direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Onderdijk - Woningbouwlocatie Dirk Bijvoetweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.087508-VG01

Artikel 1 Begrippen

 

In deze regels wordt verstaan onder:

1.    plan:

het bestemmingsplan Onderdijk - Woningbouwlocatie Dirk Bij­voetweg van de gemeente Wervershoof;

2.    bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0459.087508-VG01 met de bijbehorende re­gels en bijlage;

3.    aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

4.    aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

5.    aan-huis-verbonden beroep:

het door ten minste één lid van het betreffende huishouden uit­oefenen van een beroep of bedrijf of het beroeps- of bedrijfs­matig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeu­tisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen ge­bied;

6.    bebouwing:

één of meer ‘gebouwen’ en/of ‘bouwwerken, geen gebouwen zijnde’;

7.    bebouwingspercentage:

een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

8.    bestaand:

a.    bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzageleg­ging van het bestemmingsplan als ontwerp;

b.    bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;

9.    bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

10.  bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

11.  bijgebouw:

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;

12.  bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of ver­anderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

13.  bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

14.  bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onder­bouw en zolder;

15.  bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelf­standige, bij elkaar behorende bebouwing is toegela­ten;

16.  bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

17.  bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aange­duid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouw­werken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

18.  bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

19.  dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

20.  eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

21.  gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;


22.  geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluids­zone moet worden vastgesteld;

23.  hoofdgebouw:

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

24.  kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwver­gunning is vereist;

25.  kap:

een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;

26.  peil:

a.    indien op het land wordt gebouwd:

1.    voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:

-       de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoe­gang;

2.    voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet di­rect aan de weg grenst:

-       de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoe­gang bij voltooiing van de bouw;

b.    indien op of over het water wordt gebouwd:

-       het Normaal Amsterdams Peil minus 50 cm;

27.  prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelin­gen met een ander tegen vergoeding;

28.  risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veilig­heid Inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand zal worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

29.  seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin be­drijfsma­tig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, sek­suele handelin­gen worden verricht, of vertoningen van ero­tisch/pornografische aard plaatsvinden.


Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutie­bedrijf, waaronder begrepen een erotische-massa­gesalon, een seks­bioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met el­kaar;

30.  vuurwerkbedrijf:

een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuur­werk of de handel in vuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk en de daarvoor benodigde stoffen;

31.  woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huis­vesting van één afzonderlijk huishouden;

32.  woonhuis:

een gebouw dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast el­kaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen om­vat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid be­schouwd kan worden.