direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk
Plan: Landelijk gebied Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' een steunpunt voor natuurbeheer met kleinschalige recreatieve functies;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' tevens een gebouw toegestaan voor een vereniging;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' tevens voor het behoud van cultuurhistorische waarden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. verkeersvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
7.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte en het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan.
7.2.2 Bedrijfswoningen bij het steunpunt

Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van het steunpunt gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte bedraagt zoals deze aanwezig is ten tijde van het vaststellen van dit bestemmingsplan
7.2.3 Tijdelijk kamperen

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het, gedurende de periode van 1 april tot en met 31 oktober, het plaatsen of geplaatst houden van maximaal tien kampeermiddelen per bouwvlak en gedurende zes weken in het hoogseizoen zijnde de vakantieperiode in de regio maximaal 15 kampeermiddelen per bouwvlak met dien verstande dat:

  • a. tussen twee terreinen voor kleinschalig kamperen dient een afstand te worden gehouden van tenminste 1.000 m;
  • b. het terrein dient te worden omgeven door afschermend groen.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m, dan wel niet meer dan 2 m, indien geplaatst op een afstand van meer dan 3 m achter de voorgevelrooilijn;
  • b. de maximale hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 6 met een maximum van 1 mast per erf;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 4 m mag bedragen.