Plan: | De Waal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0448.DWL2016BP0001-va02 |
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de kern De Waal, centraal gelegen op Texel, ten noordoosten van Den Burg. Het doel van het bestemmingsplan is het bieden van een actuele juridisch-planologische regeling voor het plangebied. De ligging van het plangebied is weergegeven in de onderstaande figuur.
De ligging en begrenzing van het plangebied
De gemeente Texel beschikt over een groot aantal bestemmingsplannen voor de buurtschappen en kernen. Deze bestemmingsplannen zijn onvoldoende op elkaar afgestemd en de toepasbaarheid van de plannen in de dagelijkse praktijk levert steeds meer problemen op. Per 1 juli 2013 geldt dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Er is een voorstel tot Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Ruimtelijke ordening, waarbij deze actualiseringsplicht van de bestemmingsplannen weer komt te vervallen. Dit is nog niet in werking. Op 4 juli 2016 is deze datum voor De Waal gepasseerd. Het is gewenst het aantal bestemmingsplannen terug te brengen en daar waar mogelijk te komen tot deregulering en vereenvoudiging van regelgeving en tot uniformiteit. Met de herziening van de bestemmingsplannen gaat de gemeente weer beschikken over een nieuw samenhangend beleidskader voor de kernen.
In de nieuwe plannen voor de kernen wordt ingespeeld op nieuw beleid en eventueel gewijzigde regelgeving. Van belang zijn bijvoorbeeld de woonvisie en de Retailvisie. Ook het beleid opgenomen in de Provinciale Structuurvisie en Provinciale Ruimtelijke Verordening wordt in de bestemmingsplannen vertaald.
Dit bestemmingsplan vervangt het geldende bestemmingsplan "De Waal" (vastgesteld op 19 december 2006 en goedgekeurd op 22 mei 2007), het bestemmingsplan "Partiële herziening van diverse bestemmingsplannen op diverse onderwerpen" (vastgesteld 12 juni 2001) en het bestemmingsplan "Reparatieplan kernen van Texel" (vastgesteld 18 mei 2010). Eventueel verleende vergunningen, vrijstellingen en wijzigingen binnen dit plangebied worden met dit nieuwe bestemmingsplan ook voorzien van een nieuwe regeling.
Voor de nieuwe bestemmingsplannen op Texel is een Nota van Uitgangspunten komplannen opgesteld. Deze Nota van Uitgangspunten is op 14 september 2011 vastgesteld en op 22 oktober 2014 aangevuld. Dit bestemmingsplan is opgesteld binnen de kaders van de Nota van Uitgangspunten. De Nota van Uitgangspunten is opgenomen als bijlage 1 bij de toelichting.
Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In het volgende Hoofdstuk 2 wordt allereerst ingegaan op het beleid dat het kader vormt voor dit bestemmingsplan. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsuitgangspunten van het plangebied. Vervolgens worden in Hoofdstuk 3 de kernkwaliteiten van het plangebied beschreven. In Hoofdstuk 4 wordt een verantwoording gegeven van de milieu- en omgevingsaspecten die van belang zijn voor het bestemmingsplan. De vertaling van het beleid en van de voorwaarden vanuit de milieu- en omgevingsaspecten naar de juridische regeling, vindt plaats in Hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 beschrijft de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan.
Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota's zoals de Nota Ruimte, de agenda Landschap en de agenda Vitaal Platteland.
Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies en kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk voor de resultaten. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Deze 13 nationale belangen zijn:
Binnen de SVIR is de SER-ladder, ofwel de ladder voor duurzame verstedelijking, geïntroduceerd. Deze ladder is bedoeld om een goede ruimtelijke ordening te bieden door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de SER-ladder wil het rijk de vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten.
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Per 1 juli 2017 is het Bro gewijzigd en is de nieuwe ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ in werking getreden (artikel 3.1.6 Bro). De nieuwe Ladder bevat geen treden meer zoals de vorige Ladder.
In dit plan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan is een conserverend plan.
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) (laatste aanvulling op 1 oktober 2012 vastgesteld) stelt niet alleen regels voor de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, maar stelt ook regels die in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Van belang voor dit bestemmingsplan is onder meer het Waddengebied. Dit levert voor de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken hoogtebeperkingen op. Dit heeft geen invloed op de regeling, omdat geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan.
Beleid voor De Waal
Het plangebied raakt verschillende rijksbelangen, waaronder het Waddengebied. Het plangebied ligt binnen de contouren van 'Waddenzee en waddengebied'. Hieraan zijn beperkingen opgelegd, onder meer met betrekking tot de bouwhoogte en landschappelijke en natuurlijke waarden. De hoogtebeperkingen hebben verder geen invloed op dit bestemmingsplan. De daarbij horende hoogtebeperkingen worden niet geschaad omdat de bestaande situatie gehandhaafd blijft.
Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door provinciale staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.'
Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de provincie provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt. Bij de Structuurvisie hoort een Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) staan de regels waaraan ruimtelijke plannen in Noord-Holland moeten voldoen. Naar aanleiding van nieuwe wetgeving en/of provinciaal beleid wordt de PRV regelmatig aangepast. Op 12 december 2016 hebben PS een wijziging van de PRV vastgesteld. Aanleiding tot wijziging van de PRV was de ladder voor duurzame verstedelijking ex. artikel 3.1.6, tweede lid van het Besluit ruimtelijke ordening en ook in verband met actualisatie naar aanleiding van recente beleidswijzigingen. Deze geconsolideerde versie van de PRV na wijziging is op 1 maart 2017 in werking getreden. Ook de begrenzing van Natuurnetwerk Nederland (voorheen Ecologische Hoofdstructuur) is afgestemd op het Natuurbeheerplan 2017. Het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) uit de vorige PRV is vervangen door Bestaand Stedelijk Gebied (BSG). De provincie heeft aangegeven dat deze overgang geen nadelige consequenties heeft voor de bestaande rechten op basis van BBG.
GS heeft op 1 maart 2017 ingestemd met de uitvoeringsregeling met betrekking tot regionale afspraken over nieuwe stedelijke ontwikkelingen in Noord-Holland. Dit betreft een Uitvoeringsregeling met betrekking tot regionale afspraken over nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Noord-Holland stelt nadere regels voor ontwikkeling, transformatie en herstructurering van woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en kantoren, detailhandelslocaties en overige stedelijke ontwikkelingen.
De provincie Noord-Holland zet de komende dertig jaar in op compacte, hoogwaardige en bereikbare steden en dorpen omringd door aantrekkelijk recreatie en groen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. De provincie wil steden en dorpen optimaal benutten, landschappen open houden en ruimte bieden aan economie en woningbouw.
Beleid voor De Waal
Bestaand bebouwd gebied
Het BSG vervangt het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) uit de voorgaande tranches van de PRV en betreft het stedelijk gebied als bedoeld in artikel 1.1.1 eerste lid onder h van het Besluit Ruimtelijke Ordening. Een nieuwe stedelijke ontwikkeling is mogelijk als deze ontwikkeling in overeenstemming is met de in de regio gemaakte afspraken. In de uitvoeringsregeling worden nadere regels gesteld aan regionale afspraken voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. De provincie Noord-Holland en de regio Kop van Noord- Holland, waar Texel; deel van uit maakt, zijn met elkaar in gesprek over de aanwijzing van het BSG. De provincie heeft aangegeven dat In de praktische toepassing het verschil tussen BBG en BSG niet leidt tot andere uitkomsten.
Weidevogelleefgebied
Het plangebied is voor een klein deel aangewezen als weidevogelleefgebied. Het doel van het beleid is de leefgebieden van weidevogels te beschermen. Dit betekent dat het beheer, de afwezigheid van opgaande begroeiing, de aanwezigheid van gunstige omgevingscondities en de afwezigheid van bebouwing, in hoge mate bepalend zijn voor het succes van de weidevogelpopulaties. In dergelijke gebieden worden nieuwe ontwikkelingen die dit doel kunnen beperken zo veel mogelijk voorkomen.
Weidevogelleefgebied en Natuurnetwerk Nederland
Natuurnetwerk Nederland
Voor de realisatie van de natuurfunctie in het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur) is het belangrijk dat het bestemmingsplan hiervoor een passende bestemming biedt. In het plangebied komen geen NNN gebieden voor, in de nabijheid, ten westen ervan, wel. Dit is in de voorgaande afbeelding aangegeven, waarbij de NNN (EHS) een donkergroene kleur heeft.
Aardkundig waardevolle gebieden
Het plangebied is volledig aangewezen als aardkundig monument en als aardkundig waardevol gebied. De aardkundige monumenten worden beschermd door de Provinciale Milieuverordening. Het is daarom niet nodig om in dit bestemmingsplan daarvoor een specifieke regeling op te nemen. De aardkundig waardevolle gebieden kennen deze bescherming niet. Wel geeft de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan dat de toelichting van het bestemmingsplan moet beschrijven hoe ermee om wordt gegaan. In dit bestemmingsplan is sprake van het behoud van de bestaande situatie. Nieuwe ontwikkelingen worden in de aangegeven waardevolle gebieden bij recht niet toegestaan, waarmee de waarden behouden blijven.
Aardkundig waardevolle gebieden in en rond het plangebied
Als gevolg van ontwikkelingen wordt de inrichting en het gebruik van het stedelijk en landelijk gebied voortdurend aangepast. Nieuwe elementen en structuren worden aan het landschap toegevoegd terwijl oude verdwijnen. Soms gaan deze ontwikkelingen ten koste van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, het ‘gebiedseigene’.
De Provincie Noord-Holland wil ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen en tegelijkertijd verantwoord omgaan met het verleden. De provincie wil de Noord-Hollandse landschappen optimaal gebruiken door hun kenmerkende kwaliteiten te benutten bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het basisuitgangspunt van het provinciale beleid is dan ook ‘behoud door ontwikkeling’. Uitgangspunt hiervoor is de leidraad Landschap en Cultuurhistorie (vastgesteld op 21 juni 2010), waarin de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling is vastgelegd.
Beleid voor De Waal
De leidraad is gericht op ontwikkelingen. In de leidraad zijn ook enkele elementen opgenomen die voor dit conserverende bestemmingsplan van belang zijn. Het gaat hierbij om cultuurhistorisch waardevolle elementen en aardkundige en archeologische gebieden. Voor archeologie heeft de gemeente eigen archeologiebeleid. In paragraaf 4.8, 4.9, 4.10 en 2.2.1 van dit bestemmingsplan wordt nader ingegaan op deze aspecten.
Het detailhandelsbeleid in de Kop van Noord-Holland is beschreven in de Detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Het hoofddoel van het regionale detailhandelsbeleid is het tot stand brengen van een evenwichtig en duurzaam detailhandelsstructuur in de Kop van Noord-Holland. Bij het beleid moet rekening worden gehouden met de aanwezige marktverhoudingen en ontwikkelingen. Er wordt gestreefd naar een maatschappelijk verantwoorde, samenhangende en op elk niveau van de voorzieningenhiërarchie gezonde detailhandelsstructuur.
Beleid voor De Waal
In De Waal is sprake van twee horecagelegenheden.
In het Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP) zijn regionale afspraken gemaakt over woningbouw in de Kop van Noord-Holland. Dit is een uitwerking van de Provinciale Woonvisie 2010-2020. In het RAP 2011 zijn de te bouwen woningbouwaantallen naar beneden bijgesteld, ten opzichte van de eerdere Regionale Woonvisie.
Texel is als woonregio volkomen uniek. Het heeft een hoog recreatief gebruik van tweede woningen en kent, naast een lokale woningmarkt, vooral een landelijke in plaats van regionaal georiënteerde uitwisseling. Het zit dus op geen enkele manier de rest van de Kop van Noord-Holland in de weg bij eventuele woningbouwproductie. Ook migratiecijfers tonen dat aan.
Vooralsnog schat de gemeente de behoefte vanuit de eigen lokale bevolking in, op circa 200 woningen tot 2020. Deze inschatting is opgebouwd uit concrete woningbouwplannen in diverse fasen, die allen binnen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) liggen.
Er is afgesproken, dat Texel volgens eigen inzichten verder gaat met ontwikkelen en bouwen. Dit is ook geconcludeerd na een extra overlegmoment tussen provincie en gemeente. Texel heeft het akkoord gekregen om door te gaan op de ingeslagen weg. Texel heeft aldus een aparte status binnen de regio en het RAP.
Op 28 oktober 2015 is, in vervolg op de afspraken in het RAP, een convenant ondertekend tussen regio, gemeenten en provincie over een kwalitatief woningbouwprogramma Kop van Noord-Holland (KWK). Ook hierin is voor Texel de status aparte opgenomen en bovendien zijn proces afspraken gemaakt voor de beoordeling van nieuwe woningbouwplannen en nieuwe demografische prognoses.
Beleid voor De Waal
Voor De Waal zijn in het RAP geen nieuwe woningen voorzien. Daarmee hoeft in het plangebied dus geen rekening gehouden te worden.
In de Structuurvisie worden op hoofdlijnen de gewenste ontwikkelingen voor het eiland aangegeven op het gebied van economie, ruimtelijke ordening, zorg en welzijn. Hieronder volgen de hoofdpunten uit de Structuurvisie die een ruimtelijke relatie hebben.
De Structuurvisie schetst een toekomstbeeld dat er op Texel geen woningnood meer is. Er worden dan alleen voor de eigen bevolking voldoende betaalbare woningen bijgebouwd, vooral in de dorpskernen. Daarbij wordt aandacht geschonken aan ouderen en jongeren. Ook 'nultreden' woningen worden toegevoegd. Bij 'nultreden' woningen bevinden slaapkamer, woonkamer, keuken en sanitair zich in dezelfde woonlaag.
In de Structuurvisie staat aangegeven dat de gemeente kiest voor centraal in Den Burg gevestigde dorps- en welzijnsvoorzieningen. Deze centraal gevestigde voorzieningen bieden hun diensten aan in dorpsservicepunten in de dorpen. Hierdoor zijn in alle dorpen voldoende voorzieningen aanwezig. Ouderen kunnen door gebruik te maken van de diensten van de dorpsservicepunten zelfstandig blijven wonen. Op dit moment functioneren de dorpsservicepunten nog niet zoals bedoeld. Met de welzijnsorganisaties wordt gewerkt aan een andere invulling.
De voor wonen en werken benodigde warmte en energie moet in de toekomst op het eiland zelf worden opgewekt. Daarbij wordt de energie duurzaam opgewekt met windturbines en zonnedaken/zonnepanelen/WKO/houtkachels. Op 12 juni 2013 is door de raad een amendement aangenomen met betrekking tot windturbines. De raad heeft met dit amendement aangegeven de uitbreiding van windturbines niet meer in bestemmingsplannen toe te staan.
Texel heeft een sterke marktpositie op het gebied van recreatie en toerisme. Het beleid is dat er ruimte is voor maximaal 47.000 slaapplaatsen, waarbij een evaluatiemoment komt op het moment dat 45.000 slaapplaatsen gerealiseerd zijn. Op Texel zijn voldoende fiets- en wandelpaden, wegen en parkeervoorzieningen.
De infrastructuur moet goed onderhouden blijven. Daarbij moeten er voldoende stallingsplaatsen voor fietsen komen. De historische dorpskernen worden primair ingericht voor de voetganger en de fietser. De centra van De Koog, Den Burg en Oudeschild worden in de toekomst afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Door de toekomstige inrichting van de rest van de wegen binnen de dorpen, rijdt de automobilist als vanzelf stapvoets. Auto's worden aan de rand van de dorpen verwezen naar parkeerterreinen.
De natuurgebieden en het cultuurland hebben een belangrijke aantrekkingskracht op toeristen en bewoners. Het is daarom van belang om deze natuur toegankelijk te maken.
Bij nieuwe ontwikkelingen gaat de gemeente uit van de Texelse kernkwaliteiten. Het gaat hierbij om de rust en ruimte, de rijkdom aan natuur en cultuurlandschappen, de grote afwisseling in landschappen en landgebruiksvormen, de Texelse identiteit, het specifieke eilandkarakter, de nachtelijke duisternis en de maritieme monumenten.
Beleid voor De Waal
Het toekomstbeeld is dat De Waal één van de vitale dorpen is binnen het thema 'Vitale dorpen'. Er wordt ingezet op ontwikkeling dorpen en vitale dorpen. Voor de vitale dorpen geldt dat ieder dorp zijn eigen karakter heeft. Specifiek is hierbij niets over De Waal gemeld, maar algemeen geldt dat de vitaliteit wordt bevorderd door woningen voor jong en oud, voorzieningen zoals het dorpshuis, de gymzaal en het dorpservicepunt te realiseren/mogelijk te maken. De zorg- en welzijnsvoorzieningen, de bibliotheek en de kunst- en cultuurinstellingen in Den Burg zijn makkelijk bereikbaar per openbaar vervoer. De dorpen staan in een goed beheerd en onderhouden landschap.
