direct naar inhoud van 4.2 Specifieke uitgangspunten
Plan: Kerkbuurt Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3759BP-0301

4.2 Specifieke uitgangspunten

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met uitgangspunten die op een aantal strategische gebieden zijn geformuleerd. Deze strategische gebieden zijn:

  • a. archeologie
  • b. cultuurhistorie en stedenbouw;
  • c. economisch en maatschappelijk;
  • d. milieu;
  • e. duurzaamheid en
  • f. toekomstbestendig bestemmen.

In de navolgende paragrafen worden op deze strategische gebieden nadere uitgangspunten uitgewerkt.

4.2.1 Archeologie

De begrenzing van de archeologische waarden bestaat uit een oppervlakte- en dieptemaat. In de Wet op de Archeologische Monumentenzorg is een oppervlaktemaat van 100 m² opgenomen. Inmiddels zijn veel gemeentelijke archeologen tot de conclusie gekomen dat wanneer deze oppervlaktemaat wordt gehanteerd er veel vindplaatsen in oude stads- en dorpskernen verloren zullen gaan. Daarom worden kleinere maten gehanteerd, zoals oppervlaktematen van 25 m², 15 m² of zelfs 0 m² bij oude stadskernen omdat in het verleden de bebouwing daar hoog was en daardoor de vondstdichtheid nu ook hoog is. Voor dorpen, waar de bebouwing minder dicht was, zijn de in oude steden gehanteerde maten te krap. De maat van 100 m² is echter te groot. Daarom is in Zaanstad een tussenmaat gekozen van 50 m². Uitzonderingen zijn gebieden rond oude kerken en rond de dam in Zaandam, waar veel sporen te verwachten zijn. Hier wordt een oppervlak van 25 m² of zelfs 5 m² gehanteerd.

Voor wat betreft de dieptemaat wordt in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg geen maat genoemd. Dit zou betekenen dat veel onnodig onderzoek verricht zou worden omdat vrijwel door heel Zaanstad de bovenste 30 tot 50 cm verstoord zijn door recent grondgebruik (met uitzondering van de Assendelverpolders) en dus niet onderzocht hoeven te worden. In de bestemmingsplannen in Zaanstad worden daarom dieptematen gehanteerd. In het bestemmingsplan Westzanerdijk bevinden zich oude bewoningslinten. Het betreft gebieden langs de oude middeleeuwse dijk waar resten van bebouwing uit de middeleeuwen en de 17de en 18de eeuw te verwachten zijn. Uit archeologische onderzoeken elders in Zaanstad blijkt dat archeologische sporen langs oude bewoningslinten te verwachten zijn op een diepte van 50 cm. Van het buitendijkse land tussen de middeleeuwse dijk en de IJ-polders is door het bouwen en het bijbehorende grondgebruik de bovenste 80 cm van de bodem verstoord waardoor de archeologische vindplaatsen pas op 80 cm diepte beginnen.

In de gemeentelijke archeologienota (2009) worden vijf verschillende archeologische waarden onderscheiden en vastgelegd. De vijf verschillende archeologische waarden hebben elk een oppervlakte en dieptemaat. Afhankelijk van de gebiedsspecfieke kenmerken van een plangebied kunnen één of meerdere archeologische waarden voorkomen.

De onderstaande tabel is afkomstig uit de Archeologienota Zaanstad 2009:

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3759BP-0301_0028.jpg"

Het nummer achter de planregel (dubbelbestemming) bijvoorbeeld Waarde - Archeologie 1 (WR-A 1) correspondeert met het nummer die de archeologische waarde heeft in de vastgestelde gemeentelijke archeologienota. De nummering zoals aangegeven achter de dubbelbestemming hoeft dus niet chronologisch te zijn. De redactie van de vijf verschillende waarden zijn hetzelfde met uitzondering van de oppervlakte en dieptemaat.

De archeologisch belangrijke gebieden staan aangegeven op de verbeelding. Voor bodemverstorende werkzaamheden (zoals bouwen, graven, grondwaterpeilverlaging) is in bepaalde gevallen een vergunning vereist waarin voorwaarden met betrekking tot archeologie worden opgenomen.
Binnen het plangebied zijn twee verschillende begrenzingen van archeologische waarden opgenomen, namelijk:

  • 1. de begrenzing van de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1': een oppervlakte groter dan 50 m² en dieper dan 50 cm;
  • 2. de begrenzing van de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4': een oppervlakte groter dan 50 m2 en dieper dan 80 cm.
4.2.2 Cultuurhistorie en stedenbouw

Vanuit ruimtelijk oogpunt wordt ingezet op het zoveel mogelijk behouden van het bestaande beeld naar het openbare gebied toe. Het gaat dan hoofdzakelijk om behoud van de aanwezige kapvormen, rooilijnen, goot- en nokhoogtes en het aanwezige contact met het achterland.

