direct naar inhoud van 5.8 Water
Plan: Haven en bedrijventerrein 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG01

5.8 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan 2010-2015.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit.

De Keur van het Waterschap is een vastgestelde verordening waar gedoogplichten, geboden en verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd- en overige watergangen een zone ligt van respectievelijk 5 m en 2 m ter bescherming van het profiel en onderhoud. Ook langs waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen, voor het realiseren van bouwwerken en het uitvoeren van werken binnen deze zone dient ontheffing van de Keur te worden aangevraagd.

Daarnaast is het zonder vergunning van het hoogheemraadschap niet toegestaan neerslag versneld tot afvoer te laten komen van een oppervlak van 800 m2 of meer door aanbrengen van verharding of bebouwing op onverharde grond. Een vergunning wordt doorgaans verleend nadat overeenstemming met het hoogheemraadschap is bereikt ten aanzien van compenserende maatregelen.

Gemeentelijk beleid

In het Waterplan Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest staan maatregelen die wateroverlast beperken en de waterkwaliteit verbeteren. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het plan samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest opgesteld. De gemeenten en het Hoogheemraadschap hebben samengewerkt aan een waterplan waarin het hele watersysteem onderzocht is. Voor de komende tien jaar staan maatregelen in het plan die het systeem moeten verbeteren zodat wateroverlast beperkt wordt, de waterkwaliteit wordt verbeterd, schoon duinwater beter wordt benut en het aanwezige water een natuurlijke inrichting krijgt. Een klankbordgroep met vertegenwoordigers van belangengroepen, agrariërs en natuurorganisaties hebben een rol gespeeld bij het tot stand komen van het plan.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied is ten noorden van de kern Uitgeest, ten westen van de A9 gelegen. In de huidige situatie bestaat het plangebied voornamelijk uit bebouwing, verharding, groen en water.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse voornamelijk uit klei. In het noorden van het plangebied komen ook zandgronden voor. Binnen het plangebied komt voornamelijk grondwatertrap II of III voor. In tabel 5.2 zijn de bijbehorende grondwaterstanden weergegeven.

Tabel 5.2 Grondwaterstanden

grondwatertrap   gemiddeld Hoogste grondwaterstand (m-maaiveld)   gemiddeld laagste grondwaterstand (m-maaiveld)  
II   < 0,4 m   tussen 0,5 m en 0,8 m  
III   < 0,4 m   tussen 0,8 en 1,2 m  

Waterkwantiteit

Binnen het plangebied zijn een aantal oppervlaktewateren gelegen. Langs de A9 is een watergang gelegen. De watergang langs de Geesterweg/Limmerweg is aangemerkt als hoofdwatergang. In het zuiden van het plangebied bevindt zich een uitloper van het Uitgeestermeer. Naast hoofdwatergangen dient een onderhoudsstrook van 5 m vrijgehouden te worden.

Het plangebied bestrijkt in totaal 3 verschillende poldergebieden en een boezemgebied. Het havengebied ligt grotendeels in de polder 'Uitgeester- en Heemskerekerbroek'. Het zuidelijk deel van het bedrijventerrein ligt deels in de polder 'De Zien' en deels in het boezemgebied. Tenslotte ligt het noordelijk deel van het bedrijventerrein in de 'Dorregeesterpolder'. Deze verschillende watersystemen kennen ieder hun eigen karakteristieken, waarbij verschillende streefpeilen worden gehanteerd.

Het plangebied wordt doorkruist door een aantal boezemwaterlopen van de Schermerboezem. Deze waterlopen hebben een belangrijke af- en aanvoer voor de aanwezige gemalen en inlaten. Waterkeringen langs deze boezemtakken beschermen het gebied tegen overstroming.

Op de plekken waar open water in het gebied aanwezig is, worden de volgende streefpeilen gehanteerd:

Polder   Zomerpeil t.o.v. NAP   Winterpeil t.o.v. NAP  
Uitgeester- en Heemskerkerbroek polder   -1,57   -1,57  
Polder De Zien   -1,05   -1,05  
Dorregeesterpolder   -1,05   -1,15  
Schermerboezem   -0,50   -0,50  

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Het Uitgeestermeer is aangemerkt als Kaderrichtlijn Water-waterlichaam (KRW-waterlichaam).

Veiligheid en waterkeringen

De Meldijk en de kering van de watergang langs de Geesterweg/Limmerweg zijn aangemerkt als regionale waterkering. Binnen de kern- en beschermingszones van de waterkering gelden beperkingen vanuit de Keur.

Afvalwaterketen en riolering

Binnen het plangebied is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig. Afkoppelen wordt gestimuleerd.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen.

Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat' toebedeeld gekregen.

Conclusie

Vanwege de consoliderende aard heeft het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.