13.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 13.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. aan de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw is een erker toegestaan;
-
b. een erker is alleen toegestaan wanneer er sprake is van een vlakke voorgevel;
-
c. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 66% van de breedte van de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw;
-
d. de voorzijde van de erker mag niet meer dan 50% van de diepte van de afstand tussen de voorgevelrooilijn tot de perceelsgrens beslaan met een maximum van 1,5 meter;
-
e. de hoogte van de erker mag niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdiepingsvloer van het bijbehorende hoofdgebouw +0,30 meter;
-
f. een afdak boven de voordeur verbonden met de erker is toegestaan tot een maximum van de diepte van de betreffende erker;
-
g. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen.