Plan: | Stedelijk Gebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01 |
In het kader van de bestemmingsplanprocedure moet het aspect externe veiligheid onderzocht worden. Hierbij dienen de risico's in beeld gebracht te worden die het gevolg zijn van opslag, vervoer of verwerking van gevaarlijke stoffen. Risicobronnen zijn bijvoorbeeld vervoersassen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, buisleidingen en risicovolle inrichtingen.
Externe veiligheidsbeleid bestaat uit twee onderdelen: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risicobeleid bestaat uit harde afstandseisen tussen risicobron en (beperkt) kwetsbaar object. Het groepsrisico is een maat die aangeeft hoe groot de kans is op een ongeval met gevaarlijke stoffen met een bepaalde groep slachtoffers. Hoe hoger het groepsrisico, hoe groter deze kans.
Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven in de vorm van contouren rond een risicobron. Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek: de fN-curve. Deze curve geeft aan hoe groot de kans is op een ongeval met een bepaald aantal slachtoffers.
Binnen de plaatsgebonden risicocontouren bestaat een bepaald risico te overlijden als gevolg van een calamiteit. Binnen deze contouren gelden harde bouwrestricties. Deze restricties kunnen per risicobron verschillen.
De hoogte van het groepsrisico wordt niet alleen bepaald door de aard van de risicobron, maar ook door het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied daarvan. Bij veel ruimtelijke besluiten moet de hoogte van dit groepsrisico verantwoord worden. Dit noemt men de verantwoordingsplicht van het groepsrisico.
Externe veiligheidsbeleid is vastgelegd in verschillende besluiten en circulaires:
Risicovolle inrichtingen : Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
Buisleidingen : Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)
Transportassen : circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs)
In genoemde besluiten en de circulaire is vastgelegd dat geen kwetsbare objecten zijn toegestaan binnen PR 10-6 contouren. Voor beperkt kwetsbare objecten is dit een richtwaarde. Tevens is groepsrisicoverantwoording verplicht wanneer binnen het invloedsgebied van één van de risicobronnen een ruimtelijk besluit genomen wordt. Voor transportassen geldt hierop een uitzondering: verantwoording van het groepsrisico is dan alleen verplicht wanneer sprake is van toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde.
Groepsrisicoverantwoording houdt in dat, naast de hoogte van het groepsrisico, enkele kwalitatieve elementen worden beschouwd zoals bestrijdbaarheid, zelfredzaamheid en mogelijke veiligheidsmaatregelen. Tevens dient de veiligheidsregio om advies gevraagd te worden.
Naar verwachting in 2013 worden voor spoorwegen, rijkswegen en waterwegen risicoplafonds wettelijk vastgesteld, het Basisnet genoemd. Het ontwerp Basisnet wordt momenteel behandeld in de Eerste Kamer. Anticiperend op het definitieve Basisnet zijn risicoafstanden en risicoplafonds uit het ontwerp Basisnet opgenomen in de nu geldende circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De externe veiligheidsonderzoeken voor dit bestemmingsplan zijn uitgevoerd conform deze circulaire en anticiperen zodoende dus ook op het Basisnet.
In en rond het plangebied doen zich ten aanzien van het aspect externe veiligheid de volgende situaties voor:
In de nabijheid van het plangebied, op 160 meter afstand, ligt het Automobielbedrijf Kost B.V. met een LPG-tankstation. Het invloedsgebied van dit LPG-tankstation is 150 meter. Dit reikt niet tot het plangebied. Het LPG tankstation is dus geen relevante risicobron.
Aan de rand van het plangebied, aan de Leeuwenveldseweg 2, is het Total Selfservicestation Leeuwenveld met een LPG-tankstation gelegen met een vergunde doorzet van 999m3. Het invloedsgebied van dit LPG-tankstation (150 meter) ligt gedeeltelijk over het plangebied.
Uit gegevens ontvangen van de gemeente Weesp blijkt dat als onderdeel van de ontwikkeling van Leeuwenveld III en IV er een rotonde gerealiseerd zal worden ten behoeve van de ontsluiting van de nieuwe woonwijken. Vanwege de aanleg van deze rotonde zal het de opstelplaats en het LPG-vulpunt van het tankstation worden verplaatst. In de QRA-rapportage van AVIV (2012) is aangegeven dat de nieuwe locatie van het vulpunt langs de Leeuwenveldseweg naar het noordwesten verschuift.
Plaatsgebonden risico
De PR 10-6 contour van het LPG tankstation is 45 meter. Hierbinnen maakt het bestemmingsplan geen (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk. Aan de eisen van het plaatsgebonden risico wordt dus voldaan.
Groepsrisico
Het invloedsgebied van het LPG tankstation is 150 meter, dit ligt gedeeltelijk over het plangebied. In 2012 is in het kader van bestemmingsplanactualisatie Leeuwenveld een groepsrisicoberekening uitgevoerd (rapport: Groepsrisico LPG-tankstation Leeuwenveld te Weesp). Het volledig onderzoeksrapport is opgenomen in Bijlage 3.
Uit deze groepsrisicoberekening blijkt dat de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden.
Omdat het plangebied binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation ligt is conform het Bevi verantwoording van het groepsrisico verplicht.
Buiten het plangebied, tussen de Van Houtenlaan/Gooilandse weg en het Verlengde Buitenveer, bevindt zich het farmaceutisch bedrijf Abbott Healthcare. Voor Abbott Healthcare is een risicoanalyse uitgevoerd in 2010 waarna in 2011 aanvullend onderzoek is gedaan. Hieruit is de onderstaande informatie verkregen.
Plaatsgebonden risico
De PR 10-6 contour van het bedrijf ligt volledig binnen de inrichtingsgrens. Daarmee wordt voldaan aan de norm voor het plaatsgebonden risico.
Groepsrisico
De maximale effectafstand van Abbott Healthcare bedraagt 99 meter en wordt bepaald door de opslag van zoutzuurgas. Deze effectafstand reikt niet tot het plangebied. Abbott is dus geen relevante risicobron. Daarnaast blijkt uit berekeningen dat het aantal mogelijke slachtoffers binnen een kans van 10-9/jaar lager is dan tien. De activiteiten van Abbott zorgen daarom niet voor een groepsrisico conform het Bevi.
Door het plangebied loopt de N236 waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd ter bevoorrading van risicovolle inrichtingen. Voor de weg zijn in het kader van de bestemmingsplanactualisaties in de gemeente Weesp risicoberekeningen uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 4.
Ook over andere wegen in en rond het plangebied kunnen ook gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Dit betreft grotendeels transporten die ook via de Gooilandseweg plaatsvinden en zodoende zijn meegenomen in de risicoanalyse van die weg. Het risico van de Gooilandseweg is dus ook maatgevend voor andere de transportroutes (zoals de bevoorrading van Fina).
Plaatsgebonden risico
De N236 heeft geen PR 10-6 contour. Aan de eisen van het plaatsgebonden risico wordt dus voldaan.
Groepsrisico
Uit de uitgevoerde risicoberekeningen blijkt dat het groepsrisico van de weg onder de oriëntatiewaarde ligt. Ook is er geen sprake van toename van het groepsrisico omdat het bestemmingsplan conserverend is. Verantwoording van het groepsrisico is daarom niet verplicht.
In de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn voor waterwegen vaste veiligheidsafstanden (PR 10-6 contouren) en risicoplafonds voor berekening van het groepsrisico genoemd.
Plaatsgebonden risico
In de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is opgenomen dat het Amsterdam-Rijn kanaal geen PR 10-6 contour buiten de oeverlijn heeft. Aan de eisen van het plaatsgebonden risico wordt dus voldaan.
Groepsrisico
Voor het Amsterdam-Rijnkanaal (in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gecategoriseerd als "zwarte route") geldt dat groepsrisicoberekening- en verantwoording alleen relevant is wanneer de bevolkingsdichtheid in de directe omgeving hoger is dan 1500 pers/ha. dubbelzijdig of 2250 pers./ha. enkelzijdig (Eindconcept Basisnet Water).
