Artikel 20 Wonen - uit te werken
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. tuinen en erven;
-
c. erftoegangswegen;
met de daarbij behorende:
-
d. voorzieningen zoals groenvoorzieningen, water, verkeerskundige voorzieningen, speelvoorzieningen, straatmeubilair, (openbare) nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen en verhardingen.
20.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in lid 20.1 omschreven bestemming uit te werken met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels;
-
a. er mogen uitsluitend woningen in niet-gestapelde vorm worden gerealiseerd;
-
b. voor zover een bouwvlak is aangegeven mogen woningen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
-
c. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
-
d. ter plaatse van de maatvoeringsaanduidingen 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven goothoogte en bouwhoogte toegestaan met dien verstande dat de hoogte ten hoogste 12 meter is indien een hogere hoogte noodzakelijk is voor de technische, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpasbaarheid van de woningen;
-
e. het oprichten van geluidgevoelige bestemmingen is slechts toegestaan indien de geluidsbelasting van de gevel als gevolg van het wegverkeer en railverkeer niet meer bedraagt dan
1. de voorkeursgrenswaarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel
2. de door burgemeester en wethouders, overeenkomstig de Wet geluidhinder en de beleidsnota 'Beleidsregel hogere waarden, gemeente Zaanstad', vastgestelde hogere grenswaarden.
Deze bepaling blijft buiten werking indien een dove gevel wordt gerealiseerd;
-
f. het oprichten van geluidgevoelige bestemmingen binnen de in artikel 26.2 bedoelde 'luchtvaartverkeerzone - 1' is slechts toegestaan indien er, op grond van het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol, een verklaring van geen bezwaar om af te wijken van het bepaalde in artikel 26.2, is verleend;
-
g. ten behoeve van de te realiseren activiteiten dient in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien, conform Bijlage 5 Parkeernormen Saendelft van de Parkeernota Zaanstad 2009;
-
h. er dient sprake te zijn van een goed woon- en leefklimaat;
-
i. de aanwezige bedrijfsvoering mag niet onevenredig worden aangetast.
20.3 Bouwregels
Op de in lid 20.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan.
20.4 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.3, indien een bouwplan in overeenstemming is met een ter inzage gelegd ontwerp van het uitwerkingsplan dan wel met een vastgesteld maar nog niet in werking getreden uitwerkingsplan.
20.5 Afwijken van de bouwregels
In het in lid 20.2 bedoelde uitwerkingsplan kunnen, binnen de grenzen van de bestemmings- en uitwerkingsregels, afwijkingsregels worden opgenomen ten aanzien van in het plan opgenomen bouwregels en gebruiksregels en kan een nadere-eisenregeling worden opgenomen.