Plan: | 1e herziening Bloemendalerpolder Weesp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0457.HZ1BloeW-vg01 |
het bestemmingsplan 1e herziening Bloemendalerpolder Weesp met identificatienummer NL.IMRO.0457.HZ1BloeW-vg01 van de gemeente Weesp.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de geometrisch bepaalde planobjecten NL.IMRO.0457.BP0400BL-vg01 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen zoals vastgesteld op 11 juli 2016.
de geometrisch bepaalde planobjecten NL.IMRO.0457.BPBloemui-vg01 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen zoals vastgesteld op 11 juli 2016.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
De wijze van meten als genoemd in artikel 2 van het bestemmingsplan Bloemendalerpolder Weesp is van overeenkomstige toepassing op dit plan.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Voor het slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorie' is een omgevingsvergunning vereist. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de monumentencommissie. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien en nadat het college het advies van de monumentencommissie in overweging heeft genomen en een positief besluit heeft genomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 is niet vereist voor:
Bij herbouw of nieuwbouw op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorie' is de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit de oppervlakte, goot- en bouwhoogte, nokrichting, dakhelling en de oorspronkelijke situering van de bestaande legale bebouwing maatgevend.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Wonen - 2'
met in achtneming van de volgende regels:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen, tuinen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding alsmede voet- en fietsverbindingen.
In aanvulling op lid 4.1.1 zijn de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mede bestemd voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
Binnen deze bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 voor het plaatsen van erf-/terreinafscheidingen elders op de gronden als bedoeld in lid 4.1, mits voldaan wordt aan de volgende vereisten:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1.1 voor het toestaan van nevenactiviteiten in de vorm van extensieve dagrecreatie en calamiteitenberging en/of baggerdepot in het kader van duurzaam waterbeheer mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 4.1 bedoelde gronden, de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de omgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende waterrecreatie, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en behoud van de waarden van de omgeving.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
Bij toepassing van dit artikel mag geen aantasting plaatsvinden van de waarden in de omgeving.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het gebruik van gronden ten behoeve van horecavoorzieningen in combinatie met de jachthaven/sluis als bedoeld in lid 5.1 is uitsluitend toegestaan binnen één bestemmingsvlak met de bestemming 'Recreatie - Jachthaven' in dit plan, het bestemmingsplan Bloemendalerpolder Weesp of het bestemmingsplan 'Bloemendalerpolder voormalig grondgebied Muiden'.
Het gebruik van gronden ten behoeve van een jachthaven en de horeca als bedoeld in lid 5.1 is uitsluitend toegestaan indien voorzien wordt in een verkeersveilige ontsluitingsweg op de Korte Muiderweg/Weesperweg.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend afbreuk wordt gedaan aan de waarden van de omgeving (en in het bijzonder de aardkundige waarden en het werelderfgoed Stelling van Amsterdam) en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoetgekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Recreatie - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende waterrecreatie, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen.
Gebouwen en overkappingen mogen niet worden gebouwd.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, in- en uitritten, water, waterrecreatie en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan.
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende verhardingen, groenvoorzieningen, kunstuitingen, parkeervoorzieningen, water, waterrecreatie en waterhuishoudkundige doeleinden.
Gebouwen en overkappingen mogen niet worden gebouwd.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning en/of aan-huis-gebonden beroep of bedrijf.
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorend straatmeubilair, voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer, kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, water, waterrecreatie, standplaatsen (voor verkoop), nutsvoorzieningen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
In aanvulling en/of afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 gelden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - centrum' de volgende regels:
In aanvulling en/of afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 geldt dat ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - hoogbouw' op een totaal oppervlak van maximaal 1.000 m2 hoofdgebouwen tot ten hoogste 6 bouwlagen met een bouwhoogte van ten hoogste 20 m mogen worden gerealiseerd.
In aanvulling en/of afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 geldt dat ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - water' een doorgaande watergang van minimaal 16 m breed dient te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.
In aanvulling en/of afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 geldt dat ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - laan' een laan wordt gerealiseerd met een minimale afstandsmaat van 60 meter tussen de perceelsgrenzen van de woningen.
In aanvulling en/of afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 gelden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - lint' de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 10.2.1 tot en met 10.2.6 gelden per bouwperceel, voor zover van toepassing, voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder a voor de realisatie van minimaal 1250 woningen en maximaal 1850 woningen, met dien verstande dat het totaal aantal woningen binnen deze bestemming én op de gronden bestemd voor 'Woongebied' zoals bedoeld in het bestemmingsplan Bloemendalerpolder Weesp en het bestemmingsplan 'Bloemendalerpolder voormalig grondgebied Muiden' gezamenlijk niet meer dan 2.750 bedraagt.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 onder e voor wat betreft de minimale oppervlakte aan structureel groen en water, met dien verstande dat het totaal oppervlakte aan structureel groen en water binnen deze bestemming én op de gronden bestemd voor 'Woongebied' zoals bedoeld in bestemmingsplan 'Bloemendalerpolder voormalig grondgebied Muiden' gezamenlijk minimaal 38 ha bedraagt.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder b voor het toestaan van extra oppervlakte detailhandel, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.7 onder a en toestaan dat een bijgebouw voor de voorgevel van een hoofdgebouw wordt gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.7 onder a en toestaan dat een overkapping aan de voorgevel wordt gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 teneinde een grotere maatvoering (hoogte) voor hoofdgebouwen toe te staan, waarbij geldt dat de bouwhoogte met ten hoogste 1 bouwlaag wordt verhoogd en in overeenstemming is met het beeldkwaliteitsplan.
Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 4 tot en met Artikel 10) mogen op de in lid 11.1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, zoals blijkt uit het in lid 11.3.3 bedoelde rapport, kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 11.2, indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 11.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 3', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 4 tot en met Artikel 10) mogen op de in lid 12.1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, zoals blijkt uit het in lid 12.3.3 bedoelde rapport, kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 12.2, indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 12.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden over een groter oppervlak dan 1.000 m² en, voor zover sprake is van grondwerkzaamheden, met een diepte groter dan 4 m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld uit te voeren:
Voor zover de in lid 12.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 7', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
'24.1 Milieuzone - geurzone 1'
24.1.1 Aanduidingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn, behalve de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de bedrijfsactiviteiten van het agrarische bedrijf op de gronden met de bestemming 'Agrarisch'.
24.1.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geen nieuwe woningen en andere geurgevoelige objecten worden gebouwd.
24.1.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.1.2 voor het toestaan van geurgevoelige objecten overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
24.1.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'milieuzone- geurzone 1' komt te vervallen, met dien verstande dat wijziging uitsluitend mogelijk is in combinatie met de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in artikel 3 lid 3.6.
'24.2 Milieuzone - geurzone 2
24.2.1 Aanduidingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone 2' zijn, behalve de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een bedrijf.
24.2.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone 2' geen nieuwe woningen en andere geurgevoelige objecten worden gebouwd.
24.2.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.2 voor het toestaan van geurgevoelige objecten overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
24.2.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'milieuzone- geurzone 2' komt te vervallen, mits:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 1e herziening Bloemendalerpolder Weesp.