Plan: | De Leck en De Bergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.BP1600LECKBERGEN1-R002 |
De structuurvisie Velsen 2015, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2005, heeft als doel een actueel en samenhangend kader te scheppen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente tot aan 2015. Het is een ruimtelijke vertaling en een verdere uitwerking van de toekomstvisie 2010. Het programma dient te leiden tot een versterking van de ruimtelijke kwaliteit en de leefkwaliteit. De nota spitst zich toe op de vraag waar de verdere verstedelijking van Velsen plaats kan vinden en hoe dit moet gebeuren. Het plangebied is opgenomen als ontwikkellocatie. Zowel bij de uitleggebieden als bij de herstructurering van bestaande gebieden geldt dat de wezenlijke kwaliteiten en de leefbaarheid niet aangetast mogen worden. De belangrijkste ruimtevraag voor de gemeente Velsen ligt op het gebied van wonen.
Om aan de huidige en toekomstige woningvraag te voldoen moet de samenstelling van de voorraad drastisch worden gewijzigd en dient er tevens een kwantitatieve toevoeging plaats te vinden. De ruimte hiervoor is zeer beperkt. Uitleggebieden zijn er nauwelijks.
In de woonvisie beschrijft de gemeente welke resultaten men wil bereiken op het gebied van wonen in de periode tot 2015. Verschillende nota's die op Rijks en provinciaal niveau zijn verschenen hebben als input gediend. Geconstateerd wordt dat er meer behoefte is aan keuzevrijheid en kwaliteit. Niet alleen kwaliteit van de woning, maar ook aan kwaliteit van de woonomgeving. In de woonvisie wordt voorts geconstateerd dat er gelet op de bouwopgave van 2200 woningen voor de periode tot 2015, creatief en economisch met de ruimte moet worden omgesprongen. Dit betekent dat er op sommige plekken de hoogte ingegaan moet worden om op andere plekken de bouw van grondgebonden woningen mogelijk te maken.
Woningvoorraad
Het rijksbeleid spreekt zich uit voor een verhouding van 65% koop en 35% huur van de woningvoorraad. In tegenstelling tot het rijksbeleid streven wij voor Velsen naar een verhouding van 55% koop en 45% huur binnen de gestelde planperiode. Door de beperkte uitbreidingsmogelijkheden zal de transformatie van de woningvoorraad grotendeels binnen bestaand stedelijk gebied plaats moeten vinden. Dit bemoeilijkt het proces. Bij nieuwbouwplannen op aanvullende locaties streven wij naar een verhouding van 30% huur en 70% koop om de verhouding 55-45 voor Velsen te bereiken. Bij herstructureringsplannen zal dit afhankelijk van de planvorming variëren.
In de Structuurvisie Velsen 2015 benoemt de gemeente de versterking van de ecologische en landschappelijke structuur als één van de hoofddoelstellingen. Deze is uitgewerkt in het Landschapsbeleidsplan (vastgesteld door de Raad op 28 januari 2010).
De doelstelling van het Landschapsbeleidsplan is vierledig:
Het plangebied valt in het Landschapsbeleidsplan binnen de deelgebieden 'Burgemeester Rijkenspark e.o' (deelgebied 5) en 'agrarisch gebied Santpoort-Zuid' (deelgebied 6). Hieronder volgen de uitgangspunten die voor het bestemmingsplangebied relevant zijn
Burgemeester Rijkenspark e.o:
Voor het Burgemeester Rijkenspark bestaat een beheerplan dat op korte termijn ten uitvoer moet worden gebracht. De hoofddoelstelling hierin is het aanbrengen van differentiatie in de padenstructuur en in de verschillende bosgedeelten, waardoor voor een duidelijke ruimtelijke structuur wordt gezorgd. De Boschbeek wordt hierbij beter zichtbaar gemaakt.
In overleg met eigenaren van buitenplaatsen zoals Spaarnberg wordt gekeken hoe het beheer van hun eigendommen geoptimaliseerd kan worden.
Het Burgemeester Rijkenspark raakt bijna aan de binnenduinrandzone ten westen van Santpoort. Daarmee kan het een belangrijk onderdeel vormen van een, vrijwel aaneengesloten verbinding tussen het gebied rond de Westbroekplas en het duingebied, via de Verdolven Landen. Barrières vormen hier de Hoofdstraat en de A208.
Afbeelding 6: ecologische verbindingen. Bron: Landschapsbeleidsplan / Structuurvisie Velsen 2015
Agrarisch gebied Santpoort-Zuid
Belangrijke watergangen in het gebied zijn de Jan Gijzenvaart, de Delft en de Boschbeek. Langs de Jan Gijzenvaart en de Delft wordt een onderwateroever / plas-draszone aangelegd. Hierdoor houden zij hun kenmerkende rechte verloop, maar is tegelijk de functie als ecologische verbinding vormgegeven. Hiermee is zowel in oost-west als in noord-zuid richting een lange ecologische verbinding gerealiseerd.
