Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpscentrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0451.BPDorpscentrum-VG01

Artikel 23 Algemene bouwregels

23.1 Cultuurhistorische Waarde

23.1.1

Indien een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'Cultuurhistorische Waarde', voorzover sprake is van afwijking van de specifieke voor de bestemming geldende bebouwingsregels, de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door goothoogte, nokhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling, gevelindeling (indien een gevel aan het bouwwerk te onderscheiden is) en grondoppervlakte, zoals deze was op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd te worden.

23.1.2

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van artikel 23 lid 1.1 voor het bouwen overeenkomstig de specifiek voor de bestemming geldende bebouwingsnormen, indien handhaving van het bepaalde in artikel 23 lid 1.1 niet in redelijkheid kan worden gevergd van de eigenaar en/of gebruiker van het bouwwerken en door middel van financiële tegemoetkomingen of anderszins de onevenredige nadelige gevolgen voor de eignaar en/of gebruiker niet kunnen worden opgeheven.

23.1.3

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van artikel 23 lid 1.1 voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bebouwing, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:  
  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm en karakteristiek elementen van de bebouwing;
  2. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
  3. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
  4. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.

23.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, luifels, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- of bestemmingsgrens of de bouwhoogte met niet meer dan 1 m wordt overschreden.