De Woonvisie Texel is vastgesteld op 21 september 2016. Het doel van is om de Texelse bevolking naar wens en tevredenheid te laten wonen. Hierbij is aandacht voor belangrijke thema's zoals betaalbaarheid, bestaande voorraad en zelfstandig thuis blijven wonen.
De Texelse woonvisie bestaat uit 4 beleidslijnen:
Beleid voor De Waal:
Er is geen specifiek beleid voor De Waal.
De Retailvisie is vastgesteld op 25 mei 2016. Het centrale uitgangspunt is het creëren van een optimaal verblijfsklimaat in elke kern. Met als doel de verblijfswaarde en de verblijfsduur in de kernen te verhogen. De focus in de visie ligt op het inspelen op de veranderende behoeften van de consument, ondernemerschap en samenwerking. Dit is als volgt te bereiken:
Voor deze 5 aandachtspunten is het noodzakelijk dat er ruimtelijke-fysieke ontwikkeling mogelijk is. Maar daarnaast is het belangrijk dat ingezet wordt op Samenwerking alsmede op Marketing en Promotie.
Deze zaken zijn voor een toekomstbestendige voorzieningenstructuur.
Samenwerking
Het is wenselijk dat de gemeente consequenter in bijvoorbeeld handhaving is en snel keuzes kan maken. Met de visie wordt hiervoor een kader gegeven. Daarnaast kan de gemeente faciliteren in het bijeenbrengen van stakeholders.
Een harmonieus en dynamisch winkelgebied draagt bij aan de positieve beleving van de consument. Dit is mogelijk als het runnen van Texel en de winkelgebieden gebeurt als een onderneming: “Onderneming Texel”. Dus niet ieder voor zich, maar samen het gebied runnen. Hierbij kan Centrummanagement, dat zich primair bezighoudt met praktische zaken als organisatie van activiteiten en evenementen en samenwerking tussen ondernemers en ondernemersorganisaties, een oplossing bieden. Op Texel zijn al diverse organisaties aanwezig. Belangrijk is dat deze organisaties elkaar beter vinden en op het gebied van Retail meer gaan samenwerken.
Met een goede samenwerking is het ook mogelijk de 'totale taart' te vergroten door onder andere afspraken te maken over openstelling van voorzieningen tijdens het laagseizoen.
Marketing en promotie
De toerist heeft tijd en geld over voor de verblijf en shoppen. Circa 70% van de bestedingen wordt door toeristen gedaan. De uitdaging zit in de samenhang tussen beide behoeften. Naast de focus op promotie van verblijfsaccommodaties moet ook aandacht zijn voor het ondersteunen en vermarkten van winkel- en horecagebieden. Het gaat om het totaalpakket.
Beleid voor De Waal
De Waal – kleinste dorp van Texel
De Welstandsnota geeft een helder en actueel beeld van de bestaande architectonische en stedenbouwkundig - landschappelijke kwaliteiten van de gemeente Texel. De Welstandsnota gaat uit van een gebieds- en objectgerichte benadering. Verder wordt uitgegaan van een specifieke, thematische benadering als het gaat om (nieuw) bouwen aan dorpsranden en als het gaat om het bouwen aan of nabij monumenten.
Beleid voor De Waal
Het plangebied heeft overwegend een bijzonder welstandsniveau. Daarnaast geldt voor de aangewezen monumenten, dorpsranden en voor reclameuitingen thematisch beleid. Voor de rest van het plangebied is het welstandsniveau 'welstandsvrij'.
Voor het gebiedsgerichte criterium 'bijzonder' moet qua vormgeving en materiaalgebruik aangesloten worden bij de bestaande architectuur.
Het bedrijventerrein aan de Laagwaalderweg is aangeduid als 'dorpsranden'. Voor een dorpsrand geldt dat onderscheid moet worden gemaakt tussen bestaande en nieuwe dorpsranden. Na een uitbreiding van de kern ontstaat een nieuwe rand en wordt de bestaande rand onderdeel van het dorp. De veranderingen in de bestaande dorpsrand gaan geleidelijk. Door sloop en nieuwbouw kan het beeld veranderen.
Ook het bouwen van schuurtjes en schuttingen speelt een rol in de verandering van het beeld. Vooral bouwmassa en kleurgebruik zijn hierbij belangrijk. Bij nieuwbouwprojecten moet een beeldkwaliteitplan opgesteld worden.
In De Waal staan bovendien enkele monumenten. Het bouwen aan en nabij monumenten vereist zorgvuldigheid. In de Welstandsnota is aangegeven welke criteria daarvoor gelden. Gevelreclame kan onder voorwaarden worden toegestaan in de gebieden met een welstandsregime 'bijzonder'. Uitgangspunt is dat reclames geen afbreuk doen aan de kenmerken die monumentale panden en (beschermde) dorpsgezichten waardevol maken.
Daarover wordt in paragrafen 3.1 en 4.9 een nadere toelichting gegeven.
Fragment welstandsnota
Op 17 februari 2016 heeft de gemeenteraad de spelregels voor een innovatieve ontwikkeling van de verblijfsrecreatie op Texel vastgesteld.
Het uitgangspunt voor de verblijfsrecreatie is kwaliteit(sverbetering). Belangrijk is dat bestaande terreinen kwalitatief op orde zijn. Noodzakelijk onderhoud en renovatie maken als vanzelfsprekend onderdeel uit van een professionele bedrijfsvoering die is gericht op kwaliteit en goed rentmeesterschap.
Het beleid voor 25%-kwaliteitsuitbreiding, kamperen bij de boer, (natuur)kampeerterreinen, slapen op het strand/strandhuisjes wordt niet gewijzigd.
Het uitgangspunt kwaliteitsverbetering is onderverdeeld in:
Voor kwaliteitsverbetering van bestaande terreinen geldt:
De toetsingscriteria met betrekking tot verplaatsing (met mogelijkheid van conversie) zijn:
Voor verplaatsing geldt tevens:
Ook biedt het beleid mogelijkheid voor tijdelijke slaapplaatsen. De verzoeken worden getoetst aan de regels die voor verplaatsing gelden, afhankelijk van de insteek van het verzoek.
De bovengenoemde 25% uitbreidingsregeling is in de verblijfsrecreatieve bestemmingen (gebouwen en terreinen) door middel van een wijzigingsbevoegdheid in de geactualiseerde bestemmingsplannen voor de kernen mogelijk. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Na deze planperiode verdwijnt deze regeling. In het plangebied van De Waal komt op een aantal locaties de bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatieve gebouwen' voor.
Verplaatsing van recreatieve slaapplaatsen wordt niet in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Het betreft maatwerk per situatie en daarom zal hiervoor altijd een planologische procedure nodig zijn. Dit nieuwe beleid leidt niet tot aanpassing van de bestemmingsplannen. Het geeft wel ontwikkelingskansen voor die sector die via buitenplans maatwerk gerealiseerd kunnen worden.
Op 17 februari 2016 heeft de raad de Nota Verblijfsrecreatie 'De Texelse maat voor een zonnige toekomst' vastgesteld. In deze versie van de Nota was de mogelijkheid opgenomen om maximaal 400 recreatieve slaapplaatsen uit te geven voor vernieuwende projecten en was een regeling van 'zorgslaapplaatsen' opgenomen.
Op 21 december 2016 heeft de raad besloten het initiatiefvoorstel 'Schrap de mogelijkheid van 400 extra recreatieve slaapplaatsen' aan te nemen. Hierdoor is de ontwikkeling van 'innovatieve slaapplaatsen' (de maximaal 400 recreatieve bedden inclusief bedden ten behoeve van toerisme met zorg) geschrapt.
Op 19 april 2017 heeft de raad besloten dat de regeling van 'zorgslaapplaatsen' uit de Nota wordt geschrapt, omdat het onvoldoende kan voorkomen dat de 'zorgslaapplaatsen' - als deze eenmaal zijn gerealiseerd – in de praktijk toch als 'gewone recreatieve slaapplaatsen' worden benut.
Texel moet economisch bezien, zich richten op het hebben van voldoende arbeidskrachten om het bestaande en toekomstige werkaanbod aan te kunnen. Er dreigt vanwege de dubbele vergrijzing een tekort aan arbeidskrachten te ontstaan: de ouderen verdwijnen uit het arbeidsproces en er zijn onvoldoende jongeren voor nieuwe aanwas. Vanwege de dubbele vergrijzing moet vooral gericht worden op de sector zorg: de ouderen hebben langer en meer zorg nodig. Meer werkgelegenheid kan worden gecreëerd door Texel zowel als thuiswerkeiland, als proeftuin te promoten. Met een proeftuin speelt Texel in op het 'voorlopersimago' en het beeld dat er op Texel veel mogelijk is. Proeftuinen dienen zich te richten op natuur, energie & duurzaamheid, water en kennis.