De Boschbeek mondt in dit deelgebied via een tweetal watergangen uit in de Delft. Het doel is om de oevers van deze watergangen ecologisch aan te passen. Via deze watergangen wordt het agrarisch gebied Santpoort-Zuid enerzijds verbonden met het Burgemeester Rijkenspark en de duinen en anderzijds met de Verdolven Landen en Spaarnwoude. Voor het laatste dient een verbinding langs een watergang gemaakt te worden naar en onder de Hoofdstraat door.
Het streven is om langs de oostzijde van dit oorspronkelijk open gebied een lange zichtlijn in noord-zuid richting te herstellen. Samen met de volkstuincomplexen en met de paardenstalling/manege aan de Sportlaan wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn om dit doorzicht weer mogelijk te maken.
Op een drietal plaatsen op de rand van Santpoort-Noord en –Zuid is gezorgd voor herstel van het kenmerkende uitzicht over de lagergelegen weilanden heen. Ook bij de entree van Santpoort-Noord vlakbij het viaduct, wordt getracht deze zichtrelatie met het open agrarisch gebied te herstellen.
Veel van de graslanden in dit gebied is in gebruik ten behoeve van de paardenhouderij. Via het bestemmingsplan wordt getracht de bebouwingsmogelijkheden en inrichting van het erf goed te reguleren. In overleg met de betrokkenen wordt getracht door middel van erfbeplanting de ruimtelijke uitstraling van de clusters van bouwwerken in de open ruimte te verbeteren.
Afbeelding 7 Visie Landschapsbeleidsplan
Legenda:Gele pijlen: zichtlijn; Blauw: watergang; Turquoise:natuurvriendelijke oever of plas-dras zone langs watergang (indicatief); Groene ovalen:verbeteren erfbeplanting (indicatief): Groene sterren: aanplant solitaire bomen (indicatief)
Op 11 juni 2009 heeft de gemeenteraad het nieuwe groenbeleidsplan “Ruimte voor Groen” vastgesteld. Het grootste deel van het plangebied is in Ruimte voor Groen gerekend tot de hoofdgroenstructuur van de gemeente Velsen. Het gebied is cultuurhistorisch en natuurwetenschappelijk gezien van grote waarde. Bovendien vormt het een schakel in een nog te ontwikkelen ecologische structuur waarbij het duingebied met het gebied rond de Westbroekplas en de Hekslootpolder wordt verbonden. Bij de vaststelling van het groenbeleidsplan is tevens besloten de procedure tot het aanwijzen van het Burgemeester Rijkenspark tot gemeentelijk monument, op te starten. Zodra het park aangewezen is als monument, zal dit worden verwerkt in het bestemmingsplan.
Afbeelding 8 Uitsnede kaart Hoofdgroenstructuur uit “Ruimte voor Groen”. De groene arcering geeft de hoofdgroenstructuur weer.
Afbeelding 9 Uitsnede uit kaart Ecologische structuur “Ruimte voor Groen”: de blauwe vlakken geeft de, nog te ontwikkelen ecologische verbindingszone weer; groene arcering: te verbinden groengebieden; gele arcering: parken/buitenplaatsen met ecologisch beheer
Op 3 februari 2005 heeft de gemeenteraad de beleidsnota Monumentenzorg Velsen vastgesteld. De beleidsnota geeft de visie van de gemeente op de monumentenzorg weer. Leidraad hierbij is een zorgvuldig beheer en weloverwogen behoud van het architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed, in samenspel met rijk, provincie en particulieren. Het gaat nadrukkelijk om cultuurhistorisch en/of architectuurhistorisch waardevolle objecten, cultuurhistorisch groen en objecten en structuren van historisch-geografische betekenis en bebouwingsstructuren. In verband met het voeren van het integraal gemeentelijk beleid is het van belang dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen diverse gemeentelijk disciplines. Cultuurhistorie wordt als vast onderdeel betrokken bij planontwikkelingen en –uitvoering.
In het Lokaal Verkeer- en Vervoersplan 2004 (LVVP) zijn de beleidshoofdlijnen op het gebied van verkeer en vervoer voor de gemeente Velsen vastgelegd. Knelpunten en mogelijke oplossingen worden besproken. Doelstelling van het LVVP is het vergroten van de verkeersveiligheid, de leefbaarheid en de bereikbaarheid.
