direct naar inhoud van 4.7 Ecologie
Plan: De Koog
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0448.DKG2012BP0001-va01

4.7 Ecologie

Normstelling en beleid

Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe'.

Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Gebiedsbescherming

Het noordwestelijk deel van het plangebied ligt in het Natura 2000-gebied 'Duinen en Lage Land Texel'. Dit gebied is tevens onderdeel van de EHS. Dit gebied is bestemd als 'Natuur'. Daarnaast is het bosgebied ten zuidoosten van het plangebied onderdeel van de EHS. De ligging van het Natura 2000-gebied en de EHS is in figuur 5 weergegeven. Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, is er geen negatief effect op deze gebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DKG2012BP0001-va01_0005.jpg"

Figuur 5 De ligging van beschermde natuurgebieden

Ten aanzien van het aspect gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

Soortenbescherming

Dit bestemmingsplan is conserverend van karakter. Voor dit bestemmingsplan betekent dit dat er geen negatieve effecten op eventueel aanwezige beschermde soorten zijn, omdat de bestaande situatie wordt vastgelegd. De ontwikkelingen die zich in de planperiode voor kunnen doen, beperken zich tot afwijkingen met een omgevingsvergunning, wijzigingsbevoegdheden en/of

omgevingsvergunningen. Bij toepassing hiervan geldt, voor zover nodig, onverkort hetgeen gesteld is in de Flora- en faunawet.

Ten aanzien van het aspect soortenbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.