direct naar inhoud van 5.2 Externe Veiligheid
Plan: De Biezen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001

5.2 Externe Veiligheid

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRnvgs). Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden Risico (PR)
Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden.


Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN- curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1 % letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1 % van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.

Nagegaan moet worden of op het gebied van externe veiligheid belemmeringen worden ondervonden. Hierbij dient te worden getoetst aan bronnen die een extern veiligheidsrisico in kunnen houden. Het gaat daarbij om de volgende risicobronnen:

  • bedrijven, waar handelingen met gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over het water;
  • transport van gevaarlijke stoffen door een buisleiding.


Opslag en/of handelingen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven
Binnen het plangebied ligt een gasontvangststation en een meet- en regelstation. Het meet- en regelstation gelegen aan het Groenelaantje heeft een veiligheidsafstand van 25 meter. Het gasontvangststation gelegen aan de Hagelingerweg heeft een veiligheidsafstand van 15 meter. Beide contouren worden gemeten van af de inrichtingsgrens. Binnen deze contouren zijn geen kwetsbare objecten toegestaan. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt dat deze zich niet binnen 4 meter van de inrichtingsgrens mogen bevinden.

Voor het meet- en regelstation gelegen aan het Groenelaantje geldt dat er binnen de 25 meter contour geen kwetsbare aanwezig zijn. Wel is er binnen de 25 meter contour een beperkt kwetsbaar object aanwezig. Binnen de 4 meter contour zijn geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten aanwezig.

Voor het gasontvangstation aan de Hagelingerweg geldt dat er binnen de veiligheidscontouren geen beperkt kwetsbare of kwetsbare objecten aanwezig zijn.

  afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001_0011.png"
Afbeelding 11: Gasontvangststation 'Groenelaantje'  
afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001_0012.png" Afbeelding 12: Gasontvangststation 'Hagelingerweg'  

Transport van gevaarlijke stoffen over wegen
Het noordelijk deel van het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de A22. De rijksweg A22 is een route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze weg is opgenomen in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In bijlage 5 van de circulaire is opgenomen dat er maximaal 1500 vervoerbewegingen gevaarlijke stoffen per jaar plaatsvinden. Op basis hiervan kan worden gesteld dat de A22 geen PR heeft.

Een deel van het plangebied valt binnen het invloedsgebied van de A22. Op basis van de vuistregels geldt hierbij, dat indien de bevolkingsdichtheid lager is dan 60 personen per hectare, de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Aangezien er nauwelijks tot geen bebouwing langs de A22 in het plangebied voorkomt, kan worden aangenomen dat de bevolkingsdichtheid lager is.

De oostelijke grens wordt gevormd door de A208. De rijksweg A208 is een route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze weg is niet opgenomen in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat het aantal vervoersbewegingen lager is dan 1500 per jaar, en worden gesteld dat de A208 geen PR heeft.

Groepsrisico: Op basis van de vuistregels geldt bij een dergelijke vervoersintensiteit dat indien de bevolkingsdichtheid lager is dan 60 personen per hectare, de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Aangezien er nauwelijks tot geen bebouwing langs de A208 ter hoogte van het plangebied voorkomt, kan worden aangenomen dat de bevolkingsdichtheid lager is.


Transport van gevaarlijke stoffen via het spoor
Het spoor Haarlem – Beverwijk vormt de westelijke grens van het plangebied. Over dit spoor vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatst. Er is geen sprake van een plaatsgebonden risico, noch van een invloedsgebied.


Transport van gevaarlijke stoffen door een buisleiding
Het plangebied is gelegen binnen de effectafstand van verschillende buisleidingen (aardgas). Er is geen plaatsgebonden risico. In verband met bereikbaarheid van de buisleiding is binnen een zone van 5 meter aan weerszijden van de buisleidingen vastgesteld waarbinnen geen bebouwing mag plaatsvinden.

Uit de risicokaart blijkt dat binnen het plangebied invloedsgebieden (100% letaliteit) van aardgasleidingen zijn gelegen. Om het groepsrisico te bepalen is zijn Carola-berekeningen uitgevoerd. Uit deze berekening blijkt dat het groepsrisico in de huidige situatie kleiner is dan 0,1 * oriëntatiewaarde. Ontwikkelingen binnen het invloedsgebied zijn hierdoor mogelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001_0013.jpg"

Afbeelding 13: Leidingen en 1%-letaliteitinvloedsgebieden ingedeeld in GR-niveau.

In afbeelding 13 zijn de resultaten van de berekeningen buisleidingen opgenomen, groene leidingen en invloedsgebieden hebben een groepsrisico van kleiner dan 0,1*oriëntatiewaarde.

Overige risicobronnen
Het plangebied ligt niet in de omgeving van een vaarweg waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Conclusie
In het plangebied zijn een gasontvangststation en een gas meet- en regelstation gelegen. Binnen de veiligheidsafstanden mogen geen kwetsbare objecten voorkomen. Wel is het toegestaan op een afstand van 4 meter of meer beperkt kwetsbare objecten toe te staan. Het plangebied is gelegen in het invloedsgebied van aardgasleidingen. Voor deze bron geldt dat het groepsrisico (ver) onder de oriëntatiewaarde ligt. Binnen dit gebied zijn ontwikkelingen mogelijk, mits goed verantwoord, zie hiervoor artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Voor het bestemmingsplan vormt externe veiligheid geen beperking.