direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Stedelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Structuurvisie Weesp 2030

De structuurvisie Weesp 2030 is vastgesteld in september 2001 door de gemeenteraad van Weesp. Met deze visie heeft de gemeente als doel de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling te schetsen van het gehele gemeentelijk grondgebied.

De algemene doelen die in de structuurvisie staan beschreven luiden als volgt:

  • versterken van de identiteit van de drie omliggende groene zeeën;
  • Weesp aan de Vecht promoten;
  • de uitstraling van de binnenstad versterken;
  • differentiatie van woonmilieus;
  • hoogwaardige bedrijvigheid.

In de structuurvisie staan een aantal opgaven voor de toekomst. De belangrijkste zijn: het vergroten van het contrast tussen stad en land, het opheffen van functionele barrières, een duurzame ontwikkeling, het tegengaan van versnippering door infrastructuur, het faciliteren van infrastructuur zonder dat het een barrière vormt, het versterken van de relatie tussen woonwerkgebieden en een verbetering van de lokale infrastructuur en de A1.

Een nieuwe structuurvisie staat op de gemeentelijke planning. Belangrijke input hiervoor is de Woonvisie. De nieuwe structuurvisie wordt niet meegenomen in dit bestemmingsplan, aangezien de structuurvisie naar verwachting later klaar is dan dit bestemmingsplan. Daarnaast is dit bestemmingsplan een conserverend plan, wat inhoudt dat nieuwe bebouwingsmogelijkheden niet zijn opgenomen. Op het moment dat afgeweken wordt van dit bestemmingsplan, zal de structuurvisie handvatten kunnen bieden. Als een bepaalde ontwikkeling passend is, kan een afzonderlijke procedure worden doorlopen om de ontwikkeling mogelijk te maken.

Voor de binnenstad van Weesp is het doel in de structuurvisie het versterken van de uitstraling van de historische binnenstad. De binnenstad van Weesp is een monument met een enorme potentie, die op dit moment nog niet voldoende wordt benut. De gemeente wil de kwaliteiten die de binnenstad bezit, versterken door deze weer duidelijk naar voren te brengen. Voorbeelden hiervan zijn: de restauratie van de vestingwerken, het openleggen van de Achtergracht, herinrichting van straten en dergelijke. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de eenheid en samenhang van de vesting. Met dit doel wil de gemeente er voor zorgen dat cultuur, recreatie en toerisme in de toekomst veel meer de dragers van de binnenstad zijn dan nu het geval is.

2.4.2 Centrumvisie Weesp 2005-2015

De Centrumvisie Weesp is op 24 november 2005 vastgesteld door de gemeenteraad. Het document is opgesteld met als doel een beleidskader te scheppen voor de ruimtelijke ontwikkelingen de komende jaren.

De hoofdlijn binnen het beleid is de teruggang van het aantal bewoners binnen Weesp een halt toe te roepen en te groeien van 18.000 inwoners naar 21.000 inwoners. Hiervoor wordt de bestaande stad op bepaalde plekken geherstructureerd en wordt de Bloemendalerpolder verder uitgebreid.

Om inwoners te trekken dient de stad aantrekkelijker gemaakt te worden. Een belangrijk aspect hierbij is het uitdragen van de bestaande kwaliteiten van de stad Weesp. De kwaliteiten van Weesp zijn haar centrale ligging, karakteristiek historisch centrum, goede bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer aan de rand van de randstad, combinatie van landelijk en stedelijk wonen, goede staat van onderhoud en betrekkelijke veiligheid.

In de visie wordt een aanzet gegeven tot beleid aangaande winkels, wonen, mobiliteit en cultuur & toerisme. Hiervoor zijn inmiddels separate beleidsstukken opgesteld.

2.4.3 Nota detailhandel

De nota detailhandel is in mei 2007 vastgesteld. Het centrum van Weesp moet blijven fungeren als kernwinkelgebied van Weesp. Uitbreiding van winkelruimte moet volgens de Centrumvisie mogelijk worden gemaakt en gestimuleerd, volgens het model 'Rondje Centrum' (figuur 2.3). Het rondje loopt via de Nieuwstraat, Slijkstraat, Nieuwstad terug naar het Grote Plein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BP0100SG-oh01_0006.jpg"

Figuur 2.3 Het rondje Centrum en de aantakking van de supermarkt-locatie (bron: detailhandelsnota)

De entrees naar het kernwinkelgebied verdienen verbetering. Met name het winkelcentrum aan de Achtergracht verdient een betere uitstraling. Op het moment dat deze locatie voldoende uitstraling heeft en een passende entree voor het kernwinkelgebied is ontstaan, is het creëren van een routing via de Breedstraat naar het kernwinkelgebied de opgave. Dit kan gerealiseerd worden door een goede inrichting van de openbare ruimte en door detailhandel en detailhandelondersteunende functies langs de Breedstraat.

Binnen het 'rondje centrum' moet zoveel mogelijk gestreefd worden naar een aaneengesloten winkelfront. Ook menging van boodschappen-winkelen-horeca kan voor een aaneengesloten front zorgen.

Op het gebied van bevoorradingstijden, -plekken en -middelen moeten goede afspraken gemaakt worden. Dit komt de uitstraling van het gebied tevens ten goede. Zoals de Centrumvisie aangeeft, zorgt de komst van een grote trekker voor een positieve impuls en een aantrekkende werking voor het totale winkelbestand. De warenmarkt, op de Nieuwstraat op dinsdagmorgen, heeft een aantrekkende werking op Weespers en toeristen en zal worden gecontinueerd en waar nodig versterkt.

2.4.4 Woonvisie Weesp 2011

In de gemeenteraadsvergadering van 8 december 2011 heeft de raad de Woonvisie Weesp 2011 vastgesteld. In dit beleidsstuk wordt de gemeentelijke visie geschetst over de toekomstige invulling van de woningmarkt van Weesp.

Uit bevolking- en woningmarktonderzoek blijkt dat veel jonge gezinnen de afgelopen 10 jaar uit Weesp zijn weggetrokken. Dit is een probleem, want het is belangrijk om Weesp economisch en sociaal vitaal te houden. Jonge gezinnen zijn daar hard voor nodig. Weesp heeft, vergeleken met andere gemeenten, een hoog percentage gestapelde woningen terwijl de meeste Weespers graag in een rijtjeswoning of tweekapper willen wonen. Voornamelijk de wijk Hogewey heeft een hoog percentage gestapelde woningen.

Vergeleken met andere gemeenten heeft Weesp een laag percentage koopwoningen en relatief veel sociale huur. Weesp heeft ook relatief veel woningen die in de prijsklasse betaalbaar (koop: < €200.000, huur: < €653) zitten. Hierdoor zijn er weinig doorstroommogelijkheden naar het middeldure segment. Daarnaast is het voor starters tegenwoordig erg moeilijk om een eerste eigen woning te kopen door aanscherping van de regels omtrent hypotheekverstrekking en de hoge woningprijzen. Ten slotte zijn er in Weesp te weinig woningen voor senioren met een zorgvraag. Hierbij gaat het met name om de woningen met 2, 3, 4 of 5 sterren. Aanbevolen wordt in deze woonvisie om te bouwen op nieuwbouwlocaties in de middeldure (koop: € 200.000-€ 350.000, huur: €653 - €850) of dure (koop: > € 350.000, huur: > € 850,) prijsklasse om doorstroming te bevorderen en te voorkomen dat jonge gezinnen vertrekken uit Weesp. Om variatie binnen wijken te behouden en segregatie tegen te gaan mag er na sloop van betaalbare flats in eenzijdig samengestelde wijken (zoals bv. Hogewey) op de betreffende locatie in het duurdere segment worden gebouwd en moet er ook op grote nieuwbouwlocaties voor een percentage in het betaalbare segment worden gebouwd. Verder wordt in de Woonvisie Weesp 2011 aanbevolen om het combineren van wonen en werken op nieuwbouwlocaties te stimuleren. Verder wordt aanbevolen om in wijken waar veel gestapelde woningen zijn (zoals Hogewey & Noord-West), geen nieuwe flats of appartementencomplexen te ontwikkelen. Uitzondering in deze is het bouwen van appartementen voor senioren met 2 of meer sterren. Aanbeveling vijf gaat over het opnieuw instellen van de Starterslening voor jonge Weespers die een eerste stap willen zetten op de koopwoningmarkt. Aanbevolen wordt om hiervoor een budget vrij te maken. Daarnaast is het van belang zorgwoningen (met 2 of meer sterren) te realiseren rond het centrum en/of in de buurt van zorg / welzijnsinstellingen en openbaar vervoer. Ten slotte wordt aanbevolen om duurzaam en levensloopbestendig bouwen en renoveren te blijven stimuleren.

Dit beleid zal nog niet doorwerken in dit plangebied, aangezien het bestemmingsplan primair conserverend van aard is. Wel zal de woonvisie verder uitgewerkt worden in de in voorbereiding zijnde nieuwe Structuurvisie Weesp 2040.

2.4.5 Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan

Het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (hierna: GVVP) is opgesteld in oktober 2007. Drie thema's worden als leidraad beschreven in het plan: bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Ook parkeren wordt als een apart thema behandeld in het plan. Het beleid ten aanzien van de binnenstad wordt per thema behandeld.

Bereikbaarheid

Het doorgaand auto- en vrachtverkeer door de kern Weesp van de A1 naar de N236 betreft vooral sluipverkeer bij congestie op de A1. Het doorgaand verkeer door Weesp is niet aanzienlijk vanwege het feit dat automobilisten zowel op de A1 als de alternatieve route via de N236 vertraging ondervinden. Met het weren van doorgaand verkeer wordt bedoeld dat het doorgaand verkeer niet mag groeien en dat het creëren van een betere doorgaande route door Weesp dus niet gewenst is.

Het stimuleren van het fietsgebruik zal moeten plaatsvinden door de randvoorwaarden te creëren voor het gebruik van de fiets in de vorm van goede fietsroutes, maar ook door het fietsparkeren te faciliteren. Met name bij het station Weesp en in het centrum laten de fietsparkeervoorzieningen te wensen over. Verbeteren van de bereikbaarheid per fiets en te voet van belangrijke bestemmingen kan worden gerealiseerd door een direct en aantrekkelijk netwerk van fiets- en voetgangersverbindingen aan te bieden. Intern zal Weesp moeten voorzien in een netwerk van snelle en comfortabele fietsroutes om de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto voor interne verplaatsingen te verbeteren.

Verkeersveiligheid

Weesp beschikt over een fietsnetwerk. Op routeniveau ligt de veiligheid van fietsers daardoor op acceptabel niveau. De oversteekvoorzieningen dienen echter zo te worden vormgegeven dat ze voor automobilisten beter herkenbaar zijn, waardoor ook op deze punten de verkeersveiligheid verbetert.

Met alleen een goede inrichting is men er nog niet. Een deel hangt immers af van het gedrag van de gebruikers. Voorlichting, educatie en handhaving zijn belangrijke instrumenten om de verkeersveiligheid verder te verbeteren. In Duurzaam Veilig fase 2 krijgt dit aspect dan ook meer aandacht door het stimuleren van permanent verkeersonderwijs op scholen. Bijvoorbeeld het aanreiken van lespakketten is een middel om de voorlichting en educatie in het kader van de verkeersveiligheid te verbeteren. Tevens behoeft de verkeerssituatie bij scholen zelf aandacht vanwege de gevaarlijke situaties die daar veelal aanwezig zijn.

Leefbaarheid

De spoorlijn Amsterdam-Hilversum en de Leeuwenveldseweg vormt een barrière tussen de woonwijk Leeuwenveld (en de nieuwe woonwijk in de Bloemendalerpolder) en de rest van de kern Weesp. De gemeente stelt als doel dat de bereikbaarheid van deze wijken vooral per fiets en voet goed moet zijn, zodat er geen extra autoverkeer wordt opgeroepen in deze wijk. Dit zal ten goede komen aan de leefbaarheid.

Parkeren

De doelstellingen van parkeren zijn net als de doelstellingen voor bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid gevisualiseerd.

Voor het centrum geldt dat het parkeerbeleid bijdraagt aan:

  • handhaven en waar mogelijk versterken van de positie van de detailhandel;
  • handhaven en waar mogelijk versterken van andere economische functies van het centrum;
  • het behouden van de woonfunctie in en rond het centrum.

Bij het 1,5% groeiscenario is er sprake van een tekort van 300 tot 350 parkeerplaatsen in het centrumgebied. Wordt een groeiscenario van 2,5% aangehouden, waarbij ook rekening wordt gehouden met een groei van het toerisme, sociaal en cultureel bezoek en recreatie in het centrum van Weesp, dan is er zelfs een tekort van 500 tot 525 parkeerplaatsen in het centrumgebied.

Om het parkeerplaatsentekort op te lossen wordt gezocht naar een combinatie van mogelijkheden. Samengevat gaat het hierbij om twee oplossingsrichtingen: ingrijpen in de capaciteit en sturen door beleid. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden ten aanzien van de mogelijkheden, waarbij allereerst ingestoken wordt op het uitbreiden van de capaciteit.

2.4.6 Parkeernota Weesp (2007-2017)

Deze nota is door de gemeenteraad op 27 september 2007 vastgesteld. In de nota is als doelstelling geformuleerd dat de parkeerregulering de bereikbaarheid en economische ontwikkelingen van het kernwinkelgebied moet verbeteren. Voorts is geconcludeerd dat er een parkeerprobleem in Weesp is, dat op termijn zal oplopen. In het “Kredietvoorstel inzake uitvoeringsplan parkeren 2011-2026” zijn concrete herinrichtingsvoorstellen gedaan, die moeten leiden tot een vergroting van het aantal parkeergelegenheden. Herinrichting van de in het plangebied begrepen wegen en straten behoort binnen de bestemming tot de mogelijkheden.

2.4.7 Nota toerisme en recreatie

De nota toerisme en recreatie is vastgesteld in januari 2008. In de nota worden verschillende thema's ten aanzien van toerisme en recreatie benoemd en beschreven. Hiervan zijn de sterke en zwakke punten uitgewerkt in een SWOT-analyse welke na analyse geleid heeft tot een ruimtelijk-functionele visie en een toeristisch-recreatieve visie.

Functioneel-ruimtelijke visie

De kernkwaliteiten van Weesp sluiten naadloos aan op de huidige consumententrends. De kernkwaliteiten zijn daarom bij uitstek geschikt om de dragers voor de toeristische ontwikkeling van Weesp te zijn. De thematische dragers voor het toerisme zijn het water, de cultuurhistorie, natuur en de te ontwikkelingen sport en wellness.

Toeristisch-recreatieve visie

Het motto van het toeristisch beleid is: 'Weesp in Beeld'. Dit motto sluit aan bij de ambitie de nog te weinig zichtbare en onzichtbare kwaliteiten van Weesp zichtbaar te maken en te ontwikkelen. Met deze ambitie wil Weesp zich profileren als unieke toeristische bestemming. Een samenhangende groei van het toerisme in de gemeente Weesp wordt bereikt via 5 speerpunten:

  • profilering;
  • samenwerking;
  • meer kwaliteit en interne samenhang in het aanbod;
  • verbreding van het verblijfsrecreatieve en cultuurhistorische aanbod en attractiepunten;
  • verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke samenhang.

Het cultuurhistorische aanbod bevindt zich grotendeels binnen het plangebied. De oude vestingwerken zijn onderdeel van de oude en nieuwe Hollandse waterlinie en de stelling van Amsterdam. Deze maken onderdeel uit van de binnenstad van Weesp en hiermee vallen deze binnen het plangebied. Het bestemmingsplan ondersteunt de speerpunten van het beleid.

Reconstructie Schansen

Na de reconstructie van de schans de Nieuwe Achtkant onderzoekt de gemeente de mogelijkheid van reconstructie nu met de aanpak van de schansen Rooseboom en Draaierschans. Er is in de gemeenteraadsvergadering van 8 december 2011 een budget beschikbaar gesteld om het voorbereidingstraject in gang te zetten. De voorbereiding bestaat onder andere uit het doen van de benodigde onderzoeken, het maken van een voorlopig ontwerp en een globale kostenraming voor de uitvoering.

Voor de kosten van het voorbereidingstraject kan 50% ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) subsidie worden aangevraagd. Daarnaast is de uitvoering van het uiteindelijke ontwerp voor 75% subsidiabel.

De reconstructie van deze schansen zal minder intensief zijn dan de Nieuwe Achtkant. Uitgangspunt is het scherp maken van de contouren van het gehele stelsel van wallen en bastions waarbij zichtbelemmerende beplantingen worden weggehaald langs de randen. Zo wordt het vestingverleden van Weesp weer een stuk meer zichtbaar en beleefbaar. De reconstructie vloeit niet voort uit dit bestemmingsplan,maar wordt wel in het plan mogelijk gemaakt.

2.4.8 Groen beleidsplan (2007-2017)

Het groenbeleidsplan is vastgesteld op 8 augustus 2007 door de gemeenteraad. Het groenbeleidsplan heeft tot doel: 'Het verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving nu en in de toekomst'. Hierdoor blijft de stad aantrekkelijk. Het groenbeleidsplan beschrijft de beleidskeuzes voor de komende 10-15 jaren en geeft concrete handvatten voor het bereiken van de doelen.

De beleidskeuzes zijn verwoord in 'de 10 groene regels' van Weesp:

  • 1. de huidige groenstructuur behouden en versterken;
  • 2. versterken oriëntatie en herkenbaarheid door boomstructuur;
  • 3. vergroten van de herkenbaarheid in inrichting en beheer;
  • 4. koppelingen leggen tussen de verschillende woonwijken;
  • 5. herkenbaarheid en versterking van de entrees, vestingwerken en centrum;
  • 6. ontwikkelen van ecologische waarden in de stad;
  • 7. groen als instrument voor een gezonder leefklimaat;
  • 8. recreatieve mogelijkheden van openbare ruimte vergroten;
  • 9. overgang tussen stedelijk gebied en de polders verzachten;
  • 10. versterken van het buitengebied.

Alle 10 de regels hebben in meerder of mindere mate betrekking op het stedelijk gebied van Weesp.

2.4.9 Welstandsnota Weesp

Op 27 mei 2010 is de Welstandsnota door de gemeenteraad herzien vastgesteld. In de welstandsnota wordt invulling gegeven aan de esthetische aspecten van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. De welstandsnota gaat daarbij vooral in op de architectonische aspecten van bouwwerken, zoals massa, vorm, kleur- en materiaalgebruik en detaillering. In stedenbouwkundige zin spreekt de welstandsnota zich uit over de uitstraling en ligging van de bebouwing in relatie tot de omgeving. Binnen de welstandsnota wordt bij bouwkundige ingrepen onderscheid gemaakt naar verschillende typen criteria: loketcriteria, objectcriteria en gebiedsgerichte criteria.

Het doel van de welstandsnota is gericht op het handhaven en versterken van een algemeen gewaardeerde woon-, werk- en leefomgeving, met een open oog voor veranderde omstandigheden en het onderkennen van nieuwe ontwikkelingen. Met het opstellen van een welstandsnota wordt verantwoording afgelegd over de aard, inhoud en maatschappelijke relevantie van de door de gemeente gekozen vorm en het ambitieniveau van het welstandstoezicht.

Voor de binnenstad van Weesp is het welstandsbeleid gericht op het handhaven van bestaande waarden, het behouden en versterken van de historische structuur in de geest van het beschermd stadsgezicht (hogere kwaliteitsdoelstelling), alsmede het versterken van het kernwinkelapparaat, het versterken van de woonfunctie, het verbeteren van het woonmilieu in het algemeen en het op peil houden respectievelijk verbeteren van de inrichtingkwaliteit van de openbare ruimte in het bijzonder.

De binnenstad van Weesp is op 21 juni 1982 aangewezen als 'beschermd stadsgezicht'. Bijna de gehele binnenstad behoort hiertoe. Gezien de kwaliteit van de betreffende bebouwing en de gevoeligheid van de omgeving is gekozen voor de toepassing van een bijzonder welstandregime.

2.4.10 Stationsvisie Weesp

De gemeente Weesp is door de Rijksoverheid gevraagd een stationsvisie op te stellen. De samenstelling van deze visie is actueel in verband met de ontwikkelingen in het OV SAAL Project (Openbaar Vervoer Schiphol, Amsterdam, Almere. Lelystad ). Het ministerie van Infrastructuur & Milieu wil de visie van Weesp laten meewegen in de besluitvorming van het ministerie ten aanzien van twee favoriete alternatieven in de OV SAAL verbinding.

De visie biedt zicht op de mogelijkheden en kansen voor de toekomstige inrichting van het station en de omgeving ervan. Het is geen concreet plan, maar wel een realistisch en haalbaar idee over de transformatie van dit voor Weesp cruciale gebied. Weesp is fors aan het groeien. In de komende decennia komen er circa 3000 woningen bij. Deze worden voor een groot deel aan de noordzijde van het spoor gerealiseerd in de Bloemendalerpolder, Leeuwenveld en Nijverheidslaan. De stad Weesp zal daardoor aantrekkelijker worden voor met name jonge gezinnen uit de regio en doorstromers binnen de gemeente. Een stapsgewijze transformatie van het stationsgebied is onderdeel van deze groei. De omgeving van het station moet een functionele en representatieve schakel worden tussen de Bloemendalerpolder en de historische stad. Het spoorwegtracé van Weesp is een barrière in de toekomstige stedelijke structuur. De transformatie van het station Weesp tot een intercitystation biedt een uitgelezen kans om de barrière te slechten. De betekenis van een nieuw stationsgebied binnen het OV SAAL project kan daardoor tegemoet komen aan de wensen en verlangens van de gemeente Weesp. De plan- en besluitvorming is echter nog zodanig dat opname in het bestemmingsplan Stedelijk Gebied niet aan de orde is.

2.4.11 Nota afmeer- en steigerbeleid

In 2010 heeft de gemeente Weesp de Nota afmeer- en steigerbeleid opgesteld. Het doel van het afmeer- en steigerbeleid is om gelegenheid te geven voor het afmeren van recreatievaartuigen zonder dat dit een verstoring oplevert in het stadsbeeld en in de buitengebieden. De aanwezigheid van afgemeerde recreatievaartuigen en steigers zal gevolgen hebben voor het aanzien van de diverse locaties binnen de gemeente. In de nota is voor verschillende gebieden beleid opgesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat het stadshart zoveel mogelijk wordt ontzien. In het bestemmingsplan zijn regels opgenomen die dit beleid ondersteunen.

2.4.12 Beleidsvisie externe veiligheid

Het opstellen van deze visie is gebeurd in het kader van het Programma externe veiligheid 2006- 2010. Dit gezamenlijke programma van het Gewest, de Brandweer en de gemeenten van Gooi- en Vechtstreek is erop gericht de uitvoering van externe veiligheid op een adequaat niveau te brengen.

De visie gaat uit van het karakter van de regio Gooi-en Vechtstreek. Dat karakter is vooral dat de Gooi- en Vechtstreek een groen woongebied is, waar geen plaats is voor zware bedrijven met veel risico's. Deze beleidsvisie sluit daarbij aan door uit te gaan van de volgende uitgangspunten:

  • de nadruk ligt op het bieden van een veilige woonomgeving;
  • er moet ruimte zijn voor bedrijvigheid met en het vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • de risico's moeten zoveel als mogelijk worden beperkt, afhankelijk van de functie van een gebied;
  • incidenten ten gevolge van activiteiten met gevaarlijke stoffen met een grote maatschappelijke ontwrichting tot gevolg vinden we niet acceptabel;
  • de aard van de bedrijvigheid en de risico's die dat met zich mee brengt moet passen in het karakter van de regio.

Deze beleidsvisie maakt een onderscheid tussen bestaande en nieuwe activiteiten. De gemeenteraad van Weesp heeft er voor gekozen dit onderscheid te maken. Nieuwe activiteiten zullen moeten voldoen aan het beleid zoals dat in de visie is neergelegd. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat bedrijven met gevaarlijke sloffen die zich willen vestigen In de Gooi- en Vechtstreek dat alleen mogen doen op de bedrijventerreinen, die als ontwikkelingsgebied zijn aangewezen. Echter, bestaande of reeds geprojecteerde situaties waarin niet wordt voldaan aan de ambities van deze visie worden niet gesaneerd. Het beleid voor bestaande situaties is erop gericht de gewenste situatie op termijn te bereiken, bijvoorbeeld door uit te gaan van het stand still beginsel op de bedrijventerreinen die als beheersgebied zijn aan gewezen.

In het bestemmingsplan voor het Bedrijventerrein en Stedelijk Gebied worden alle activiteiten die van invloed zijn op de externe veiligheid vastgelegd om te streven naar de verbetering van de woonomgeving. Uitbreiding van deze functies is niet mogelijk en nieuwe activiteiten zijn niet toegestaan.

2.4.13 Klimaatbeleid

In het klimaatprogramma 2008/9-2012 van de gemeente Weesp wordt uiteengezet welke ambities de gemeente Weesp heeft met betrekking tot klimaatbeleid, welke activiteiten worden uitgevoerd om deze ambities te realiseren en op welke wijze gebruik zal worden gemaakt van de financiële ondersteuning die de rijksoverheid en de provincie ter beschikking hebben gesteld.

Het klimaatbeleid heeft geen directe consequenties voor dit bestemmingsplan. De flexibiliteit in het bestemmingsplan wordt voldoende geacht om eventuele maatregelen vanuit het klimaatbeleid te kunnen realiseren.

2.4.14 Beleidsnota hogere waarden Wet geluidhinder

Het doel van het beleid is het vaststellen van een transparant en consistent toetsingskader waaraan bij een hogere waarde procedure wordt getoetst.

De Gemeente vindt een goed woonklimaat (waaronder zo min mogelijk geluidsoverlast) belangrijk voor haar inwoners. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk dat ruimtelijke ontwikkelingen niet onnodig belemmerd worden. Er moet dus een balans zijn tussen de bescherming van het goede woonklimaat en het kunnen doorgaan van ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom verbindt de gemeente Weesp randvoorwaarden aan vast te stellen hogere waarden.

Aangezien dit bestemmingsplan een conserverend plan is, wat inhoudt dat nieuwe bebouwingsmogelijkheden niet zijn opgenomen wordt niet getoetst aan hogere grenswaarden. Op het moment dat afgeweken wordt van dit bestemmingsplan, kan de beleidsnota handvatten bieden indien een hogere waarden dient te worden verleend.

2.4.15 Beleid GSM antennes

Het beleid aangaande GSM antennes is vastgesteld op 14 april 2000 door de gemeenteraad. Hierin verwoordt de gemeente haar uitgangspunten die gehanteerd worden bij de beoordeling van een bouwaanvraag voor antenne-installaties voor mobiele communicatie. De uitgangspunten zijn:

  • zoveel mogelijke gecombineerde plaatsing op hoge (niet zijnde cultuurhistorisch waardevolle) gebouwen of andere bouwwerken in het stedelijk gebied, met uitzondering van het beschermd stadsgezicht, en bij voorkeur niet direct zichtbaar vanaf de openbare weg. In de overige gevallen heeft plaatsing midden op het dak de voorkeur, op of nabij een liftschacht;
  • de afstand van de antenne tot de dichtstbijzijnde woonruimte en andere normaal door mensen te gebruiken ruimten dient verticaal minimaal 3 en horizontaal minimaal 10 meter te bedragen (deze maat is gebaseerd op richtlijn 'milieuzonering'). Indien berekende of gemeten veldsterkten in relatie tot bijvoorbeeld de door de Gezondheidsraad geformuleerde dan wel te formuleren limietwaarden dit nodig mochten maken, dan dienen grotere afstanden aangehouden te worden;
  • indien plaatsing op hoge gebouwen niet haalbaar is, dan heeft een bedrijfslocatie de voorkeur boven woongebied. Bij noodzakelijk (aangetoonde) plaatsing in het landelijk gebied dient aansluiting gezocht te worden bij bestaande elementen met inachtneming van landschappelijke en natuurwaarden;
  • het aanzien van de antenne-installaties dient onopvallend te zijn, reclame-uitingen en felle kleuren zijn niet toegedaan. Uiteraard zal toetsing plaatsvinden aan redelijke eisen van welstand;
  • afwijken van deze uitgangspunten ten behoeve van het goed functioneren van het telefoonverkeer is mogelijk, mits in voldoende mate onderbouwd en de te beschermen waarden niet evenredig worden of kunnen worden aangetast.

Wanneer binnen het plangebied een GSM antenne geplaatst wordt, dient deze te voldoen aan de hierboven genoemde uitgangspunten.

2.4.16 Afwijkingenbeleid van Weesp

Het beleid ten aanzien van afwijkingen is vastgesteld door de gemeenteraad op 21 december 2011. Hierin verwoordt de gemeente haar ambitie ten aanzien van afwijkingen. De gemeente Weesp wil het aantal ruimtelijke procedures beperken. Dat is klantvriendelijker en voorkomt een onnodige belasting van de ambtelijke capaciteit. Daarom is ervoor gekozen om zoveel mogelijk direct bij recht toe te staan en zo min mogelijk afwijkingsmogelijkheden, nadere eisen, en dergelijke op te nemen.

Dit betekent onder andere dat de bouw- en gebruiksmogelijkheden die toegestaan zijn in het Afwijkingenbeleid van Weesp, zoals vastgesteld op 21 december 2010, direct toegestaan worden in het nieuwe bestemmingsplan. De gemeente heeft immers al te kennen gegeven mee te willen werken aan deze bouw- en gebruiksmogelijkheden. Het gaat in het afwijkingenbeleid om:

  • a. bouwmogelijkheden:
    • 1. erfbebouwingsregeling voor woningen zowel binnen als buiten de bebouwde kom;
    • 2. kelders bij woningen;
    • 3. overig: erfafscheidingen, dakkapellen en dakterrassen;
  • b. gebruiksmogelijkheden: aan huis gebonden beroepen en bedrijven (bij woningen binnen de bebouwde kom).

In voorliggend bestemmingsplan zijn zo min mogelijk binnenplanse procedure mogelijkheden opgenomen om afwijkingen en dergelijke toe te kunnen staan. Alle bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn waar mogelijk bij recht toelaatbaar gesteld. De bouw- en gebruiksmogelijkheden in het Afwijkingenbeleid van Weesp zijn bij recht toegestaan.