direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene afwijkingsregels
Plan: Zandvoort - Louis Davidscarré
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0473.BpLDC-VA01

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het oprichten van gebouwen voor algemeen nut, mits de oppervlakte van elk van deze gebouwen niet meer bedraagt dan 20 m² en de bouwhoogte daarvan niet meer bedraagt dan 3,00 m;
  • b. overschrijdingen van de bouwgrenzen met maximaal 2,00 m, door ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, pergola's, lift- en trappenhuizen en dergelijke;
  • c. het overschrijden van de bestemmingsregels inzake bouwhoogte, goothoogte, dakhelling, bedrijfsvloeroppervlakte en oppervlakte van gebouwen, met maximaal 10%, indien hier architectonische of medische redenen aan ten grondslag liggen;
  • d. het overschrijden van de bestemmingsregels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met maximaal 20%;
  • e. geringe afwijkingen in het beloop van een weg of groenstrook of van de begrenzing van bestemmingen, indien bij definitieve uitmeting blijkt dat de afwijkingen in het belang van de verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn, mits de afwijkingen niet meer dan 4,00 m bedragen;
  • f. van het bepaalde ten aanzien van de dakhelling voor het toestaan van andere kapvormen met dien verstande dat:
    • 1. de dakhellingen tussen de 20° en 60° dienen te blijven ten opzichte van het horizontale vlak;
    • 2. de vormgeving geen onevenredige belemmering van (zon)lichttoetreding op de nabijgelegen percelen mag vormen;
  • g. afwijking van de in het plan voorgeschreven parkeernormeringen en/of het realiseren van parkeervoorzieningen op het eigen terrein, indien op andere passende wijze in de parkeerruimte wordt of zal worden voorzien, eventueel na storting van middelen in een parkeerfonds;
  • h. van het bouwen van hoofdgebouwen in de gevellijn, ten behoeve van een terugliggende gevel, mits de afstand tussen de gevellijn en de voorgevel respectievelijk zijgevel ten hoogste 2,50 m bedraagt en hiervoor stedenbouwkundige en/of architectonische redenen aan ten grondslag liggen.