Plan: | HMS-terrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0450.BPHMSterrein-VS01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit.
De Keur van het Waterschap is een vastgestelde verordening waar gedoogplichten, geboden en verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd- en overige watergangen een zone ligt van respectievelijk 5 m en 2 m ter bescherming van het profiel en onderhoud. Ook langs waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen, voor het realiseren van bouwwerken en het uitvoeren van werken binnen deze zone dient ontheffing van de Keur te worden aangevraagd.
Gemeentelijk beleid
In het Waterplan Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest staan maatregelen die wateroverlast beperken en de waterkwaliteit verbeteren. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het plan samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest opgesteld. De gemeenten en het Hoogheemraadschap hebben samengewerkt aan een waterplan waarin het hele watersysteem onderzocht is. Voor de komende tien jaar staan maatregelen in het plan die het systeem moeten verbeteren zodat wateroverlast beperkt wordt, de waterkwaliteit wordt verbeterd, schoon duinwater beter wordt benut en het aanwezige water een natuurlijke inrichting krijgt. Een klankbordgroep met vertegenwoordigers van belangengroepen, agrariërs en natuurorganisaties hebben een rol gespeeld bij het tot stand komen van het plan.
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen in het zuidoosten van de kern Uitgeest. Het plangebied wordt ingeklemd door de provinciale weg N203 aan de noordkant en de spoorlijn aan de zuidkant. Het plangebied bestaat in de huidige situatie uit bedrijfsbebouwing en groen.
Bodem en grondwater
Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei. Er is sprake van grondwatertrap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en 1,2 m beneden maaiveld.
In het plangebied zijn geen problemen bekend betreffende grondwateroverlast. In de wijk 'De Terp', het gebied ten noorden van het plangebied, treedt er echter wel grondwateroverlast op.
Waterkwantiteit
Het plangebied ligt in peilvak 04310-01 van de Uitgeester- en Heemskerkerbroek, met een vast peil van NAP -1,57 m. De hoofdwaterlopen komen uit bij gemaal Meldijk. In het peilgebied is een waterbergingstekort van circa 30 ha aanwezig. In het waterplan Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest wordt aangegeven dat het oplossen van dit waterbergingstekort niet rendabel is. De duikers onder het spoor en onder de provinciale weg in de Westergeestervaart vormen een hydraulisch knelpunt (nabij het plangebied).
Waterkwaliteit
In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. Wel is de Westergeestervaart direct ten oosten van het plangebied aangemerkt als KRW-waterlichaam. Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Veiligheid en waterkeringen
In het plangebied is geen primaire of regionale waterkering aanwezig.
Afvalwater en riolering
Het plangebied grenst aan de noordzijde aan de wijk De Terp, welke is voorzien van een gemengd rioolstelsel. De riolering van De Terp vormt een apart bemalingsgebied en heeft een overstortlocatie aan de Burgemeester van Roosmalenstraat.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van het terrein van de voormalige Hollandse Melksuikerfabriek mogelijk. De oude bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Daarvoor komen maximaal 145 woningen, verdeeld over geschakelde eengezinswoningen en 3 appartementencomplexen, terug. Tevens wordt de provinciale weg N203 omgelegd. Hiertoe wordt een aantal sloten gedempt.
Tabel 5.2 Verhard oppervlak
huidige situatie | toekomstige situatie | |
daken | 6.260 | 6.085 |
perceel verhard | 13.280 | 790 |
weg | 2.182 | 3.100 |
stoep, parkeren | 0 | 8.000 |
totaal verhard | 21.720 | 17.975 |
Ten opzichte van de huidige locatie zal het verhard oppervlak afnemen. Vanuit beleidsoogpunten is het daarmee niet noodzakelijk extra waterberging aan te leggen. Omdat het plangebied in een peilgebied met een waterbergingstekort ligt, is het wel aan te bevelen een snelle afvoer van regenwater te voorkomen. Hierbij valt te denken aan maatregelen op perceelsniveau (grasdaken, regenwatertonnen, onverharde tuinen), op straatniveau (doorlatende verharding, greppels/wadi's) en op wijkniveau (waar mogelijk sloten extra verbreden).
Aan de noordzijde van het plangebied worden twee wegsloten (aan weerszijden van de bestaande provinciale weg) deels gedempt. Dit is niet wenselijk omdat deze sloten een ontwateringsfunctie hebben. Deze ontwateringsfunctie is ook van belang voor de wijk De Terp, waar men al met grondwaterproblemen kampt. Daarnaast zorgt de zuidelijkste van deze twee watergangen voor de afvoer van hemelwater afkomstig van het bestaande bedrijventerrein. Op de noordelijke sloot is een overstort gesitueerd vanuit de aangrenzende wijk 'De Terp'. De watergang aan de zuidkant van het plangebied (langs het spoor) blijft gehandhaafd.