Voldoende parkeergelegenheid voegt extra kwaliteit toe aan de woning. Op 29 september 1999 is door de Velsense Gemeenteraad een “Leidraad voor de inrichtingswerken van de openbare ruimte” (LIOR) vastgesteld. Hierin is een overzicht opgenomen van het aantal parkeerplaatsen dat in Velsen gerealiseerd dient te worden bij nieuwbouwprojecten.
De gemeente Velsen heeft in samenwerking met de Milieudienst IJmond een Meerjaren Milieubeleidsplan (MBP) opgesteld. In het MBP is voor de periode 2008-2012 het gemeentelijke milieubeleid opgesteld en vertaald in concrete doelstellingen. Aandachtspunten in het MBP zijn:
Waar mogelijk wordt meervoudig ruimtegebruik toegepast, waarbij ondergronds bouwen, gestapeld bouwen en het combineren van functies belangrijke elementen zijn. Bij het herinrichten van terreinen dan wel bij uitbreidingswensen wordt uitgegaan van het mengen van functies als wonen, detailhandel, horeca en niet hinderlijke bedrijvigheid. Binnen de gemeente is in navolging van de milieuvisie een beleidsplan duurzaam bouwen vastgesteld. In dit beleidsplan worden de ambities beschreven op het gebied van duurzaam bouwen in relatie tot bouwprojecten en de openbare ruimte. Het toepassen van meervoudig ruimtegebruik is één van de ambities.
In de Structuurvisie Velsen is aangegeven dat voor Sportpark de Elta wordt gehandhaafd op de huidige locatie en dat ze qua capaciteit niet worden uitgebreid. Indien uitbreiding van de capaciteit toch noodzakelijk wordt, kan dit alleen binnen de contouren van het huidige sportcomplex door het toepassen van een andere ondergrond. Vaste gebruiker van De Elta is omnisportvereniging Terrasvogels met voetbal, honkbal en softbal. De gemeente is eigenaar van de grond van het sportcomplex dat wordt verhuurd aan de vereniging, waarbij de clubgebouwen onder eigen beheer van de vereniging vallen.
Gezien de ontwikkelingen op het terrein van kinder-/naschoolse opvang in en op sportcomplexen en het aanstellen van combinatiefuncties (sport-onderwijs) zal hiermee rekening te worden gehouden in dit bestemmingsplan.
In het plangebied liggen tevens de Parnassia school en de locatie van het in 2007 afgebrande dorpshuis Het Terras. Het Terras maakt nu gebruik van tijdelijke huisvesting. Het bestemmingsplan zal een nieuwe basisaccomodatie mogelijk maken. In de Structuurvisie (2005) wordt Het Terras ook al genoemd als mogelijke herontwikkelingslocatie, waarbij wordt aangegeven dat de maatschappelijke voorzieningen eventueel kunnen worden gecombineerd met woningbouw.
In het plangebied ligt ook het OCK (Orthopedagogisch Centrum Kennemerland) 'het Spalier'. Deze organisatie richt zich op jongeren van 0-18 jaar die te maken hebben met psychosociale problemen.
Per 1 oktober 2000 is het algemene bordeelverbod (artikel 250bis Wetboek van Strafrecht) opgeheven. Dit betekent dat het exploiteren van prostitutie (in bordelen of anderszins) vanaf deze datum een legale beroepsuitoefening is. Door de gemeenteraad van Velsen is in september 2000 de nota Integraal prostitutiebeleid vastgesteld. In de nota wordt aangegeven dat er een vergunningplicht is voor seksinrichtingen en dat raam- en straatprostitutie niet is toegestaan. Ruimtelijk gezien is er door de raad aangegeven dat alleen in het havengebied van Velsen maximaal 2 seksinrichtingen gevestigd mogen zijn. In de rest van de gemeente is geen seksinrichting toegestaan.
Er is één horecavoorziening aanwezig in het Zwitserse Chalet. Er is geen horecabeleid dat van toepassing is.
Op 8 juli 2010 is de beleidsnotitie ‘Bed & Breakfast gemeente Velsen 2010’ vastgesteld. Als gevolg van dit beleid zal toegestaan worden dat in een woning en in een agrarische bedrijfswoning incidenteel, bedrijfsmatig logies (Bed & Breakfast) verleend wordt, waarbij de woning door de hoofdgebruiker wordt bewoond. Maximaal 40% van het totale woonoppervlak van de woning mag voor deze functie worden gebruikt, met een maximum van 50 m2 binnen de bebouwde kom of 100 m2 buiten de bebouwde kom. Het maximum aantal gasten dat gebruik mag maken van de voorziening is binnen de bebouwde kom gesteld op vier, buiten de bebouwde kom is het maximum aantal gasten acht. Een omgevingsvergunning is benodigd om een Bed & Breakfast te mogen starten, in de regels zijn hiervoor randvoorwaarden opgenomen.