direct naar inhoud van 4.3 Cultuurhistorische waarden
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

4.3 Cultuurhistorische waarden

Binnen de cultuurhistorische waarden zijn verschillende waarden te onderkennen. Grofweg gaat het om de volgende waarden:

-historisch geografische waarden: dit zijn kenmerkende landschapselementen zoals een dijk, kerkpad, lintbebouwing, waterloop en bijzondere landschappen;

-monumentale waarden: veelal beschermde oude bebouwing en beschermde terreinen van archeologische waarde. Hieronder vallen ook de beschermde dorpsgezichten (niet in dit bestemmingsplan aanwezig) en de karakteristieke panden;

-archeologische waarden:dit zijn terreinen van archeologische waarden.

In de paragrafen hieronder komt eerst het beleidskader aan bod en vervolgens worden de aanwezigheid van de drie verschillende waarden binnen het plangebied toegelicht, waarna een korte toelichting op de vertaling in het bestemmingsplan volgt

4.3.1 Beleidskader cultuurhistorie
4.3.1.1 Cultuurhistorische waardenkaart

In 1999 is de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW-kaart) van de gemeente Zaanstad door het gemeentebestuur goedgekeurd als beleidsinstrument voor het opstellen van bestemmingsplannen. Op de kaart staan alle gebieden binnen de gemeente aangegeven, die van cultuurhistorisch belang zijn, bijvoorbeeld door een historisch stratenpatroon, oude dijken of oude verkaveling.

Verder is een overzicht opgenomen van alle beschermde monumenten binnen Zaanstad (Zaanse huizen, fabrieken, pakhuizen, arbeidershuizen, kantoren, molens, enz.) en gebieden van archeologische waarde (bijvoorbeeld terreinen met resten van prehistorische bewoning, middeleeuwse boerderijen, oude molenplaatsen of voormalige traankokerijen).

De CHW-kaart wordt regelmatig aangepast, omdat gebieden en gebouwen kunnen afvallen door sloop, brand of herinrichting en er komen gebieden of gebouwen bij door archeologische ontdekkingen of door plaatsing op de monumentenlijst.

Het is de bedoeling dat bij het opstellen van structuurplannen, bestemmingsplannen, infrastructurele plannen, natuurontwikkelingsplannen, bouwplannen en plannen met betrekking tot aanpassing van de grondwaterstand zwaarwegend rekening gehouden wordt met de aanwezige cultuurhistorische waarden binnen een bepaald gebied. Zo kan bij herstructurering van een woonbuurt een oud stratenpatroon worden gehandhaafd, bij planning van een nieuwbouwwijk kunnen oude dijken, boerderijen of archeologische vindplaatsen in het ontwerp worden opgenomen en kan getracht worden leegstaande fabrieken of pakhuizen voor sloop te behoeden door ze een nieuwe functie te geven (kantoor, woning).

Op 24 oktober 2006 is de CHW-kaart voor de laatste maal door het college aangepast.

4.3.1.2 Erfgoedverordening 2010

Tegelijk met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 is ook de Erfgoedverordening Zaanstad 2010 van kracht geworden. Voor alle wijzigingen en werkzaamheden aan rijks-, provinciale- en gemeentelijke monumenten is na genoemde datum een omgevingsvergunning nodig.
Omdat de nieuwe verordening ook een archeologische deel bevat is gekozen voor de overkoepelende term 'erfgoed' verordening in plaats van monumentenverordening.

In de erfgoedverordening is het mogelijk om op gemeentelijk niveau dorpsgezichten, historisch groen en roerende zaken te beschermen. Tevens kunnen er via de erfgoedverordening monumenten aangewezen worden. Daarnaast regelt de erfgoedverordening de instandhouding van al het Zaanse erfgoed.

Het bestemmingsplan is voor zover van toepassing met inachtneming hiervan opgesteld.


4.3.1.3 Archeologienota Zaanstad (2009)

In deze nota zijn de uitgangspunten van de vernieuwde Monumentenwet 1988 verwerkt. In de nota staat dat de gemeente in haar bestemmingsplannen de gebieden van archeologische waarde aan gaat geven. Aan bouw-, sloop- of aanlegvergunningen voor projecten die binnen deze gebieden vallen, verbindt de gemeente voorwaarden om archeologische vindplaatsen in de bodem te beschermen. Is dit niet mogelijk dan zal de aanvrager van de vergunning de vindplaatsen op moeten laten graven. Dergelijke eisen worden ook opgenomen in projectbesluiten en ontheffingen van het bestemmingsplan.