Bij voorkeur dient er in het plan een watergang worden aangelegd, met afmetingen conform wegsloot 2 (breedte op waterlijn 2 m, diepte 0,5 m), langs de Burgermeester van Roosmalenstraat (bijvoorbeeld tussen parkeerplaatsen en groenstrook). Mocht er geen ruimte voor water zijn, dan is een drain en een hemelwaterriool nodig om de ontwatering en de afvoer van hemelwater te garanderen. In totaal wordt er 1.515 m² water gedempt. Conform beleid van het Hoogheemraadschap dient dit 1-op-1 gecompenseerd te worden. Hiervoor wordt in het oosten van het plangebied nieuw oppervlaktewater gerealiseerd.
Waterkwaliteit
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
De waterkwaliteit in de geplande waterpartij aan de oostkant van het gebied verdient speciale aandacht. Aan de in de huidige situatie aanwezige noordelijke watergang is een riooloverstort van het gemengde stelsel van woonwijk De Terp gesitueerd. Deze noordelijke watergang wordt echter gedempt, waardoor de overstort verplaatst moet worden. Het Hoogheemraadschap adviseert de overstort niet op de waterpartij te laten lozen, maar op de oostelijk gelegen Westergeestervaart.
Daarnaast vormt de waterpartij in het huidige ontwerp feitelijk een kopsloot waarin niet of nauwelijks doorstroming zal kunnen plaatsvinden. Het Hoogheemraadschap adviseert daarom de hemelwateruitlaten van het nieuwe gescheiden stelsel in de hoeken van de waterpartij uit te laten stromen. In combinatie met een te realiseren duikerverbinding gerealiseerd onder de nieuwe provinciale weg door, zal de kans op waterkwaliteitproblemen in de waterplas fors verkleind worden.
Afvalwater en riolering
Om de hoeveelheid afvalwater te beperken, moet voor de riolering in het plangebied uitgegaan worden van een gescheiden stelsel. Huishoudelijk afvalwater (DWA, droogweerafvoer) en regenwater (RWA, regenwaterafvoer) worden daarbij gescheiden ingezameld. Alleen de DWA wordt dan afgevoerd naar het gemengde stelsel van De Terp.
De RWA wordt apart opgevangen en geloosd op nabijgelegen watergangen. Afhankelijk van het type afvoerend oppervlak dient het afstromende regenwater nog gezuiverd te worden, alvorens het op oppervlaktewater terecht komt. Hiervoor wordt vooralsnog de 'Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken' (WrW, 2003) gehanteerd9.
Het oppervlak van de provinciale weg moet als verontreinigd worden gekenmerkt. Door het afstromende regenwater via een (infiltratie)berm naar de spoorsloot af te voeren, vindt een vorm van zuivering plaats. De overige verharde oppervlakken in het plangebied zijn slechts licht verontreinigd. Belangrijk is dat op deze oppervlakken duurzame (niet uitloogbare) bouwmaterialen worden toegepast. Afstromend regenwater van deze oppervlakken mag direct op open water gezet worden. De lozingspunten van hemelwater moeten logisch gekozen worden, zodat een goede doorstroming van het watersysteem tot stand komt (aan de kopse einden van de sloten).
Beheer en onderhoud
Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het Hoogheemraadschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater.
Het beheer en onderhoud van de wegsloten is in handen van de aangrenzende eigenaren. Dit zal zo blijven. Dit betekent in dit geval: de NS (spoorsloot) en de gemeente.
Belangrijk is dat onderhoud te allen tijde mogelijk is (de ervaring leert dat langs een watergang een obstakelvrije onderhoudsstrook van minimaal 5 m nodig is voor werkzaamheden vanaf de kant (maaien, baggeren met een kraantje)).
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
De sloot aan de zuidzijde van het plangebied wordt bestemd tot 'Water', het nieuw te graven water wordt binnen de bestemming 'Groen' mogelijk gemaakt met de aanduiding 'water'. Hier moet ten minste 1.500 m2 water gerealiseerd worden.
Conclusie
Er zijn diverse maatregelen noodzakelijk om de waterhuishouding ook in de toekomstige situatie goed te laten functioneren. Wanneer deze maatregelen worden genomen, heeft de ontwikkeling geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.