direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - 1
Plan: De Biezen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-I001

Artikel 3 Agrarisch - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - 1' gebruik aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, zoals grondgebonden veehouderij, tuinbouw, plantenkwekerijen en grasland;
  • b. bollenteelt, echter uitsluitend ondergeschikt aan de uitoefening van de onder sub a. genoemde bedrijfsvormen;
  • c. ondergeschikte paardenhouderij;
  • d. beweiding met koeien, paarden, geiten en schapen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', één hoveniersbedrijf van milieucategorie 3.1 (SBI-2008 code 016.3);

met de daarbij behorende:

  • g. wegen en paden;
  • h. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen (waaronder stallen en schuilhutten) gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de aangegeven bouwhoogte niet worden overschreden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de aangegeven goothoogte niet worden overschreden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het aangegeven bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • e. de maximale inhoud van een bedrijfswoning is 500m³.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte binnen het bouwvlak is 4,0m;
  • b. de maximale bouwhoogte buiten het bouwvlak is 1,0m;
  • c. paardenbakken, stapmolens, paddocks, longeerkralen en dergelijke zijn niet toegestaan;
  • d. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak is 2,0m;
  • e. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak is 1,0m;
  • f. per hoveniersbedrijf is één waterbassin toegestaan met een maximale hoogte van 2,0 m en een maximum oppervlakte van 80 m2.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
1. buitenopslag waaronder opslag van goederen, stenen, grond, zand en dergelijke, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag1' en 'specifieke vorm van agrarisch - opslag2';
2. het stallen van (paarden-)trailers in de open lucht, op meer dan 5 meter afstand van de gevel van de bebouwing.

3.3.2 Opslag

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag1' is opslag van goederen, stenen, grond, zand en dergelijke toegestaan tot een maximale hoogte van 2,0 m.

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag2' is opslag van goederen, stenen, grond, zand en dergelijke toegestaan tot een maximale hoogte van 5,0 m.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Bed & Breakfast

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 teneinde een deel van de agrarische bedrijfswoning of bijgebouw te gebruiken voor Bed & Breakfast (logies en ontbijt), met dien verstande dat:

  • a. bedrijfsmatig tegelijkertijd aan maximaal 8 personen logies verleend wordt;
  • b. de bedrijfswoning door de hoofdgebruiker wordt bewoond;
  • c. het parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein;
  • d. maximaal 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, tot een maximum van 100 m2, mag worden gebruikt ten behoeve van uitoefening van deze functie;
  • e. geen detailhandel is toegestaan tenzij zij gezien kan worden als een ondergeschikte nevenactiviteit;
  • f. geen horeca is toegestaan tenzij zij gezien kan worden als een ondergeschikte nevenactiviteit.
3.4.2 Recreatief medegebruik

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van het recreatief medegebruik van een agrarisch bedrijf in de vorm van bijvoorbeeld boerengolf, met dien verstande dat:

  • a. het parkeren plaats dient te vinden op het eigen terrein;
  • b. geen horeca is toegestaan tenzij zij gezien kan worden als een ondergeschikte nevenactiviteit.