Plan: | Zeezicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.BP0100ZEEZICHT1-R002 |
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven), transportroutes (weg, water en spoor) en buisleidingen.
Op alle categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (c-RNVGS/BTEV) en het beleid met betrekking tot buisleiding is opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB).
Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico
Plaatsgebonden Risico (PR)
Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6/jaar contour (wettelijk harde norm) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden.
Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN-curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit en is afhankelijk van het aantal aanwezige personen en de afstand tot de risicobron. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1 % letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1 % van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.
Nagegaan moet worden of op het gebied van externe veiligheid belemmeringen worden ondervonden voor bestemmingsplan Zeezicht. Hierbij dient te worden getoetst aan bronnen die een extern veiligheidsrisico in kunnen houden. Het gaat daarbij om de volgende risicobronnen:
Het plangebied van het bestemmingsplan Zeezicht is gelegen binnen invloedsgebieden van verschillende risicobronnen. Het betreft de volgende bronnen:
Plaatsgebonden risico
Uit het Veiligheidsrapport deel 3 van Corus Staal BV, rapportnummer VR*-deel III-Alg.-09-05.03, april 2010 van Trust (beoogde warmkrachtcentrale) blijkt dat het plaatsgebonden risico 10-6/jaar op de terreingrens ligt, de 10-7/jaar ligt over het Hoogovenkanaal en de 10-8/jaar rijkt tot het Binnenkanaal. Deze PR-contouren liggen niet binnen dit bestemmingsplan.
Groepsrisico
Van de volgende risicobronnen ligt het invloedsgebied (1% letaliteit) over het plangebied: hoogovengashouder (2000 m, toxischscenario ), oxygashouder (1.750 m, toxisch scenario) en sterkwatertank (750 m, toxisch scenario).
Uit de groepsrisicoberekeningen waarvan de resultaten zijn opgenomen in eerdergenoemd veiligheidsrapport blijkt dat het groepsrisico vanwege de inrichting beneden de oriënterende waarde ligt. Ontwikkelingen binnen het invloedsgebied van Tata Steel zijn in principe mogelijk, mits een goede verantwoording (conform artikel 5 en 13 van het Bevi) wordt opgesteld.
Aan de noordzijde van het plangebied ligt de transportleiding van Q8/Wintershall waar, onder hoge druk (90 bar), olie door wordt getransporteerd. Deze leiding heeft geen plaatsgebonden risico 10-6./jaar. Het invloedsgebied is 165 meter aan beide zijden van de buisleiding. Binnen dit gebied zijn ontwikkelingen mogelijk, mits goed verantwoord, zie hiervoor artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen.
Aardgasleiding hoofdnet Gasunie
Er lopen een aantal buisleidingen langs het plangebied. Het plaatsgebonden risico van deze leidingen ligt op de leiding. Binnen een belemmeringenstrook van 5 meter aan beide zijden van de buisleidingen mogen geen bouwwerken worden geplaatst. Een bestemmingsplan waarbij aan gronden de bestemming wordt toegewezen die de aanwezigheid van een buisleiding toelaat, bevat in elk geval voor de belemmeringenstrook:
Het invloedsgebied van de aardgasleidingen ligt deels over het plangebied. Uit uitgevoerde berekeningen met Carola blijkt dat het groepsrisico van deze buisleidingen lager is dan 0,1*oriëntatiewaarde. Ontwikkelingen waarbij geen sprake is van bijzondere kwetsbare objecten kunnen plaatsvinden, mits deze goed zijn verantwoord
Aan de zuidzijde van het Noordzeekanaal is een buisleiding gelegen waardoor, onder grote druk (142,50 bar), olie wordt getransporteerd. Deze leiding heeft een plaatsgebonden risico 10-6 /jaar van 30 meter aan beide zijden. Binnen deze contour zijn kwetsbare objecten aanwezig (camping, hotel) en geprojecteerd. Binnen deze contour zijn geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan. Het invloedsgebied is 44 meter aan beide zijden van de buisleiding. Binnen dit gebied (tussen 30 en 44 m. aan weerszijden van de leiding) zijn ontwikkelingen mogelijk, mits goed verantwoord, zie hiervoor artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen.
