Plan: | Bestemmingsplan Kreekrijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3777BP-0301 |
het bestemmingsplan Bestemmingsplan Kreekrijk met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3777BP- 0301 van de gemeente Zaanstad.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daartegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hiermee wordt geen detailhandel of horeca bedoeld.
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel.
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
woonruimte welke niet kan worden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
aparte woning in een gedeelte van een gebouw.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; hierbij worden ondergrondse bouwwerken die zichtbaar zijn boven peil meegerekend, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de nok is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een 'omgekeerde' dakkapel. Dit is geen uitbouw van, maar een uitsparing in de kap.
een hellend vlak in een dak.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
een woning die tevens een geheel pand vormt en die bedoeld is voor bewoning door één of twee personen met eventueel een gezin.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
een weg met een buurtontsluitende of erfontsluitende functie voor verkeer (daaronder ook begrepen langzaam verkeer).
een weg met een gebiedsontsluitende of wijkontsluitende functie voor verkeer (daaronder ook begrepen langzaam verkeer).
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een woning waarboven en/of waaronder een andere woning is gebouwd of andere woningen zijn gebouwd, dan wel waaronder voorzieningen als winkels en dienstverlening zijn gebouwd.
gronden met lage, aaneengesloten vegetatie, hoofdzakelijk grassen, zonder houtige gewassen of waterplanten.
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, bermen, plantsoenen, oever-, groenvoorzieningen en open speelplekken met of zonder speeltoestellen, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
een met de grond verbonden woning bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen beroep aan huis, met een zelfstandige ontsluiting op de begane grond en niet zijnde een gestapelde woning.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een afdekking van een gebouw, met één of twee schuine zijden waarbij de hellingshoekminimaal 20° en ten hoogste 60º bedraagt en waarvan de bovenzijde maximaal 33% is afgevlakt.
het bieden van langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
gebouw(en) waarin en waarbij meerdere functies op het gebied van onderwijs, overheids-, welzijns-, culturele-, speel- en sportvoorzieningen, jeugd- en buitenschoolse opvang, voorzieningen inzake openbare orde en veiligheid en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, alsmede bijbehorende ondergeschikte detailhandel en -ondergeschikte horeca ten dienste van deze functies en overige openbare voorzieningen kunnen zijn gevestigd.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van levende en niet-levende natuur.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend deel van een bouwwerk. Voor een nadere omschrijving en maatvoering zie artikel 2.11.
de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
elke al dan niet overdekte stallinggelegenheid ten behoeve van (gemotoriseerd) verkeer.
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats.
situatie dat de burger of een groep van burgers – in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst – ten minste de economische eigendom verkrijgt en volledige zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een onderwijsinstelling waar les wordt gegeven aan leerlingen.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
voorzieningen voor speelgelegenheden, zoals speeltoestellen, ontmoetingsplaatsen voor jongeren en sport- en speelplaatsen/terreinen met inbegrip van multifunctionele verharde speelvelden, skatebanen, sport- en spelattributen (doelwanden, basketbalpalen etc.) en trapvelden.
door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
rotondes, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, duikers, tunnels, viaducten, geluidschermen, bushaltes, parkeervoorzieningen, verkeerslichten, lantaarnpalen en fietsenstallingen.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
denkbeeldige of op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens.
een op zich zelfstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het
hoofdgebouw en door ligging, constructie en/of afmetingen daaraan ondergeschikt is.
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden niet zijnde kamerverhuur.
drijvend object, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, doorgaans voorzien van een betonnen casco met vierkante of rechthoekige opbouw(en).
drijvend of varend object dat herkenbaar is aan casco, romp en opbouw als een (van origine) varend schip.
woonark of woonboot, uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd tot dag- of nachtverblijf van een of meerdere personen, niet zijnde een waterwoning.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel.
bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen bouwwerken onderling alsmede van bouwwerken tot de perceelsgrens gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk, met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, zoals genoemd onder artikel 2.11.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit een lijn op de digitale verbeelding.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als technische installaties, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, ventilatiekanalen, aircoinstallaties, schoorstenen, zonnepanelen, luchtkokers, lichtkappen, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Agrarisch met waarden - 1' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, worden gebouwd.