Gezien de directe omgeving van het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van het plangebied (een strook bedrijventerrein met vervolgens een woongedeelte met een gemiddelde woningdichtheid) worden deze personendichtheden niet gehaald. Het Amsterdam-Rijnkanaal heeft dus geen relevant groepsrisico.
In het noordelijk deel van het plangebied bevindt zich de spoorlijn Amsterdam-Weesp.
Sinds de laatste wijziging van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (20 juli 2012) zijn hierin vaste PR 10-6 contouren en risicoplafonds voor berekening van het groepsrisico vastgelegd.
Plaatsgebonden risico
Uit de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen volgt een PR 10-6 contour van maximaal 7 meter ter hoogte van het plangebied. Hierbinnen bevinden zich geen kwetsbare objecten. Het plaatsgebonden risico vormt dus geen knelpunt.
Groepsrisico
Het risicoplafond van de spoorlijnen ter hoogte van het plangebied is vastgesteld op basis van de volgende vervoersaantallen:
Stof | Wagons/jaar | Invloedsgebied |
A, brandbaar gas | 1440 | 460 meter |
B2, toxische gassen | 910 | 995 meter |
B3, zeer toxische gassen | 0 | >4000 meter |
C3, zeer brandbare vloeistof | 6020 | 35 meter |
D3, toxische vloeistof | 1110 | 375 meter |
D4, zeer toxische vloeistof | 180 | >4000 meter |
Voor de spoorlijn zijn risicoberekeningen uitgevoerd in het kader van de ontwikkelingen van Leeuwenveld III en IV. Uit deze berekening blijkt dat het groepsrisico van de spoorlijn ruim onder de oriëntatiewaarde ligt.
Ook is er geen sprake van toename omdat het een conserverend bestemmingsplan betreft. Verantwoording van het groepsrisico is daarom niet verplicht.
Het plangebied ligt in de nabijheid van een hogedruk aardgastransportleiding van de Gasunie. Voor de leiding is een risicoberekening uitgevoerd om de externe veiligheidssituatie in beeld te brengen. Tevens zijn de resultaten van de berekeningen getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen. In deze paragraaf worden de resultaten van het onderzoek samengevat. Het volledige onderzoek is opgenomen in Bijlage 5.
Plaatsgebonden risico
Leiding W-533-10 heeft een PR 10-6 contour die niet tot het plangebied reikt. Aan de eisen van het plaatsgebonden risico wordt dus voldaan.
Groepsrisico
Uit de groepsrisicoberekeningen blijkt dat de leidingen die bij het plangebied liggen geen relevant groepsrisico hebben. Verantwoording van het groepsrisico is daarom niet aan de orde.
Het bedrijf Smit en Zonen is gelegen op het bedrijventerrein Nijverheidslaan, op ongeveer 550 meter afstand van het plangebied. Het bedrijf valt in verband met een vergunning voor opslag van gevaarlijke stoffen onder het Bevi. Het bedrijf ontwikkelt en levert chemische specialiteiten ten behoeve van de leerindustrie alsmede plantaardige en dierlijke oliën, vetten en eiwitten.
De feitelijke bedrijfsvoering is echter zodanig dat het bedrijf onder de Bevi-grens valt. Het bedrijf is momenteel in een vergevorderd stadium voor het aanvragen van een omgevingsvergunning. Naar verwachting valt het bedrijf op basis van de nieuwe situatie niet meer onder het Bevi.
Voor deze bestemmingsplanprocedure is uitgegaan van zowel de huidige als toekomstige vergunning van Smit en Zonen.
Plaatsgebonden risico
Op basis van de vergunde situatie heeft Smit en Zonen een PR 10-6 contour van 85 meter. Deze contour reikt niet tot het plangebied. Aan de eisen van het plaatsgebonden risico wordt dus voldaan.
In de toekomstige situatie neemt het plaatsgebonden risico naar verwachting af. Wanneer dit niet het geval is, wordt in het kader van de vergunningverlening getoetst aan het plaatsgebonden risico.