Op 12 juni 2013 is door de gemeenteraad van Texel het amendement 'Oprichting windturbines niet mogelijk maken' aangenomen. In al in procedure gebrachte nieuwe bestemmingsplannen is het oprichten van windturbines niet mogelijk. Dat wordt in de nieuwe bestemmingsplannen van de andere kernen ook niet mogelijk gemaakt. Dit is daarom ook niet mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.
De CROW normering vormt de basis van het gemeentelijk parkeerbeleid. Uitgangspunt van het gemeentelijk parkeerbeleid is dat er wordt geparkeerd binnen het bestemmingsvlak. Dit geldt vooral bij nieuwe ontwikkelingen; veranderende functie of aanpassing/ nieuwbouw van bebouwing.
In dit hoofdstuk worden de kernkwaliteiten van het plangebied beschreven. Hieraan gekoppeld zijn uitgangspunten die gelden voor het bestemmingsplan. De kernkwaliteiten zijn gekoppeld aan de Nota van Uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.
De Waal is een waardevolle historisch kern. Dit uit zich onder meer in de cultuurhistorisch waardevolle en/of monumentale bebouwing, het karakteristieke stratenpatroon en de tussen de bebouwing aanwezig open ruimtes. Het geheel maakt de structuur van De Waal waardevol. Behalve de algemene waardevolle structuur zijn het Hogereind en de kerk in het dorp historisch waardevol. Het behoud van deze waarden is belangrijk. Het beleid is dan ook gericht op het behoud van de waarden en het perceelsgericht bestemmen. Op het groene voorterrein aan het begin van het dorp wordt jaarlijks het muziekevenement Sommeltjespop georganiseerd.
De kerk van De Waal
Zoals in 3.1 aangegeven zijn de doorzichten naar het landschap belangrijk voor de hoofdstructuur van het dorp. Deze doorzichten zijn mogelijk dankzij de open ruimten tussen de bebouwing. Deze open ruimten zijn ontstaan omdat aan de randen van De Waal de bebouwing veelal op enige afstand van elkaar gesitueerd is. Vanuit het dorp zijn hierdoor doorzichten naar de omgeving, die van belang zijn om te behouden.
Rijksmonumenten worden beschermd op basis van de Erfgoedwet, karakteristieke panden hebben een vergelijkbare bescherming gekregen als in het geldende bestemmingsplan, waarbij wel enige mate van flexibiliteit is geboden om in te kunnen spelen op veranderingen. In het plangebied zijn 9 panden aangewezen als Rijksmonument en een aantal panden en de kerkhofmuur als gemeentelijk monument. De meeste monumenten zijn woningen, gelegen aan het Hogereind.
Een opvallend gemeentelijk monument is het Hogereind 6 waar het Cultuurhistorisch museum Texel is gehuisvest. Dit complex bevat onder andere 2 stolpboerderijen. Dit waren beide langhuisstolpen (stolpen met een aangebouwd voorhuis). Bij de bouw is veel (scheeps)hout verwerkt. In de grote stolp was een groot boerenbedrijf gevestigd en door het dubbele vierkant kon een grote hoeveelheid hooi worden opgeslagen. In 1742 woonde er de rijkste boer van De Waal. De kleine stolp heeft 1 vierkant, geschikt voor een klein boerenbedrijf. Bijzonder is de lemen vloer van de rijling en het hooivak. Het leem is afkomstig uit leemkuilen, hetgeen vroeger bij iedere Texelse boerderij gebruikelijk was.
De karakteristieke structuur van het dorp wordt onder meer bepaald door de hiervoor beschreven aspecten. Daarnaast wordt de ruimtelijke kwaliteit van het dorp bepaald door verschillende aspecten. Deze staan hierna aangegeven.
Zoals ook al aangegeven in 3.1 is de historische kerk (a) een belangrijk kenmerk voor het dorp. Het bebouwingslint langs het Hogereind (b en c) maakt nadrukkelijk ook deel uit van het ruimtelijk beeld van De Waal. De bebouwing is over het algemeen kleinschalig van aard en gevarieerd.
Een ander opvallend kenmerk bevindt zich langs het Vermaningspad (d). Hier is een groenstructuur aanwezig die, in verhouding tot het omliggende bebouwde gebied, een open wig naar het ten zuiden liggende landschap vormt. Aan deze groenstructuur zijn woningen aanwezig die hierdoor zicht hebben op het landschap ten zuiden van De Waal.
Duidelijk deel van de historische structuur zijn de weilanden tussen de Bomendiek en de Waalderweg in het zuidwesten van het plangebied (e). Deze weilanden lopen vanaf de Waalderweg omhoog naar de Bomendiek en maken deel uit van deze voormalige waterkering. Een dergelijk hoogteverschil is ook waarneembaar bij de weilanden aan de oostzijde van de Polderweg (f). Deze weilanden liggen hoger dan de omgeving.
Een laatste belangrijk kenmerk in De Waal is het bedrijvengebied aan de Laagwaalderweg (g). Dit is een terrein met individuele bedrijven. De algemene uitstraling van de bebouwing op het terrein is wel ongeveer gelijk. Zo bestaan de bedrijfsgebouwen uit één laag met een lage kap (zadeldak). De kaprichting is over het algemeen dwars op de weg gesitueerd. De bedrijfswoningen vallen ook binnen dit ruimtelijke beeld.
Ruimtelijke kwaliteit plangebied en omgeving
Voor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie blijft bestaan. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven.
Normstelling en beleid
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de indicatieve (richt)afstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Rond het plangebied is op verschillende plaatsen sprake van agrarische bedrijven. Opvallend in De Waal zijn de bedrijven aan de oostzijde van het dorp. Bij deze bedrijven is onder meer sprake van het herstel en de (groot)handel in goederen en een bouwbedrijf. Dergelijke bedrijven en inrichtingen zijn opgenomen in de genoemde VNG-brochure en hebben een richtafstand voor één of meer milieuaspecten.
Zoals aangegeven is in het plangebied sprake van enkele bedrijven. Een individueel bedrijf heeft in de meeste gevallen maximaal een categorie 2, met een richtafstand van 30 meter. Dergelijke bedrijven zijn vanuit de bestaande situatie goed verenigbaar met de woonomgeving. In een enkel geval heeft een bedrijf een hogere categorie. In de huidige situatie geven de bedrijven en inrichtingen geen overlast voor de woonomgeving. In het dorp is sprake van een gemengd gebied, door de grote menging van de woonfunctie met andere functies. Een reductie van de genoemde 30 meter is daarbij mogelijk, de richtafstand wordt daarmee 10 meter (categorie 1). Binnen de genoemde 10 meter vanaf de grens van de bedoelde bedrijven en inrichtingen is woonbebouwing aanwezig.
Voorkomen moet worden dat nieuwe gevoelige functies dichter bij de bedrijvigheid kunnen worden gebouwd. De woonfunctie en andere gevoelige functies worden daarom bij recht niet dichter bij de bedrijvigheid toegestaan dan in de huidige planologische situatie het geval is.
Normstelling en beleid
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In deze wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval.
Voor de gemeente Texel is in 2011 een "Bodemkwaliteitskaart" vastgesteld. Deze is op 14 juni 2016 zonder aanpassingen opnieuw vastgesteld voor 5 jaar. Het doel ervan is een actueel en dekkend beeld te krijgen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Texel. Achterliggende doelstelling is de wens van de gemeente om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die het Besluit bodemkwaliteit biedt:
Zoals uit de achterliggende doelstelling blijkt is toetsing aan de bodemkwaliteitkaart vooral van belang bij werkzaamheden in de grond of waarbij grond vrijkomt of toegevoegd wordt.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Zoals aangegeven geeft de bodemkwaliteitkaart voor de gemeente Texel onder meer een beeld van de kwaliteit van de bodem. Voor De Waal zijn geen vervuilingslocaties bekend.
In de bodemfunctieklassenkaart is voor De Waal aangegeven waarvoor de bodem in en om het plangebied geschikt is. In de volgende afbeelding staat een uitsnede hiervan voor het plangebied en omgeving weergegeven, waaruit blijkt dat dit grotendeels de functie wonen (rood) en landbouw/natuur (groen) heeft. Een klein deel is geschikt voor de functie industrie (paars).
Bodemfunctieklassenkaart plangebied
Bodemonderzoek is in het kader van dit bestemmingsplan niet vereist. In het plangebied is geen sprake van ontwikkelingen die bij recht mogelijk worden gemaakt. Wanneer een ontwikkeling aan de orde is, is het overleggen van een bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem geeft geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Normstelling en beleid
Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.
Wanneer niet aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan, kan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In en rond het plangebied is sprake van verschillende soorten wegen; gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De Sommeltjesweg bijvoorbeeld is de doorgaande route vanaf De Waal richting Den Burg en heeft nadrukkelijk een functie als gebiedsontsluitingsweg. Op deze wegen is buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 60 of 80 km/uur toegestaan, binnen de bebouwde kom is dit vooral 30 km/uur. De overige wegen in het plangebied zijn vooral erftoegangswegen. De erftoegangswegen zijn onder andere de woonstraten. Binnen het plangebied is hierop sprake van een maximumsnelheid van 30 km/uur. In de volgende figuur is het wensbeeld van de gemeente voor de wegcategorisering voor De Waal en omgeving aangegeven. Het wensbeeld is door de gemeente vastgesteld.
Wensbeeld wegencategorisering plangebied
Dit wensbeeld is een eerste uitgangspunt voor de indeling van de wegen in de verkeersbestemmingen van dit bestemmingsplan. De gebiedsontsluitingswegen hebben de bestemming "VERKEER", deze hebben vooral een verkeersfunctie. De erftoegangswegen vallen binnen de bestemming 'VERKEER - VERBLIJFSGEBIED', omdat hierbij naast een verkeersfunctie ook een nadrukkelijke verblijfsfunctie aanwezig is.
Normstelling en beleid
In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden vastgelegd op het gebied van de luchtkwaliteit. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden, op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) de volgende projecten vrijgesteld van toetsing:
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In het plangebied zijn geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Lokale maatregelen hoeven niet getroffen te worden om te komen tot een verbetering van de luchtkwaliteit. Bovendien worden bij recht geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het aspect luchtkwaliteit geeft geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Normstelling en beleid
Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico's die voor de burgers ontstaan bij het gebruik en de opslag van gevaarlijke stoffen zoals vuurwerk, LPG en chemicaliën en het vervoer daarvan over de weg, het water, het spoor en door buisleidingen. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over 'externe veiligheid' om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
In de Beleidsvisie Externe Veiligheid 2014-2017 (vastgesteld 22-10-2014) is een beeld geschetst hoe de gemeente Texel wil omgaan met externe veiligheid. Met deze visie wordt het beleid voor de komende jaren vastgelegd en is een instrument voorhanden dat bij de uitvoering kan worden gebruikt. De gemeentelijke taken die afdelingsoverschrijdend zijn, de verantwoordelijkheden en de manier van uitvoeren zijn hiermee beschreven. Er zijn vier primaire doelen gesteld:
In de visie zijn de ambitieniveaus aangegeven ten aanzien van woonwijken, lintbebouwing, buitengebied en bedrijventerreinen. Daarbij is aangegeven of een overschrijding van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico is toegestaan bij beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten. Deze uitgangspunten hebben een directe doorwerking in dit bestemmingsplan in verband met onder meer de toelaatbaarheid van risicovolle inrichtingen.
overschrijding PR 10-6 | overschrijding oriëntatiewaarde GR | ||||||
kwetsbare objecten | beperkt kwetsbare objecten | kwetsbare objecten | beperkt kwetsbare objecten | ||||
Woonwijken | niet toegestaan | niet toegestaan | niet acceptabel | Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename). | |||
Lintbebouwing en buitengebied | niet toegestaan | niet toegestaan | niet acceptabel | Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename). | |||
Bedrijventerreinen | niet toegestaan | niet toegestaan | Acceptabel onder voorwaarden. | Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename). |
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In het plangebied is geen sprake van risicovolle inrichting en transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Dit is in de volgende afbeelding aangegeven. Dit aspect heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.
Fragment risicokaart
In verband met het eerder genoemde beleid worden in het plangebied geen nieuwe risicovolle inrichtingen toegestaan.
Normstelling en beleid
Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets wordt gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK).
HHNK is van mening dat als zij dit plan voor vooroverleg ontvangen, dit gelijk staat als het doorlopen van de watertoets. Zij stellen dat de gemeente dan in een vroegtijdig stadium met hen in contact is getreden om de waterhuishoudkundige belangen op goede manier in het plan op te nemen. Ook moet bij nieuwe ontwikkelingen een watertoets doorlopen worden.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In het plangebied vinden bij recht geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Een watertoets is daarom niet van belang. In het kader van het wettelijk vooroverleg is het bestemmingsplan opgestuurd naar het hoogheemraadschap. Daarop is een reactie ontvangen (zie Bijlage 2: Nota Vooroverleg en Inspraak en zienswijze nummer 4 uit de Nota van Zienswijzen). De waterhuishoudkundig, functioneel en ruimtelijk belangrijke waterlopen in het plangebied worden in het bestemmingsplan specifiek bestemd.
In artikel 4.2 van de Keur 2009 van het HHNK is een verbod opgenomen om meer dan 800 m2 verharding te realiseren, ongeacht of dit al planologisch is geregeld en ongeacht of een watertoets nodig is. Bij ontwikkelingen, waarbij het verhard oppervlak toeneemt met meer dan 800 m2 zijn een watervergunning en compenserende maatregelen noodzakelijk.
Normstelling en beleid
Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Gebiedsbescherming
De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is per 1 januari 2017 geregeld in de Wet Natuurbescherming. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen het NNN geldt het 'nee, tenzij-principe'.
Soortenbescherming
Op grond van de Wet Natuurbescherming is het verboden strikt beschermde soorten (Habitatrichtlijn bijlage IV, Bern Bijlage II en Bonn Bijlage I) opzettelijk te doden of te vangen. Het opzettelijk verstoren van vogels is verboden als deze verstoring van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding. Ook het beschadigen of vernielen van nesten en rustplaatsen en het opzettelijk rapen of vernielen van eieren is verboden. Het is verboden planten van Bijlage IV Habitatrichtlijn of Bijlage I Bern opzettelijk te plukken, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. Ook geldt er een handelsverbod voor dieren, planten en producten die zijn opgenomen in Bijlage IV Habitatrichtlijn, Bijlage I of II bij het Verdrag van Bern of Bijlage I bij het Verdrag van Bonn. Gedeputeerde Staten kan onder voorwaarden ontheffing of vrijstelling verlenen van de verboden.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Gebiedsbescherming
In het plangebied is geen sprake van Natura 2000-gebieden, wel liggen op enige afstand gebieden die aangewezen zijn als 'Duinen en Lage Land Texel'. Op nog ruimere afstand ligt het gebied 'Waddenzee'. Deze gebieden zijn ook onderdeel van het NNN. Het conserverende bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die een negatief effect hebben op deze gebieden. Het plan geeft een passende regeling voor deze gebieden.
Natura 2000 gebieden (rood gekleurd) rondom het plangebied
In de figuur in 2.2.1 staat de begrenzing van het NNN, zoals deze is opgenomen in de wijziging van de provinciale verordening die is vastgesteld op 12 december 2016. In het plangebied is geen NNN aanwezig. Een specifieke regeling voor beschermde natuurgebieden is daarom niet nodig. In het plangebied vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats ten opzichte van de geldende planologische mogelijkheden. Dit bestemmingsplan veroorzaakt daarom geen negatieve effecten op de rond het gebied aanwezige NNN.
Soortenbescherming
Dit bestemmingsplan is conserverend van karakter. Voor dit bestemmingsplan betekent dit dat het geen negatieve effecten op eventueel aanwezige beschermde soorten heeft. De bestaande situatie wordt immers vastgelegd, nieuwe ontwikkelingen worden bij recht niet toegestaan. De ontwikkelingen die zich in de planperiode voor kunnen doen, beperken zich tot afwijkingen met een omgevingsvergunning, wijzigingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningen. Bij toepassing hiervan geldt, voor zover nodig, onverkort hetgeen gesteld is in de Wet Natuurbescherming. De soortenbescherming geeft geen beperkingen en uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.
Normstelling en beleid
Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is naast de Monumentenwet, de Erfgoedwet (in werking per 1 juli 2016) van toepassing. De kern hiervan is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald.
Voor archeologische terreinen, rijksmonumenten en beschermde dorps- en stadsgezichten die wettelijk zijn beschermd op grond van de Monumentenwet/Erfgoedwet hoeft voor het bestemmingsplan geen aanvullende regeling te worden getroffen.
