Plan: | De Leck en De Bergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.BP1600LECKBERGEN1-R002 |
In Europa zijn door de Europese Unie richtlijnen opgesteld voor de bescherming van de natuur, de Habitat- en Vogelrichtlijn. Hierin worden regels gesteld voor de bescherming van zowel natuurgebieden als voor bedreigde planten- en diersoorten. Eén van de doelstellingen is het creëren van een Europees netwerk van natuurgebieden, Natura 2000 genaamd. In de nabijheid van het plangebied ligt het Natura 2000 gebied De Kennemerduinen.
Een vertaling van dit EU-beleid voor soortbescherming naar Nederlands niveau is de Flora- en faunawet. Hierin worden bedreigde inheemse planten- en diersoorten als beschermd aangewezen. Gebiedsbescherming wordt in Nederland geregeld in de Natuurbeschermingswet. Hierin worden waardevolle natuurgebieden als beschermd aangewezen. Ruimtelijke plannen als o.a. bestemmings-, bouw- en sloopplannen moeten aan deze wet- en regelgeving voldoen.
Wetgeving met betrekking tot de bescherming van de natuur richt zich op twee hoofdthema's. Het gaat hierbij om de bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming) en de bescherming van plant- en diersoorten (soortbescherming). Verder zijn van belang de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Soortbescherming
Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en faunawet. In deze wet is een aantal planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen. In hoofdstuk 6 wordt per ontwikkelingslocatie ingegaan op de ter plaatse aanwezige beschermde soorten.
Gebiedsbeschermingsaspecten
Gebiedsbescherming wordt voornamelijk geregeld in de Natuurbeschermingswet. Belangrijk is dat ruimtelijke projecten niet zonder meer mogen worden gerealiseerd in beschermde natuurgebieden. Projecten die in de nabijheid van beschermde Natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de mogelijke negatieve effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken. Indien dit het geval is, kan doorgang van het project mogelijk belemmeringen ondervinden. De provincie is hiervoor het bevoegde gezag. Voor bestemmingsplannen en wijzigingen hiervan, kan het noodzakelijk zijn dat een vergunning ex artikel 19d Natuurbeschermingswet aangevraagd moeten worden. Op relatief korte afstand van het plangebied is het Habitatrichtlijngebied Kennemerland-Zuid gesitueerd.
Habitatrichtlijn
Het afwegingskader van de Habitatrichtlijn staat bekend als de Habitattoets. Deze bestaat uit een Voortoets en eventueel een zogenoemde "passende beoordeling" als uit een Voortoets blijkt dat er mogelijk significante gevolgen zijn. De belangrijkste aspecten bij de beoordeling van mogelijke invloed op natuurgebieden aan de orde komen zijn: oppervlakteverlies, verontreiniging, verdroging, geluid, licht, verstoring door mensen, mechanische effecten en versnippering. Uit de beoordeling volgt dat een aantal van de in het bestemmingsplan opgenomen plannen op relatief korte afstand van het habitatgebied zijn gesitueerd maar dat in alle gevallen, andere, meer storende activiteiten tussen de beoogde woningbouwgebieden en habitatgebied zijn gesitueerd (verkeerswegen, treinverkeer). De conclusie is dat door de plannen geen effecten op beschermde natuurgebieden optreden.
Ecologische Hoofdstructuur
Naast de Natuurbeschermingswet is de EHS van toepassing. De voorgenomen plannen zijn buiten de EHS gesitueerd, maar een klein deel van het plangebied maakt wel deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. De overige gronden hebben wel een agrarische bestemming en de agrarische functie willen wij ook in de toekomst behouden. Door het agrarisch gebruik van de gronden het wordt karakter en de openheid hiervan behouden. Het zicht op het gebied en de openheid in het gebied zijn belangrijke landschappelijke kwaliteiten. Want ondanks het gegeven dat de gronden niet meer onder de EHS vallen, blijven deze kwaliteiten aanwezig en is het bestemmingsplan gericht op het behoud hiervan. Ook de realisering van een goede ecologische verbinding blijft een belangrijk voornemen.