4.3.1.4 Erfgoedvisie "Erfgoed in Ontwikkeling'2011

In deze visie zijn de uitgangspunten van het nieuwe landelijke beleid (modernisering monumentenzorg) vertaald naar een gemeentelijk beleidskader. De visie beschrijft hoe we cultuurhistorische waarden opnemen in het bestemmingsplan en biedt mogelijkheden voor een bouwhistorische verwachtingskaart met een aanlegvergunning. In deze erfgoedvisie worden de hoofdlijnen uitgezet voor een gemeentelijke visie voor erfgoed. De visie bestaat uit drie delen. In het eerste deel, erfgoed en identiteit, gaan we dieper in waarom er een erfgoedvisie voor de gemeente Zaanstad nodig is en welke doelen we met deze visie willen bereiken. In het tweede deel, Vorm geven aan de Zaanse identiteit, beschrijven we hoe we deze doelen gaan realiseren. In dit deel gaan we concreet in op komende taken zoals cultuurhistorie in ruimtelijke ordening, de basis op orde, herbestemming van erfgoed en kennis en kunde overdragen. In het laatste deel van de visie beschrijven we hoe en met welke mensen en middelen we de doelstellingen gaan bereiken. I

4.3.2 Historisch geografische waarden

Volgens de Cultuurhistorische waardenkaart Zaanstad zijn in het plangebied de volgende gebieden van historisch-geografisch belang:

Westdijk. De Westdijk behoorde tot de oorspronkelijke waterkering langs de voormalige Kromme IJ. Na de verlanding van het Kromme IJ in de loop van de 14e en 15e eeuw verloor de dijk zijn waterkerende betekenis. Hoewel thans niet meer als zodanig te herkennen is de Westdijk als oorspronkelijk structuurdragend element toch van regionaal belang.

Kerkplein, Heiligeweg/Militaireweg en Kerksloot. De Heiligeweg/Militaireweg is de oorspronkelijke verbindingsweg tussen het Krommenie (Kerkplein) en het buurtschap Busch en Dam, het laatste gelegen tussen de Noorder- en Zuiderham. De parallel lopende Kerksloot behoort tot het oorspronkelijke slotenpatroon van Krommenie. Ter hoogte van de Heiligeweg is deze inmiddels gedempt. Al deze elementen behoren tot de oorspronkelijke as in de kern van Krommenie en zijn daarom van regionaal belang.

De Watering. De Watering heette voorheen De Indijk en is oorspronkelijke een gegraven, noord-zuid lopende sloot waarop bij de ontginning van het landschap werd afgewaterd. Als zodanig van lokaal belang.

Molsloot. De Molsloot, een onderdeel van de vroegere veenstroom De Vliet, was voorheen de grens tussen Assendelft en Krommenie. Hij loopt vanaf de Zuidervaartdijk tot aan De Watering en behoort tot het oorspronkelijke slotenpatroon. Als zodanig van lokaal belang.

Snuiversloot. De Snuiversloot, voorheen Melksloot geheten, watert af in De Watering en behoort tot het oude slotenpatroon van Krommenie. Als zodanig van lokaal belang. De naam komt vermoedelijk van de in 1833 afgebrande molen de Snuiver die op of dichtbij de plek stond waar de Snuiversloot in de Durgsloot uitmondt.

Durgsloot. De Durg- of Vluschsloot is een oorspronkelijke afwateringssloot en als zodanig van lokaal belang. In het noorden fungeert de Durgsloot als wegsloot langs Vlusch en Uitweg.

Slotenpatroon langs Agathepark en Rosariumpark. Behorend tot het oorspronkelijke verkavelingspatroon en als zodanig van lokaal belang.