Gemeentelijk archeologiebeleid
Op 12 juni 2013 heeft de gemeenteraad de geactualiseerde archeologische beleidskaart vastgesteld. Op grond van de beleidskaart geldt per gebied een bepaalde (verwachtings)waarde. Voor gebieden van archeologische waarde en met een lage, gematigde of hoge archeologische verwachtingswaarde, moet bij bodemingrepen van een bepaalde omvang archeologisch onderzoek plaatsvinden. Het onderzoek is bedoeld om vast te stellen of er archeologische sporen of vindplaatsen aanwezig zijn. In onderstaande figuur staat een uitsnede van de archeologische beleidskaart voor het plangebied en omgeving.
Een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart Texel voor het plangebied (zwarte kader)
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Zoals op vorige figuur te zien is, is vrijwel het hele plangebied een terrein met een archeologische waarde (categorie 2). Uit de toelichting bij de kaart blijkt dat in dit gebied bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter en groter dan 40 m2 een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Het beleid volgend, heeft dit gebied de dubbelbestemming 'WAARDE - ARCHEOLOGIE 2'.
Een kleiner deel is aangewezen als gebied met een gematigde archeologische verwachting (categorie 3). Uit de toelichting van het beleid blijkt dat in dergelijke gebieden bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter en groter dan 100 m2 een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een categorie 3 gebied heeft de dubbelbestemming 'WAARDE - ARCHEOLOGIE 3'.
Een klein deel van de overige gronden in het plangebied hebben een lage archeologische verwachting (categorie 5). Hiervoor wordt geen bestemming opgenomen, omdat onderzoek alleen nodig is bij M.e.r.-plichtige projecten (Milieueffectrapportage/Strategische milieubeoordeling). Uit de toelichting bij de kaart blijkt dat hiervoor geen speciale regeling in het bestemmingsplan opgenomen hoeft te worden.
Op basis van de dubbelbestemmingen zijn alleen bouwwerken toegestaan die minder bodemverstoring veroorzaken dan de genoemde oppervlaktes en dieptes. Daarnaast is er een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden groter dan de genoemde oppervlaktes en dieptes.
Normstelling en beleid
De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van bestemmingsplannen, en ook in het kader van de milieueffectrapportage is de cultuurhistorie een mede te onderzoeken aspect. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.
De provincie Noord-Holland heeft de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschap en cultuurhistorie - die gekoppeld is aan de provinciale structuurvisie - en een herziening van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie geeft onder andere informatie over landschapstypen, aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten en historische dijken.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In het plangebied komen monumenten voor (zie ook 3.3). in het plangebied zijn 9 rijksmonumenten (wettelijk beschermd) aanwezig. De in het plangebied aanwezige gemeentelijke monumenten vallen onder de bescherming van de gemeentelijke monumentenverordening.
Normstelling en beleid
Aardkundige monumenten worden beschermd door de Provinciale Milieuverordening (PMV). Het is in principe verboden in of op een aardkundig monument handelingen te verrichten, die het aardkundig monument kunnen aantasten. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van dit verbod als naar hun oordeel het aardkundig monument door de beoogde handeling minimaal wordt aangetast. Er is vrijstelling voor het bouwen en activiteiten in het aardkundig monument als dit past binnen het vastgestelde bestemmingsplan in de woonkernen Den Hoorn, Den Burg, De Waal, Oosterend en Oost (tranche 10 van de PMV). Aardkundig waardevolle gebieden moeten volgens de Provinciale Ruimtelijke Verordening in de toelichting van het bestemmingsplan onderbouwd worden. Dit is gedaan in paragraaf 2.2.1.
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Het plangebied is aangewezen als aardkundige monumenten en aardkundig waardevolle gebieden (zie ook 2.2.1). Dit heeft geen directe gevolgen voor dit conserverende bestemmingsplan.
In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en aan het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven.
Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden, met inachtneming van de aanpassingen die voortvloeien uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bouwregels van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.
In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. In bijbehorende bouwwerken is elke vorm van bewoning (recreatief, permanent en tijdelijk) niet toegestaan.
Uitgangspunten
Voor deze bestemming geldt het volgende uitgangspunt:
Toelichting op de bestemming
Voor het behoud van de openheid van de gebieden mogen hier geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd en opgaande teeltvormen worden toegepast. Hiermee blijft de belevingswaarde van het open gebied gewaarborgd. Wel komen in deze bestemming enkele bouwwerken voor. Het gaat daarbij om bouwwerken met een geringe hoogte, bijvoorbeeld perceelafscheidingen. Ter bescherming van de waarden is er voor enkele werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.
Specifiek voor De Waal
De bestemming ligt op verschillende stukken agrarische grond binnen het plangebied, bijvoorbeeld aan de Sommeltjesweg. Een omgevingsvergunningstelsel is opgenomen om te voorkomen dat zonder vergunning werken en/of werkzaamheden (geen bouwwerken) worden uitgevoerd, waardoor de landschapsstructuur kan wijzigen. Daarnaast is een evenemententerrein aanwezig, dat specifiek is aangeduid. In verband met de kernwaarde 'Rust' en de ligging nabij de kern is de totale duur van de evenementen beperkt tot ten hoogste 3 dagen per jaar.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.
Toelichting op de bestemming
Nutsgebouwen met een minimale inhoud van 45 m3 vallen onder deze bestemming. Kleinere nutsgebouwen zijn vergunningsvrij en worden daarom niet specifiek bestemd. Voor de ligging van de nutsgebouwen is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen.
Specifiek voor De Waal
De bestemming komt voor op het nutsgebouw nabij de Langwaal. Het gaat daarbij om het gebouw en de direct omliggende gronden.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
De bestemming geldt voor het bestaande bedrijventerrein aan de Laagwaalderweg. Binnen deze bestemming zijn bedrijfsgebouwen ten behoeve van bedrijven toegestaan. De ligging van de bedrijfsgebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van een bouwvlak. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.
Bij recht zijn de meeste typen bedrijven tot en met milieucategorie 2 (zuidelijk op het terrein) en categorie 3.2 (noordelijk op het terrein) toegestaan. Daarnaast zijn naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijven toegestaan, al dan niet door middel van een specifieke aanduiding. Zakelijke dienstverlening waaronder kappersbedrijven en schoonheidsinstituten, fitnesscentra, badhuizen en saunabaden, persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd en solitaire kantoren zijn niet toegestaan. Bordelen, prostituees en sexclubs en dergelijke zijn ook niet toegestaan.
Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
Bij een bedrijfswoning is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor deze parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is bij de bedrijfswoning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per bedrijfswoning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.
De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt in de woning, worden gebruikt.
Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf de bedrijfswoning liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf de bedrijfswoning worden gesitueerd.
Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om (volumineuze) detailhandel in doe-het-zelfartikelen, tuininrichting, kampeerartikelen en garagebedrijven, alsmede volumineuze, brand- of explosiegevaarlijke detailhandel, toe te staan.
Sommige gebouwen mogen met plat dak worden gebouwd. Gangbaar is echter dat de gebouwen met een kap worden uitgevoerd, de plaatsen waar plat dak aanwezig is of is toegestaan, zijn daarom op de verbeelding aangeduid.
Specifiek voor De Waal
De bestemming ligt op het bedrijventerrein aan de noordoostzijde van het dorp; aan de Laagwaalderweg. In het zuiden van het bedrijventerrein zijn bedrijven tot en met een milieucategorie t/m 2 mogelijk. In het noorden geldt een maximale categorie 3.2. Dit is op de verbeelding specifiek aangeduid, vanwege de nabij gelegen woningen. Wanneer bestaande bedrijven een zwaardere categorie hebben dan in één van de genoemde zones mogelijk zijn, dan zijn deze bedrijven specifiek geregeld. Ditzelfde geldt voor een al aanwezige detailhandelsvestiging. Deze is specifiek aangeduid.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Ter bescherming van de opgaande beplanting mogen er in deze bestemming geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd. Verder is ten behoeve van deze bescherming voor diverse werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist. Hieronder valt bijvoorbeeld het kappen van bomen voor ontsluitingen door bosstroken heen. Binnen deze bestemming is extensief dagrecreatief en educatief medegebruik toegestaan. Verharden van gronden is alleen bij afwijking toegestaan ten behoeve van de ontsluiting van omliggende percelen.