Aan de achterzijde van de woningen kan afhankelijk van de situatie gekeken worden of er meer kan worden toegestaan. Wat betreft de uitbreidingsmogelijkheden van de in het bestemmingsplangebied aanwezige woningen wordt wat betreft aanbouwen aangesloten bij de mogelijkheden die in de Nota Woonbebouwing van de gemeente Zaanstad zijn vastgelegd.

Vanuit de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden kan het echter op specifieke plekken van belang zijn deze mogelijkheden in te perken om bijvoorbeeld het contact met het achterland te waarborgen. Dit zal per geval bekeken, beargumenteerd en afgewogen moeten worden.

Uitbreiding van het hoofdvolume is in eerste instantie alleen ruimtelijk denkbaar wanneer het gaat om een specifiek type woning; namelijk een individuele woning die bestaat uit een onderlaag met kap haaks op de weg (dwarskap). Voorwaarde is wel dat het erf achter de achtergevel ten minste 10 meter diep is en ook de belendende percelen achter de achtergevel een erf van tenminste 10 meter diep hebben. Bij bestaande woningen in 1 laag met dwarskap wordt door het dieper maken van het bouwvlak de mogelijkheid geboden de volledige hoofdmassa naar achteren door te trekken tot een totale diepte van 12 meter. Voorwaarde hierbij is wel dat er een voldoende diepe kavel aanwezig is en dat de ligging van de woning ten opzichte van naastgelegen woningen geen onevenredige negatieve effecten heeft op de gebruiksmogelijkheden (bezonning, privacy e.d.).

Bij bestaande vrijstaande woningen in 2 lagen met dwarskap wordt door het dieper maken van het bouwvlak de mogelijkheid gegeven de volledige hoofdmassa naar achteren door te trekken tot een totale diepte van 10 meter. Ook dan wordt gekeken naar de specifieke ligging en oriëntatie.

Bij bestaande vrijstaande woningen met langskap worden geen extra mogelijkheden tot uitbreiding gegeven afgezien van de mogelijkheden voor aanbouwen/bijgebouwen binnen de bestemming 'Wonen". Dit vanwege het feit dat uitbreiding van het hoofdvolume bij dergelijke woningen kan leiden tot ofwel het dichtbouwen van de open ruimte tussen de woningen (bij uitbreiding parallel aan de weg) ofwel de bestaande kapvom aantasten (bij uitbreiding naar achteren).

4.2.3 Economisch en maatschappelijk

Het bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van het vigerende beleid van de gemeente Zaanstad. Naast het beleid dat voor de gehele gemeente geldt (zie hoofdstuk 3 Beleidskader), zijn op het plangebied de volgende specifieke beleidsuitgangspunten van toepassing:

  • 1. De Structuurvisie kantoren (2004) schrijft voor dat er geen extra kantoren buiten het Inverdan gebied ontwikkeld dienen te worden. Het is wenselijk dat op willekeurige locaties in Zaanstad ruimte wordt gecreëerd voor zogenaamde woon-werkeenheden. In verband met de herkenbaarheid en het benodigdde aantal parkeerplaatsen moeten deze eenheden vorm krijgen in kleine concentraties, zoals kantoor aan huis of een atelier. Zo is in de bestemmingsregels van dit plan binnen enkele hoofdgroepen van bestemmingen- zoals 'Wonen'- een regeling voor 'aan huis verbonden beroepen/activiteiten' opgenomen.
  • 2. Zorgfuncties (huis- en tandartsen en fysiotherapie etc.) en economische functies in de persoonlijke dienstverlening (kappers, pedicure etc.) zijn sterk in opkomst. Deze functies dragen bij aan het voorzieningenniveau en aan de sfeer en levendigheid in de wijk. Het aantal locaties waar deze functies gehuisvest kunnen zijn, dient minimaal gelijk te blijven en waar mogelijk te worden uitgebreid.
  • 3. Speelautomatenhallen mogen slechts gevestigd worden binnen in de door de verordening Speelautomatenhallen aangegeven locaties in het centrum van Zaandam, dus niet in het plangebied.
  • 4. Vanwege het karakter van Kerkbuurt Westzaan met voornamelijk wonen en kleinschalige bedrijvigheid is de nieuwvestiging van seksbedrijven niet wenselijk.
  • 5. Vanwege de juridische status van coffeeshops en het geformuleerde coffeeshopbeleid zijn er geen coffeeshops binnen het plangebied toegestaan.
  • 6. In principe mogen in woonwijken geen nieuwe horecazaken met vrije sluitingstijden worden gevestigd. In het plangebied kunnen daar waar mogelijk initiatieven met betrekking tot horeca die gericht zijn op de versterking van de toeristische en recreatieve aantrekkingskracht van Zaanstad aangemoedigd worden.
  • 7. Uitgaande van de huidige bebouwingsstructuur en vorm als ook de vastgestelde Woonvisie kunnen in het plangebied over het algemeen woningen in het middeldure tot dure segment gerealiseerd worden.
4.2.4 Groen

