Plan: | Zeezicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.BP0100ZEEZICHT1-R002 |
Wetgeving met betrekking tot de bescherming van de natuur richt zich op twee hoofdthema's. Het gaat hierbij om de bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming) en de bescherming van planten diersoorten (soortbescherming).
Gebiedsbescherming wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS) (zie onder meer hoofdstuk 3.4.5). De provincie is het bevoegde gezag voor EHS en natuurbeschermingswetaspecten. Voor bestemmingsplannen, bouwplannen of andere activiteiten, kan het noodzakelijk zijn dat een vergunning volgens artikel 19d Natuurbeschermingswet aangevraagd moet worden bij de provincie.
Het afwegingskader van de Natuurbeschermingswet 1998 staat bekend als de Habitattoets. Deze bestaat uit een Voortoets en eventueel een zogenoemde "passende beoordeling" als uit een Voortoets blijkt dat er mogelijk significante gevolgen zijn. De belangrijkste aspecten bij de beoordeling van mogelijke invloed op natuurgebieden aan de orde komen zijn: oppervlakteverlies, verontreiniging, verdroging, geluid, licht, verstoring door mensen, mechanische effecten en versnippering.
Beoordeling
In het bestemmingsplan gebied zijn twee gebieden opgenomen die vallen onder de Natuurbeschermingswet 1998, namelijk Kennemerland-Zuid en het Noord-Hollands duinreservaat (in het ontwerpbestemmingsplan kaartjes opnemen). De duinenstrook ten noorden van het Noordzeekanaal is bovendien opgenomen in de EHS (idem kaartje).
Voor wat betreft het plangebied ten noorden van het Noordzeekanaal zijn geen nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Langs de duinenrij zijn sinds lange tijd strandhuisjes gelegen. In het bestemmingsplan zal mogelijk voor het eerst een ruimtelijke reservering voor 78 strandhuisjes worden opgenomen. Voor wat betreft de Natuurbeschermingswet 1998 is daarom sprake van een nieuwe situatie. In verband met het bestemmingsplan Wijk aan Zee Strand (gemeente Beverwijk) is onlangs een passende beoordeling (Els & Linde, januari 2011) uitgevoerd waarin onder meer de strandhuisjes in Wijk aan Zee waren opgenomen. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen significante effecten zijn te verwachten op de doelstellingen van het Noord-Hollands duinreservaat. Er dient wel een mitigerende maatregel te worden genomen, namelijk het plaatsen van een raster tussen de strandhuisjes (of andere bebouwing) en de duinen.
In het plangebied ten zuiden van het Noordzeekanaal is de ontwikkeling van het IJmuiderstrand van belang (Kustvisie). Bij de Zuidpier zijn al een hotel, horeca en parkeervoorzieningen aangelegd. In de kustvisie zou de verblijfsrecreatie worden gestimuleerd, met name door middel van nieuwbouwwoningen. Deze nieuwbouwwoningen zijn nu niet in de plankaart opgenomen. Ook langs het IJmuiderstrand zijn sinds lange tijd strandhuisjes gelegen. Het aantal strandhuisjes bedraagt maximaal 400 huisjes. Op de plankaart is een evenemententerrein langs de Kennemerboulevard opgenomen. Waarschijnlijk zal deze bestemming weer worden teruggedraaid.
In verband met de Kustvisie is al een zogenoemde Voortoets verricht (Herziene Kustvisie 2006 en Kennemerland Zuid, Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet, bureau Waardenburg, 1 maart 2007). Volgens deze Voortoets is er geen vergunning volgens de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. Er dienen mitigerende maatregelen te worden genomen om te voorkomen dat de recreatiedruk op de flora- en fauna rond het Binnenmeer (sterk) toeneemt. De strandhuisjes zijn niet beoordeeld in de Voortoets van Waardenburg.
In het Noordzeekanaal is de lichtervoorziening IJpalen opgenomen. De stikstofemissies van dit bedrijf kunnen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 worden beschouwd als bestaand gebruik (per 2004/2005). De stikstofdepositie op de natuurbeschermingswet 1998 gebieden ten noorden en zuiden van het Noordzeekanaal hoeft daarom niet te worden getoetst.
Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en faunawet. In deze wet is een aantal planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen. De wet maakt een onderscheid tussen licht en zwaar beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, licht beschermde soorten, de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Voor (zwaar) beschermde soorten dient een ontheffing volgens art. 75 van de flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van EL&I. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:
Beoordeling
Uit de bestemmingsplankaart blijkt dat het Forteiland partieel wordt bestemd als evenemententerrein. De natuurwaarden van het Forteiland zijn in relatie tot evenementen zijn door bureau Els en Linde onderzocht. De conclusies van dit onderzoek zijn dat broedende meeuwenkolonie en de kleine kolonie zandhagedissen gevoelig zijn voor betreding en verstoring door een festivals op het buitenterrein. Buiten het seizoen zijn festivals mogelijk met beschermingsmaatregelen voor de zandhagedis.
In verband met de Kustvisie is al een Flora- en faunaonderzoek verricht (Kennemermeer als onderdeel van SBZ Kennemerland-Zuid. Beoordeling noordgrens SBZ, bureau Waardenburg, 25 februari 2005). In het rapport wordt onder meer geconcludeerd dat als werkzaamheden in de droge duinen worden uitgevoerd dan dient een ontheffing volgens art. 75 van de flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van LNV voor onder meer de zwaar beschermde Rugstreeppad en Zandhagedis.
Natuurbeschermingswet: In het bestemmingsplan zijn ontwikkelingen opgenomen die grotendeels al zijn onderzocht in de in 2007 verrichte voortoets. In 2011 zijn flora en fauna onderzoeken verricht met betrekking tot evenementen. Het al verrichte onderzoek wordt geactualiseerd en te worden aangevuld met onderzoek naar met name de strandhuisjes in IJmuiden en Velsen-Noord. De resultaten van het onderzoek dienen ter beoordeling aan de provincie Noord Holland (bevoegd gezag) te worden voorgelegd. De verwachting is dat geen knelpunten op zullen treden.
Flora- en faunawet: Het in 2005 in verband met de kustvisie uitgevoerde Flora- en faunaonderzoek dient te worden geactualiseerd vóór het uitvoeren van de Kustvisie.