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-voorwaardelijke verplichting 3' geldt dat gelijktijdig met de aanleg of in ieder geval voorafgaand aan de ingebruikname van de weg binnen de in artikel 6.1 bedoelde gronden, aan de zuidzijde van deze weg, binnen de gronden met de bestemming Groen, zoals aangegeven met de aanduiding 'geluidscherm' (gs) een geluiddempende en zichtwerende voorziening moet worden aangelegd met een bouwhoogte van 2,8 meter.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik dat strijdig is met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor het aan- en afmeren of afgemeerd houden of laten aan- en afmeren of afgemeerd houden van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1 t/m 10' met de waarden A = maximum percentage sociale woningebouw B = minimum percentage sociale woningbouw, C = minimum percentage particulier opdrachtgeverschap, dient het aantal woningen met de waarden A, B en C te worden gebouwd met inachtneming van onderstaande verdeling:
specifieke vorm van wonen - 1, (sw-1): A=0%, B=0%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 2, (sw-2): A=20%, B=0%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 3, (sw-3): A=20%, B=5%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 4, (sw-4): A=20%, B=15%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 5, (sw-5): A=0%, B=0%, C=100%; specifieke vorm van wonen - 6, (sw-6): A=50%, B=35%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 7, (sw-7): A=35%, B=15%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 8, (sw-8): A=35%, B=25%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 9, (sw-9): A=25%, B=10%, C=0%; specifieke vorm van wonen - 10, (sw-10): A=80%, B=60%, C=0%, een en ander onverminderd het bepaalde in 10.2.1a sub 7;
b. ter plaatse van de Maatvoeringaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is ten hoogste het op de verbeelding aangegeven aantal woningen toegestaan, met dien verstande dat 1. het totaal aantal woningen binnen de gronden met de bestemming 'Wonen' niet meer dan 920 bedraagt; 2. het aandeel van de woningen in de sociale sector (koop en huur) binnen de gronden met de bestemming 'Wonen minimaal 21% bedraagt;
c. de oppervlakte van een woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 70% van de oppervlakte van het bouwperceel;
d. ter plaatse van de bovengrondse hoofdgebouwen is ook ondergrondse bebouwing met een verticale diepte met een maximum van 3 meter toegestaan;
e. ter plaatse van de gevellijn dient de voorgevel van het hoofdgebouw in de richting van de gevellijn te worden gebouwd, grenzend aan een auto-ontsluiting;
f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' (-w) mogen geen hoofdgebouwen worden gebouwd;
g. ter plaatse van de 'Maatvoeringaanduidingen maximum goothoogte en maximum bouwhoogte' is ten hoogste de op de verbeelding aangeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte toegestaan;
h. ter plaatse van de 'Maatvoeringaanduidingen maximum bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage is ten hoogste de op de verbeelding aangeven bouwhoogte respectievelijk bebouwingspercentage toegestaan.
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting 1' geldt dat een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van gebouwen, pas wordt verleend, nadat het planologisch regime dat geldt voor het op het perceel Busch en Dam 7 gevestigde bedrijf (kadastraal bekend als 13 en 4027), geen bedrijfsactiviteiten meer toestaat van categorie 3 of hoger als bedoeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, en een eventueel onder overgangsrecht voortgezet agrarisch gebruik van dat perceel daadwerkelijk is beëindigd en niet mag worden hervat.
Voor het bouwen van grondgebonden eengezinswoningen gelden, naast de in artikel 10.2.1 genoemde algemene bouwregels, de volgende regels:
Voor het bouwen van gestapelde woningen gelden, naast de in artikel 10.2.1 genoemde algemene bouwregels, de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakkapellen aan hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2.3 d waarbij de afstand van het hoofdgebouw tot de voorste perceelsgrens minimaal 2 meter bedraagt.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.7 met inachtneming van de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting 2' geldt dat de gronden en gebouwen uitsluitend mogen worden opgeleverd aan de gebruiker voor de in artikel 10.1, onder a, b en c bedoelde functies na de realisatie van een geluidscherm langs de spoorweg in de bestemming 'Verkeer-Railverkeer', met een hoogte van ten minste 3 meter.
ter plaatse van de aanduiding 'groen' geldt dat minimaal 8% van de oppervlakte van het aanduidingsvlak in twee afzonderlijke gebieden als groenvoorziening dient te worden ingericht, grenzend aan de bestemming 'Groen';
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels:
Het is verboden bijbehorende bouwwerken bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte.
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutiebedrijf.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal woningen zoals bedoeld in artikel 10.2.1 sub b, met 5% te vergroten. Bij wijziging worden de volgende voorwaarden in acht genomen:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen in of op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2 voor het bouwen van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits: a. de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad; b. vooraf advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 11.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 11.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend voor zover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Vooraf wordt hiertoe advies ingewonnen van de leidingbeheerder.
Het verbod als bedoeld in lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende enkelbestemming van toepassing.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 12.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 12.4.1 is niet van toepassing op werken:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 sub a en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende enkelbestemming van toepassing.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 13.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 13.4.1 is niet van toepassing op werken:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2 sub a en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende enkelbestemming van toepassing.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 14.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 14.4.1 is niet van toepassing op werken:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 1' , (het gebied waarop het bepaalde in artikel 2.2.1 lid 4 van het Luchthavenindelingsbesluit van toepassing is) geldt dat geen nieuwe woningen, woonwagens, scholen en gezondheidszorggebouwen mogen worden gebouwd tenzij hiervoor een verklaring van geen bezwaar zoals bedoeld in artikel 2.2.1 lid 7 van het Luchthavenindelingsbesluit is afgegeven.
Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 2' (het gebied waarop het bepaalde in artikel 2.2.2 van het Luchthavenindelingbesluit van toepassing is) geldt een hoogtebeperking voor bouwwerken tot een maximum hoogte van 150 meter.
Mits de belangen van derden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3,00 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot. Bij wijziging worden de volgende voorwaarden in acht genomen:
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouw- en/of bestemmingsgrenzen te overschrijden ten behoeve van:
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Indien in de planregels bij dit bestemmingsplan wordt gerefereerd aan wet- en regelgeving betreft het wet- en regelgeving zoals deze luidden op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het 'Bestemmingsplan Kreekrijk'.