Groen is van belang voor de kwaliteit van leefbaarheid. In het plangebied zijn de delen die structureel danwel minder structureel van belang voor de kwaliteit van groen bestemd met de bestemming 'Groen' waarin dus geen onderscheid gemaakt wordt tussen structureel of functioneel groen. De plantsoenen die in woongebieden liggen vallen binnen de bestemmingen 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebied'. In de bestemming 'Groen' zijn geen gebouwen en geen parkeerplaatsen toegestaan.

4.2.5 Milieu

Het bestemmingsplan is conform de vigerende milieuwetgeving. Voor het plangebied is een specifiek milieukundig uitgangspunt van toepassing namelijk het plangebied Kerkbuurt Westzaan wordt grotendeels getypeerd als een gebied met functiemenging. Voor bedrijven die niet binnen de systematiek van functiemenging passen omdat ze daarvoor te milieubelastend zijn geworden worden de richtafstanden tussen functies voor gemengd gebied gebruikt. Voor het gemengd gebied met functiemenging zal de milieuzonering worden toegepast op basis van de VNG publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (zie bijlage 4 bij het Milieuonderzoek. Hierop is echter een uitzondering namelijk een deel van het plangebied wordt ook getypeerd als rustige woonwijk. Dit zijn de delen waar uitsluitend woningen zijn toegestaan. Bedrijven zijn binnen de rustige woonwijken uitgesloten om een rustig woonklimaat te waarborgen. Het betreft de woonwijk aan de Watermolenstraat en de woonwijk rondom de Peerenboom- en Appelboomstraat.

4.2.6 Duurzaamheid

Het Nederlandse energiebeleid wordt sterk beïnvloed door internationale ontwikkelingen en het Europese energiebeleid. Deze doelen zijn na het verschijnen van het Kyoto protocol nog steeds opgenomen in het energiebeleid. Ook de EU heeft doelen gesteld en afspraken gemaakt voor elke lidstaat met betrekking tot duurzame energie. Zo moet Nederland 6 % van het totaal aan opgewekte elektriciteit, duurzaam opwekken (PCCC, 2005).

Het Ministerie van Economische Zaken heeft echter als doelstelling dat in 2010 9% van de opgewekte elektriciteit duurzaam moet zijn. Verder moet 17% van de elektriciteit duurzaam worden opgewekt in 2020 en moet de totale energie (dus ook warmte) voor 10% uit duurzaam opgewekte energie bestaan (de Lange, 2001). Voor de invulling van deze doelen is in het Nederlandse energiebeleid naar voren gekomen dat ca. 42-45% van de duurzame energie afkomstig zal zijn van het gebruik van biomassa. Voor de productie van elektriciteit verwacht men dat ongeveer ¾ van de gestelde 9% duurzaam afkomstig zal zijn van biomassa. Er zijn verschillende energieproductietechnologieën die als brandstof biomassa gebruiken voorhanden, namelijk verbranding, vergisting en vergassing.

De gemeenteraad van Zaanstad heeft hoge ambities op het gebied van duurzaamheid. De raad heeft de wens uitgesproken dat Zaanstad in 2020 klimaatneutraal is en behoort tot de top 10 van milieuvriendelijkste gemeenten in Nederland. Om dit te bereiken is in dit bestemmingsplan gekeken naar windenergie als duurzaamheidaspect.

4.2.6.1 Windenergie
4.2.6.1.1 Grote windturbines

Het bestemmingsplan biedt geen ruimte voor het oprichten van grote windturbines (40 meter en hoger). Het landschap wordt op veel plaatsen als te kwetsbaar beoordeeld om overal binnen het plangebied grote windturbines op te richten. Daarom is in de ruimtelijke structuurvisie Zaanstad 'Zichtbaar Zaans' ervoor gekozen dat grote windturbines primair alleen aan het Noordzeekanaal mogen worden gerealiseerd.

