direct naar inhoud van 4.2 Stedenbouwkundige aspecten en welstand
Plan: Poelenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3767BP-0301

4.2 Stedenbouwkundige aspecten en welstand

4.2.1 Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012

Dit beleidsdocument is op 1 mei 2012 vastgesteld. De nota is de basis voor uitbreiding van een woning, bedrijfswoning en agrarische woning en daarbij behorende bouwwerken. Het dient als één van de bouwstenen bij de actualisatie van de bestemmingsplannen van de gemeente Zaanstad en is tevens toetsingskader voor het wel of niet medewerking verlenen aan het afwijken van (oudere) bestemmingsplannen of een ontheffing van de bouwverordening.

De nota Woonbebouwing is niet van toepassing op (erven van) woonschepen/woonarken, woonwagens, recreatiewoningen, appartementencomplexen, monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten.

Het doel van de nota Woonbebouwing is om een verantwoorde, eenduidige afweging te kunnen maken over uitbreiding van een woning, bedrijfswoning en agrarische woning (hierna 'woningen') en hierbij behorende bouwwerken zoals aanbouwen en dergelijke.

Het beleid heeft betrekking op:

  • Vergroting van het hoofdgebouw;
  • Dakkapellen;
  • Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen en bijgebouwen);
  • Bouwwerken, geen gebouwen zijnde (zoals dakterrassen, zwembaden, erfafscheidingen, sport- en speeltoestellen, vlaggenmasten, keermuren, dakramen etc.).

Vanuit de begrippen zijn een aantal beleidsregels opgesteld. Deze regels geven meer mogelijkheden voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij (bedrijfs)woningen, maar ook de samenhang van het stedenbouwkundige geheel en het bebouwingsbeeld wordt gewaarborgd. De regels zijn progressief en gemaximaliseerd. De regeling stelt de hiërarchie in het bebouwingsbeeld tussen hoofdgebouw, in bouwkundig en visueel opzicht het belangrijkste gebouw, en de bijbehorende bouwwerken veilig. Dat gebeurt door regels te stellen aan het maximaal toegestane oppervlak, de positionering op de kavel, goot- en nokhoogte, maar ook de breedte van de aanbouw ten opzichte van het hoofdgebouw.

Naarmate een erf groter is mag er meer bebouwing aan het erf worden toegevoegd. Per type grootte is er een maximum aan het aantal vierkante meters dat er mag worden bebouwd. De goothoogte van de regeling sluit aan bij de regels voor het vergunningvrije bouwen. De hoogte van de erfbebouwing is gerelateerd aan de hoogte van het hoofdgebouw. De nota houdt rekening met de doorzichten die bij bebouwing in het lint hoort. Bijgebouwen zijn slechts aan één zijde van en/of achter het hoofdgebouw toegestaan. Hierdoor blijven doorzichten gehandhaafd en blijven vrijstaande woningen ook als vrijstaande woningen gehandhaafd. Een regeling voor erkers is ook meegenomen. In de regeling is ook een welstandelijk aspect meegenomen

4.2.2 Welstand

De meest recente versie van de welstandsnota is op 13 maart 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. Onder meer zijn gebiedsgerichte welstandscriteria aangegeven. Heel Zaanstad is onderverdeeld in verschillende gebieden die afzonderlijk ruimtelijk (functioneel) geanalyseerd, getypeerd en beschreven zijn. Daarbij zijn vervolgens criteria aangegeven die bij het welstandstoezicht van belang zijn. In de welstandsnota worden ook criteria voor specifieke bouwwerken genoemd zoals Zaanse huizen, houten pakhuizen en loodsen, stenen pakhuizen en fabrieken.

Aanvragen van bouwvergunningen zullen door de welstandscommissie worden beoordeeld op grond van de criteria zoals deze verwoord staan in de nota. Een doel van de nota is ook om tot een eenduidig en samenhangend toetsingskader en beleid te komen, maar ook om als inspiratiebron te dienen voor degenen die (bouw)plannen maken.

Daarnaast is voor het plangebied Poelenburg het Masterplan en het Uitvoeringsprogramma Nieuw Poelenburg een belangrijke aanvulling op deze welstandsnota. In deze documenten worden namelijk handvatten gegeven van hoe een eventuele ontwikkeling in Poelenburg eruit moet gaan zien. Waar de welstandsnota iets meer globaal van karakter is, zijn deze documenten een specifieke en meer gedetailleerde invulling van het geheel.