direct naar inhoud van 4.5 Maatschappelijke voorzieningen
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

4.5 Maatschappelijke voorzieningen

4.5.1 Sociale structuurvisie 2009-2020

De sociale structuurvisie Sociaal perspectief Zaanstad is vastgesteld door de raad op 19 maart 2009. De Sociale structuurvisie geeft de sociale ambitie van Zaanstad weer:

Zaanstad manifesteert zich binnen de metropoolregio Amsterdam als een sociale stad, waar iedereen de kans krijgt zich te ontwikkelen, waar niemand wordt uitgesloten, waar bewoners goed met elkaar omgaan en waar voor iedereen wat te doen is.

Zaanstad bouwt voort op de Zaanse sociale infrastructuur die nu al voorhanden is.

Daarvoor zijn drie opgaven benoemt:

  • 1. Zaanstad is ook in de toekomst een vitale stad. Een stad waar kansen voor de talentontwikkeling van jongeren en volwassenen optimaal worden benut. De gemeente zet samen met haar partners in op meer effectiviteit in onderwijs en arbeidsmarkt. Dan gaat het over maatregelen om schooluitval terug te dringen, afspraken met schoolbesturen over het verbeteren van de taal- en leerprestaties, de reïntegratie van uitkeringsgerechtigden naar de arbeidsmarkt en de inburgering van oud- en nieuwkomers.
  • 2. Zaanstad bouwt een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Niemand wordt uitgesloten, er is voor iedereen wat te doen. De gemeente investeert in kwalitatief goede maatschappelijke en vrijetijdsvoorzieningen. Een goede spreiding van zorg- en welzijnsvoorzieningen is noodzakelijk om alle bewoners in staat te stellen mee te doen in hun buurt en stad. Daarvoor worden Woonservicewijken gecreëerd, is er Bredeschoolontwikkeling in elke wijk en zijn er Centra Jong, voor Jeugd en Gezin.
  • 3. Zaanstad blijft een sociale stad. Een stad waar bewoners elkaar gemakkelijk ontmoeten en waar betrokken bewoners leven. De gemeente stimuleert hiervoor ontmoeting, betrokkenheid en initiatieven in buurten en wijken.

Door de individualisering staat de sociale samenhang in de diverse wijken onder druk. De gemeente kan die samenhang niet 'maken', maar wel de voorwaarden scheppen. Door bijvoorbeeld de buitenruimte aan te passen, waardoor mensen elkaar gemakkelijker kunnen ontmoeten, leuke buurtactiviteiten te subsidiëren en vrijwilligers te ondersteunen.

Het Programma wijkgericht werken is opgezet om in de wijken 1) schoon, heel en veilig; 2) ontmoeten en 3) burgerparticipatie in de wijken te stimuleren.

4.5.2 WMO beleidsplan 2011-2015

Op 21 juli 2011 heeft de gemeenteraad het WMO beleidsplan 2011-2015 vastgesteld, met als titel "Eigen kracht met effectieve ondersteuning". Het belangrijkste doel van dit plan is dat inwoners en instellingen van Zaanstad met elkaar een samenleving vormen waarin iedereen zo zelfstandig mogelijk kan functioneren. Zaanstad gaat hierbij nog meer dan voorheen de eigen kracht van inwoners aanspreken en stimuleren. Door een effectieve ondersteuning van inwoners die dat nodig hebben, kunnen ze hun zelfredzaamheid vergroten. Het beleidsplan heeft een viertal uitgangspunten: wederzijds aanspreekbaar, klant centraal, wijkgerichtheid, integraliteit. Het plan is opgebouwd vanuit 5 integrale thema’s: Ondersteuning van vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers; Levensloopbestendige wijken; Kansen voor kinderen en jongeren; Zinvolle dagbesteding bieden –meedoen, eenzaamheid terugdringen- ; Zorg voor de kwetsbare inwoners. Binnen ieder thema wordt aangegeven welke ontwikkelingen er zijn, welke ambities de gemeente heeft en welke acties zij gaat ondernemen om die ambities te realiseren.

4.5.3 Nota Gezondheidsbeleid

Centraal doel in de Nota Gezondheidsbeleid 2008-2012 is het verbeteren van de volksgezondheid in Zaanstad en het verkleinen van de gezondheidsverschillen binnen de bevolking. De gezondheid van de inwoners van Zaanstad kan worden verbeterd door het positief beïnvloeden van gezondheid en gezondheidsbeleving, het bevorderen van een gezonde levensstijl, het werken aan een gezondere sociale en fysieke omgeving en het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Door middel van het ontwikkelen van gezondheidsprofielen worden gezondheidsprioriteiten benoemd. Voor de periode 2008-2012 zijn dat overgewicht, schadelijk alcoholgebruik, opvoedingsproblematiek, roken, drugsgebruik en depressie/eenzaamheid.

De nota Gezondheidsbeleid hangt nauw samen met het Wmo beleidsplan. Ze hebben raakvlakken en overlap; mensen die open staan voor actieve deelname en betrokkenheid bij de maatschappij voelen zich gezonder en een goede gezondheid maakt deelname aan het maatschappelijke leven mogelijk. Overstijgend doel is het bevorderen van de kwaliteit van leven van burgers.

Ook voor Krommenie moet er steeds aandacht blijven voor voldoende speelplekken zodat het bewegen van kinderen wordt bevorderd. Ook veilige langzaam-verkeer-routes behoeven aandacht om te stimuleren dat kinderen zoveel mogelijk lopend of fietsend naar school worden gebracht.

4.5.4 Brede School

De Brede School in Zaanstad is een samenwerkingsverband (coalitie) tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen. Doel van de samenwerking is de ontwikkelingskansen van kinderen te optimaliseren.

Iedere wijk in Zaanstad heeft een eigen Brede Schoolcoalitie. Dit is een structurele voorziening. In een enkel geval vindt de samenwerking plaats in één gebouw waar alle voorzieningen zijn samengebracht (bijvoorbeeld in Assendelft), maar in de meeste wijken werken de partijen samen vanuit hun eigen accommodaties. Tot de samenwerkende partijen behoren in ieder geval het primair onderwijs, de kinderopvang, welzijn & zorg, sport & recreatie en cultuur. Daarnaast kunnen andere organisaties en instellingen meedoen. Dat is afhankelijk van waar de kinderen in die wijk specifiek baat bij hebben. De Brede Schoolsamenwerking moet in Zaanstad verder aan de volgende uitgangspunten voldoen:

  • De Brede School is er voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 14 jaar en hun ouders/verzorgers;
  • Kinderen krijgen dagvullende programma’s aangeboden, van 7 tot 19 uur. Dat betekent niet direct dat ze twaalf uur per dag aanwezig moeten zijn;
  • Het aanbod is sluitend: kinderen staan dus altijd onder toezicht.
  • De samenwerking richt zich op het bieden van een doorlopende ontwikkelingslijn op maat;
  • In Brede Schoolverband wordt doorlopend gewerkt aan een door alle partners gedeelde pedagogische visie.