Plan: | Haven en bedrijventerrein 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG01 |
Regelgeving en beleid
Wet archeologische monumentenzorg
Op 1 september 2007 is de wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.
Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Analyse en conclusie
Op de archeologische waardenkaart van de gemeente is het plangebied aangegeven als gebied waar op delen een trefkans is op archeologische waarden. Ter bescherming van deze waarden zijn in het bestemmingsplan twee archeologische dubbelbestemmingen opgenomen. Voor de gebieden die in figuur 5.1 zijn aangegeven als AWV-1 en AWV-6 is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 opgenomen. Voor de gebieden die aangegeven zijn als AWV-4 en AWV-7 is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 opgenomen.
Figuur 5.1
In het plangebied is een aantal monumenten gelegen.
Gemeentelijke monumenten
Deze monumenten zijn beschermd middels de Monumentenwet en worden in het bestemmingsplan derhalve niet meer van een apart beschermingsregime voorzien.
Daarnaast zijn, net buiten het plangebied, twee molens gelegen: De Dog en de Kat. Deze molens hebben van oudsher de functie om de achterliggende polder droog te houden. Tegenwoordig hebben de molens ook een belangrijke landschappelijke waarde. Deze waarde wordt voor een belangrijk deel gevormd door de openheid van het landschap om de molens heen.
Van oudsher hebben de molens een windrecht, waardoor de omgeving van de molen gevrijwaard bleef van (hoge) bebouwing. Hierdoor bleef de openheid van de molen beschermd. In het bestemmingsplan wordt de openheid van het landschap beschermd door het opnemen van een molenbiotoop. Binnen een straal van 200 meter is een zone opgenomen, waarbinnen de bebouwing moet voldoen aan bepaalde hoogtematen om zo de openheid van het landschap te kunnen garanderen.