Specifiek voor De Waal
Op verschillende percelen in het plangebied liggen bospercelen. Deze zijn van belang voor de uitstraling van het dorp. Daarnaast hebben deze percelen ook een natuurlijke en afschermende waarde voor bijvoorbeeld de daar aanwezige voorzieningen.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
De bestemming geldt voor het cultuurhistorisch museum Texel aan het Hogereind. De daarbij horende bebouwing en buitenactiviteiten zijn ook toegestaan. Ondergeschikt gaat het daarbij bijvoorbeeld om wegen en paden.
De ligging van de gebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van bouwvlakken.
De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt.
Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) voor de bouwregels opgenomen. Daarbij kan afgeweken worden voor verlaging en/of verhoging van de dakhelling van gebouwen en overkappingen, mits aan de voorwaarden kan worden voldaan.
Specifiek voor De Waal
In het dorp is het museum Waelstee aanwezig. Deze staat aan het Hogereind. Deze bestemming maakt deze vorm van cultuur en ontspanning mogelijk.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
De bestemming geldt voor de opslaglocatie aan de Laagwaalderweg. Deze is nu in gebruik bij het museum Waelstee.
Bouwwerken voor de bestemming zijn toegestaan, de ligging daarvan is vastgelegd door middel van bouwvlakken.
De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt.
Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) voor de bouwregels opgenomen. Daarbij kan afgeweken worden voor verlaging en/of verhoging van de dakhelling van gebouwen en overkappingen, mits aan de voorwaarden kan worden voldaan.
Specifiek voor De Waal
In het dorp is het museum Waelstee aanwezig. Deze staat aan het Hogereind. Ten behoeve van dit museum worden goederen opgeslagen aan de Laagwaalderweg, naast het bedrijventerrein. Buitenopslag is echter niet toegestaan.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Ter bescherming van het openbaar groen is hiervoor een specifieke bestemming opgenomen. Soms komen hierin speelterreinen voor. Deze zijn toegestaan. Binnen deze bestemming is het in principe niet toegestaan gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen te bouwen.
Specifiek voor De Waal
Bij het Vermaningspad zijn groenstructuren aanwezig met deze bestemming. Hierin is een speelterrein aanwezig.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Deze bestemming geldt voor de maatschappelijke voorzieningen. Binnen de bestemming is een onderlinge uitwisselbaarheid van maatschappelijke functies. Voor de bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Binnen deze bestemming zijn gebouwen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde maatschappelijke voorziening toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een voorziening op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijke voorziening fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.
Recreatieve opstallen zijn op de verbeelding aangeduid. Eén woning heeft de status tweede woning. Deze woning mag gebruikt worden voor recreatieve en permanente bewoning. Deze situatie is op de verbeelding aangeduid. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan.
Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'MAATSCHAPPELIJK' te wijzigen naar de bestemming 'WONEN - LINT'. Daarbij is het van belang dat de woonfunctie wordt ondergebracht in het voormalige woonhuis of de inpandige woning, waarbij ook vervangende nieuwbouw mogelijk is. Verder moet de voormalige bebouwing ten behoeve van de maatschappelijke voorziening worden gesaneerd tot er een gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij het woonhuis resteert van ten hoogste 80 m² per woning.
De goot- en bouwhoogte van de bebouwing is op de verbeelding aangeduid. Ook voor de toren van de kerk is een specifieke regeling opgenomen.
Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m² zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is bij een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.
De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.
Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.
Specifiek voor De Waal
De maatschappelijke voorzieningen, waaronder de historische kerk, vallen binnen deze bestemming.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.
Toelichting op de bestemming
De begraafplaats bij de kerk valt onder deze bestemming. Bebouwing is mogelijk, met een maximum oppervlakte van 50 m2 en maximaal 2 gebouwen per bestemmingsvlak.
Specifiek voor De Waal
In het dorp is rond de kerk een begraafplaats aanwezig. Deze valt onder deze bestemming.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
In deze bestemming zijn verblijfsrecreatieve functies toegestaan in de vorm van hotels, appartementen, groepsverblijven en gelijkwaardige verblijfsrecreatieve voorzieningen. Daarnaast is een combinatie met sociaal-culturele doeleinden en horeca categorie 2 mogelijk. Ondergeschikt zijn andere functies toegestaan, waaronder woonhuizen, met daarbij horende bebouwing.
Het aantal recreatieve slaapplaatsen is vastgelegd op de verbeelding. Bij de inrichting van de gebouwen geldt de volgende normstelling:
Ten behoeve van kwaliteitsverbetering en seizoensverlenging is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het aantal slaapplaatsen uit te breiden is met 25%, met een maximum van 20. Daarnaast kan met deze wijzigingsbevoegdheid het bestemmings- en bouwvlak met maximaal 25% worden vergroot. Hiervoor geldt als voorwaarde dat het totaal aantal recreatieve slaapplaatsen op Texel niet hoger wordt dan 45.000. Verder moet er sprake zijn van groeimogelijkheden voor met name bestaande kleinschalige bedrijven (maximaal 100 slaapplaatsen) om de werkgelegenheid te behouden of te vergroten en de rentabiliteit van die bedrijven te verbeteren. Ook moet de uitbreiding gekoppeld zijn aan een aantoonbare (ruimtelijke) kwaliteitsverbetering en seizoensverbreding van de gehele recreatieve functie. Daarnaast mag de bovenstaande dichtheid van recreatievormen niet overschreden worden. Hierdoor krijgen bestaande bedrijven meer ontwikkelruimte. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Bedrijven die van deze regeling gebruik willen maken moeten in ieder geval binnen 5 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een verzoek tot uitbreiding indienen. Vervolgens moet binnen 7 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een ontvankelijke omgevingsvergunning voor het bouwen zijn ingediend. Binnen 10 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan moet de uitbreiding zijn gerealiseerd.
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen.
Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. Bij een bedrijfswoning die permanent wordt bewoond is een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is bij de bedrijfswoning die permanent wordt bewoond mantelzorg toegestaan. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.
Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf.
Specifiek voor De Waal
Centraal in het dorp zijn verblijfsrecreatieve gebouwen aanwezig. Deze staan aan het Hogereind. Uitbreiding van het aantal verblijfsrecreatieve bedrijven is niet toegestaan. Aanpassing van het aantal slaapplaatsen is nog wel mogelijk, mits aan de voorwaarden vanuit het beleid wordt voldaan.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
De gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor tuinen die vrij zijn van bebouwing. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.
Toelichting op de bestemming
Op enkele locaties zijn grotere aaneengesloten tuinen aanwezig. Tuinen bij percelen vallen binnen deze bestemming. Het gaat daarbij om tuinen die vrij moeten blijven van bebouwing. Wel is een erfafscheiding (laag hekwerk) mogelijk. Deze hebben een beperkte hoogte.
Specifiek voor De Waal
In het plangebied komt deze bestemming enkele keren voor. Het gaat daarbij om tuinen bij bestaande woningen en bij het recreatiegebouw aan het Hogereind. Het is van belang deze percelen vrij te houden van bebouwing, om het bestaande ruimtelijke beeld te behouden. Eén van de tuinen is in gebruik als volkstuin, deze is aangeduid. Voor de volkstuinen is door middel van een aanduiding één gebouwtje toegestaan.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.
Toelichting op de bestemming
De wegen die onder deze bestemming vallen hebben voornamelijk een verkeersfunctie. Binnen deze bestemming vallen onder andere ook parkeerplaatsen en bermen.
Om de wegen vrij te houden van obstakels zijn gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen niet toegestaan.
Specifiek voor De Waal
De doorgaande routes in het plangebied hebben een duidelijke verkeersfunctie en vallen daarom onder deze bestemming. In De Waal gaat het in dit geval om de delen van de Laagwaalderweg en de Sommeltjesweg die binnen de grenzen van het plangebied liggen.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
De wegen die naast de verkeersfunctie ook een verblijfsfunctie hebben vallen onder deze bestemming. Binnen deze bestemming vallen onder andere ook parkeerplaatsen, pleinen en bermen. Hiermee wordt de vrije doorgang bij een eventuele calamiteit gewaarborgd.
Om de wegen vrij te houden van obstakels zijn er geen gebouwen en overkappingen toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn mogelijk. Deze kunnen nodig zijn voor de verkeersveiligheid.
Binnen deze bestemming mogen evenementen worden georganiseerd, zoals podiumkunsten, sportieve en culinaire evenementen, markten en naar de aard daarmee gelijk te stemmen evenementen worden georganiseerd. Bouwwerken ten behoeve van dergelijke evenementen hebben geen duurzaam plaatsgebonden karakter. Dergelijke bouwwerken zijn daarom vergunningsvrij en kunnen hier dus tijdelijk worden opgericht.