Groepsrisico
Voor Smit en Zonen is geen groepsrisicoberekening beschikbaar. Reden hiervoor is dat de bedrijfsactiviteiten die risicoberekeningen conform het Bevi noodzakelijk maken feitelijk gestaakt zijn en naar verwachting op korte termijn ook niet meer vergund zijn. Wel kan de hoogte van het groepsrisico kwalitatief worden ingeschat op basis van gebiedstypen binnen het invloedsgebied.
Het invloedsgebied van Smit en Zonen is conform bijlage 2 van het Revi 930 meter.
Het gebied binnen deze contour bestaan voor ca. 80% uit buitengebied met een (zeer) lage personendichtheid. De andere ca. 20% bestaat uit het bedrijventerrein Nijverheidslaan en (op ruim 550 meter afstand) een woonwijk. Deze beide gebiedstypen hebben een gemiddelde personendichtheid. Op basis van deze omgevingssituatie kan er vanuit worden gegaan dat het groepsrisico van de vergunde situatie relatief laag is, in ieder geval (ruim) onder de oriëntatiewaarde.
Dit laat onverlet dat formeel groepsrisicoverantwoording verplicht is: het plangebied ligt namelijk binnen het invloedsgebied van het bedrijf.
Op ongeveer 80 meter van het plangebied ligt aan de Papelaan een gasdruk meet- en regelstation. Het station heeft conform het Activiteitenbesluit een veiligheidsafstand van 15 meter. Deze reikt niet tot het plangebied. Het gasdruk meet- en regelstation valt niet onder het Bevi. Groepsrisicoberekening- en verantwoording is daarom niet aan de orde.
Zoals gesteld in de vorige paragraaf is groepsrisicoverantwoording verplicht ten aanzien van Smit en Zonen en het LPG tankstation aan de Leeuwenveldseweg. Groepsrisicoverantwoording houdt in dat, naast de hoogte van het groepsrisico, kwalitatieve elementen zoals mogelijke veiligheidsmaatregelen, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid worden beschouwd.
Algemeen
Smit en zonen
Smit heeft een vergunning voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Het maatgevend scenario is het vrijkomen van toxische producten na brand. Dodelijke slachtoffers kunnen, afhankelijk van de weersgesteldheid, vallen tot op ongeveer 930 meter.
Het invloedsgebied van Smit bestaat voor ongeveer 80 procent uit buitengebied met een lage personendichtheid. De overige 20% bestaat uit het bedrijventerrein rond de Nijverheidslaan en (op ruim 550 meter afstand) een woonwijk. Deze beide gebiedstypen hebben een gemiddelde personendichtheid. Op basis van de beschreven omgevingssituatie kan er vanuit worden gegaan dat het groepsrisico van de vergunde situatie relatief laag is, in ieder geval (ruim) onder de oriëntatiewaarde. Omdat het plan conserverend van aard is, zal het groepsrisico niet toenemen.
LPG tankstation
Het rampscenario bij een LPG tankstation is een BLEVE. Dit is een explosie van de opslagtank met LPG of de LPG-tankwagen. Het wettelijk invloedsgebied van een dergelijke calamiteit is 150 meter, het plangebied ligt hier binnen.
Binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation bevinden zich woonwijken met een gemiddelde personendichtheid en agrarisch gebied.
Het groepsrisico van het LPG tankstation ligt onder de oriëntatiewaarde. Bij de uitgevoerde groepsrisicoberekening is uitgegaan van de "convenantmaatregelen" (hittewerende coating en verbeterde vulslang. Omdat het plan conserverend van aard is, zal het groepsrisico niet toenemen.
Mogelijke veiligheidsmaatregelen
De meest effectieve veiligheidsmaatregelen zijn maatregelen aan de risicobron zelf Voor bedrijven wordt hieraan invulling gegeven via de omgevingsvergunning. Bronmaatregelen voor transport zijn niet door de gemeente te beïnvloeden.
