direct naar inhoud van 6.8 Bodemkwaliteit
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

6.8 Bodemkwaliteit

Bodem in overgrote deel van Krommenie is matig met zware metalen en PAK verontreinigd. Plaatselijk kunnen echter ook sterke verontreinigingen voorkomen. Het noordwestelijke deel van het plangebied (Noorderham) is licht verontreinigd. Plaatselijk kunnen echter ook matige tot sterke verontreinigingen voorkomen. Plan Willis is reeds gesaneerd alleen is er een stort aanwezig (stortplaats Vlusch). De hele stort is opgehoogd met een laag schone grond van minimaal 1 tot 2 meter.

Indien binnen het plangebied grond wordt toegepast, bijvoorbeeld voor ophoging, aanvulling, versteviging, demping en bouwrijp maken, moet deze grond een bepaalde kwaliteit hebben. De minimale kwaliteit van de toe te passen grond is afhankelijk van de locatie, waar de grond voor wordt toegepast.

In de huidige situatie geldt dat binnen het plangebied alleen grond mag worden toegepast die voldoet aan de kwaliteit 'wonen'. Uitzonderingen hierop zijn het gebied ten westen van de Noorder- en Zuiderham en plan Willis, waarop uitsluitend grond mag worden toegepast die voldoet aan de kwaliteit "achtergrondwaarde". Aan de oostkant van het plangebied zijn een aantal stukken waar grond mag worden toegepast die voldoet aan de kwaliteit "industrie"

Voor zover bekend leveren de verontreinigingen die in het plangebied aanwezig zijn, geen humane, ecologische of verspreidingsrisico's op met uitzondering van het terrein van de voormalige molen Het Fortuyn. Daarom is het niet noodzakelijk deze verontreinigingen bij het huidige gebruik te saneren.

Op basis van de aanwezige informatie kan worden geconcludeerd dat de huidige bodemkwaliteit geschikt is voor de bestaande functies. Er bestaat er in de huidige situatie geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend bodemonderzoek of sanerende maatregelen.

Voor de nieuwe gevoelige ontwikkelingen is een bodemonderzoek vereist. In geval van de aanvraag van een bouwvergunning, grondverzet of een bestemmingswijziging kan het echter wel noodzakelijk zijn aanvullend onderzoek of sanerende maatregelen uit te voeren. Dit moet dan per geval beoordeeld worden. Bij een bestemmingswijziging moet de kwaliteit van de grond in de nieuwe bestemming voldoen aan de maximale waarden die horen bij de functie volgens de bodemfunctiekaart op de betreffende locatie.