Plan: | Krommenie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301 |
Het bestemmingsplangebied ligt voor het overgrote deel in de Krommenieër Woudpolder. Het polderpeil in deze polder is NAP-1,25m. Het poldergemaal (De Zwerver) dat zorg draagt voor dit waterpeil staat aan het Visserspad. Daarnaast staat er noordelijker langs de Nauernasche Vaart nog een gemaal (De Woudaap) die de Krommenieër Woudpolder bemaalt. De gemalen slaan uit op de Nauernasche Vaart. Aan de oostzijde van het bestemmingsplan gebied ligt de Nauernasche Vaart. Deze vaart maakt onderdeel uit van de Schermerboezem en op deze vaart word een waterpeil gehandhaafd van NAP-0,50 m. Het zuidelijk deel nabij de provinciale weg N203 ligt waterhuishoudkundig gezien in de Polder Assendelft. Het waterpeil in deze polder wordt gehandhaafd op NAP-1.65m. Omdat de wijk Zuiderham ver van het hoofdgemaal van de polder Assendelft afligt is voor het handhaven van waterpeil in dit deel van de Polder Assendelft een hulpgemaal geplaatst welke uitslaat op de Krommenieër Woudpolder.
In beide polders is de verhouding tussen aantal vierkantenmeters verharding (wegen, straten en daken) en het aantal vierkantenmeters oppervlakte water niet optimaal. Bij ernstige regenval is er een kans dat het waterpeil zo hoog stijgt dat er overlast kan ontstaan. In de polder Assendelft zal deze problematiek opgelost worden bij de verdere realisatie van de uitbreidingswijken. Voor de Krommenieër Woudpolder, waar deze problematiek minder nijpend is, is geen concreet plan voorhanden en zal bij stedelijke verdichting rekening gehouden worden met deze problematiek. Toename van verharding, zoals deze bijvoorbeeld gepland is bij de ontwikkeling van woningenbouw op het voormalig gasfabriekterrein nabij de Weiver, zal gecompenseerd moeten worden door het graven van extra oppervlaktewater. In de visie Rosariumgebied wordt de opgave van 600 m2 extra watercompensatie meegenomen ten behoeve van de reeds gerealiseerde uitbreiding van het verzorgingstehuis Rosariumhurst.
De waterkering tussen de Polder Assendelft en de Krommenieër Woudpolder (waterpeilverschil van 40 cm) wordt gevormd door de aanwezige stedelijke inrichting en is als kering niet herkenbaar. De waterkering tussen de Krommenieër Woudpolder en de Nauernasche Vaart (waterpeilverschil van 75 cm) is de Noordervaartdijk en de Zuidervaartdijk en als landschapselement duidelijk herkenbaar.
Het Hoogheemraadschap momenteel bezig is met een nieuw watergebiedplan en peilbesluit voor de polders Krommenie en Assendelft waarbij een actualisatie van de (bestaande) waterpeilen plaatsvindt. De genoemde waterpeilen kunnen daardoor wijzigen.
Binnen het bestemmingsplangebied zijn er wijken waar meldingen van grondwateroverlast van bekend zijn. De oorzaak van de deze overlast is verschillend.
In wijken gebouwd na de vijftigerjaren is het voormalige veenweide-gebied opgehoogd met zand. Door zetting van de ondergrond is het maaiveld gezakt tot aan de aanwezige grondwaterstand. Overlast (ook in kruipruimtes) kan weg genomen worden door de zetting te compenseren door ophoging.
In de oudere wijken treedt grondwateroverlast-, en onderlast door de slechte (geohydrologische) opbouw van de bodem (door in het verleden gebruikt oneigenlijk ophoogmateriaal) en de relatief grote afstanden tot oppervlaktewater (door demping sloten in het verleden). Het laatste aspect speelt met name in de wijken Noorder- en Zuiderhoofdbuurt. Helaas is het terugbrengen van de in het verleden gedempte watergangen niet mogelijk door de stedelijke inrichting en omdat te realiseren watergangen alleen tegen hoge kosten (duikers en bruggen) in verbinding te brengen is met het aanwezige oppervlaktewater. In de oudere wijken zal dus het gebruik van het maaiveld en de bouwkundige staat van woningen afgestemd moet worden op de heersende grondwaterstanden. Ter regulering van de grondwaterstand wordt wel bij de vervanging van riolering drainage gelegd maar dat biedt niet in alle gevallen een oplossing.
Aandachtspunten met betrekking tot waterkeringen en oppervlakte water:
Het doel van het systeem van watergangen en dijken is te wonen en te leven beneden zeeniveau. Het hoogheemraadschap beheert deze watersystemen en veranderingen aanbrengen in de waterhuishouding mag alleen met een watervergunning van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Een watervergunning moet aangevraagd worden als door de realisatie een ruimtelijk plan:
Het aanbrengen van steigers wordt door het hoogheemraadschap getoetst in verband met het onderhoud (riet en drijfvuil verwijderen, baggeren) van het oppervlaktewater. Een object in het water leidt tot vuilophoping en kunnen de doorvaarbaarheid en manoeuvreerruimte van onderhoudsvaartuigen verminderen. Voor de aanleg van steigers is een watervergunning noodzakelijk. Voor een steiger van 1 meter breed en 6 meter lang, onder de voorwaarde dat er 6 meter vrije doorvaartbreedte overblijft, is een melding voldoende.
In de meeste buurten van Krommenie ligt een gemengd rioolstelsel. Alleen in de wijk Willis ligt een gescheiden rioolstelsel.
Bij de gemengde rioolstelsels worden neerslag en afvalwater verzameld in één buis. Het nadeel van een gemengd rioolstelsel is dat bij overmatige regenval het rioolstelsel het grote aanbod niet kan verwerken en het teveel via overstorten, geloosd wordt in oppervlaktewater. Om deze emissie van het rioolstelsel naar het oppervlaktewater te verminderen, zijn in Krommenie nabij de Kervelstraat en de Kuijperkade bergbezinkbassins gebouwd. Door deze bassins kan er meer neerslag geborgen worden in het rioolstelsel zodat het minder snel overstort en in de bassins bezinkt een deel van vuil zodat als het overstort het water minder vervuild is. Deze twee bassins hebben er nog niet voor zorg gedragen dat het rioolstelsel van Krommenie voldoet aan de landelijke normstelling voor emissie (Basisinspanning). De emissie zal verder teruggedrongen worden door, daar waar mogelijk, zoals in de omging van de Zilverschoonlaan en Heiligeweg, bij vernieuwen gemengde rioolstelsel deze te vervangen door gescheiden rioolstelsels.
Bij gescheiden rioolstelsels speelt deze problematiek niet. De neerslag wordt via het regenwaterstelsel geloosd in het oppervlaktewater. Het afvalwater uit de woningen wordt ingezameld in het vuilwaterstelsel en afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Het rioolwater wordt via verschillende rioolgemalen en persleidingen verpompt naar het hoofdrioolgemaal van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en van daar verpompt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Beverwijk. Na zuivering wordt het surplus aan water geloosd in het Noordzeekanaal.