Plan: | Saendelft |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3774BP-0301 |
Zaanstad wil een aantrekkelijke gemengde woon-werkstad blijven en zet in op de ontwikkeling naar een meer gedifferentieerde economie. Dit wil zij bereiken door een kwalitatieve versterking van de bestaande economie, zowel fysiek als digitaal, en het leggen van accenten op een moderne schonere economie; creatieve bedrijvigheid, toerisme, logistiek, food, innovatie en kennis. Daarbij wordt het vestigingsklimaat aantrekkelijker gemaakt door het verbeteren van de bereikbaarheid voor het Zaanse bedrijfsleven en het beter benutten van Zaanstads unieke ligging dichtbij Amsterdam, internationale luchthavens en luchthaven Schiphol. Binnen deze uitwerking van de economische structuurvisie ziet Zaanstad ruimte voor een nadrukkelijker rol van het bedrijfsleven, conform het collegeprogramma 'Wederzijds Aanspreekbaar'.
De ruimtelijke en economische structuurvisies zijn nauw met elkaar, en de al eerder vastgestelde sociale structuurvisie, verbonden. Samen vormen deze documenten de drie richtinggevende kaders voor het gemeentelijk beleid van Zaanstad in de komende tien jaar. De concrete uitwerking van de economische en ruimtelijke structuurvisies vindt grotendeeld plaats binnen het programma 'Zaan/IJ'. Hiermee wordt gewerkt aan Zaans Evenwicht; het versterken van Zaanstad als goed plek om te wonen, werken en recreëren.
De Economische Structuurvisie (ESV) beschrijft de economische ambities van Zaanstad en de koers die Zaanstad wil bevaren naar realisatie van deze ambities. Het dient als afwegingskader en biedt uitgangspunten voor toekomstige (economische) deelnota's en feitelijke initiatieven. Er is geen directe consequentie voor het plangebied Saendelft. Deelnota's die hangen onder de structuurvisie kunnen dit wel hebben. Deze worden in het volgende hoofdstuk besproken.
Het Bedrijf-aan-huisbeleid van de gemeente Zaanstad bestaat uit twee componenten. In de eerste plaats is in onze brief aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zaanland van 29 september 1987 het beleid omtrent “Bedrijven in woonhuizen en ruimtelijke ordening” vastgelegd. Onderdeel van die brief vormen de randvoorwaarden die zijn vastgesteld in het kader van de toepassing van de door de raad van de gemeente Zaanstad in januari 1983 vastgestelde “Richtlijnen onttrekking woonruimte aan haar bestemming”. Deze twee componenten zijn samengevoegd in een bijlage die is gevoegd bij de door de gemeenteraad op 29 januari 1998 vastgestelde 'Evaluatie vrijstellingenbeleid ruimtelijke ordening'.
Het aldus geformuleerde gemeentelijke beleid omtrent bedrijven in woonhuizen houdt het volgende in: Ten aanzien van die gebieden waar alleen een pure woonbestemming geldt, wordt vanuit de Gemeente Zaanstad een terughoudend selectief beleid gevoerd met betrekking tot de vestiging van bedrijven in woonhuizen, ongeacht of het dienstverlening, detailhandel of een ambachtelijke branche betreft. In zo’n situatie staat de woonfunctie voorop, zowel wat de woning als de wijk betreft en hierop mag zo min mogelijk inbreuk worden gemaakt. De bedrijfsvestiging moet daarom ten opzichte van het woonhuis van ondergeschikte betekenis zijn. Van ondergeschiktheid is sprake, indien de vestiging beperkt blijft tot 65 m² en maximaal eenderde van de vloeroppervlakte van het woonhuis.
De bedrijfsvestiging mag geen negatieve invloed hebben op de omgeving, zowel ten aanzien van het functioneren op zich, als ten aanzien van de neveneffecten (bijvoorbeeld verkeersaantrekkende werking, parkeeroverlast). De bedrijfsvestiging moet een activiteit betreffen die in principe ook kleinschalig is en ondergeschikt blijft en die geen aanzet is tot een verdere verdringing van de woonfunctie.
De vestiging van bedrijven in detailhandel en ambachtelijke bedrijven met verkoopactiviteiten mag alleen plaatsvinden in de daartoe geschikte gebieden. Dit zijn de specifieke winkelcentra en de gebieden waar een vermenging van functies ingevolge het bestemmingsplan mogelijk is.
De ambitie van Zaanstad is het vervullen van een brede en complete verzorgingsfunctie en het bieden van een gezond ondernemersklimaat.
De voorzieningen op wijk- en buurtniveau moeten zoveel mogelijk geclusterd worden om een hart voor de wijk of buurt te creëren. Het gaat hierbij niet alleen om detailhandel, maar ook om gezondheidszorg, onderwijs, sociaal culturele voorzieningen en dergelijke. Wijk- en buurtwinkelcentra moeten op korte afstand van de woning liggen en vanuit de woning makkelijk bereikbaar zijn. Inzet is behoud en versterking van een fijnmazige detailhandelsstructuur. Bovendien moeten deze centra voldoende parkeerplaatsen bieden en er aantrekkelijk uit zien. Centrum Kaaikhof past in dit beeld.
Voor het accommoderen van grootschalige supermarkten moet gericht onderzoek worden gedaan naar de geschiktheid van mogelijke vestigingslocaties en de consequenties hiervan voor het verzorgingsniveau in buurten en wijken.
Het Aanpakplan Toerisme Zaanstreek 2007-2010 is een gezamenlijk product van de Zaangemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan, dat tot stand is gekomen in overleg met brancheverenigingen en een platform van toeristische ondernemers.
Vanaf 2011 werken Zaanstad en Wormerland samen aan versterking van de economische structuur van de Zaanstreek waarbij de kansrijke groeisector toerisme en recreatie wordt gezien als economisch speerpunt. Een stevig verankerd toeristisch beleid moet zorgen voor méér bezoekers, een langere verblijfsduur, méér inkomsten en werkgelegenheid en een duidelijker imago. Daarnaast biedt het méér draagvlak voor het voorzieningenaanbod. Hierdoor worden de uitstraling en het imago van de Zaanstreek positief beïnvloed. Uitgangspunt voor economische/toeristische versterking zijn de kernwaarden van Zaanstad en Wormerland; Industrieel erfgoed, Water en groen en de gunstige ligging in de Metropool Amsterdam
Het Zaanse toeristische beleid richt zich op de bijzondere kwaliteitskenmerken van de Zaanstreek, met name de unieke combinatie van stedelijke en landschappelijke aspecten en het contrast tussen de vele industriële monumenten en het groene, waterrijke landschap.
Vanuit de ontwikkellijnen Stimulering (regionale stimuleringprojecten, toeristische promotie en Marketing en netwerkontwikkeling) en Facilitering ( enerzijds fysieke en digitale bereikbaarheid en toegankelijkheid, anderzijds bevordering van toeristisch aanbod, voorzieningen en verblijfsaccommodaties)
In samenhang met deze ontwikkellijnen wordt een aantal maatregelen genomen om de toeristische infrastructuur te verbeteren, onder andere door de aanleg van steigers in de Zaan en het creëren van nieuwe wandel- , fiets- en vaarroutes die worden aangevuld met toeristische bewegwijzering en routeplanners, de opzet van (regionale) vaarverbindingen en uitbreidingen op het gebied van regionaal openbaar vervoer.