Vlietsend, Zuider- en Noorderhoofdstraat, Vlusch en Uitweg (inclusief dijksloot). Dit is de doorgaande weg in noord-zuid richting, deel uitmakende van de oorspronkelijke as van Krommenie (samen met Padlaan en Heiligeweg/Militaireweg). In het noorden gaat de weg over in het Vlusch en de Uitweg die daarna de verbinding vormt met de Krommeniedijk; in het zuiden gaat het Vlietsend over in de Dorpsstraat van Assendelft. Aan de Noorder- en Zuiderhoofdstraat zijn relatief veel oude houten huizen bewaard gebleven. De laat 18e-eeuwse pronkgevels behoren tot de mooiste en rijkst gedecoreerde exemplaren van de gehele Zaanstreek. De weg maakt deel uit van de oorspronkelijke lintstructuur in de Zaanstreek en is als zodanig van regionaal belang. De oude kern van Krommenie ligt tussen Oranjeplein en Weiver. De bebouwing is hier dan ook het meest bijzonder en van lokaal belang. Vooral van belang is de samenhang tussen de oude lintstructuur, de zijpaden en de bebouwing.

Blok, Visserspad en Kruisstraat. Drie dwars op het Vlusch gesitueerde paden behorende tot het oorspronkelijke padenpatroon in Krommenie. De naamgeving van Het Blok duidt op de nabijheid van een zogeheten blokakker ofwel een dwarsakker. Blokakkers kwamen in de noordelijke Zaanstreek meer voor. De drie paden zijn van lokaal belang.

Haansloot. Noordelijk gelegen sloot welke de grens vormt tussen het bebouwde deel van Krommenie en de Woudpolder. Als oorspronkelijke sloot van lokaal belang.

Vermaningsstraat. Het pad heeft zijn naam te danken aan de aan de kop van de straat gesitueerde Vermaning. Behoort tot het oude padenpatroon en is als zodanig van lokaal belang.

Padlaan. Maakt deel uit van de oorspronkelijke as in de dorpskern van Krommenie. De Padlaan vormde in vroegere tijden de verbinding met Wormerveer en sloot achter de Vaartbrug aan op de Krommenieërweg. Als zodanig van regionaal belang.

Evenwichtstraat (voorheen Kattepad). Behorend tot het oorspronkelijke stratenpatroon van Krommenie en als zodanig van lokaal belang.

Weiver en Duinkerken. Weivers zijn verbindingswegen naar naburige dorpen en in de Zaanstreek zijn nog diverse Weivers aanwezig (zie ook WZ2). In de meeste gevallen fungeerden weivers ook als kerkenpaden en dateren als zodanig dus van de vroegste occupatieperiode. Het Weiver is van lokaal belang. Duinkerken is eveneens een oud pad en is als zodanig van lokaal belang.

Spinderspad. Het Spinderspad behoort tot het oude stratenpatroon van Krommenie en is daarom van lokaal belang.

De Noorderham. Is waarschijnlijk een overblijfsel van het vroegere Kromme IJ. Oorspronkelijk waren deze wateren onderdeel van de Crommenije, de verbinding tussen het Wijkermeer en de Schermer, ontstaan in de 12e eeuw. Door bedijking in de periode tussen 1150 en 1300 en afdamming in 1357 werd de Crommenije vastgelegd waarna door verlanding en de daarop volgende ontginning de huidige vorm ontstond. Bovenstaande wateren evenals de verbindende watergangen en de oeverlanden, voorzover eigendom van de staat, zijn als Staatsnatuurmonument aangewezen op 29-3-1984. In het natuurmonument zijn vooral de rietlanden en de verlandingsvegetaties botanisch van belang. In avifaunisch opzicht zijn de als grasland beheerde oeverlanden van belang als broedgebied voor grutto, tureluur en kievit. Het natuurmonument is eveneens uit een oogpunt van natuurschoon van betekenis vanwege de afwisseling van water, rietland en grasland. Vanwege de ontstaansgeschiedenis van lokaal belang.

