |
Aarplein West | 5 | 8 | 4 | 12 | 0 | 0 | pm | pm | 500 | |
Bospark, rond kinderboerderij | 5 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Burgemeester Visserpark | 5 | 5 | 8 | 24 | 0 | 0 | 0 | 0 | 750 | |
Centrum | 15 | 22 | 15 | 45 | 4 | 20 | 0 | 0 | 10.000 | |
Dagcampingterrein en T-steiger, Zegersloot | 12 | 18 | 12 | 36 | 12 | 60 | 0 | 0 | 12.500 | |
Europapark | 5 | 8 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1500 | |
Evenenemententerrein naast Zegerplaza, Zegersloot | 4 | 6 | 10 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1200 | |
Grasveld naast Bonifaciusschool | 3 | 5 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 500 | |
Hooftstraat en parkeerterrein naast Julianabrug | 4 | 6 | 5 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Julianastraat en plein voor Adventskerk | 10 | 15 | 6 | 18 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1500 | |
Lauraplein | 5 | 8 | 6 | 18 | 0 | 0 | 0 | 0 | 750 | |
Oudshoornseweg, t.h.v. Oudshoornseweg 19 e.o. | 2 | 4 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 400 | |
Parkeerterrein Paradijslaan | 4 | 6 | 5 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Parkeerterrein ARC | 6 | 10 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Parkeerterrein De Bijlen, Zegersloot | 6 | 10 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Parkeerterrein Chinese Palace, Zegersloot | 3 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ntb | |
Parkeerterrein Dwarsligger | 3 | 5 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.750 | |
Park Rijnstroom | 5 | 8 | 12 | 25 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Raadhuisstraat, tussen Pieter Doelmanstraat 20 en Raadhuisstraat 104 | 5 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Rijnplein | 15 | 23 | 15 | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.500 | |
Stadhuisplein | 5 | 8 | 5 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | 800 | |
Thorbeckeplein | pm | pm | pm | pm | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Van Mandersloostraat | 5 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Weteringpark | 5 | 8 | 8 | 24 | 0 | 0 | 0 | 0 | pm | |
Winkelcentrum De Aarhof | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | 600 | |
Winkelcentrum De Atlas | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | 750 | |
Winkelcentrum De Herenhof, binnenplein | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | 750 | |
Winkelcentrum De Ridderhof | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | 500 | |
Zegerstrand, bij Wet 'n Wild | 5 | 8 | 4 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.250 | |
Zegerplas | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tijden evenement
Tijden en gebruik muziek, op- en afbouwdagen evenementen
Geluid en overige aspecten
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - stationsomgeving' met de bestemming 'Gemengd' zijn mede bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-inventarisatiekaart Natuur-Zegersloot' zijn de functies genoemd in artikel 10.2 , en aangeduid op de 'Inventarisatiekaart Natuur-Zegersloot' toegestaan, naast de functies zoals genoemd in artikel 10.1.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-inventarisatiekaart Natuur-Zegersloot' zijn de functies genoemd in artikel 12.2, en aangeduid op de 'Inventarisatiekaart Recreatie-Zegersloot' toegestaan, naast de functies zoals genoemd in artikel 12.1.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-inventarisatiekaart Natuur-Zegersloot' zijn de functies genoemd in artikel 14.2, en aangeduid op de 'Inventarisatiekaart Sport-Zegersloot' toegestaan, naast de functies zoals genoemd in artikel 14.1.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn de gronden mede aangewezen voor het tegengaan van vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-bedrijven' het volgende:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding - gas' zijn de gronden mede aangewezen voor het tegengaan van vestiging van zeer kwetsbare gebouwen welke voorzien in een regelmatig verblijf van personen.
In afwijking van het bepaalde in de voor deze gronden geldende bestemming(en), zijn ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding - gas' nieuwe zeer kwetsbare gebouwen uitgesloten.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45.2, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg-1' zijn de gronden mede aangewezen om voor nieuwe (beperkt) kwetsbare gebouwen rekening te houden met de effecten van een mogelijk incident bij een LPG-station.
In afwijking van het bepaalde in de voor deze gronden geldende bestemming(en), zijn ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg-1' nieuwe (beperkt) kwetsbare gebouwen uitgesloten.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 46.2 indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg - 2' zijn de gronden mede aangewezen om voor nieuwe zeer kwetsbare gebouwen rekening te houden met de effecten van een mogelijk incident bij een LPG-station.
In afwijking van het bepaalde in de voor deze gronden geldende bestemming(en), zijn ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg - 2' nieuwe zeer kwetsbare gebouwen uitgesloten.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 47.2 indien:
Ter plaatse van de aanduiding'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' zijn de gronden mede aangewezen voor het tegengaan van vestiging van zeer kwetsbare gebouwen welke voorzien in een regelmatig verblijf van personen.
In afwijking van het bepaalde in de voor deze gronden geldende bestemming(en), zijn ter plaatse van de aanduiding'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' nieuwe zeer kwetsbare gebouwen uitgesloten.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 48.2 indien:
Ter plaatse van de aanduidingen 'vrijwaringszone - molenbiotoop 100 m' en 'vrijwaringszone - molenbiotoop 400 m' zijn de gronden mede aangewezen voor doeleinden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 49.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn de gronden mede aangewezen voor een straalverbinding.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 50.2 voor bouwwerken met een hogere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het voorkomen van belemmeringen voor:
Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen zijn, in afwijking van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 51.2 voor bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het bepaalde in het plan mogen geluidgevoelige objecten slechts worden gebouwd indien voldaan kan worden aan de in de of krachtens de Wet geluidhinder gestelde grenswaarden.
Het is, onverminderd het bepaalde in de voor deze gronden geldende bestemming(en), niet toegestaan om in het plangebied een nieuwe Bevi inrichting of een risicovol bedrijf op te richten.
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten aanzien van:
Een omgevingsvergunning zoals genoemd in artikel 55.1 wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht bij omgevingsvergunningafwijken van het bepaalde in artikel 57.
Voor de begrippen wordt aangesloten op hetgeen in normaal /taalspraakgebruik onder deze begrippen wordt verstaan.
Deze categorie kent een aantal subcategorieën met specifieke planologische kenmerken.
Planologische kenmerken: overdag geopend, vaak een functionele relatie met andere activiteiten (zoals winkelbezoek), waardoor meestal sprake is van een beperkte verkeers- en parkeerdruk, kans op geur- of geluidshinder voor de omgeving is beperkt.
Voorbeelden:
Planologische kenmerken: overdag en en in de avond geopend, zelfstandige functie, variabele verkeers- en parkeerdruk, kans op geluidshinder voor de omgeving is beperkt, kans op geurhinder voor de omgeving is aanwezig. Achtergrondmuziek in het gebouw van de inrichting is mogelijk.
Voorbeelden:
Planologische kenmerken: overdag, in de avond en in de nacht geopend (in nacht geen horeca), zelfstandige functie, beperkte verkeersdruk en variabele parkeerdruk, kans op geur- of geluidshinder voor de omgeving is beperkt.
Voorbeelden:
Planologische kenmerken: overdag en in de avond geopend, zelfstandige functie, variabele verkeersdruk, door korte bezoekduur meestal een beperkte parkeerdruk, kans op geluidshinder voor de omgeving is beperkt, kans op geurhinder voor de omgeving is aanwezig, de aanwezigheid van een bezorgfunctie kan tot extra hinder voor de omgeving leiden.
Voorbeelden:
Planologische kenmerken: overdag en in de avond geopend (latere openingstijden), zelfstandige functie met relatief gering volume, relatief hoge verkeersdruk, beperkte parkeerdruk omdat veel bezoekers niet met eigen auto komen, kans op geurhinder is beperkt, aanzienlijke kans op (geluids)hinder voor omgeving vanwege piekmomenten in het bezoek doorgaans 's avonds in combinatie met het nuttigen van alcoholische dranken. Achtergrondmuziek in het gebouw van de inrichting is mogelijk.
Voorbeelden:
Planologische kenmerken: doorgaans in de avond en/of in de nacht geopend (latere openingstijden), zelfstandige functie met een fors volume, hoge verkeersdruk en variabele parkeerdruk, kans op geurhinder is beperkt, aanzienlijke kans op (geluids)hinder voor omgeving vanwege piekmomenten in het bezoek 's avonds of 's nachts in combinatie met het nuttigen van alcoholische dranken en het ten gehore brengen van muziek.
Voorbeelden:
Centrum-1 |
Aanwezig (aantal) |
Maximum (aantal) |
Uitbreiding (aantal) |
Horeca III | 2 | 5 | 3 |
1. Bar 32, Julianastraat 32 2. Trots / Bar Amsterdam, Julianastraat 48 |
Centrum-2 |
Aanwezig (aantal) |
Maximum (aantal) |
Uitbreiding (aantal) |
||
Horeca I | 15 | 25 | 10 | ||
1.2
1. Akropolis, Grieks restaurant, Prins Hendrikstraat 159-161 2. Delicato, Italiaans restaurant, Swaenswijkplaats 29 3. Restaurant de Meiden, Hooftstraat 169 4. Brasserie Buuren, Hooftstraat 161-163 5. Argentijns Grillrestaurant, El Caballo, Rhenanialaan 1 6. Restaurant Griekenland, Hooftstraat 88 7. Restaurant Gewoon Lex, Hooftstraat 95 8. Olympia, Grieks Restaurant, Raadhuisstraat 273 9. Tommy Kitchen, Raadhuisstraat 104-106 10. Bobs Burrito's en Burgers, Hooftstraat 94 11. Carla's Lunch en Diner, Raadhuisstraat 285 12. Restaurant Sofra, Hooftstraat 122 |
|||||
1.4 13. Ni Hao, Hooftstraat 167 14. Afhaalrestaurant Rasa Baru, Hooftstraat 112 15. Italy Express, Prins Hendrikstraat 236 |
Centrum-2 |
Aanwezig (aantal) |
Maximum (aantal) |
Uitbreiding (aantal) |
Horeca II | 10 | 15 | 5 |
1. Blues/Rockcafé Under the bridge, Hooftstraat 165 2. Bar La Caleche, Hooftstraat 157 3. Café Ciao, Hooftstraat 126 4. Coffeeshop Pitstop, Hooftstraat 102 5. Dutch Coffeeshop, Hooftstraat 96 6. Grillroom Sphinx, Hooftstraat 86 7. The Square, Hooftstraat 76 8. Ak Al, Hooftstraat 78 9. Bob’s Burrito’s en Burgers, Hooftstraat 151 10. Café, Hooftstraat 169 |