4.2.6.1.2 Kleine windturbines

Kleine windturbines bestaan al heel wat jaren. Ze worden van oudsher gebruikt op boten, in gebieden waar geen elektriciteitvoorzieningen zijn en voor agrarische doeleinden. De laatste jaren zijn de kleine windturbines toenemend in beeld om elektriciteit op te wekken in de gebouwde omgeving. Ze worden geplaatst op daken van de wat hogere gebouwen.
Sinds eind jaren '90 is begonnen met de ontwikkeling van kleine windturbines die geïntegreerd kunnen worden in de gebouwde omgeving. Dit heeft geleid tot een aantal nieuwe interessante ontwerpen. Elk ontwerp heeft een eigen karakter. Sommige turbines zijn nauwelijks zichtbaar vanaf de grond, andere zijn juist bedoeld om zichtbaar te zijn.

Zoals al eerder is opgemerkt wordt het landschap maar ook de bebouwde omgeving op veel plaatsen als te kwetsbaar beoordeeld om overal binnen het plangebied kleine windturbines op te richten. Daarom is in dit bestemmingsplan ervoor gekozen kleine windturbines alleen toe te staan met een buitenplanse ontheffing bij woningen en bedrijven waarbij de gemeente eisen zal stellen aan de ruimtelijke/stedenbouwkundige inpasbaarheid, positionering en situering van de kleine windturbines.

4.2.6.2 Zonnepanelen of -collectoren

Het opwekken van elektriciteit met zonlicht is een duurzame methode die vrijwel overal toe te passen is. Elke woning, gebouwencomplex of onbebouwde gronden kunnen PV*-paneel (PV staat voor Photo Voltaïc) geplaatst worden. Met een PV-paneel kunnen zonnestralen opgevangen worden en omgezet worden in elektriciteit. PV-cellen zijn een gemakkelijke en milieuvriendelijke manier om stroom op te wekken.

Uit diverse publicaties blijkt ook dat zonne-energie in zijn geheel en de zonnepanelenindustrie in het bijzonder voornamelijk in Duitsland aan een grote opmars bezig zijn. Als gevolg hiervan nemen ook de investeringen in deze industrietak in andere Europese landen zoals België, Frankrijk, Italië en Spanje inmiddels fors toe. Deze stormachtige ontwikkeling in deze vrij nieuwe, schone industrietak leek tot voor kort vrijwel aan Nederland voor bij te gaan. Maar daar lijkt verandering in te komen.

Met de invoering van de Wabo zijn alle zonnecollectoren en zonnepanelen op alle daken (ook aan de straatkant) vergunningsvrij zijn, zolang ze (bij een schuin dak) dezelfde hellingshoek hebben als het dak of (bij een plat dak) op een flinke afstand. Echter hierop bestaat een uitzondering, namelijk wanneer de grond is gelegen in een beschermd dorpsgezicht. Dit is in casu het geval wat betekent dat deze bouwactiviteiten niet vergunningsvrij zijn.

4.2.7 Toekomstbestendig bestemmen

De paradox bij bestemmen is dat enerzijds bescherming voor de burger (de buurman/-vrouw) geboden moet worden en anderzijds dat ontwikkelingen niet in de kiem moeten worden gesmoord. Kortom bij bestemmen is zorgvuldigheid en afweging van belangen noodzakelijk. De planmethodiek die in dit bestemmingsplan is gekozen is een globale bestemmingsregeling, wat inhoud dat daar waar mogelijk functies worden gecombineerd in één bestemming en bestemmingsomschrijvingen worden verruimd hetgeen niet ten koste mag gaan van de leefbaarheid.

De volgende uitgangspunten qua globaal bestemmen zijn verwerkt in het bestemmingsplan:

  • 1. Belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan is de beschrijving en regulering van de woonbebouwing - weergegeven in de hoofdgroep van de bestemming 'Wonen'. Alle woonvormen en woningtypes zijn in één woonbestemming ondergebracht. Dit sluit goed aan op de wens van het bestuur om een globale bestemmingsregeling te creëren.
  • 2. Bij het bepalen van de bouwmogelijkheden zijn het bouwvlak en voorgevelrooilijn richtinggevende instrumenten geworden.
  • 3. Uitgangspunt is om de hoofdgroepen van bestemmingen beperkt te houden en door middel van aanduidingen detailleringen aan te brengen. Zo zijn op een paar locaties binnen de bestemming "Centrum" woningen toegestaan. Dit is aangegeven met de functieaanduiding 'wonen (w)'.