Specifiek voor De Waal
Alle wegen in het plangebied die niet bestemd zijn met "VERKEER" hebben deze bestemming. Hier vallen de meeste wegen in het plangebied onder. Ze zijn over het algemeen bedoeld voor de ontsluiting van de aangrenzende percelen (erfontsluitingswegen).
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Op Texel komen verschillende typen woningen voor. Voor het behoud van het bestaande bebouwingsbeeld zijn de bestaande typen woningen elk in een eigen woonbestemming vastgelegd. Het gaat om aaneengebouwde woningen, gestapelde woningen, woningen met gemengde functies, lintbebouwing, twee aaneen gebouwde woningen en vrijstaande woningen. Bovendien kan met deze verschillende bestemmingen ieder woningtype op maat gesneden regels krijgen, waardoor bijvoorbeeld de bouwvorm kan worden vastgelegd.
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Deze bestemming is bedoeld voor aaneengebouwde woningen. Het bijbehorend terrein kan onder andere gebruikt worden voor parkeren.
Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 70% worden bebouwd.
Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is in een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal zes slaapplaatsen in maximaal drie slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.
De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.
Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.
Specifiek voor De Waal
Deze bestemming komt aan het Vermaningspad en het Hogereind voor.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Woonhuizen in het centrale gebied, zijn onder deze bestemming gebracht. Het bijbehorend terrein kan gebruikt worden voor parkeren.
Per bestemmingsvlak is één woonhuis binnen het bouwvlak toegestaan. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn.
Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Om de doorzichten zoveel mogelijk te behouden, mag bij deze woonhuizen bij recht maximaal 50 m2 aan bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is in een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal zes slaapplaatsen in maximaal drie slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.
De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.
Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.
Specifiek voor De Waal
Deze bestemming komt voor bij één woning aan het Hogereind. Tweede woningen en recreatieve opstallen komen hier niet voor.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Woonhuizen die in een lint zijn gebouwd, zijn onder deze bestemming gebracht. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.
Recreatieve opstallen zijn op de verbeelding aangeduid. Eén woning heeft de status tweede woning. Deze woning mag zowel gebruikt worden voor recreatieve als permanente bewoning. Deze situaties zijn op de verbeelding aangeduid. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan.
Per bestemmingsvlak is één woonhuis binnen het bouwvlak toegestaan, tenzij het bouwvlak is voorzien van een aanduiding. In dat geval is het aantal woonhuizen dat is aangeduid toegestaan. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Bij woningen is een plat dak alleen mogelijk wanneer hiervoor een aanduiding is opgenomen.
Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Om de doorzichten zoveel mogelijk te behouden, mag bij deze woonhuizen bij recht maximaal 50 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief de oppervlakte van aanwezige recreatieve opstallen, worden gebouwd. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.
Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.
De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.
Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.
Specifiek voor De Waal
Op diverse plaatsen in het dorp komen woningen die onder deze bestemming vallen voor. Binnen deze woningen is in sommige gevallen een recreatief opstal aanwezig, deze zijn dan aangeduid. Bij één van de woningen is een galerie aanwezig, deze is aangeduid.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Deze bestemming is bedoeld voor twee-onder-één-kap woningen. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.
Recreatieve opstallen zijn op de verbeelding aangeduid. Eén woning aan het Hogereind heeft de status tweede woning. Deze woning mag zowel gebruikt worden voor recreatieve als permanente bewoning. Deze situaties zijn op de verbeelding aangeduid. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan.
Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd.
Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief recreatieve opstallen, toegestaan. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.
Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.
De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.
Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.
Specifiek voor De Waal
Deze bestemming op verschillende plaatsen binnen het plangebied voor, waaronder aan het Hogereind. Het is een mengeling van oudere en nieuwere woningen. De bestemming is alleen gelegd op gebouwen waarbij sprake is van twee aaneen gebouwde woningen (twee-onder-één-kap en geschakeld).
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Toelichting op de bestemming
Vrijstaande woonhuizen vallen onder deze bestemming. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.
Recreatieve opstallen zijn aangeduid op de verbeelding.
Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Bij afwijking kan de oppervlakte worden vergroot tot 150 m2. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd.
Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief recreatieve opstallen, toegestaan. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.
Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.
Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.
De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.
Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.
Bij de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om het bouwvlak aan te passen. Hierbij zijn enkele voorwaarden opgenomen waaraan voldaan moet worden bij wijziging van het bestemmingsplan.
Specifiek voor De Waal
Verspreid over het plangebied staan vrijstaande woonhuizen, een grotere concentratie staat langs de Sommeltjesweg. De vrijstaande woningen zijn binnen deze bestemming gelegd.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
Uitgangspunten
Toelichting op de bestemming
Met deze bestemming wordt de rioolleiding beschermd. De bestemming heeft betrekking op de
rioolleiding zelf en de beschermingszone. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden
gebouwd. Hiervan kan worden afgeweken mits er vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Verder is ter bescherming van de leiding voor een groot aantal werken en werkzaamheden
een omgevingsvergunning nodig.
Specifiek voor De Waal
Langs de Sommeltjesweg ligt een rioolpersleiding.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
bescherming van archeologische waarden.
Toelichting op de bestemming
Met deze bestemming worden archeologische waarden in de bodem beschermd. Dit betreffen de gebieden van archeologische waarde. Ter bescherming van de archeologische waarden is bouwen niet zonder meer toegestaan. Het gaat dan om bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 40 m2 op locaties waar de grond nog niet verstoord is. Verder moet het gaan om bouwwerken waarbij dieper dan 0,50 meter wordt gegraven. Voor deze bouwwerken is een archeologisch onderzoek nodig en kunnen bij de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verder is ter bescherming van archeologische waarden voor een groot aantal werken een omgevingsvergunning nodig.
Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan de grens van deze dubbelbestemming worden aangepast. Dit kan nodig zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.
Specifiek voor De Waal
Het grootste deel van de gronden binnen het plangebied valt in deze bestemming. Het gaat daarbij om het gebied rond het Hogereind, het centrale deel van het plangebied.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Uitgangspunten
Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:
bescherming van archeologische waarden.
Toelichting op de bestemming
Met deze bestemming worden archeologische waarden in de bodem beschermd. Dit betreffen de gebieden van archeologische waarde. Ter bescherming van de archeologische waarden is bouwen niet zonder meer toegestaan. Het gaat dan om bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 100 m2 op locaties waar de grond nog niet verstoord is. Verder moet het gaan om bouwwerken waarbij dieper dan 0,50 meter wordt gegraven. Voor deze bouwwerken is een archeologisch onderzoek nodig en kunnen bij de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verder is ter bescherming van archeologische waarden voor een groot aantal werken een omgevingsvergunning nodig.
Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan de grens van deze dubbelbestemming worden aangepast. Dit kan nodig zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.
Specifiek voor De Waal
Een klein deel van de gronden binnen het plangebied (nabij het bedrijventerrein aan de Laagwaalderweg) valt in deze bestemming.
Achtergrondinformatie
Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding
Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid
Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten
Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan het aspect grondexploitatie.
Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun mening op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting.
Overleg en inspraak
De gemeente vindt participatie van burgers en belangenorganisaties belangrijk en biedt deze partijen daarom de mogelijkheid reacties op het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. In dit kader is het voorontwerpbestemmingsplan vanaf 23 januari 2017 ter inzage gelegd en opgestuurd naar de overlegpartners. Tijdens deze periode zijn 6 vooroverleg- en 5 inspraakreactie ingediend. Eén overlegreactie en één aanvulling op een inspraakreactie zijn buiten de daarvoor gestelde termijn ingediend en daarom buiten beschouwing gelaten. In de Nota Vooroverleg en Inspraak (bijlage 2) staan een samenvatting van de reacties en de gevolgen voor het bestemmingsplan aangegeven.
Ontwerpbestemmingsplan
De resultaten van overleg en inspraak zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan een ieder zijn zienswijze kenbaar maken.
Vaststelling bestemmingsplan
Indien noodzakelijk wordt het bestemmingsplan na de vaststelling aangepast aan de zienswijzen. Dit betekent dat het bestemmingsplan eerst gewijzigd wordt vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.
Het bestemmingsplan De Waal is een in hoofdzaak conserverend bestemmingsplan. Eventuele (binnenplanse) afwijkingen komen voor rekening van particuliere opdrachtgevers. De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is daarmee gewaarborgd.
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, indien sprake is van bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden.
Dit bestemmingsplan is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen van een dusdanige omvang dat daarvoor gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening een exploitatieplan moet worden vastgesteld.