De Zuiderham. Is waarschijnlijk een overblijfsel van het vroegere Kromme IJ. Oorspronkelijk waren deze wateren onderdeel van de Crommenije, de verbinding tussen het Wijkermeer en de Schermer, ontstaan in de 12e eeuw. Door bedijking in de periode tussen 1150 en 1300 en afdamming in 1357 werd de Crommenije vastgelegd waarna door verlanding en de daarop volgende ontginning de huidige vorm ontstond. Bovenstaande wateren evenals de verbindende watergangen en de oeverlanden, voorzover eigendom van de staat, zijn als Staatsnatuurmonument aangewezen op 29-3-1984. In het natuurmonument zijn vooral de rietlanden en de verlandingsvegetaties botanisch van belang. In avifaunisch opzicht zijn de als grasland beheerde oeverlanden van belang als broedgebied voor grutto, tureluur en kievit. Het natuurmonument is eveneens uit een oogpunt van natuurschoon van betekenis vanwege de afwisseling van water, rietland en grasland. Vanwege de ontstaansgeschiedenis

Kerkplein, Heiligeweg/Militaireweg en Kerksloot. De Heiligeweg/Militaireweg is de oorspronkelijke verbindingsweg tussen het Krommenie (Kerkplein) en het buurtschap Busch en Dam, het laatste gelegen tussen de Noorder- en Zuiderham. De parallel lopende Kerksloot behoort tot het oorspronkelijke slotenpatroon van Krommenie. Ter hoogte van de Heiligeweg is deze inmiddels gedempt. Al deze elementen behoren tot de oorspronkelijke as in de kern van Krommenie en zijn daarom van regionaal belang

4.3.3 Monumentale waarden plangebied
4.3.3.1 Waardevolle objecten

Door aanwijzingen op grond van de Monumentenwet 1988, de Provinciale Monumentenverordening 1996 dan wel de Erfgoedverordening 2010 bevinden zich in het plangebied de volgende gemeentelijke en rijksmonumenten.

Naam   Omschrijving   Adres   Status  
KROMMENIE  
Woonhuis   Houten woonhuis met bedrijfgebouwen   Zuiderhoofdstraat 23
 
Gemeentelijk monument  
Woonuis Ceres   Woonhuis met vrijstaand luchthuis gedateerd rond 1800-1825   Zuiderhoofdstraat 65   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten herenhuis 'het Burgemeesterhuis gedateerd 1800-1825.   Zuiderhoofdstraat 70   Rijksmonument  
Woonhuis   Grotendeels houten woonhuis met bakstenen pui. Gedateerd 1700-1800.   Zuiderhoofdstraat 93   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis met gepleisterde gevel.   Zuiderhoofdstraat 115   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten voormalig winkelwoonhuis van Piet Hein Groot.   Zuiderhoofdstraat 137   Rijksmonument  
Pakhuis   Houten pakhuis de Grijze olifant. Gedateerd rond 1680 in oorsprong.   Zuiderhoofdstraat 137 - achter   Gemeentelijk monument  
Raadhuis   Voormalig Raadhuis en Rechthuis van Krommenie, gebouwd in 1706.   Zuiderhoofdstraat 151   Rijksmonument  
Garenpakhuis   Voormalig garenpakhuis Weversend uit de 18e eeuw.   Padlaan 1   Gemeentelijk monument  
Woonhuis 't Blauwe End   Woonhuis met een middenrisaliet. Gedateerd 1800-1825.   Padlaan 7   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten Zaans woonhuis van rond 1850   Spinderspad 2/4   Gemeentelijk monument  
Woonhuis   Twee onder-een-kap woonhuis van rond 1850 met Zaanse kenmerken.   Spinderspad 6/8   Gemeentelijk monument  
Kerk + orgel   Laatgotische Nederlands Hervormde kerk inclusief orgel uit 1657.   Kerkplein 1   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis uit 1630.   Kerkplein 8   Gemeentelijk monument  
Woonhuis   Woonhuis in Lodewijk 16 stijl van rond 1825.   Noorderhoofdstraat 26   Rijksmonument  
Woonhuis   Grotendeels houten woonhuis gebouwd rond 1700.   Noorderhoofdstraat 37   Rijksmonument  
Woonhuis   Grotendeels houten woonhuis gebouwd rond 1800.   Noorderhoofdstraat 45   Rijksmonument  
Kerk + orgel   Houten Vermaning van de doopsgezinden uit 1703.   Noorderhoofdstraat 46   Rijksmonument  
Woonhuis   Bakstenen woonhuis met rijk versierde Lodewijk 15 motieven. Datering 1786.   Noorderhoofdstraat 74   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis   Noorderhoofdstraat 77   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis gebouwd rond 1800.   Noorderhoofdstraat 79   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis gebouwd rond 1800.   Noorderhoofdstraat 85   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis.   Noorderhoofdstraat 92   Rijksmonument  
Kerk + orgel   Oud-katholieke schuilkerk met pastorie in Lodewijk 16 stijl. Gebouwd rond 1650.   Noorderhoofdstraat 131   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis, voormalig bakkerij uit 1800.   Noorderhoofdstraat 136   Rijksmonument  
Woonhuis   Houten woonhuis uit 1800.   Noorderhoofdstraat 140   Rijksmonument  
Weeshuis   Monumentaal bakstenen gebouw wat heeft dienst gedaan als Weeshuis 'Huize Barkeloo. Gebouwd in 1743.   Vlusch 8   Rijksmonument  
Schuur   Stolpschuur uit de 18e eeuw.   Heiligeweg 25   Gemeentelijk monument  
Woonhuis   Bakstenen huis met houten topgevels uit ca. 1700.   Heiligeweg 25   Rijksmonument  

