Plan: | Oude Haven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3757BP-0404 |
Het regionaal structuurplan van het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) is een afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen het ROA-gebied. Hoofddoelstellingen zijn:
Het regionaal structuurplan streeft naar bundeling en concentratie van verstedelijking en intensief ruimtegebruik door verdichting, herstructurering en revitalisering van verouderde woon- of werkgebieden.
In oktober 2009 heeft het College van Hoofdingelanden van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het vierde Waterbeheersplan 2010 - 2015 (WBP4) vastgesteld.
Het kerndoel is vierledig:
Het hoogheemraadschap hanteert bij zijn beleid te volgende uitgangspunten:
In november 2009 heeft het College van Hoofdingelanden van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een nieuwe Keur 2010 vastgesteld die vanaf 1 januari 2010 van kracht is. Hierin zijn een aantal wijzigingen ten opzichte van de vorige Keur. Een belangrijke wijziging is de verplichting tot het uitvoeren van compenserende maatregelen bij verhardingstoenames groter dan 800 m2.
Voorts hanteert het hoogheemraadschap het beleidskader ten aanzien van de waterkeringen zoals vastgelegd in het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010. Het Beheersplan Waterkeringen beschrijft het beleid en de randvoorwaarden voor het dagelijks beheer van de primaire en regionale waterkeringen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Met dit plan geeft het hoogheemraadschap eenduidige doelstellingen en richtlijnen. Het vormt een richtinggevend document voor de uitvoering van de waterkeringstaak.
Het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan (RVVP) is vastgesteld in december 2004 en vormt het beleidskader op het gebied van verkeer en vervoer van de 16 gemeenten van de Stadsregio Amsterdam (SrA). Het beschrijft de wijze waarop de SrA invulling wil geven aan het verkeer- en vervoerbeleid tot 2015.
De daarbij horende ambitie is die van een gezonde, gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht. De hierbij gepaard gaande groeiende mobiliteit mag niet leiden tot onbereikbaarheid en aantasting van de leefbaarheid en veiligheid. Vanuit de gedachte dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de verschillende deelgebieden wordt flexibel gereageerd op de ontwikkelingen en wordt voor meer gebiedsgericht maatwerk gekozen.
Geconstateerd wordt dat het personenverkeer en goederenverkeer zullen toenemen en zonder aanvullend beleid zal de reistijd en betrouwbaarheid van regionale verplaatsingen worden aangetast. Om hier het hoofd tegen te kunnen bieden wordt een samenhangende aanpak voorgesteld, waarbij naar het optimaal gebruik van de bestaande OV- en wegcapaciteit ook het beïnvloeden van de vraag naar mobiliteit aan bod komt. De hoofdlijnen van beleid zijn samen te vatten in 4 strategieën:
Bij dit alles moet sprake zijn van een slagvaardige samenwerking en financiering, waarbij de samenwerking moet leiden tot bindende afspraken. Vrijblijvendheid moet hierbij worden vermeden.
Versterking van de economie door extra stimulering van het toerisme is een belangrijke doelstelling voor de metropoolregio Amsterdam. Om de toeristische bedrijfstak voor de hele regio uit te breiden en optimaal te benutten is het Toeristisch Actieplan Metropoolregio Amsterdam (TAMA) met de betrokken gemeenten opgesteld. Het TAMA moet leiden tot:
Ook moet het actieplan bijdragen aan een goed leefklimaat voor de inwoners van de Metropoolregio Amsterdam. Toeristische producten en voorzieningen hebben ook voor de eigen bewoners een recreatieve en welzijnsfunctie. Om deze resultaten te bereiken stelde de Metropoolregio een gezamenlijk marketing- en promotiestrategie op, die parallel aan de ontwikkeling van nieuwe producten wordt uitgevoerd middels het 3-jarige promotieproject: Amsterdam Bezoeken, Holland Zien (ABHZ). De Stadsregio Amsterdam heeft hierin de regie en is aanjager voor nieuwe ontwikkelingen op toeristisch gebied.
Begin 2011 werd de Economic Development Board Amsterdam (EDBA) opgericht die het Cluster Toerisme en Congressen als speerpuntsector voor de metropool heeft aangewezen. In dit nieuwe adviesorgaan werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden samen aan versterking van de economie. Zowel de Economic Development Board (EDBA) als de Zaanse economische structuurvisie, hebben innovatie en duurzaamheid, en kennis en kunde/opleidingen, generieke thema’s. Ten aanzien van innovatie biedt toerisme aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling en gebruik van multimedia. Duurzaamheid wordt onder andere vertaald naar de aantrekkingskracht van specifieke streekproducten, de realisatie van goede bereikbaarheid door verbetering van openbaar vervoer, het stimuleren van gebruik van ‘schone’ vervoermiddelen zoals de fietsen- en elektrische botenverhuur en milieubewust recreatief verblijf.
Het Masterplan is een visie op de economische ontwikkeling van het gebied langs het Noordzeekanaal. Het gebied bevat de 26 bedrijventerreinen langs het kanaal, de haven en industriële bedrijven aan de Zaan. In het Masterplan Noordzeekanaalgebied (NZKG) werken de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Velsen, Zaanstad, de Kamer van Koophandel, Rijkswaterstaat Noord-Holland, Zeehaven IJmuiden, Corus en de Provincie Noord-Holland samen. Zij vormen het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied.
Uitvoering van het plan vindt plaats op basis van de doelstelling: "Samenwerken aan een duurzame economische ontwikkeling met een open oog voor leefbaarheid”. De internationale concurrentiepositie van de haven, industrie en logistiek in het Noordzeekanaalgebied staan hierbij centraal. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn belangrijke randvoorwaarden.
Het havenindustriële complex is één van de belangrijke economische pijlers in de regio. Daarom is het van belang over voldoende natte zeehaventerreinen te beschikken. Dit wordt zowel in het Masterplan als het Streekplan NHZ benadrukt. Bij het realiseren van voldoende aanbod wordt prioriteit gelegd bij herstructurering van bestaande terreinen. Aanleg van nieuwe terreinen komt pas aan de orde als aangetoond kan worden dat herstructurering te weinig ruimtewinst oplevert.
Op basis van het Masterplan worden projecten geformuleerd op het gebied van ruimte, bereikbaarheid en duurzaamheid. De politieke vertegenwoordigers in het Bestuursplatform leggen de voorstellen van het Bestuursplatform ter besluitvorming voor aan hun bestuur, colleges en/of gemeenteraden.
De Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft een krachtige en dynamische economie. Deze is gebaseerd op een brede en diverse structuur en een sterke internationale oriëntatie. Het is de ambitie om de komende jaren te blijven behoren tot de selecte groep van European Global Business Gateways en daarmee de economische motorfunctie van Nederland te blijven vervullen. Eén van de voorwaarden om dit te realiseren is een goed vestigingsmilieu. Een dergelijk vestigingsmilieu bestaat uit veel elementen, waarvan voldoende beschikbaarheid van kwalitatieve goede werklocaties een belangrijke is.
Op dit moment staat het vestigingsmilieu van werklocaties in de MRA onder druk. Uit monitorgegevens van de afgelopen jaren blijkt dat de vraag naar kantorenlocaties en bedrijventerreinen aanzienlijk lager is dan was verwacht. Naast deze kwantitatieve mismatch van vraag en aanbod van werklocaties is er, net als in andere delen van Nederland, sprake van een hoge structurele leegstand van kantoorruimte, in zowel absolute als relatieve zin. Binnen het bestaande aanbod (planvoorraad en bestaande voorraad) is er ook sprake van een kwalitatieve mismatch. Hierbij wordt er teveel van een specifiek type bedrijventerrein aangeboden (modern gemengd bedrijventerrein) terwijl er van een ander type bedrijventerrein (gemengd plus – voor zwaardere industrie) te weinig wordt aangeboden.
Concreet betekent dit dat er in Zaanstad (Zaanstreek-Waterland) sprake is van een overaanbod van bedrijventerrein en kantoorlocaties. Om tot een versterkt evenwicht tussen vraag en aanbod te komen zijn daarom regionale afspraken gemaakt: De belangrijkste daarvan zijn: