direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: IJmuiden West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP0800IJMUIDENWES1-I001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfsactiviteiten welke zijn opgenomen in de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten bij functiemenging, categorie A en B;

ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg (SBI code 2008 473.3 - zonder lpg) toegestaan;
  • b. 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning op de verdieping toegestaan;
  • c. 'nutsvoorziening', is een nutsvoorziening toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • d. verkeersvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. waterlopen, waterpartijen en bijbehorende voorzieningen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de aangegeven bouwhoogte niet worden overschreden.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • a. de maximale bouwhoogte binnen het bouwvlak is 4,0m;
  • b. de maximale bouwhoogte buiten het bouwvlak is 1,0m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' is een overkapping ten behoeve van het verkooppunt motorbrandstoffen toegestaan ter grootte van de aangegeven maximale oppervlakte en een maximale bouwhoogte van 6,0m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, ter plaatse van gronden met de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 teneinde de verkoop van motorbrandstoffen met LPG toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. de 10-6 -contour voor het plaatsgebonden risico of, indien van toepassing, de afstand zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen jo. Artikel 2 lid 1 van de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen, dient te zijn gelegen op gronden met de bestemming “Verkeer” of “Groen”;
  • b. bij het verstrekken van de omgevingsvergunning een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.