Toelichting huidige stand van zaken
Op de professionele risicokaart Noord-Holland is bovengenoemde informatie ook op kaart aangegeven. Nadere bestudering laat zien dat er binnen de 10-6/jaar PR-contour van 30 meter kwetsbare objecten aanwezig zijn. Volgens het BEVB moeten deze situaties worden aangemerkt als 'saneringssituaties'. De wet schrijft voor dat deze situatie door de exploitant voor 1 januari 2014 wordt 'gesaneerd'. Anders gezegd:
Indien op het tijdstip waarop dit besluit op een buisleiding van toepassing (1-1-2011) wordt het plaatsgebonden risico voor een (beperkt) kwetsbaar object, veroorzaakt door een buisleiding hoger is dan 10-6 per jaar, draagt de exploitant er zorg voor dat binnen drie jaar na dat tijdstip het plaatsgebonden risico die waarde niet meer overschrijdt.
Dit kan in grote lijnen op twee manieren:
Al enige tijd is de exploitant in gesprek met het RIVM-Centrum voor Externe Veiligheid over de gehanteerde rekenmethode en de als gevolg daarvan te brede PR-contour. Of het RIVM-CEV het toepassen van een afwijkende rekenmethode in dit geval toestaat is op dit moment niet te zeggen. Of daarmee ook de saneringssituatie wordt opgelost is eveneens niet te zeggen.
Het Noordzeekanaal vormt een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. Op basis van de definitieve rapportage Basisnet Water, gebaseerd op zeevaart- en binnenvaartvervoer, ligt de PR 10-6/jaar contour op het water. Dit betekent dat er binnen de waterlijnen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten zijn toegestaan. In het Basisnet Water is aangegeven dat het Noordzeekanaal een 'rode' vaarweg betreft. Deze categorie heeft een plasbrandaandachtsgebied (PAG) van 40 meter landinwaarts vanaf de waterlijn. Ontwikkelingen binnen dit gebied zijn niet mogelijk, tenzij deze goed zijn onderbouwd en de regionale veiligheidsdienst een positief advies heeft gegeven. Het GR ligt ver onder de oriëntatiewaarde. Ontwikkelingen, mits goed onderbouwd zijn mogelijk binnen het invloedsgebied van het Noordzeekanaal.
In het bestemmingsplan Zeezicht ligt de Noordersluisweg en het gebied grenst aan de Kanaaldijk en het industrieterrein Zeehaven. Over deze wegen worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De vervoerscijfers liggen ver onder de drempelwaarde van de Handreiking Vervoer van Gevaarlijke stoffen en daarmee ligt het groepsrisico (ruim) onder de oriëntatiewaarde. De aangewezen wegen hebben geen 10-6/jaar PR-contour.
Plaatsgebonden risico
Vulpunt 45 m.
Afleverzuil 15 m.
Reservoir 25 m.
Er is geen sprake van kwetsbare objecten in de 10-6 /jaar PR-contour. Er wordt voldaan aan de in het BEVI gestelde grens- en richtwaarden van het plaatsgebonden risico. Om het groepsrisico te bepalen zijn berekeningen uitgevoerd, hieronder zijn de resultaten van deze berekening weergegeven.
(…) wordt in de toelichting bij of in de ruimtelijke onderbouwing van het desbetreffende besluit, behoudens het vierde lid, in elk geval vermeld:
Voorafgaand aan de vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid stelt het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, het bestuur van de veiligheidsregio waarin het gebied ligt waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegenheid om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting.
VERANTWOORDING GROEPSRISICO BUISLEIDINGEN (BEVB)
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord. In de toelichting bij het besluit wordt vermeld:
de aanwezige en de op grond van het besluit te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken;
Voorafgaand aan de vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid stelt het voor dat besluit bevoegde gezag het bestuur van de regionale brandweer in wiens regio het gebied ligt waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegenheid om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding.
3. Het eerste lid, onderdelen c tot en met e, is niet van toepassing indien:
Voor het bestemmingsplan zoals deze nu wordt vastgesteld vormt externe veiligheid geen belemmeringen, er zijn wel beperkingen t.a.v. ligging van de 10-6/jaar PR-contour de Crude Oil/Chevron olieleiding. Op het moment van ter visie leggen van dit ontwerp bestemmingsplan is nog geen duidelijkheid over de voortgang van de gesprekken tussen Chevron, MDIJ en het RIVM-CEV met betrekking tot sanering.