Smit en Zonen
Thans is een nieuwe omgevingsvergunning voor het bedrijf Smit en Zonen in voorbereiding. De huidig vergunde situatie kent reeds een aanvaardbare veiligheidssituatie. Omdat de feitelijke situatie een hoger beschermingsniveau kent, wordt de nieuwe vergunning hiermee in overeenstemming gebracht.
Ruimtelijke veiligheidmaatregelen zijn in het bestemmingsplan niet genomen omdat het bedrijf zich op relatief grote afstand van het plangebied bevindt (550 meter). De risico's en de mogelijkheid tot het treffen van veiligheidsmaatregelen op deze afstand van de risicobron zijn klein, zeker bij een conserverend bestemmingsplan.
LPG tankstation
Ten aanzien van het LPG tankstation geldt dat veiligheidsmaatregelen aan de bron reeds genomen zijn in het kader van het "LPG convenant" (hittewerende coating op LPG tankwagens). Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde. Verdere veiligheidsmaatregelen aan de bron worden daarom niet nodig geacht.
Zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is de mate waarin personen binnen het invloedsgebied van de inrichting in staat zijn zichzelf in geval van een calamiteit in veiligheid te brengen. Binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation zijn in dit bestemmingsplan geen bestemmingen opgenomen die een structureel verblijf van groepen beperkt zelfredzame personen (zoals ziekenhuizen en verzorgingshuizen) mogelijk maken. Binnen het invloedsgebied van Smit en zonen is dit niet uitgesloten. De afstand tot het bedrijf en het plangebied is echter zodanig (minimaal 550 meter) dat het risico zeer klein is. Het gehele plangebied wordt afgedekt door het Waarschuwing en Alamering Systeem. Bij een eventueel incident worden de bewoners door de sirene gealameerd.
Bestrijdbaarheid
Binnen het plangebied zijn er voldoende primaire bluswatervoorzieningen aanwezig. Ook zijn er voldoende open wateren aanwezig waardoor de hoeveelheid bluswater als voldoende kan worden beoordeeld. De bereikbaarheid van het plangebied is redelijk goed. Het betreft een ouden binnenstad met weinig doodlopende wegen. Indien er toch een doodlopende weg is dan is deze voorzien van een keerlus. Wat wel een aandachtspunt is, is dat er altijd een vrije doorgang gegarandeerd moet zijn voor een goede bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten.
De brandweer is tot de comclusie gekomen dat paragraaf 'externe veiligheid' voldoende invulling geeft aan hierboven beschreven elementen welke in een verantwoordingsparagraaf beschreven dienen te worden.
In en rond het plangebied bevinden zich meerdere risicobronnen: vervoer over weg, water en spoor, diverse risicovolle inrichtingen en een hogedruk aardgastransportleiding. In het kader van dit bestemmingsplan zijn de diverse risicobronnen beschouwd conform desbetreffende wet- en regelgeving.
Plaatsgebonden risico
Het bestemmingsplan maakt geen kwetsbare objecten mogelijk binnen de PR 10-6 contour/veiligheidszone van de risicobronnen. Aan de eisen van het plaatsgebonden risico wordt dus voldaan.
Groepsrisico
Groepsrisicoverantwoording is verplicht ten aanzien van het LPG tankstation en Smit en zonen. Verplichtte onderdelen van de groepsrisicoverantwoording zijn beschouwd, waarbij is geconcludeerd dat geen extra veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Het restrisico wordt geaccepteerd. Formeel advies van de veiligheidsregio wordt ingewonnen bij de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.
Ook ten aanzien van de buisleidingen is formeel verantwoording van het groepsrisico verplicht. Ten aanzien van de aanwezige buisleiding geldt echter dat deze geen groepsrisico heeft. Veiligheidsmaatregelen zijn daarom niet realistisch en de onderdelen van groepsrisicoverantwoording worden daarom niet verder ingevuld.
Ten aanzien van het spoor, het kanaal en de N236 is verantwoording van het groepsrisico niet verplicht omdat er geen sprake is van toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde.