direct naar inhoud van Artikel 5 Woongebied - 1
Plan: Bestemmingsplan herstructurering Middenmeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0463.bpmiddenmeerwmhz01-va01

Artikel 5 Woongebied - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met de daarbij behorende:

  • b. gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en overkappingen;
  • c. tuinen en erven;
  • d. wegen, fiets- en voetpaden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. water;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. straatmeubilair waaronder speelvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen in de vorm van eengezinswoningen en appartementen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Woningen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. de goothoogte van eengezinswoningen bedraagt niet meer dan 7,0 meter;
  • d. de bouwhoogte van eengezinswoningen bedraagt niet meer dan 10,0 meter;
  • e. de goothoogte van appartementen bedraagt dezelfde hoogte als de bouwhoogte;
  • f. de bouwhoogte van appartementen bedraagt niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • g. de dakhelling van eengezinswoningen bedraagt niet minder dan 30° en niet meer dan 50°;
  • h. voor appartementen geldt geen minimale dakhelling;
  • i. kelders zijn alleen toegestaan onder het hoofdgebouw;
  • j. de afstand van niet-aaneengebouwde zijden van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 meter;
  • k. appartementen dienen gerealiseerd te worden binnen het bouwvlak aangegeven ter plaatse van de bouwaanduiding 'gestapeld'.
5.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij eengezinswoningen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan bij appartementen;
  • b. aan-, uit- en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van 2,5 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mogen erkers vóór de voorgevel worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
    • 2. de breedte niet meer bedraagt dan 2/3 van de voorgevelbreedte van de wo-ning waaraan wordt aangebouwd;
    • 3. de hoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning waaraan wordt aangebouwd;
    • 4. de afstand van de erker tot de zijgevel van de naastgelegen woning niet min-der bedraagt dan 0,5 meter.
  • d. de afstand van aan,- uit- en bijgebouwen en overkappingen, voorzover gebouwd aan de zijgevel, tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt tenminste 1 meter, dan wel mag er worden gebouwd op de zijdelingse perceelsgrens;
  • e. overkappingen mogen in of achter de voorgevellijn worden gebouwd;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van aan-, uit en bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 100 m² met dien verstande dat niet meer dan de helft van een perceel mag worden bebouwd, waarbij de oppervlakte van de aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 90% van de oppervlakte van het hoofdgebouw mag bedragen;
  • g. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter, dan wel de bouwhoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd;
  • h. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 8 meter, waarbij de bouwhoogte in ieder geval 1 meter lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw en met uitzondering van de zone van 0 tot 3 meter vanaf de perceelsgrens waar een maximale hoogte geldt van 5 meter;
  • i. de bouwhoogte en goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 5 en 3 meter;
  • j. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van de erfafscheiding mag vóór de voorgevel niet meer dan 1 meter bedragen en achter de voorgevel niet meer dan 2 meter;
  • b. de hoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • c. de oppervlakte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 15 m²;
  • d. de hoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Gebouwen vóór de voorgevel

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.3 sub b voor het realiseren van een erker binnen een afstand van 0,5 meter tot de zijgevel van de naastgelegen woning onder voorwaarde dat op het naastgelegen perceel eveneens een erker wordt gerealiseerd.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Aan huis verbonden beroep

Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels:

  • a. niet meer dan 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief aan,- uit- en bijgebouwen, voor de uitoefening van het beroep of bedrijf wordt gebruikt, met een maximum van 75 m²;
  • b. er alleen activiteiten worden uitgevoerd die niet vergunningsplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving en die genoemd worden in categorie A (niet zijnde risicovolle inrichtingen) uit de bij deze bestemmingsplanregels behorende bijlage A "Staat van Bedrijfsactiviteiten" of die activiteiten die in zijn geheel niet meldings-plichtig zijn;
  • c. geen horeca- en/of detailhandels activiteiten worden uitgeoefend;
  • d. de beroepsactiviteiten door de bewoners worden uitgeoefend;
  • e. er geen personeel werkzaam is, met uitzondering van huis- en tandartspraktijken waarbij maximaal één persoon fulltime in dienst mag zijn;
  • f. er op eigen terrein of in de directe omgeving voldoende parkeerruimte beschik-baar is;
  • g. buitenopslag ten behoeve van de activiteit niet is toegestaan;
  • h. het gebruik naar aard, omvang en ruimtelijke uitstraling -naar het oordeel van burgemeester en wethouders- past in de woonomgeving;
  • i. alvorens de activiteiten van het beroep of bedrijf aanvangen wordt hiervan melding gedaan bij de gemeente;
  • j. het aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.