4.3.3.2 Beschermd stads- en dorpsgezicht

in dit plan zijn geen beschermde stads- en dorpsgezichten aanwezig

4.3.4 Archeologische waarden plangebied

In het plangebied zijn de volgende delen van archeologische waarde:


Lintbebouwing met zijpaden

De lintbebouwing van Krommenie, van Vlietsend tot en met de Vlusch tot aan de Haansloot behoort tot de oudsten van de Zaanstreek en dateren mogelijk uit de 11e eeuw. De bebouwing langs de Heiligeweg, de Padlaan en de zijpaden tussen het Visserspad en het Weiver zijn waarschijnlijk 17e en 18e eeuws. Resten van laatmiddeleeuwse bewoning zijn nog in de bodem aanwezig. Vanwege de aanwezigheid van vroege industriële activiteiten (zeildoekweverij) is het gebied van (inter)nationaal belang.


Het Hain (Provily sportpark)

Onder het sportpark zijn resten van bewoning gevonden uit de Romeinse Tijd, ondermeer sporen van een gebouw dat geïnterpreteerd wordt als wachtpost. Van regionaal belang.

Tenslotte kunnen in de uitbreidingswijken van na 1880 en vooral van na 1950 nog resten van bewoning uit de IJzertijd, de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen aanwezig zijn. Deze resten staan over het algemeen niet op de verbeelding (kaart) van het bestemmingsplan omdat de komende tien jaar geen grote graafwerkzaamheden worden verwacht in de gebieden waar deze resten liggen. Een uitzondering vormt het:


Rosariumpark

In het Rosariumpark is in verhouding weinig grond opgebracht zodat archeologische vindplaatsen daar nog redelijk dicht aan het oppervlak (50 tot 75 cm diepte) kunnen liggen. De komende jaren worden hier graafwerkzaamheden verwacht.

Met betrekking tot de archeologische waarden binnen het plangebied is het gewenst om het beleid te volgen zoals dat vastgelegd is in het Verdrag van Malta, de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) en de vertaling daarvan naar gemeentelijk niveau in de Archeologienota Zaanstad (2009). Wat betreft de archeologische waarden moet worden voorkomen dat deze worden aangetast door graafwerkzaamheden. In de nieuwe Monumentenwet wordt de status van archeologisch belangwekkende gebieden scherper geregeld en worden aan ingrepen in de bodem extra voorwaarden gesteld. Het is van belang dat dit bestemmingsplan daarin ook een functie vervult. Het is gewenst om de archeologisch belangrijke gebieden aan te geven op de verbeelding. Ook is het van belang dat voor bodemverstorende werkzaamheden (zoals bouwen, graven, grondwaterpeilverlaging) in bepaalde gevallen een vergunning wordt geëist waarin voorwaarden met betrekking tot archeologie worden opgenomen.


De lintbebouwing van Krommenie, van Vlietsend tot en met de Vlusch tot aan de Haansloot , wordt op de verbeelding van het bestemmingsplan grotendeels aangemerkt als een gebied van archeologische waarde (Waarde-Archeologie 1). Bodemverstoringen binnen dit gebied die groter zijn dan 50 vierkante meter en dieper gaan dan 50 cm moeten voorkomen worden. Wanneer dit niet mogelijk is, zal de verstoorder een archeologisch vooronderzoek moeten laten uitvoeren om vast te laten stellen of in de bodem van het terrein dat verstoord wordt een archeologische vindplaats ligt. Is dit het geval, dan kan de verstoorder zijn bouwplan of werkzaamheden aanpassen om verstoring van de vindplaats te voorkomen. Kan of wil de verstoorder dit niet, dan moet hij de vindplaats laten opgraven.Tevens zijn er en tweetal gebieden (Het Hain en het Rosariumpark waaraan de Waarde archeologie 2 is toegekend. In dit gebied mogen bodemverstoringen niet groter zijn dan 2000 vierkante meter en moet dieper gaan dan 30 centimeter voorkomen worden.Tevens is een gebied aangemerkt met een archeologische waarde (Waarde-Archeologie 5) waarbij iedere bodemverstoring (los van oppervlakte maxima) waarbij dieper wordt gegaan dan 50 centimeter voorkomen moet worden.


4.3.5 Vertaling in het bestemmingsplan

De aanwezige cultuurhistorische en archeologische waarden worden in het bestemmingsplan conform het beschreven beleid beschermd.

De aanwezige historisch geografische waarden worden op de verbeelding aangegeven. Bij het maken van bouwplannen en inrichtingsplannen etc.moet rekening worden gehouden met deze waarden. De wateren van cultuurhistorische waarde kunnen worden beschermd zoals opgenomen is in Art. 19 van de voorschriften van het bestemmingsplan Westerwatering

De Rijksmonumenten en de gemeentelijke monumenten worden op de verbeelding aangegeven. Zij worden beschermd volgens de Monumentenwet 1988 en volgens de Erfgoedverordening Zaanstad 2010.

Met betrekking tot de archeologische waarden binnen het plangebied is het gewenst om het beleid te volgen zoals dat vastgelegd is in het Verdrag van Malta, de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) en de vertaling daarvan naar gemeentelijk niveau in de Archeologienota Zaanstad (2009). Wat betreft de archeologische waarden moet worden voorkomen dat deze worden aangetast door graafwerkzaamheden. In de nieuwe Monumentenwet wordt de status van archeologisch belangwekkende gebieden scherper geregeld en worden aan ingrepen in de bodem via de voorschriften in het bestemmingsplan extra voorwaarden gesteld. Het is van belang dat dit bestemmingsplan daarin ook een functie vervult. Het is gewenst om de archeologisch belangrijke gebieden aan te geven op de verbeelding. Ook is het van belang dat voor bodemverstorende werkzaamheden (zoals bouwen, graven, grondwaterpeilverlaging) in bepaalde gevallen een vergunning wordt geëist waarin voorwaarden met betrekking tot archeologie worden opgenomen.

De lintbebouwing van Krommenie, van Vlietsend tot en met de Vlusch tot aan de Haansloot , wordt op de verbeelding van het bestemmingsplan grotendeels aangemerkt als een gebied van archeologische waarde (Waarde-Archeologie 1). Bodemverstoringen binnen dit gebied die groter zijn dan 50 vierkante meter én dieper gaan dan 50 cm moeten voorkomen worden. Tevens zijn er en tweetal gebieden (Het Hain en het Rosariumpark) waaraan de Waarde archeologie 2 is toegekend. In dit gebied mogen bodemverstoringen niet groter zijn dan 2000 vierkante meter én moeten dieper gaan dan 30 centimeter voorkomen worden. Tevens is een gebied aangemerkt met een archeologische waarde (Waarde-Archeologie 5) waarbij iedere bodemverstoring dieper dan 50 centimeter moet worden voorkomen. Wanneer het voorkomen van bodemverstoringen in al deze gebieden niet mogelijk is, zal de verstoorder een archeologisch vooronderzoek moeten laten uitvoeren om vast te laten stellen of in de bodem van het terrein dat verstoord wordt een archeologische vindplaats ligt. Is dit het geval, dan kan de verstoorder zijn bouwplan of werkzaamheden aanpassen om verstoring van de vindplaats te voorkomen. Kan of wil de verstoorder dit niet, dan moet hij de vindplaats laten opgraven.