direct naar inhoud van 3.6 Gemeentelijk beleid
Plan: De Biezen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001

3.6 Gemeentelijk beleid

3.6.1 Structuurvisie Velsen 2015

De structuurvisie Velsen 2015, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2005, heeft als doel een actueel en samenhangend kader te scheppen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente tot aan 2015, met een doorkijk naar 2020. Het is een ruimtelijke vertaling en een verdere uitwerking van de toekomstvisie 2010. Het programma dient te leiden tot een versterking van de ruimtelijke kwaliteit en de leefkwaliteit. De nota spitst zich toe op de vraag waar de verdere verstedelijking van Velsen plaats kan vinden en hoe dit moet gebeuren.

Zowel bij de uitleggebieden als bij de herstructurering van bestaande gebieden geldt dat de wezenlijke kwaliteiten en de leefbaarheid niet aangetast mogen worden. Voor het plangebied De Biezen wordt een combinatie gezocht van recreatie, groen en cultuurhistorie. De bestaande tuincentra krijgen hierbij meer mogelijkheden om te moderniseren en te groeien. Eén en ander is nader uitgewerkt in de Landschappelijke en Ecologische Ontwikkelingsvisie De Biezen uit 2008.

Op 14 april 2011 heeft de gemeenteraad de visie 'Kennisrijk werken in Velsen' als de Visie op Velsen 2025 vastgesteld. In de Visie op Velsen zijn geen concrete elementen opgenomen met betrekking tot het plangebied. De visie zal nog nader worden uitgewerkt in een nieuwe structuurvisie.

3.6.2 Landschappelijke en Ecologische Ontwikkelingsvisie De Biezen

Naar aanleiding van de uitbreidingswensen van de tuincentra in de Biezen is in de structuurvisie bepaald dat deze kunnen uitbreiden tot maximaal 5000 m2. Om uitvoering te geven aan dit beleid is voor het plangebied De Biezen de Landschappelijke en Ecologische Ontwikkelingsvisie opgesteld (vastgesteld door de Raad op 13 november 2008). De visie geeft weer op welke wijze een blauw – groen raamwerk kan worden gerealiseerd dat het plangebied landschappelijk en ecologisch versterkt en de voorgenomen uitbreidingen van de tuincentra in het gebied integreert. Het blauwe raamwerk voorziet in natte landschapselementen zoals waterlopen en poelen. Het groene raamwerk voorziet in droge landschapselementen zoals houtwallen en heggen. Het droge en natte netwerk vormt in zijn geheel een brede ecologische verbinding tussen het duingebied en Recreatieschap Spaarnwoude. Bovengenoemde zaken zijn verder geconcretiseerd in het Landschapsbeleidsplan.

3.6.3 Woonvisie 2015

In de woonvisie beschrijft de gemeente welke resultaten men wil bereiken op het gebied van wonen in de periode tot 2015. Verschillende nota's die op rijks- en provinciaal niveau zijn verschenen hebben als input gediend. Geconstateerd wordt dat er meer behoefte is aan keuzevrijheid en kwaliteit. Niet alleen kwaliteit van de woning, maar ook aan kwaliteit van de woonomgeving. In de woonvisie wordt voorts geconstateerd dat er gelet op de bouwopgave van 2200 woningen voor de periode tot 2015, creatief en economisch met de ruimte moet worden omgesprongen. Dit betekent dat er op sommige plekken de hoogte ingegaan moet worden om op andere plekken de bouw van grondgebonden woningen mogelijk te maken.

Woningvoorraad

Het rijksbeleid spreekt zich uit voor een verhouding van 65% koop en 35% huur van de woningvoorraad. In tegenstelling tot het rijksbeleid streven wij voor Velsen naar een verhouding van 55% koop en 45% huur binnen de gestelde planperiode. Door de beperkte uitbreidingsmogelijkheden zal de transformatie van de woningvoorraad grotendeels binnen bestaand stedelijk gebied plaats moeten vinden. Dit bemoeilijkt het proces. Bij nieuwbouwplannen op aanvullende locaties streven wij naar een verhouding van 30% huur en 70% koop om de verhouding 55-45 voor Velsen te bereiken. Bij herstructureringsplannen zal dit afhankelijk van de planvorming variëren.

3.6.4 Landschapsbeleidsplan

In de Structuurvisie Velsen 2015 benoemt de gemeente de versterking van de ecologische en landschappelijke structuur als één van de hoofddoelstellingen. Deze is uitgewerkt in het Landschapsbeleidsplan (vastgesteld door de Raad op 28 januari 2010).

De doelstelling van het Landschapsbeleidsplan is te komen tot een vitaal landschap, met ontwikkelingsmogelijkheden binnen een duurzaam en robuust groen raamwerk. Daarbij wordt gestreefd naar het versterken van de (oorspronkelijke) identiteit van het Velsense landschap, een landschap waarin de ontstaansgeschiedenis van het gebied beleefbaar is.

Het versterken van de landschappelijke en ecologische samenhang tussen verschillende onderdelen, landschapelementen of waardevolle deelgebieden. Het verbinden van de verschillende landschapstypen en grotere groengebieden is cruciaal voor zowel het ecologisch functioneren als de beleving en 'leesbaarheid' van dit landschap. Het plangebied is een essentiële schakel tussen de grote natuurgebieden de duinen en het Recreatiegebied Spaarnwoude. Het is om deze reden een ecologische verbindingszone op provinciaal niveau (zie 3.4.1). De Structuurvisie 2015 en de Landschappelijke en Ecologische Ontwikkelingsvisie De Biezen (zie 3.6.2) zijn kaderstellend geweest voor het Landschapsbeleidsplan. Het plangebied is in het Landschapsbeleidsplan als deelgebied opgenomen onder de noemer 'groengebied tussen Driehuis en Santpoort-Noord'.

Gevolgen van het Landschapsbeleidsplan voor De Biezen

In het gehele groengebied tussen Driehuis en Santpoort-Noord wordt een 'groen-blauw' raamwerk gerealiseerd. Dit raamwerk vervult als geheel de functie als ecologische verbindingszone. Het raamwerk accentueert de blokverkaveling en refereert aan het tuinbouwverleden van dit gebied. Het raamwerk bestaat uit droge en natte componenten:

  • een 'kruis' van houtwallen en hagen met eiken op de hoge terreindelen langs de Biezenweg, het Spekkenwegje en het Groenelaantje;
  • een structuur van hagen met 'overstaanders' (eiken op onregelmatige afstanden) op perceelsgrenzen;
  • houtwallen rond de tuincentra en overige bedrijven.
  • een brede ecologische corridor (tot 22 meter breed) aan de noordzijde van het spoor, bestaande uit de spoorsloot die via een natuurvriendelijke oever (plas-dras zone) overgaat in een zone met struweel en bomen (dit valt echter buiten het plangebied);
  • doorgaande elzensingels langs de bermsloot aan de zuidzijde van het spoor (de voormalige Smalgeesterbeek) en langs de Schipbroekerbeek;
  • de aanleg van amfibiepoelen verspreid door het gebied.

In het gebied Groeneveen (ten westen van de Hagelingerweg) is het behoud van de huidige mate van openheid en van de zichtlijn naar de duinen van groot belang.

Onder de Santpoortse Dreef, de Hagelingerweg en de N208 worden mogelijk faunapassages aangelegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001_0006.png"

Afbeelding 6: Visie Landschapsbeleidsplan.
Legenda
Gele pijlen: zichtlijn; blauw: watergangen en amfibiepoelen; turkoois: natuurvriendelijke oever of plas-dras zone langs watergang (indicatief); rode pijl: faunapassage; donkergroen: houtwallen en beplantingssingels; lichtgroen: hagen.

3.6.5 Ruimte voor Groen

Het 'Groenbeleidsplan Velsen 2008: Ruimte voor Groen' is op 11 juni 2009 door de gemeenteraad vastgesteld en vervangt het groenstructuurplan uit 1985.

In Ruimte voor Groen wordt een deel van het plangebied gerekend tot de hoofdgroenstructuur van de Gemeente Velsen. Dit gebied speelt een belangrijke rol in het tot stand brengen van een ecologische structuur om de duinen weer te verbinden met de achterliggende droogmakerijen, waarvan recreatiegebied Spaarnwoude deel uitmaakt.

3.6.6 Nota Monumentenzorg Velsen

Op 3 februari 2005 heeft de gemeenteraad de beleidsnota Monumentenzorg Velsen vastgesteld. Deze is geactualiseerd in 2008. De beleidsnota geeft de visie van de gemeente op de monumentenzorg weer. Leidraad hierbij is een zorgvuldig beheer en weloverwogen behoud van het architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed, in samenspel met rijk, provincie en particulieren. Het gaat nadrukkelijk om cultuurhistorisch en/of architectuurhistorisch waardevolle objecten, cultuurhistorisch groen en objecten en structuren van historisch-geografische betekenis en bebouwingsstructuren. In verband met het voeren van het integraal gemeentelijk beleid is het van belang dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen diverse gemeentelijk disciplines. Cultuurhistorie wordt als vast onderdeel betrokken bij planontwikkelingen en –uitvoering.

3.6.7 Verkeersbeleid

In het LVVP 2004 (Lokaal Verkeers- en Vervoersplan ) zijn de beleidshoofdlijnen op het gebied van verkeer en vervoer voor de gemeente Velsen vastgelegd. Knelpunten en mogelijke oplossingen worden besproken. Doelstelling van het LVVP is het vergroten van de verkeersveiligheid, de leefbaarheid en de bereikbaarheid.

Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)

In het LVVP 2004 wordt nog ingezet op een Rondweg Driehuis, die zou gaan lopen tussen de Santpoortse Dreef (nabij de vijver) en het kruispunt Waterloolaan – Zeeweg - Min.van Houtenlaan. Deze zou grotendeels gebruik maken van het oude spoor. Volgens het besluit tracékeuze HOV Haarlem - IJmuiden, van 12 september 2008, is hier van afgezien en wordt ingezet op een busbaan op het genoemde tracé. Als streefdatum wordt (m.u.v. de onderdoorgang) 2015 aangehouden. Op het gedeelte van de toekomstige busbaan tussen de Santpoortse Dreef en het oude spoor is sprake van gronden die onderdeel zijn van dit bestemmingsplan en momenteel als agrarisch bestemd zijn. Onder de spoorbaan Haarlem - Beverwijk zal tevens een onderdoorgang aangelegd moeten worden, vanwege de zichtlijn Hagelingerweg - duinen en de functie van het groengebied als ecologische verbindingszone (PEHS). De exacte inpassing van de onderdoorgang is afhankelijk van de lengte van de onderdoorgang. Op dit moment is hierover nog onvoldoende informatie beschikbaar, waardoor nog niet alle benodigde ruimtelijke onderzoeken kunnen worden uitgevoerd. Conform afspraak met de provincie zal de gemeente voor het HOV tracé, voor het gedeelte dat niet al passend is binnen de vigerende bestemmingen, een afzonderlijke planologische procedure voeren. Om deze reden wordt voor het tracé geen voorziening opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan ‘De Biezen’.

Fietspadennet

Velsen streeft naar een samenhangend fietspadennet dat recreatieve attracties bereikbaar maakt en met elkaar verbindt. De Structuurvisie Velsen 2015 geeft aan dat de ontbrekende schakels in het netwerk moeten worden opgelost. Een van de belangrijke nieuwe verbindingen is een route door het gebied Groeneveen - De Biezen, over bestaande wegen. Deze aanpassing zal geen extra verharding of infrastructuur met zich meebrengen, maar betekent een toename van het fietsverkeer in het plangebied.

3.6.8 Milieubeleid

De gemeente Velsen heeft in samenwerking met de Milieudienst IJmond een Meerjaren Milieubeleidsplan (MBP) opgesteld. In het MBP is voor de periode 2008-2012 het gemeentelijke milieubeleid opgesteld en vertaald in concrete doelstellingen. Aandachtspunten in het MBP zijn:

  • Het waarborgen van de leefbaarheid,
  • optimaal gebruik van de regelgeving,
  • de voorbeeldfunctie van de gemeente,
  • het bevorderen van duurzame ontwikkeling
  • en het realiseren van klimaatbeleidsdoelstellingen.

Waar mogelijk wordt meervoudig ruimtegebruik toegepast, waarbij ondergronds bouwen, gestapeld bouwen en het combineren van functies belangrijke elementen zijn. Bij het herinrichten van terreinen dan wel bij uitbreidingswensen wordt uitgegaan van het mengen van functies als wonen, detailhandel, horeca en niet hinderlijke bedrijvigheid. Binnen de gemeente is in navolging van de milieuvisie een beleidsplan duurzaam bouwen vastgesteld. In dit beleidsplan worden de ambities beschreven op het gebied van duurzaam bouwen in relatie tot bouwprojecten en de openbare ruimte. Het toepassen van meervoudig ruimtegebruik is één van de ambities.

3.6.9 Beleidsplan Windturbines

In het beleidsplan windturbines en de aanvulling daarop uit 2008 zijn voorwaarden gesteld voor het plaatsen van windturbines binnen de gemeente. Tevens zijn daarbij gebieden aangewezen waarbinnen plaatsing in beginsel mogelijk is. Deze gebieden liggen niet binnen het plangebied, derhalve heeft dit geen consequenties voor het bestemmingsplan.

3.6.10 Maatschappelijk beleid, sport en recreatie

Binnen het beleidsveld maatschappelijke ontwikkeling is geen specifiek beleid van toepassing dat ruimtelijke consequenties heeft of zal hebben op het plangebied.

3.6.11 Prostitutie

Per 1 oktober 2000 is het algemene bordeelverbod (artikel 250bis Wetboek van Strafrecht) opgeheven. Dit betekent dat het exploiteren van prostitutie (in bordelen of anderszins) vanaf deze datum een legale beroepsuitoefening is. Door de gemeenteraad van Velsen is in september 2000 de nota Integraal prostitutiebeleid vastgesteld. In de nota wordt aangegeven dat er een vergunningplicht is voor seksinrichtingen en dat raam- en straatprostitutie niet is toegestaan. Ruimtelijk gezien is er door de raad aangegeven dat alleen in het havengebied van Velsen maximaal 2 seksinrichtingen gevestigd mogen zijn. In de rest van de gemeente is geen seksinrichting toegestaan.

3.6.12 Horeca, Bed & Breakfast

Horeca

Van een zelfstandige vorm van horeca is in het gebied geen sprake. Wel bestaat behoefte aan ondersteunende horeca bij de tuincentra. Binnen de uitbreidingsplannen van de tuincentra kan ruimte worden gereserveerd voor een ondersteunende vorm van horeca. Zolang de horecafunctie binnen de tuincentra van ondersteunende aard (ten behoeve van de klanten van het tuincentrum) blijft en er geen verschuiving in de bedrijfsactiviteiten in de richting van zelfstandige horeca optreedt, is dit toegestaan. Dit is in overeenstemming met het in 2009 vastgestelde Horeca(locatie)beleid 2008-2015, waarin in zijn algemeenheid meer ruimte wordt gegeven voor ondersteunende horeca binnen detailhandel. Te allen tijde zal de hoofdactiviteit wel het verkopen van tuincentrumgerelateerde goederen moeten blijven.

Bed & Breakfast

Op 25 november 2010 is de beleidsnotitie ‘Bed & Breakfast gemeente Velsen 2010’ vastgesteld. Als gevolg van dit beleid zal toegestaan worden dat in een woning en in een agrarische bedrijfswoning incidenteel, bedrijfsmatig logies (Bed & Breakfast) verleend wordt, waarbij de woning door de hoofdgebruiker wordt bewoond. Maximaal 40% van het totale woonoppervlak van de woning mag voor deze functie worden gebruikt, met een maximum van 50 m2 binnen de bebouwde kom of 100 m2 buiten de bebouwde kom. Het maximum aantal gasten dat gebruik mag maken van de voorziening is binnen de bebouwde kom gesteld op vier, buiten de bebouwde kom is het maximum aantal gasten acht. Een omgevingsvergunning is benodigd om een Bed & Breakfast te mogen starten, in de regels zijn hiervoor randvoorwaarden opgenomen.