direct naar inhoud van 7.7 Planmer-plicht
Plan: Landelijk gebied Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301

7.7 Planmer-plicht

In het kader van het bestemmingsplan is onderzocht of er sprake is van een plan-Mer-plicht. Er is sprake van een planmer-plicht indien sprake is van de volgende situatie:

  • 1. indien het bestemmingsplan activiteiten of ontwikkelingen mogelijk maakt waarmee drempelwaarden uit het Besluit m.e.r. kunnen worden overschreden, is het bestemmingsplan planmer-plichting;

Er is geconstateerd dat er geen sprake is van overschrijding(en) van de drempelwaarden, gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan en het uitgevoerde milieuonderzoek (zie Bijlage 9 Milieuonderzoek BP landelijk gebied Westzaan versie4-3 mei 2013).

  • 2. indien een passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet aan de orde is, is het bestemmingsplan eveneens planmer-plichtig.

Voor de activiteiten in het bestemmingsplan is een voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en faunawet uitgevoerd. Op basis van de resultaten daarvan zijn activiteiten mogelijk gemaakt, beperkt mogelijk gemaakt, of niet in het bestemmingsplan opgenomen. Voor enkele activiteiten geldt dat een negatief effect op de Natura 2000 doelstellingen niet valt uit te sluiten, maar ook niet zeker zijn vanwege het globale karakter van het plan. In die gevallen dient bij een concreet initiatief alsnog een toets in het kader van Natura 2000 plaats te vinden. Als op basis van die toets nog steeds een (significant) negatief effect niet uit te sluiten valt, is een passende beoordeling noodzakelijk. Een en ander is in dit bestemmingsplan geregeld door deze activiteiten uitsluitend via een afwijking of wijzigingsbevoegdheid toe te staan, waarbij de toetsing aan Natura 2000 voorwaarde is.

Op grond van het voorgaande kan geconcludeerd worden, dat een passende beoordeling voor het bestemmingsplan niet noodzakelijk is en er daarom geen reden bestaat voor een plan-Mer.