direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Zaandam Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn opgenomen in de van deze planregels deel uitmakende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein' tot ten hoogste de milieucategorie als aangegeven op de verbeelding;
  • b. detailhandel in personenauto's en motoren;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijventerrein - ...' zijn tevens bedrijfsactiviteiten toegestaan met een SBI-code zoals genoemd in onderstaande tabel:

Functieaanduiding   SBI-code   Adres bedrijf  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 1   104102-1   Diederik Sonoyweg 1  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 2   494-0   Albert Keijzerstraat 1, Oostzijde 423  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 3   49391   Dr. H. G. Scholtenstraat 9-15  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 4   104102-1   Kalf 5-9-11  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 5   2561   Paltrokstraat 31  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 6   2711   Paltrokstraat 10  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 7   2893   Paltrokstraat 35  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 8   45112   Paltrokstraat 17  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 9   1082-2   Oostzijde 321  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 10   2895   Oostzijde 376  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 11   10821-1   Kalf 17  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 12   1089   Diederik Sonoyweg 17  
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 13   351   Diederik Sonoyweg 13  

met de daarbij behorende:

  • d. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • e. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming en de inrichting van het terrein, zoals erven, tuinen en parkeervoorzieningen;

alsmede

  • f. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een monument gevestigd;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'sport' zijn tevens sportvoorzieningen toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' is tevens een parkeerterrein toegestaan;
  • j. water;

met dien verstande dat

  • k. bedrijfsactiviteiten die behoren tot de volgende functies, niet zijn toegestaan:
    • 1. cultuur en ontspanning;
    • 2. detailhandel;
    • 3. dienstverlening (zakelijke en consumentverzorgende), met uitzondering van de percelen grenzend aan de Paltrokstraat;
    • 4. horeca;
    • 5. kantoren, met uitzondering van kantoren behorend bij de wel toegestane bedrijven;
    • 6. maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

4.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. de bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage per bouwvlak toegestaan; indien geen maximaal bebouwingspercentage is aangegeven mag het gehele bouwvlak worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' geldt voor silo's in afwijking van de maximale bouwhoogte als aangegeven onder 'c' een maximale bouwhoogte van 9 meter;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' geldt voor silo's in afwijking van de maximale bouwhoogte als aangegeven onder 'c' een maximale bouwhoogte van 12 meter.
4.2.2 (Bedrijfs)woningen

Voor (bedrijfs)woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het aantal (bedrijfs-) woningen mag niet meer dan het bestaande aantal vergunde (bedrijfs)woningen per bouwvlak bedragen;
  • b. de (bedrijfs)woningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, waarbij de voorgevel in de naar de weg toegekeerde bebouwings- of bestemmingsgrens dient te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • e. de maximale inhoudsmaat van een bedrijfswoning mag niet meer dan 500 m³ bedragen, dan wel de bestaande inhoudsmaat als deze meer is;
  • f. voor zover het woningen betreft die fysiek zijn afgescheiden van gebouwen met een andere functie, is het bepaalde in de regels van artikel 21.2.2 met betrekking tot het bouwen van bijbehorende bouwwerken van overeenkomstige toepassing;
  • g. in aanvulling op het bepaalde in 4.2.2 onder f geldt tevens dat bijbehorende bouwwerken gebouwd aan de eerste bouwlaag met een diepte van minimaal 3 meter achter de oorspronkelijke voorgevelrooilijn zijn toegestaan alsmede bijbehorende bouwwerken die op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan minder dan 3 meter achter de oorspronkelijke voorgevelrooilijn vergund aanwezig zijn;
  • h. in afwijking van het bepaalde in 4.2.2 onder g geldt voor het perceel Noordervaldeurstraat 5 dat bijbehorende bouwwerken gebouwd aan de eerste bouwlaag met een diepte van minimaal 1 meter achter de oorspronkelijke voorgevelrooilijn zijn toegestaan alsmede bijbehorende bouwwerken die op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan minder dan 1 meter achter de oorspronkelijke voorgevelrooilijn vergund aanwezig zijn;
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 5 meter bedragen.
4.3 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 onder a teneinde het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf toe te staan, dat:

  • a. in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegestane categorie die naar aard en invloed op de omgeving met de toegestane bedrijven gelijkgesteld kunnen worden, de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig beperkt en geen blijvende, onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu;
  • b. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, tot ten hoogste in categorie 5.1, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegestane categorie, de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen onevenredig beperkt en onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu.