direct naar inhoud van TOELICHTING
Plan: Den Hoorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de bestaande kern Den Hoorn. Het doel van het bestemmingsplan is het bieden van een actuele juridisch-planologische regeling voor het plangebied. De ligging van het plangebied is weergegeven in de onderstaande figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0001.jpg"

De ligging en begrenzing van het plangebied

De gemeente Texel beschikt over een groot aantal bestemmingsplannen voor de kernen. Deze bestemmingsplannen zijn onvoldoende op elkaar afgestemd en de toepasbaarheid van de plannen in de dagelijkse praktijk levert steeds meer problemen op. Per 1 juli 2013 geldt dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Deze datum is gepasseerd. Het is gewenst het aantal bestemmingsplannen terug te brengen en daar waar mogelijk te komen tot deregulering en vereenvoudiging van regelgeving en tot uniformiteit. Met de herziening van de bestemmingsplannen gaat de gemeente weer beschikken over een nieuw samenhangend beleidskader voor de kernen.

In de nieuwe plannen voor de kernen wordt ingespeeld op nieuw beleid en eventueel gewijzigde regelgeving. Van belang zijn bijvoorbeeld de woonvisie en de Toekomstvisie voorzieningenstructuur. Ook het beleid opgenomen in de Provinciale Structuurvisie en Provinciale Ruimtelijke Verordening wordt in de bestemmingsplannen vertaald.

1.2 Geldende bestemmingsplannen

Met dit bestemmingsplan worden de volgende juridische regelingen (gedeeltelijk) vervangen:

  • bestemmingsplan Den Hoorn beschermd dorpsgezicht (vastgesteld 9 mei 1989, goedgekeurd 26 september 1989)
  • bestemmingsplan 't Zouteland (vastgesteld 27 juli 2004, goedgekeurd 8 februari 2005);
  • bestemmingsplan Den Hoorn (vastgesteld 4 oktober 2005, goedgekeurd 3 januari 2006);
  • omgevingsvergunning voor 12 Nulenergiewoningen 't Zouteland Den Hoorn (vastgesteld 30 oktober 2013);
  • bestemmingsplan Partiële herziening van diverse bestemmingsplannen op ondergeschikte onderwerpen (vastgesteld op 12 juni 2001).

1.3 Nota van Uitgangspunten komplannen

Voor de nieuwe bestemmingsplannen op Texel is een Nota van Uitgangspunten komplannen opgesteld. Deze Nota van Uitgangspunten is op 14 september 2011 vastgesteld en op 22 oktober 2014 aangevuld. Dit bestemmingsplan is opgesteld binnen de kaders van de Nota van Uitgangspunten. De Nota van Uitgangspunten is opgenomen als Bijlage 1.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In het volgende Hoofdstuk 2 wordt allereerst ingegaan op het beleid dat het kader vormt voor dit bestemmingsplan. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsuitgangspunten van het plangebied. Vervolgens worden in Hoofdstuk 3 de kernkwaliteiten van Den Hoorn beschreven. In Hoofdstuk 4 wordt een verantwoording gegeven van de milieu- en omgevingsaspecten die van belang zijn voor het bestemmingsplan. De vertaling van het beleid en van de voorwaarden vanuit de milieu- en omgevingsaspecten naar de juridische regeling, vindt plaats in Hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 beschrijft de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Beleid

Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied.

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota's zoals de Nota Ruimte, de agenda Landschap en de agenda Vitaal Platteland.

Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies en kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk voor de resultaten. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Deze 13 nationale belangen zijn:

  • 1. Rijksvaarwegen;
  • 2. Mainportontwikkeling Rotterdam;
  • 3. Kustfundament;
  • 4. Grote rivieren;
  • 5. Waddenzee en waddengebied;
  • 6. Defensie;
  • 7. Hoofdwegen en hoofdspoorwegen;
  • 8. Elektriciteitsvoorziening;
  • 9. Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • 10. Ecologische hoofdstructuur;
  • 11. Primaire waterkeringen buiten het kustfundament;
  • 12. IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte);
  • 13. Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.

Binnen de SVIR is de SER-ladder, ofwel de ladder voor duurzame verstedelijking, geïntroduceerd. Deze ladder is bedoeld om een goede ruimtelijke ordening te bieden door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de SER-ladder wil het rijk de vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Met de ladder worden drie treden doorlopen als het gaat om:

  • 1. Is er een regionale behoefte;
  • 2. Is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen het bestaand stedelijk gebied;
  • 3. Zoek een locatie die multimodaal ontsloten is of kan worden voor de resterende regionale behoefte.

In dit plan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan is een conserverend plan.

2.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) (laatste aanvulling op 1 oktober 2012 vastgesteld) stelt niet alleen regels voor de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, maar stelt ook regels die in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Van belang voor dit bestemmingsplan is het Waddengebied. Dit levert voor de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken hoogtebeperkingen op. Dit heeft geen invloed op de regeling, omdat geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan.

Beleid voor Den Hoorn

Het plangebied raakt verschillende rijksbelangen, waaronder defensie (radarverstoring) en het Waddengebied. Hieraan zijn onder meer hoogtebeperkingen opgelegd. Dit heeft echter geen invloed op dit bestemmingsplan. De daarbij horende hoogtebeperkingen worden niet geschaad omdat de bestaande situatie gehandhaafd blijft.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Structuurvisie en Provinciale Verordening

Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door provinciale staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.'

Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de provincie provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (eveneens vastgesteld door provinciale staten op 21 juni 2010, daarna zijn aanvullingen vastgesteld op 23 mei 2011, 15 november 2011, 17 december 2012 en 19 maart 2013) zijn regels verbonden aan deze hoofdbelangen. Op 3 februari 2014 heeft Provinciale Staten de verordening opnieuw vastgesteld. Deze vaststelling betreft een beleidsarme wijziging ten aanzien van de eerder vastgestelde verordening van 21 juni 2010. Dit houdt in dat de verordening geen nieuw beleid bevat.

De provincie Noord-Holland zet de komende dertig jaar in op compacte, hoogwaardige en bereikbare steden en dorpen omringd door aantrekkelijk recreatie en groen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. De provincie wil steden en dorpen optimaal benutten, landschappen open houden en ruimte bieden aan economie en woningbouw.

Bebouwde gebieden zijn aangegeven als 'Bestaand Bebouwd Gebied'. Bij het maken van plannen in het bestaande bebouwde gebied hebben gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid. Niet het hele plangebied is echter onderdeel van het bestaand bebouwd gebied, een groot deel van het agrarische gebied ligt er buiten. In onderstaande figuur staat het bestaand bebouwd gebied (rood) begrensd. Het plangebied is omlijnd met de witte lijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0002.jpg"

Bestaand bebouwd gebied Den Hoorn

Als bestaand bebouwd gebied wordt aangewezen de bestaande of de bij een – op moment van inwerkingtreding van de verordening – geldend bestemmingsplan toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing, uitgezonderd bebouwing op agrarische bouwpercelen en kassen. Onder toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing wordt mede begrepen de daarbij behorende bebouwing ten behoeve van openbare voorzieningen, verkeersinfrastructuur alsmede stedelijk water en stedelijk groen van een stad, dorp of kern. De tekst is hierbij leidend, het kaartje is indicatief.

Beleid voor Den Hoorn

Weidevogelleefgebied

Het doel van het beleid is de leefgebieden van weidevogels te beschermen. Dit betekent dat het beheer, de afwezigheid van opgaande begroeiing en gunstige omgevingscondities en de afwezigheid van bebouwing in hoge mate bepalend is voor het succes van de weidevogelpopulaties. In dergelijke gebieden worden nieuwe ontwikkelingen die dit doel kunnen beperken zo veel mogelijk voorkomen.

Ecologische hoofdstructuur

Het plangebied ligt niet in de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Voor de realisatie van deze natuurfunctie in de EHS is het belangrijk dat dit bestemmingsplan hiervoor een passende bestemming biedt. In het plangebied komt echter geen EHS voor, waardoor een specifieke regeling niet nodig is. In onderstaande afbeelding zijn de natuurgebieden rond het plangebied aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0003.png"

Natuurgebieden in en rond het plangebied (plangebied is zwart omlijnd)

2.2.2 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie

Als gevolg van ontwikkelingen wordt de inrichting en het gebruik van het stedelijk en landelijk gebied voortdurend aangepast. Nieuwe elementen en structuren worden aan het landschap toegevoegd terwijl oude verdwijnen. Soms gaan deze ontwikkelingen ten koste van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, het ‘gebiedseigene’.

De Provincie Noord-Holland wil ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen en tegelijkertijd verantwoord omgaan met het verleden. De provincie wil de Noord-Hollandse landschappen optimaal gebruiken door hun kenmerkende kwaliteiten te benutten bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het basisuitgangspunt van het provinciale beleid is dan ook ‘behoud door ontwikkeling’. Uitgangspunt hiervoor is de leidraad Landschap en Cultuurhistorie (vastgesteld op 21 juni 2010), waarin de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling is vastgelegd.

Beleid voor Den Hoorn

De leidraad is gericht op ontwikkelingen. In de leidraad zijn ook enkele elementen opgenomen die voor dit conserverende bestemmingsplan van belang zijn. Het gaat hierbij om cultuurhistorisch waardevolle elementen en aardkundige en archeologische gebieden. De gemeente heeft eigen archeologiebeleid. Den Hoorn ligt in een aardkundig monument en aardkundig waardevol gebied. De wijze waarop er in dit bestemmingsplan wordt omgegaan met deze gebieden is in paragraaf 4.10 aangegeven. In paragraaf 4.8, 4.9 en 4.10 van dit bestemmingsplan wordt nader ingegaan op deze aspecten.

2.3 Regionaal beleid

2.3.1 Detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland

Het detailhandelsbeleid in de Kop van Noord-Holland is beschreven in de Detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Het hoofddoel van het regionale detailhandelsbeleid is het tot stand brengen van een evenwichtig en duurzaam detailhandelsstructuur in de Kop van Noord-Holland. Bij het beleid moet rekening worden gehouden met de aanwezige marktverhoudingen en ontwikkelingen. Er wordt gestreefd naar een maatschappelijk verantwoorde, samenhangende en op elk niveau van de voorzieningenhiërarchie gezonde detailhandelsstructuur.

Beleid voor Den Hoorn

Voor Den Hoorn is in deze visie geen specifiek beleid gegeven. In deze kern is slechts zeer beperkt detailhandel aanwezig.

2.3.2 Regionaal Programma Bedrijventerreinen Kop van Noord-Holland

In de Kop van Noord-Holland wordt op het gebied van bedrijventerreinen regionaal samengewerkt. Door middel van een regionaal programma wordt aan de regionale samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen verdere vorm en inhoud gegeven. Het Programma heeft als doel om te komen tot een zorgvuldige planning van bedrijventerreinen met betrekking tot nieuwe uitgifte, herstructurering, typering en segmentering, waarbij vraag en aanbod goed op elkaar zijn afgestemd en de kwaliteit van terreinen kan worden behouden en verbeterd.

Beleid voor Den Hoorn

Voor Den Hoorn is dit beleid niet van toepassing, omdat hier geen sprake is van een aaneengesloten en in het beleid aangeduid bedrijventerrein.

2.3.3 Regionaal Actie Programma Wonen

In het Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP) zijn regionale afspraken gemaakt over woningbouw in de Kop van Noord-Holland. Dit is een uitwerking van de Provinciale Woonvisie 2010-2020. In het RAP 2011 zijn de te bouwen woningbouwaantallen naar beneden bijgesteld, ten opzichte van de eerdere Regionale Woonvisie.

Texel is als woonregio volkomen uniek. Het heeft een hoog recreatief gebruik van tweede woningen en kent, naast een lokale woningmarkt, vooral een landelijke in plaats van regionaal georiënteerde uitwisseling. Het zit dus op geen enkele manier de rest van de Kop van Noord-Holland in de weg bij eventuele woningbouwproductie. Ook migratiecijfers tonen dat aan.

Vooralsnog schat de gemeente de behoefte vanuit de eigen lokale bevolking in, op circa 200 woningen tot 2020. Deze inschatting is opgebouwd uit concrete woningbouwplannen in diverse fasen, die alle binnen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) liggen.

Er is afgesproken, dat Texel volgens eigen inzichten verder gaat met ontwikkelen en bouwen. Dit is ook geconcludeerd na een extra overlegmoment tussen provincie en gemeente. Texel heeft het akkoord gekregen om door te gaan op de ingeslagen weg. Texel heeft aldus een aparte status binnen de regio en het RAP.

Op 28 oktober 2015 is, in vervolg op de afspraken in het RAP, een convenant ondertekend tussen regio, gemeenten en provincie over een kwalitatief woningbouwprogramma Kop van Noord-Holland (KWK). Ook hierin is voor Texel de status aparte opgenomen en bovendien zijn proces afspraken gemaakt voor de beoordeling van nieuwe woningbouwplannen en nieuwe demografische prognoses.

Beleid voor Den Hoorn

Voor Den Hoorn zijn twee locaties opgenomen voor woningbouw (RAP); Den Andel en 't Zouteland. 't Zouteland is inmiddels gereed (vrije kavel woningen en sociale huurwoningen) en voor het complex Den Andel wordt op den duur een plan ontwikkeld.

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Structuurvisie 'Texel op koers'

In de Structuurvisie worden op hoofdlijnen de gewenste ontwikkelingen voor het eiland aangegeven op het gebied van economie, ruimtelijke ordening, zorg en welzijn. Hieronder volgen de hoofdpunten uit de Structuurvisie die een ruimtelijke relatie hebben.

De Structuurvisie schetst een toekomstbeeld dat er op Texel geen woningnood meer is. Er worden dan alleen voor de eigen bevolking voldoende betaalbare woningen bijgebouwd, vooral in de dorpskernen. Daarbij wordt aandacht geschonken aan ouderen en jongeren. Ook 'nultreden' woningen worden toegevoegd. Bij 'nultreden' woningen bevinden slaapkamer, woonkamer, keuken en sanitair zich in dezelfde woonlaag.

In de Structuurvisie staat aangegeven dat de gemeente kiest voor centraal in Den Burg gevestigde dorps- en welzijnsvoorzieningen. Deze centraal gevestigde voorzieningen bieden hun diensten aan in dorpsservicepunten in de dorpen. Hierdoor zijn in alle dorpen voldoende voorzieningen aanwezig. Ouderen kunnen door gebruik te maken van de diensten van de dorpsservicepunten zelfstandig blijven wonen. Op dit moment functioneren de dorpsservicepunten nog niet zoals bedoeld. Met de welzijnsorganisaties wordt gewerkt aan een andere invulling.

De voor wonen en werken benodigde warmte en energie moet in de toekomst op het eiland zelf worden opgewekt. Daarbij wordt de energie duurzaam opgewekt met windturbines en zonnedaken/zonnepanelen/WKO/houtkachels. Op 12 juni 2013 is door de raad een amendement aangenomen met betrekking tot windturbines. De raad heeft met dit amendement aangegeven de uitbreiding van windturbines niet meer in bestemmingsplannen toe te staan. 

Texel heeft een sterke marktpositie op het gebied van recreatie en toerisme. Het beleid is dat er ruimte is voor maximaal 47.000 slaapplaatsen, waarbij een evaluatiemoment komt op het moment dat 45.000 slaapplaatsen gerealiseerd zijn. Op Texel zijn voldoende fiets- en wandelpaden, wegen en parkeervoorzieningen.

De infrastructuur moet goed onderhouden blijven. Daarbij moeten er voldoende stallingsplaatsen voor fietsen komen. De historische dorpskernen worden primair ingericht voor de voetganger en de fietser. De centra van De Koog, Den Burg en Oudeschild worden in de toekomst afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Door de toekomstige inrichting van de rest van de wegen binnen de dorpen, rijdt de automobilist als vanzelf stapvoets. Auto's worden aan de rand van de dorpen verwezen naar parkeerterreinen.

De natuurgebieden en het cultuurland hebben een belangrijke aantrekkingskracht op toeristen en bewoners. Het is daarom van belang om deze natuur toegankelijk te maken.

Bij nieuwe ontwikkelingen gaat de gemeente uit van de Texelse kernkwaliteiten. Het gaat hierbij om de rust en ruimte, de rijkdom aan natuur en cultuurlandschappen, de grote afwisseling in landschappen en landgebruiksvormen, de Texelse identiteit, het specifieke eilandkarakter, de nachtelijke duisternis en de maritieme monumenten.

Beleid voor Den Hoorn

Den Hoorn is in de structuurvisie aangemerkt als een vitaal dorp. Daarbij is aangegeven dat er een zoekgebied is naar nieuwe woningen en dat sprake is van een toeristische zonering. Bij vitale dorpen wordt ingezet op sociale samenhang en het verenigingsleven. Daarnaast wordt ingezet op het behoud en de realisatie van woningen voor jong en oud en voorzieningen als een dorpshuis. Daarnaast is het behoud en de opwaardering van de toeristische voorzieningen van belang, ook voor het vitaal houden van het dorp.

2.4.2 Woonvisie Texel 2008 - 2015

De essentie van de Woonvisie is dat de lokale woningbehoefte voorop staat voor de ontwikkeling van woningbouw op Texel. Het accent ligt op het bouwen voor de autonome groei van de woningbehoefte op Texel. Er wordt rekening gehouden met de diverse doelgroepen, die zo lang mogelijk zelfstandig in de dorpskernen moeten blijven wonen. Daarbij moeten nieuwe woningen bijdragen aan een duurzaam Texel met inpassing van de historische en landschappelijke kwaliteiten.

'Op maat' bouwen is een belangrijke doelstelling in de visie. Daarmee wordt bedoeld dat er zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen dorpskern kunnen blijven wonen. Daarom wordt er naar een zo groot mogelijke diversiteit van het aanbod per kern gestreefd. Individueel en collectief particulier opdrachtgeverschap zijn goede instrumenten hiervoor.

Er wordt in het woningbouwbeleid niet meer alleen ingezet op concentratie in Den Burg en De Koog, maar ook in de andere dorpen, ter behoud van voorzieningen en vitaliteit. Deze woningen worden verdeeld onder de mensen die sociaal en maatschappelijk aan het dorp gebonden zijn. Nieuwe woningen worden bij voorkeur door middel van inbreiding gerealiseerd. Bij uitbreiden verdient de landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing veel aandacht. Het mag niet ten koste gaan van historische dorpskernen en landschappelijke kwaliteiten: het moet juist een versterking opleveren.

Bij uitbreiden van de woningvoorraad moet rekening worden gehouden met verschillende doelgroepen, zoals jongeren, ouderen en gehandicapten. De bouw van levensloopbestendige woningen heeft daarbij extra de nadruk. Daarbij moet een kernvoorraad van 20% goedkope woningen worden aangehouden. Ook mogen er geen nieuwe 2e woningen (woningen die zowel permanent als recreatief gebruikt mogen worden) ontstaan, mits verworven rechten niet worden aangetast. Omzetting naar 2e woningen is ook uitgesloten.

Daarnaast is er aandacht voor duurzaam bouwen. Dit wordt gedaan zodat woningbouw en woningverbetering een bijdrage leveren aan de realisatie van een duurzaam Texel, dat geheel in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien. Nieuwbouw levert een versterking op van historische en landschappelijke kwaliteiten.

Beleid voor Den Hoorn

Voor de periode 2008 - 2015 is er een woningbehoefte bij migratiesaldo 0 van 470 woningen. Voor Den Hoorn betekent dit dat er een behoefte bestaat van 36 woningen. Hiervan zijn 19 woningen gereserveerd voor het plan 't Zouteland. De intentie is de rest van het totaal onder andere tot stand komt door middel van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Per dorp kan geschoven worden met de aantallen om aan de 470 woningen te voldoen.

2.4.3 Toekomstvisie voorzieningenstructuur Texel

In de Toekomstvisie voorzieningenstructuur Texel wordt aangegeven welke gebieden versterkt mogen en kunnen worden met horeca en/of detailhandel. Qua detailhandel moet Texel zich met name op Den Burg richten, en qua horeca op De Koog. De visie is gericht op het behouden van de verhoudingen zoals ze nu zijn, met aandacht voor kwaliteitsimpulsen.

De belangrijkste trends voor Texel op het gebied van recreatie en toerisme die gevolgen hebben voor het draagvlak zijn de verbreding van het seizoen. Het aantal toeristische overnachtingsplaatsen ligt begin 2012 op circa 42.500 slaapplaatsen. Afgesproken is bij 45.000 slaapplaatsen te evalueren of doorgroei naar maximaal 47.000 gewenst of ongewenst is.

Beleid voor Den Hoorn

Den Hoorn is vooral een agrarisch dorp, tegen de duinrand aan. Het dorp heeft enkele voorzieningen, waaronder een camping, horeca en een supermarkt. De aanwezige voorzieningen zijn vooral gericht op het toerisme.

In de toekomstvisie voor Den Hoorn is sprake van het volgende concrete beleid:

  • In het gedefinieerde gemengde cluster is wonen de hoofdmoot, maar verspreid in het cluster dienen initiatieven op het gebied van horeca en detailhandel positief tegemoet te worden getreden.
  • Geen detailhandel als hoofdactiviteit toestaan buiten dit gebied.
  • Voor het laatste deel van de Herenstraat en het eerste deel van Klif is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'Wonen – Lint' te wijzigen naar de bestemming 'Maatschappelijk'.

Dit bestemmingsplan voorziet in de genoemde beleidspunten, door bijvoorbeeld een regeling te treffen die nieuwe detailhandel buiten het gebied rond de Herenstraat uitsluit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0004.png"

De visie voor Den Hoorn (bron: Toekomstvisie voorzieningenstructuur)

2.4.4 Welstandsnota

De Welstandsnota geeft een helder en actueel beeld van de bestaande architectonische en stedenbouwkundig - landschappelijke kwaliteiten van de gemeente Texel. De Welstandsnota gaat uit van een gebieds- en objectgerichte benadering. Verder wordt uitgegaan van een specifieke, thematische benadering als het gaat om (nieuw) bouwen aan dorpsranden en als het gaat om het bouwen aan of nabij monumenten.

Beleid voor Den Hoorn

Het welstandsniveau 'beschermd dorpsgezicht' is voor een groot deel rond de Herenstraat, en de Hoge en Lage Achterom in Den Hoorn van toepassing. Hiervoor geldt een wettelijke bescherming (zie ook 4.9).

Direct ten oosten en westen daarvan dit zijn de gebieden aangemerkt als 'bijzonder'. Voor de monumenten en dorpsranden geldt thematisch beleid. Voor de rest van het plangebied is het welstandsniveau 'welstandsvrij'. Voor het gebiedsgerichte criterium 'bijzonder' moet qua vormgeving en materiaalgebruik aangesloten worden bij de bestaande architectuur.

Het zuidelijk deel van het plangebied is aangeduid met 'dorpsranden'. Voor een dorpsrand geldt dat onderscheid moet worden gemaakt tussen bestaande en nieuwe dorpsranden. Na een uitbreiding van de kern ontstaat een nieuwe rand en wordt de bestaande rand onderdeel van het dorp. De veranderingen in de bestaande dorpsrand gaan geleidelijk. Door sloop en nieuwbouw kan het beeld veranderen. Ook het bouwen van schuurtjes en schuttingen speelt een rol in de verandering van het beeld. Met name bouwmassa en kleurgebruik zijn hierbij belangrijk. Bij nieuwbouwprojecten moet een beeldkwaliteitplan opgesteld worden.

In Den Hoorn staan bovendien diverse monumenten. Het bouwen aan en nabij monumenten vereist zorgvuldigheid. In de Welstandsnota is aangegeven welke criteria daarvoor gelden.

Gevelreclame kan onder voorwaarden worden toegestaan in de gebieden met een welstandsregime 'bijzonder' en binnen 'beschermd dorpsgezicht'. Uitgangspunt is dat reclames geen afbreuk doen aan de kenmerken die monumentale panden en (beschermde) dorpsgezichten waardevol maken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0005.png"

Welstandskaart Den Hoorn

2.4.5 Nota verblijfsrecreatie ‘De Texelse maat voor een zonnige toekomst’

Op 17 februari 2016 heeft de gemeenteraad de spelregels voor een innovatieve ontwikkeling van de verblijfsrecreatie op Texel vastgesteld.

Het uitgangspunt voor de verblijfsrecreatie is kwaliteit(sverbetering). Belangrijk is dat bestaande terreinen kwalitatief op orde zijn. Noodzakelijk onderhoud en renovatie maken als vanzelfsprekend onderdeel uit van een professionele bedrijfsvoering die is gericht op kwaliteit en goed rentmeesterschap.

Het beleid voor 25%-kwaliteitsuitbreiding, kamperen bij de boer, (natuur)kampeerterreinen, slapen op het strand/strandhuisjes wordt niet gewijzigd.

Het uitgangspunt kwaliteitsverbetering is onderverdeeld in:

  • 25% uitbreidingsmogelijkheden bestaande bedrijven
  • Conversie, waarbij de accommodatievorm in een andere vorm wordt omgezet
  • Vernieuwende projecten waarvoor extra recreatieve slaapplaatsen verkregen kunnen worden
  • (Deel)Verplaatsing van recreatieve slaapplaatsen

Voor kwaliteitsverbetering van bestaande terreinen geldt:

  • 25% uitbreiding conform te regels van het bestemmingsplan en geldt voor heel Texel
  • Conversie binnen de bestemming is volgens de geldende bestemmingsplannen al een recht en geldt voor heel Texel
  • Conversie tussen bestemmingen is binnen de concentratiegebieden en aangrenzende recreatieve bestemmingen en kernen mogelijk. (Natuur)kampeerterreinen zijn uitgesloten.
  • Vernieuwende slaapplaatsen mogen ook op locaties met verblijfsrecreatieve bestemming en geldt voor heel Texel
  • Kwaliteitsverbetering moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
    • 1. Alle gasten van het betreffende bedrijf hebben baat bij de kwaliteitsverbetering
    • 2. Er is een koppeling van fysieke en technische kwaliteit (veiligheid, good housekeeping)
    • 3. Er is sprake van architectonische en welstandelijke kwaliteit
    • 4. Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (kavelruimte, inpassing in het landschap, duurzaamheid)
    • 5. De kwaliteitsverbetering speelt in op klantbehoefte
    • 6. De omgeving of kernwaarden worden er door versterkt

De toetsingscriteria met betrekking tot vernieuwing en verplaatsing (met mogelijkheid van conversie) zijn:

  • 1. Texelse kernwaarden via het Beeldkwaliteitsplan
  • 2. De motivatie en onderbouwing van de wijze waarop een plan voldoet aan de Texel Principes wordt bij de afweging beoordeeld
  • 3. Compensatie landbouwgronden
  • 4. Vernieuwing geldt voor heel Texel
  • 5. Verplaatsing geldt voor concentratiegebieden en aangrenzende recreatieve bestemmingen en kernen; deelverplaatsing geldt voor heel Texel mits het tot minder verstening leidt.
  • 6. De toekenning van een toeristische functie met recreatieve slaapplaatsen mag geen onevenredige afbreuk doen aan de ontwikkelings- en gebruiksmogelijkheden van omringende bedrijven en/of gronden, de milieu- of woonsituatie en natuurwaarden.

Voor vernieuwende projecten geldt tevens:

  • Maximaal 400 slaapplaatsen uit te geven
  • Toegevoegde waarde: verschijningsvorm en/of functie van een accommodatie wijkt af van het reeds aanwezige in de omgeving
  • Kleinschaligheid (Texelse Maat)

  • Voor verplaatsing geldt tevens:
    Proportionele kwaliteitsverbetering van alle locaties
  • De verblijfsrecreatieve accommodaties moeten bedrijfsmatig worden geëxploiteerd.

Ook biedt het beleid mogelijkheid voor tijdelijke slaapplaatsen. De verzoeken worden getoetst aan de regels die voor vernieuwing en/of verplaatsing gelden, afhankelijk van de insteek van het verzoek.

Regels voor zorgtoerisme. Dit is onderverdeeld in:

  • 1. Zorgslaapplaatsen:
    • a. Gericht op behandeling of ingreep van het individu
    • b. Accommodatie of zorgvoorziening richt zich uitsluitend op verblijf en individuele behandeling of interventie van een patiënt; familie of anderen uit het netwerk kunnen hier niet terecht voor verblijf
    • c. Betreft een maatschappelijke bestemming
    • d. Zorgslaapplaatsen kunnen niet verblijfsrecreatief worden ingezet.
  • 2. Toerisme met zorg:
    • a. Verblijf van toeristen die hier vakantie houden, maar wel medische ondersteuning of additionele zorg nodig hebben
    • b. Mede gericht op het verblijf van het netwerk van het individu dat ondersteuning nodig heeft
    • c. Betreft recreatieve slaapplaatsen wat binnen bestaande accommodaties gerealiseerd kan worden
    • d. Als men in aanmerking wil komen voor extra recreatieve slaapplaatsen, moet het project voldoen aan de criteria voor vernieuwende projecten.

De bovengenoemde 25% uitbreidingsregeling is in de verblijfsrecreatieve bestemmingen (gebouwen en terreinen) door middel van een wijzigingsbevoegdheid in de geactualiseerde bestemmingsplannen voor de kernen mogelijk. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Na deze planperiode zal deze regeling verdwijnen.

In het plangebied komen geen verblijfsrecreatieve bestemmingen voor.

Nieuwe recreatieve slaapplaatsen en verplaatsing van recreatieve slaapplaatsen worden niet in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Het betreft maatwerk per situatie en daarom zal hiervoor altijd een planologische procedure nodig zijn.

Dit nieuwe beleid leidt niet tot aanpassing van de bestemmingsplannen. Het geeft wel ontwikkelingskansen voor die sector die via buitenplans maatwerk gerealiseerd kunnen worden.

2.4.6 Texel proeftuin en andere economische kansen Richting voor Economie, geef ruimte

Texel moet economisch bezien, zich richten op het hebben van voldoende arbeidskrachten om het bestaande en toekomstige werkaanbod aan te kunnen. Er dreigt vanwege de dubbele vergrijzing een tekort aan arbeidskrachten te ontstaan: de ouderen verdwijnen uit het arbeidsproces en er zijn onvoldoende jongeren voor nieuwe aanwas. Vanwege de dubbele vergrijzing moet vooral gericht worden op de sector zorg: de ouderen hebben langer en meer zorg nodig. Meer werkgelegenheid kan worden gecreëerd door Texel zowel als thuiswerkeiland, als proeftuin te promoten. Met een proeftuin speelt Texel in op het 'voorlopersimago' en het beeld dat er op Texel veel mogelijk is. Proeftuinen dienen zich te richten op natuur, energie & duurzaamheid, water en kennis.

2.4.7 Beleid kleine windmolens

Een kleine windmolen is een windmolen die bedoeld is voor gebruik ter plaatse en niet voor de commerciële levering van energie aan derden. Voor een kleine windmolen is een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist. Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:

  • de windmolen in overeenstemming is met het bestemmingsplan;
  • de windmolen voldoet aan de bouwtechnische regels van het Bouwbesluit en de bouwverordening;
  • de windmolen voldoet aan de welstandseisen.

Op 12 juni 2013 is door de gemeenteraad van Texel het amendement 'Oprichting windturbines niet mogelijk maken' aangenomen. In al in procedure gebrachte nieuwe bestemmingsplannen is het oprichten van windturbines niet mogelijk. Dat wordt in de nieuwe bestemmingsplannen van de andere kernen ook niet mogelijk gemaakt. Dit is daarom ook niet mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.

2.4.8 Parkeerbeleid

De CROW normering vormt de basis van het gemeentelijk parkeerbeleid. Uitgangspunt van het gemeentelijk parkeerbeleid is dat er wordt geparkeerd binnen het bestemmingsvlak.

Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

In dit hoofdstuk worden de kernkwaliteiten van Den Hoorn beschreven. Hieraan gekoppeld zijn uitgangspunten die gelden voor het bestemmingsplan. De kernkwaliteiten zijn gekoppeld aan de Nota van Uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.

3.1 Beschermd dorpsgezicht

Het dorp is ontstaan als lintdorp met een driedeling in type bebouwing. Aan de westkant komt een menging voor van huizen en boerderijen, in het midden een dichtbebouwd gebied met voornamelijk huizen. De oostzijde wordt gekenmerkt door de agrarische bebouwing en gronden. Het centrale deel van het lint langs de Herenstraat, Lage Achterom en Hoge Achterom is een aangewezen beschermd dorpsgezicht (besluit van 20 maart 1968). Het aanwijzingsbeluit is opgenomen in de bijlagen bij de regels.

Naast de lintbebouwing maken ook de landschappelijke elementen in het dorp deel uit van het beschermde dorpsgezicht. Hierbij hoort het open agrarische gebied aan de noordzijde van de Hoge Achterom. Daarnaast gaat het om doorzichten vanuit het dorp naar de omgeving. Voor behoud van het open karakter en de doorzichten moeten deze vrij van bebouwing blijven.

Het beschermde dorpsgezicht heeft in dit bestemmingsplan een dubbelbestemming "WAARDE - BESCHERMD DORPSGEZICHT". Aan deze bestemming is het geldende aanwijzigingsbesluit gekoppeld, waarin staat beschreven welke waarden beschermd moeten worden. Deze waarden zijn zowel stedenbouwkundig (ruimtelijk) als architectonisch van aard. Daarnaast worden met de gebruiks- en bouwregels van de onderliggende bestemmingen de bestaande hoofdstructuur zo veel mogelijk gereguleerd. Het open agrarische gebied heeft naast de dubbelbestemming een agrarische bestemming.

3.2 Gemengd gebied

In het dorp komt een gemengd gebied voor met verschillende functies, waaronder wonen, detailhandel, maatschappelijke functies en dienstverlening. De variatie aan functies maakt het gebied levendig en aantrekkelijk voor de dagtoeristen. Binnen dit gebied moeten functies elkaar kunnen afwisselen als dat nodig is.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Het bedoelde gebied heeft de bestemming "GEMENGD". Binnen deze bestemming is er een onderlinge uitwisselbaarheid van functies mogelijk. Horecabedrijven krijgen een specifieke aanduiding.

3.3 Monumenten

In het plangebied zijn ruim 20 panden aangewezen als Rijksmonument en ruim 20 panden zijn gemeentelijk monument. De rijksmonumenten betreffen onder meer woningen aan de Herenstraat. Enkele rijksmonumenten worden hieronder besproken.

Hervormde Kerk Den Hoorn, Kerkstraat 5 te Den Hoorn

Wellicht het meest afgebeelde bouwwerk op Texel. Gebouwd in de periode 1425-1450. In dat laatste jaar werd de toren voltooid en was het gebouw compleet. De klok dateert van 1461. In 1571 werd de kerk beschadigd en het interieur vernield door de Watergeuzen. In 1573 is de kerk in handen van de gereformeerden gekomen. In 1603 is de schade hersteld en de toren werd een baken voor de zeevaart en is heden nog als zodanig in gebruik (geleidelicht schulpengat). Het koorgedeelte is in 1641 gesloopt en het schip werd enkele jaren later met een muur afgesloten. Op de muur staat het jaartal :1646. De toren van het bekende Hoornder kerkje is in 1999 gerestaureerd. De houten spits en de trans van de toren waren in een dusdanige slechte staat dat totale vervanging van de bekleding nodig was. Bij ontmanteling van de spits en de trans bleek dat de onderliggende constructie en verankering zodanig waren aangetast, dat ook deze moesten worden vervangen. De luidklok bleek gescheurd te zijn en is in 1999 weer hersteld. Het huidige Den Hoorn werd door de bewoners van het oude Den Hoorn hier gebouwd nadat hun woonplaats, meer zuid-oostelijk gelegen, in 1398 door een aanval van de Friezen was verwoest. Het oude Den Hoorn was op een hoek aan het water gelegen. Hoorn of horn betekent: punt, hoek of uiteinde.

Diek 11a, De Vermaning

“De Vermaning” is een voormalig doopsgezind schuilkerkje dat dateert uit 1660. De doopsgezinden gebruikten het tot 1968. Sindsdien heeft de gemeente Texel het in beheer ten behoeve van een maatschappelijk/culturele bestemming. Van 1971 tot 1988 was het Scheepvaartmuseum erin gehuisvest en sinds 1991 dient het als open atelier. De Kosterij – pand onder zadeldak met houten voorschot- van de doopsgezinde kerk op Diek 11 is ook een rijksmonument.

Herenstraat 49 in Den Hoorn

De Herenstraat 49 wordt in de volksmond vaak 'Loodsmanshuisje' genoemd, maar waarschijnlijk gaat het hier om een woning van een voormalig commandeur van de walvisvaart. De woning op nummer 49 dateert waarschijnlijk uit de 16e eeuw.

Het woonhuis is van algemeen belang vanwege zijn in oorsprong grote ouderdom en de architectuur- en bouwhistorische waarde van met name de zij- en achtergevel en het inwendige van het pand.

Bijzonder is de bewaard gebleven historische structuur van het pand met nagenoeg gave ruimtelijke indeling, karakteristieke kapconstructie en de diverse interieuronderdelen waaronder betegelingen en bedsteden. De vrijstaande schuur – oorsprong 18e of 19e eeuw maar in de loop der jaren op onderdelen vernieuwd - die grenst aan het Lage Achterom is van algemeen belang vanwege de betrekkelijk gave hoofdvorm, als gebouwde herinnering aan de traditionele verbondenheid van de historische bedrijfsvoering met de huishouding en vanwege de ligging op het talud van keileemopstuwing waardoor de vroegere bebouwingsgrens wordt gemarkeerd.

Het bestaat feitelijk uit 3 in verschillende bouwfases achter elkaar gebouwde volumes. De aan de Herenstraat gelegen voorgevel is van recenter datum dan de rest van het pand.

In 1962 is het pand inwendig gewijzigd, waarbij de structuur en historische interieuronderdelen grotendeels behouden zijn gebleven, behoudens de toevoeging van de natte cel op de begane grond, waarvoor de bedstedenwand in de woonkamer enkele meters naar voren is verplaatst.

Uitgangspunt voor het bestemmingsplan

Rijksmonumenten worden beschermd op basis van de Monumentenwet. De gemeentelijke monumenten hebben een beschermende regeling via de Monumentenverordening. In het bestemmingsplan is daarom geen beschermende regeling voor deze monumenten opgenomen.

3.4 Dorpsontwikkelingsplan "Loodsen door het landschap"

In het plangebied is sprake van een dorpsontwikkelingsplan, het zogenoemde Loodsproject (geen vastgesteld beleid, maar onderlegger voor beleid). Het project is gericht op de verbetering van het 'toeristische product' Den Hoorn in de toekomst. Als doel is daarbij van belang dat de economie en de aantrekkelijkheid van Den Hoorn en omgeving worden versterkt voor de inwoners en de toeristen. Deze versterking moet passen bij het karakter van de gemeenschap, de structuur van het dorp, de schoonheid van het landschap en de historie.

De uitgangspunten zijn vertaald in verschillende concrete deelprojecten in en rondom Den Hoorn. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de realisatie van een dorpsplein, maar ook om de organisatie van culturele evenementen. Het Waddenfonds subsidieert die onderdelen uit het plan die de karakteristieke natuur en cultuur van dit unieke waddengebied weer in hun oorspronkelijke staat terugbrengen.

3.5 Dorpsplein Den Hoorn Texel - Visie herinrichting openbare ruimte

De Naal is het dorpscentrum van Den Hoorn op het kruispunt van verschillende straten. Deze centrumfunctie is in de loop der tijden beetje bij beetje ontstaan. In het dorpsontwikkelingsplan voor Den Hoorn uit 2006 is aangegeven dat opwaardering van de Naal wenselijk is. In het Dorpsontwikkelingsplan "Loodsen door het landschap" is het opwaarderen van de Naal als een van de deelprojecten opgenomen. Het deelproject wordt financieel ondersteund door Waddenfonds, Provincie Noord-Holland en de gemeente Texel. Voor het dorpsplein heeft er op basis van de kadernotitie “Opwaardering van het dorpscentrum Den Hoorn” een selectie plaatsgevonden en is er gekozen voor de visie van MTD landschapsarchitecten. In de visie zijn ook de bebouwing en openbare ruimte aan de noordoostzijde van De Naal betrokken. In onderstaande afbeelding staat een voorstel voor de herinrichting van dit gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0006.jpg"

Verbeelding voor de herinrichting van het gebied rond De Naal vanuit het Loodsproject

Waar nodig en mogelijk wordt in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de gewenste herinrichting van het gebied. Dit betekent dat hiervoor een specifieke regeling is opgenomen die een ontwikkeling in de toekomst - onder voorwaarden - mogelijk maakt.

3.6 Ruimtelijke kwaliteit

De ruimtelijke kwaliteit van het dorp wordt bepaald door verschillende aspecten, waaronder het beschermde dorpsgezicht, de daarbij horende en aansluitende lintbebouwing en de ligging ten opzichte van het landschap.

Het dorp is ontstaan op de noordelijke flank van een hoger gedeelte van Texel. Hier ontstond een nederzetting die nadrukkelijk oost-west gericht was; tegenwoordig Diek (a. in figuur Ruimtelijke kwaliteit), Herenstraat (b.) en Klif (c.).

Landschappelijk is er noord-zuid sprake van hoogteverschillen, en oost-west zijn er in de verschijningsvorm van de lintstructuur verschillen waarneembaar. De Diek aan de oostzijde is van oudsher meer agrarisch georiënteerd, en in de Herenstraat aan de westzijde is de bebouwing veel compacter, waarin de bebouwing relatief dicht opeen staat, en in de overgang naar de Klif gaat de bebouwing over naar een lagere bebouwingsdichtheid, maar maakt de bebouwing wel nadrukkelijk deel uit van de lintstructuur. De kavels worden gevarieerder en relatief groter waardoor er doorzichten ontstaan naar het landschap.

In de overgang van de Diek naar de Herenstraat ligt De Naal (d.), het centrum van het dorp. In het uitvoeringsplan 'Loodsen door het Landschap' is het opwaarderen van de Naal als een van de deelprojecten opgenomen. De wens is dat de Naal een echt plein gaat worden.

De woningen langs de Herenstraat staan in een lint, waarin de bebouwing relatief dicht opeen staat. De overige bebouwing aan de Herenstraat en dwars daarop liggende straten hebben een lagere bebouwingsdichtheid, maar maken wel nadrukkelijk deel uit van de lintstructuur. De bebouwing wordt doorbroken door vrije erven of een steeg die toegang geeft tot een achtererf.

De hervormde kerk aan de Kerkstraat (e.) is een opvallend gebouw in het dorp. Het beroemde witte kerkje werd in het begin van de 15e eeuw gebouwd op de plaats van een - eerder afgebroken - houten kapel. De toren van het kerkje ging dienst doen als baken voor de scheepvaart. Een functie die het kerkje nog steeds heeft. Het meest opvallend is dat dit kerkje buiten het centrum van het dorp ligt. In het verleden - toen Den Hoorn veel groter was - lag het wel midden in het dorp. Door een verminderde scheepvaart kwamen veel huizen leeg te staan en werden gesloopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0007.jpg"

De hervormde kerk

De bebouwing in de oudere delen van het dorp is divers, het individuele karakter van de bebouwing versterkt het totale beeld. Bij de bebouwing is over het algemeen sprake van kleinschalige panden, met een relatief lage dakgoot en nokhoogte. Er is sprake van topgevels en langsgevels die in het straatbeeld afwisselend voorkomen.

De bebouwing aan de zuidzijde van de Lage Achterom (f.) doorbreekt het hiervoor geschetste beeld. Hier is geen sprake van lintbebouwing, maar van een seriematige bebouwing die aan hofjes en-of een reguliere woonstraat is geplaatst. De woningen zijn bovendien deels voorzien van een plat dak en hebben een grotere oppervlakte dan de bebouwing in het oudere deel van het dorp. In het verlengde van dit gebied staat westelijk aan de Naalrand een school (g.). Deze school wijkt in hoofdvorm en architectuur af van de bebouwing in de omgeving. Het gebouw geeft de omgeving, met de groene 'omlijsting' van het erf een eigen karakter.

Zuidelijk van deze bebouwing ligt de uitbreiding 't Zouteland (h.). Het ambitieniveau voor 't Zouteland is hoog op het gebied van duurzaamheid. De doelstelling is om enkel 0-energiewoningen te realiseren, hiervoor is door het Waddenfonds subsidie verstrekt. De woonwijk is inmiddels gerealiseerd (vrije kavel woningen en sociale huurwoningen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0008.jpg"

Ruimtelijke kwaliteit Den Hoorn

De relatie tussen het dorp en het omliggende landschap is belangrijk. De openheid van het landschap versterkt het beeld op de kern vanuit het omliggende gebied. Daarbij zijn de bestaande doorzichten vanuit het lint naar het landschap van belang. Deze versterken de relatie tussen het dorp en het landschap en moeten daarom vrij blijven van bebouwing. Het landschap heeft vooral aan agrarisch doel. De uitgangspunten zijn opgenomen in 3.1 (beschermd dorpsgezicht).

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Voor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie blijft bestaan. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven.

4.1 Milieuzonering

Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de indicatieve (richt)afstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plan is sprake van individuele bedrijven verspreid over het dorp en andere voorzieningen en instellingen. Dergelijke bedrijven en instellingen zijn in veel gevallen opgenomen in de genoemde VNG-brochure en hebben een richtafstand voor één of meer milieuaspecten.

De individuele bedrijven en instellingen in het plangebied hebben in de meeste gevallen maximaal een categorie 2, met een richtafstand van 30 meter. Dergelijke bedrijven zijn goed verenigbaar met de woonomgeving.

Voorkomen moet worden dat nieuwe gevoelige functies dichter bij de bedrijvigheid kunnen worden gebouwd. De woonfunctie en andere gevoelige functies worden daarom bij recht niet dichter bij de bedrijvigheid toegestaan dan in de huidige planologische situatie het geval is.

4.2 Bodem

Normstelling en beleid

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In deze wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval.

Voor de gemeente Texel is in 2011 een "Bodemkwaliteitskaart" vastgesteld. Het doel ervan is een actueel en dekkend beeld te krijgen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Texel. Achterliggende doelstelling is de wens van de gemeente om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die het Besluit bodemkwaliteit biedt:

  • bij het toepassen van grond en baggerspecie op en in de bodem;
  • als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en de ontvangende bodem;
  • bij het wegnemen van mogelijke knelpunten bij grond- en/of baggerstromen.

Zoals uit de achterliggende doelstelling blijkt is toetsing aan de bodemkwaliteitkaart vooral van belang bij werkzaamheden in de grond of waarbij grond vrijkomt of toegevoegd wordt.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Zoals aangegeven geeft de bodemkwaliteitkaart voor de gemeente Texel onder meer een beeld van de kwaliteit van de bodem. Den Hoorn is in het rapport meegenomen. In het dorp is een locatie bekend waar sprake was van vervuiling (Herenstraat 28). Deze locaties is inmiddels gesaneerd.

In de bodemfunctieklassenkaart is voor Den Hoorn aangegeven waarvoor de bodem in en om het plangebied geschikt is. In onderstaande afbeelding staat een uitsnede hiervan voor de kern weergegeven, waaruit blijkt dat dit de functies wonen en landbouw/natuur zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0009.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0010.png"

Bodemfunctieklassenkaart

Bodemonderzoek is in het kader van dit bestemmingsplan niet vereist. In het plangebied is geen sprake van ontwikkelingen die bij recht mogelijk worden gemaakt. Wanneer een ontwikkeling aan de orde is, is het overleggen van een bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem geeft geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

4.3 Geluid

Normstelling en beleid

Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.

Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In en rond het plangebied is sprake van verschillende soorten wegen; gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De gebiedsontsluitingswegen zijn bedoeld als hoofdontsluitingsroutes van het dorp. Op deze wegen is een maximumsnelheid van 80 km/uur buiten de bebouwde kom toegestaan. De erftoegangswegen zijn onder andere de woonstraten. Hier is sprake van een maximumsnelheid van 30 km/uur. In de volgende figuur is het wensbeeld van de gemeente voor de wegcategorisering voor Den Hoorn aangegeven. Het wensbeeld is door de gemeente vastgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0011.png"

Wensbeeld wegencategorisering Den Hoorn

Dit wensbeeld is een eerste uitgangspunt voor de indeling van de wegen in de verkeersbestemmingen van dit bestemmingsplan. De erftoegangswegen vallen allemaal binnen de bestemming 'VERKEER - VERBLIJFSGEBIED', omdat hierbij naast een verkeersfunctie ook een nadrukkelijke verblijfsfunctie aanwezig is. De overige wegen hebben de bestemming 'VERKEER', omdat deze vooral een verkeersfunctie hebben.

4.4 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden vastgelegd op het gebied van de luchtkwaliteit. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden, op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) de volgende projecten vrijgesteld van toetsing:

  • woningbouwprojecten met minder dan 1.500 woningen;
  • kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan 100.000 m2;
  • projecten die minder dan 3% van de (toekomstige) grenswaarde voor stikstofdioxide of fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m3.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied zijn geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Lokale maatregelen hoeven niet getroffen te worden om te komen tot een verbetering van de luchtkwaliteit. Bovendien worden bij recht geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het aspect luchtkwaliteit geeft geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

4.5 Externe Veiligheid

Normstelling en beleid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico’s die voor de burgers ontstaan bij het gebruik en de opslag van gevaarlijke stoffen zoals vuurwerk, LPG en chemicaliën en het vervoer daarvan over de weg, het water, het spoor en door buisleidingen. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over 'externe veiligheid' om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid transport (Bevt) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

In de Beleidsvisie Externe Veiligheid 2014-2017 (vastgesteld 22-10-2014) is een beeld geschetst hoe de gemeente Texel wil omgaan met externe veiligheid. Met deze visie wordt het beleid voor de komende jaren vastgelegd en is een instrument voorhanden dat bij de uitvoering kan worden gebruikt. De gemeentelijke taken die afdelingsoverschrijdend zijn, de verantwoordelijkheden en de manier van uitvoeren zijn hiermee beschreven. Er zijn vier primaire doelen gesteld:

  • voldoen aan wettelijke bepalingen;
  • de gevolgen van incidenten beperken tot een algemeen aanvaard niveau;
  • het ontstaan van nieuwe conflicterende situaties voorkomen;
  • het vastleggen van een lokaal vastgesteld ambitieniveau.

In de visie zijn de ambitieniveaus aangegeven ten aanzien van woonwijken, lintbebouwing, buitengebied en bedrijventerreinen. Daarbij is aangegeven of een overschrijding van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico is toegestaan bij beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten. Deze uitgangspunten hebben een directe doorwerking in dit bestemmingsplan in verband met onder meer de toelaatbaarheid van risicovolle inrichtingen.

  overschrijding PR 10-6     overschrijding oriëntatiewaarde GR    
  kwetsbare objecten   beperkt kwetsbare objecten   kwetsbare objecten   beperkt kwetsbare objecten  
woonwijken   niet toegestaan   niet toegestaan   niet acceptabel   Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename).  
Lintbebouwing en buitengebied   niet toegestaan   niet toegestaan   niet acceptabel   Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename).  
Bedrijventerreinen   niet toegestaan   niet toegestaan   Acceptabel onder voorwaarden.   Acceptabel, mits toename kleiner
dan 10% van het totale GR
(insignificante toename).  

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied is geen sprake risicovolle inrichtingen en (bovengronds en ondergronds) transport voor gevaarlijke stoffen. Dit geeft dus geen uitgangspunten voor het bestemmingsplan. In verband met het hiervoor genoemde beleid worden in het plangebied geen nieuwe risicovolle inrichtingen toegestaan.

4.6 Water

Normstelling en beleid

Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets wordt gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK).

HHNK is van mening dat als zij dit plan voor vooroverleg ontvangen, dit gelijk staat als het doorlopen van de watertoets. Zij stellen dat de gemeente dan in een vroegtijdig stadium met hen in contact is getreden om de waterhuishoudkundige belangen op goede manier in het plan op te nemen. Ook moet bij nieuwe ontwikkelingen een watertoets doorlopen worden.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied vinden bij recht geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Een watertoets is daarom niet van belang. Het HHNK ontvangt dit bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg tijdens de bestemmingsplanprocedure. De waterhuishoudkundig, functioneel en ruimtelijk belangrijke waterlopen in het plangebied worden in het bestemmingsplan specifiek bestemd.

In artikel 4.2 van de Keur 2009 van het HHNK is een verbod opgenomen om meer dan 800 m2 verharding te realiseren, ongeacht of dit reeds planologisch is geregeld en ongeacht of een watertoets nodig is. Bij ontwikkelingen, waarbij het verhard oppervlak toeneemt met meer dan 800 m2 zijn een watervergunning en compenserende maatregelen noodzakelijk.

De Keur van het HHNK is rechtstreeks van toepassing bij bepaalde ontwikkelingen aangaande de waterhuishouding. Hierin is onder andere opgenomen dat voor het onderhoud van waterlopen onderhoudsstroken langs de waterloop vrijgehouden moeten worden wanneer er sprake is van uit te voeren onderhoud vanaf de oever. Wanneer er sprake is van een dusdanig brede waterloop (tenminste 6 meter op de waterlijn) dat het onderhoud vanaf het water uitgevoerd kan worden, hoeft hiermee geen rekening gehouden te worden.

4.7 Ecologie

Normstelling en beleid

Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe'.

Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn deze voorwaarden zeer streng.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Gebiedsbescherming

De meest nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn 'Noordzeekustzone', 'Waddenzee' en 'Duinen en Lage Land Texel'. Deze gebieden zijn ook onderdeel van de EHS. De Natura 2000-gebieden liggen buiten het plangebied. Het bestemmingsplan maakt bij recht geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die een negatief effect hebben op deze gebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0012.jpg"

De ligging van natuurgebieden rond Den Hoorn

In de figuur in 2.2.1 staat de begrenzing van de EHS, zoals deze is opgenomen in de wijziging van de provinciale verordening die is vastgesteld op 19 maart 2013. Rond het plangebied zijn EHS gebieden aanwezig. Het gaat daarbij om EHS-natuur. De wijziging van de verordening betreft slechts een aanpassing van de begrenzing van de EHS. De regels van de verordening zijn ongewijzigd. In het plangebied vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats ten opzichte van de geldende planologische mogelijkheden. Dit bestemmingsplan veroorzaakt daarom geen negatieve effecten op de rond het gebied aanwezige EHS.

Soortenbescherming

Dit bestemmingsplan is conserverend van karakter. Voor dit bestemmingsplan betekent dit dat het geen negatieve effecten op eventueel aanwezige beschermde soorten heeft. De bestaande situatie wordt immers vastgelegd, nieuwe ontwikkelingen worden bij recht niet toegestaan. De ontwikkelingen die zich in de planperiode voor kunnen doen, beperken zich tot afwijkingen met een omgevingsvergunning, wijzigingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningen. Bij toepassing hiervan geldt, voor zover nodig, onverkort hetgeen gesteld is in de Flora- en faunawet. De soortenbescherming geeft geen beperkingen en uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.

4.8 Archeologie

Normstelling en beleid

Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is de Monumentenwet van toepassing. De kern van de Monumentenwet is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald.

Voor archeologische terreinen, rijksmonumenten en beschermde dorps- en stadsgezichten die wettelijk zijn beschermd op grond van de Monumentenwet hoeft voor het bestemmingsplan geen aanvullende regeling te worden getroffen.

Gemeentelijk archeologiebeleid

Op 12 juni 2013 heeft de gemeenteraad de geactualiseerde archeologische beleidskaart vastgesteld. Op grond van de beleidskaart geldt per gebied een bepaalde (verwachtings)waarde. Voor gebieden van archeologische waarde en met een lage, gematigde of hoge archeologische verwachtingswaarde, moet bij bodemingrepen van een bepaalde omvang archeologisch onderzoek plaatsvinden. Het onderzoek is bedoeld om vast te stellen of er archeologische sporen of vindplaatsen aanwezig zijn. In onderstaande figuur staat een uitsnede van de archeologische beleidskaart voor Den Hoorn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DHN2014BP0001-va01_0013.jpg"

Een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart Texel

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Zoals op vorige figuur te zien is, is het gebied rond de Herenstraat een terrein met een archeologische waarde (categorie 2). Uit de toelichting bij de kaart blijkt dat in dit gebied bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter en groter dan 40 m2 een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Het beleid volgend, heeft dit gebied de dubbelbestemming 'WAARDE - ARCHEOLOGIE 2'.

Daar omheen ligt een gebied met een hoge archeologische verwachting (categorie 3). Bij bodemingrepen groter dan 100 m2 en dieper dan 50 centimeter moet een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Deze gebieden zijn opgenomen in de dubbelbestemming "WAARDE - ARCHEOLOGIE 3".

Een klein deel van het plangebied - aan de oostzijde - is aangewezen als gebied met een gematigde archeologische verwachting (categorie 4). Uit de toelichting van het beleid blijkt dat in dergelijke gebieden bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter en groter dan 500 m2 een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een categorie 4 gebied heeft de dubbelbestemming 'WAARDE - ARCHEOLOGIE 4'.

Op basis van de dubbelbestemmingen zijn alleen bouwwerken toegestaan die minder bodemverstoring veroorzaken dan de genoemde oppervlaktes en dieptes. Daarnaast is er een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden groter dan de genoemde oppervlaktes en dieptes.

4.9 Cultuurhistorie

Normstelling en beleid

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van bestemmingsplannen, en ook in het kader van de milieueffectrapportage is de cultuurhistorie een mede te onderzoeken aspect. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

De provincie Noord-Holland heeft de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschap en cultuurhistorie - die gekoppeld is aan de provinciale structuurvisie - en een herziening van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie geeft onder andere informatie over landschapstypen, aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten en historische dijken.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied komt een aantal rijks- en gemeentelijke monumenten voor. De grootste concentratie rijksmonumenten staat aan de Herenstraat. Onder de rijksmonumenten vallen verschillende woonhuizen. De rijksmonumenten worden beschermd via de Monumentenwet en de Monumentenverordening Texel. Voor rijksmonumenten hoeft in het bestemmingsplan daarom geen beschermende regeling te worden opgenomen. De gemeentelijke monumenten vallen onder de bescherming van de gemeentelijke monumentenverordening. De monumenten liggen vooral binnen het begrensde beschermde dorpsgezicht rond de Herenstraat, Lage en Hoge Achterom. Het beschermde dorpsgezicht is in dit bestemmingsplan beschermd via de dubbelbestemming "WAARDE - BESCHERMD DORPSGEZICHT" en het daaraan gekoppelde Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht.

4.10 Aardkundige waarden

Normstelling en beleid

Het plangebied ligt in een gebied dat is aangewezen als aardkundig monument. Aardkundige monumenten worden beschermd door de Provinciale Milieuverordening (PMV). Het is in principe verboden in of op een aardkundig monument handelingen te verrichten, die het aardkundig monument kunnen aantasten. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van dit verbod als naar hun oordeel het aardkundig monument door de beoogde handeling minimaal zal worden aangetast. Er is vrijstelling voor het bouwen in het aardkundig monument als dit past binnen het vastgestelde bestemmingsplan.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Het plangebied ligt in een aardkundig monument en aardkundig waardevol gebied. Het heeft geen directe gevolgen voor dit bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan is sprake van het behoud van de bestaande situatie. Nieuwe ontwikkelingen worden niet bij recht toegestaan, waarmee de waarden behouden blijven.

Hoofdstuk 5 Bestemmingen

5.1 Algemeen

In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en aan het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven.

Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden, met inachtneming van de aanpassingen die voortvloeien uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bouwregels van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.

5.2 Toelichting op de bestemmingen

In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. In bijbehorende bouwwerken is elke vorm van bewoning (recreatief, permanent en tijdelijk) niet toegestaan.

5.2.1 AGRARISCH

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om de agrarische bedrijfsvoering.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming geldt voor agrarische bedrijven. Daarnaast worden enkele aanverwante nevenactiviteiten bij recht toegestaan. De agrarische hoofdfunctie blijft altijd leidend. Op de verbeelding is een bouwvlak opgenomen. De bedrijfsvoering van het bedrijf moet binnen het bouwvlak plaatsvinden. Alle bouwwerken moeten dan ook binnen het bouwvlak worden gebouwd. Binnen deze bestemming zijn bedrijfsgebouwen ten behoeve van een ter plaatse gevestigd bedrijf toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van één bedrijf op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijk bedrijf fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Er zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen voor het toestaan van ondergeschikte detailhandel, het gebruik van een paardrijdbak en nevenactiviteiten zorg en/of kinderopvang. In de regels zijn diverse voorwaarden opgenomen voor het toepassen van deze afwijkingsbevoegdheden. Daarnaast zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor een aantal locaties in het plangebied. De wijzigingsbevoegdheden maken het mogelijk de bestemming Agrarisch te wijzigen naar "Wonen - Lint" of naar "Gemengd", afhankelijk van de locatie. De plaatsen waar deze bevoegdheden gelden zijn aangeduid, omdat ze alleen op de betreffende percelen gewenst zijn en mogelijk worden gemaakt.

Specifiek voor Den Hoorn

In het plangebied ligt een agrarisch bedrijf dat behoort tot deze bestemming. Bij de Herenstraat 22 staat een schuur, die nadrukkelijk daarbij hoort. Deze schuur is in deze bestemming toegestaan via een specifieke regeling. Bij een aantal agrarische percelen is een 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' opgenomen die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar een andere bestemming, bijvoorbeeld naar "WONEN - LINT". Voorwaarde hierbij is dat sprake is van de beëindiging van het agrarische bedrijf.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.2 AGRARISCH - CULTUURGROND

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • het beschermen van de agrarische gebieden;
  • behoud van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Toelichting op de bestemming

Voor het behoud van de openheid van dergelijke gebieden mogen hier geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd en opgaande teeltvormen worden toegepast. Hiermee wordt het doorzicht naar het achterliggende agrarische gebied gegarandeerd. Wel komen in deze bestemming enkele bouwwerken voor. Het gaat daarbij om bouwwerken met een geringe hoogte, bijvoorbeeld perceelafscheidingen. Ter bescherming van de waarden is er voor enkele werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.

Specifiek voor Den Hoorn

De bestemming is gelegd op de agrarische gronden in het plangebied, die naast de agrarische functie ook ruimtelijk van belang zijn (openheid).

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.3 AGRARISCH MET WAARDEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • het beschermen van de waardevolle (agrarische) cultuurgrond;
  • behoud van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden;
  • behoud van het zicht op het dorp en de openheid van het landschap.

Toelichting op de bestemming

De bestemming geeft een bescherming aan de agrarische gebieden met een landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarde. Ook wordt de ontwikkeling daarvan mogelijk gemaakt. Ter bescherming van de waarden mogen hier geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd en opgaande teeltvormen worden toegepast. Wel komen in deze bestemming enkele bouwwerken voor. Het gaat daarbij om bouwwerken met een geringe hoogte, bijvoorbeeld perceelafscheidingen. Ter bescherming van de waarden is er voor enkele werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.

Specifiek voor Den Hoorn

De bestemming is gelegd op de agrarische gronden in het plangebied, die naast de agrarische functie ook landschappelijk en cultuurhistorisch van belang zijn. Dit zijn vooral de agrarische gronden in beschermd dorpsgezicht.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.4 BEDRIJF

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bedrijven, die niet op een bedrijventerrein liggen, zijn tot en met milieucategorie 2 toegestaan;
  • per bestemmingsvlak is één woning ten behoeve van het bedrijf toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Binnen deze bestemming zijn bedrijfsgebouwen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde bedrijf toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een bedrijf op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijk bedrijf fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

De ligging van de gebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van bouwvlakken. Met uitzondering van het beschermd dorpsgezicht is de maatvoering voor gebouwen en overkappingen op de verbeelding opgenomen. Binnen het beschermd dorpsgezicht gelden bestaande afmetingen als uitgangspunt.

Per bestemmingsvlak mag één woning ten behoeve van het bedrijf binnen het bouwvlak worden gebouwd. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij recht zijn bedrijven tot en met milieucategorie 2 toegestaan. Daarnaast zijn naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijven toegestaan. Zakelijke dienstverlening waaronder kappersbedrijven en schoonheidsinstituten, fitnesscentra, badhuizen en saunabaden, persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd, zijn niet toegestaan. Bordelen, prostituees en sexclubs en dergelijke zijn niet toegestaan. Daarnaast is in deze bestemming bebouwing ten behoeve van kantoren toegestaan.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt in de woning, worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Als een bedrijf stopt bestaat de mogelijkheid de bestemming te wijzigen in de bestemmingen 'MAATSCHAPPELIJK' en 'WONEN - LINT'. Hiermee kunnen bedrijven na beëindiging worden verwijderd uit de woonomgeving.

Sommige gebouwen mogen met plat dak worden gebouwd. De gebouwen waar dit is toegestaan zijn op de verbeelding aangeduid met "plat dak".

Specifiek voor Den Hoorn

In het dorp komt deze bestemming voor op verschillende plaatsen. Het gaat daarbij om lokale bedrijven, zoals het installatiebedrijf aan de Diek.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.5 BEDRIJF - NUTSVOORZIENING

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

Nutsgebouwen met een minimale inhoud van 45 m3 vallen onder deze bestemming. Kleinere nutsgebouwen zijn vergunningvrij en worden daarom niet specifiek bestemd. Voor de ligging van de nutsgebouwen is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen.

Specifiek voor Den Hoorn

In het dorp is een aantal nutsgebouwen aanwezig die vallen onder deze bestemming. De nutsgebouwen liggen verspreid over de kern.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.6 CULTUUR EN ONTSPANNING

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • de atelierfunctie wordt mogelijk gemaakt.

Toelichting op de bestemming

De bestemming geldt onder andere voor het atelier in de voormalige doopsgezinde kerk "De Vermaning" (Diek 11a). De daarbij horende bebouwing en buitenactiviteiten zijn ook toegestaan. Ondergeschikt gaat het daarbij bijvoorbeeld om het erf.

De ligging van de gebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van bouwvlakken. Met uitzondering van het beschermd dorpsgezicht is de maatvoering voor gebouwen en overkappingen op de verbeelding opgenomen. Binnen het beschermd dorpsgezicht gelden bestaande afmetingen als uitgangspunt.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) voor de bouwregels opgenomen. Daarbij kan afgeweken worden voor verlaging en/of verhoging van de dakhelling van gebouwen en overkappingen, mits aan de voorwaarden kan worden voldaan.

Specifiek voor Den Hoorn

In Den Hoorn is een atelier in het voormalige doopsgezinde schuilkerkje De Vermaning aanwezig. Dit kerkje dateert uit 1660 (zie ook 3.3). De bestaande bebouwing wordt daarom vastgelegd. De bestemming maakt deze vorm van cultuur en ontspanning mogelijk. Ter hoogte van het perceel Klif 27A is sprake van een galerie en een kantoor. Voor het kantoor is een specifieke aanduiding opgenomen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.7 GEMENGD

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • er is sprake van een onderlinge uitwisselbaarheid van functies, waarbij maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, dienstverlening, detailhandel, kantoren en woningen zijn toegestaan;
  • horeca is per type vastgelegd. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen de categorieën 1 en 2;
  • uitbreiding van het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming geldt voor het centrale deel van het dorp. Hier komen verschillende functies voor. Deze functies zijn onderling uitwisselbaar wat de flexibiliteit en dynamiek van het gebied vergroot. Horeca is per type vastgelegd. Het gaat om de volgende horecacategorieën:

  • horecabedrijf categorie 1 is een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies;
  • horecabedrijf categorie 2 is een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken.

De aanduidingen voor de horecabedrijven zijn zo opgezet dat waar het meerdere mag het mindere ook mag. Dus binnen de aanduiding 'horeca van categorie 2' is ook categorie 1 toegestaan.

De ligging van de gebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van bouwvlakken. Met uitzondering van het beschermd dorpsgezicht is de maatvoering voor gebouwen en overkappingen op de verbeelding opgenomen. Binnen het beschermd dorpsgezicht gelden bestaande afmetingen als uitgangspunt.

Binnen de bestemming zijn woningen toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf de bedrijfswoning liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf de bedrijfswoning worden gesitueerd.

Soms worden vrijstaande bijbehorende bouwwerken gebruikt als recreatief opstal. Deze situaties zijn op de verbeelding aangeduid.

Terrassen zijn toegestaan bij horecagelegenheden en ondergeschikte lichte horeca. Hiervoor moet wel een vergunning worden aangevraagd.

Specifiek voor Den Hoorn

Het centrale deel van het dorp, waar verschillende functies voorkomen, valt onder deze bestemming. Horeca in de categorie 2 komt voor in het gemengde gebied.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.8 GROEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • behoud openbaar groen;
  • speelvoorzieningen zijn toegestaan binnen deze bestemming.

Toelichting op de bestemming

Ter bescherming van het openbaar groen is hiervoor een specifieke bestemming opgenomen. Op sommige plaatsen komen speelterreinen voor. Deze zijn toegestaan. Binnen deze bestemming is het niet toegestaan gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen te bouwen.

Specifiek voor Den Hoorn

Verspreid in het plangebied ligt structuurbepalend groen. Dit is van belang voor de uitstraling ervan en is daarom onder deze bestemming gebracht. De functie van het structuurbepalende groen wordt per groengebied niet vastgelegd, waardoor flexibiliteit in het gebruik ervan mogelijk is.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.9 HORECA

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • in dit plangebied is onderscheid gemaakt in twee horecacategorieën;
  • buiten de bestemming 'Gemengd' is de horeca specifiek bestemd;
  • per bestemmingsvlak is één woning ten behoeve van het bedrijf toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Buiten de bestemming 'Gemengd' zijn horecabedrijven specifiek bestemd. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in twee horecacategorieën. Deze categorieën zijn per categorie met een aanduiding vastgelegd. Het gaat om de volgende horecacategorieën:

  • horecabedrijf categorie 1 is een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies;
  • horecabedrijf categorie 2 is een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken.

De aanduidingen voor de horecabedrijven zijn zo opgezet dat waar het meerdere mag het mindere ook mag. Dus binnen de aanduiding 'horeca van categorie 2' is ook categorie 1 toegestaan.

De ligging van de bouwwerken is vastgelegd door middel van een bouwvlak. Binnen deze bestemming zijn gebouwen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde horecabedrijf toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een horecabedrijf op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijk bedrijf fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein kan onder andere gebruikt worden voor parkeren.

Per bestemmingsvlak is één woning ten behoeve van het bedrijf toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is in een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal zes slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor Den Hoorn

In het dorp komen enkele horecavoorzieningen voor, vooral langs de Herenstraat. Het gaat om voorzieningen in de categorie 2. Deze vallen onder deze bestemming.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.10 MAATSCHAPPELIJK

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • buiten de bestemming 'Gemengd' is de functie specifiek bestemd;
  • er geldt een onderlinge uitwisselbaarheid tussen verschillende maatschappelijke functies binnen de bestemming.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming geldt voor de maatschappelijke voorzieningen buiten de bestemming 'Gemengd'. Binnen de bestemming is er een onderlinge uitwisselbaarheid van maatschappelijke functies. De ligging van de gebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van bouwvlakken. Met uitzondering van het beschermd dorpsgezicht is de maatvoering voor gebouwen en overkappingen op de verbeelding opgenomen. Binnen het beschermd dorpsgezicht gelden bestaande afmetingen als uitgangspunt.

Binnen deze bestemming zijn gebouwen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde maatschappelijke voorziening toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een voorziening op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijke voorziening fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Per bestemmingsvlak is 1 woning ten behoeve van het bedrijf toegestaan. Waar 2 woningen zijn toegestaan, zijn deze aangeduid. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is in een woning die permanent bewoond wordt mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal zes slaapplaatsen in maximaal drie slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijk situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

De gebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden worden gebruikt.

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'MAATSCHAPPELIJK' te wijzigen naar de bestemmingen 'WONEN - AANEENGEBOUWD', 'WONEN - LINT', 'WONEN - TWEE-AANEEN' of 'WONEN - VRIJSTAAND'. Daarbij is het van belang dat de woonfunctie wordt ondergebracht in het voormalige woonhuis of de inpandige woning, waarbij ook vervangende nieuwbouw mogelijk is. Verder moet de voormalige bebouwing ten behoeve van de maatschappelijke voorziening worden gesaneerd tot er een gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij het woonhuis resteert van ten hoogste 80 m² per woning.

In deze bestemming komt bij de kerk een toren voor. Omdat de toren niet overal is gewenst, is de locatie hiervan aangeduid.

Specifiek voor Den Hoorn

Buiten de bestemming 'Gemengd' komt deze functie diverse keren voor. Het gaat daarbij onder andere om een kerk, dorpshuis en school.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.11 RECREATIE - VERBLIJFSRECREATIEVE GEBOUWEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • er is sprake van een onderlinge uitwisselbaarheid binnen de verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van hotels, appartementen en groepsverblijven;
  • in verband met het slaapplaatsenbeleid wordt het maximum aantal slaapplaatsen vastgelegd;
  • permanente bewoning is niet toegestaan in recreatieve verblijven.

Toelichting op de bestemming

In deze bestemming zijn verblijfsrecreatieve functies toegestaan in de vorm van hotels, appartementen, groepsverblijven en gelijkwaardige verblijfsrecreatieve voorzieningen. Daarnaast is een combinatie met sociaal-culturele doeleinden en horeca van categorie 2 mogelijk. Ondergeschikt zijn andere functies toegestaan, waaronder woonhuizen, met daarbij horende bebouwing.

Het aantal slaapplaatsen is vastgelegd op de verbeelding. Bij de inrichting geldt de volgende normstelling:

  • hotels: 2 recreatieve slaapplaatsen per hotelkamer;
  • recreatieappartement: 5 recreatieve slaapplaatsen per recreatieappartement;
  • groepsverblijf: aantal recreatieve slaapplaatsen wordt gebaseerd op het werkelijk aantal geplaatste bedden.

Ten behoeve van kwaliteitsverbetering en seizoensverlenging is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het aantal slaapplaatsen uit te breiden met 25%, met een maximum van 20. Daarnaast kan met deze wijzigingsbevoegdheid het bestemmings- en bouwvlak met maximaal 25% worden vergroot. Hiervoor geldt als voorwaarde dat het totaal aantal recreatieve slaapplaatsen op Texel niet hoger wordt dan 45.000. Verder moet er sprake zijn van groeimogelijkheden voor met name bestaande kleinschalige bedrijven (maximaal 100 slaapplaatsen) om de werkgelegenheid te behouden of te vergroten en de rentabiliteit van die bedrijven te verbeteren. Ook moet de uitbreiding gekoppeld zijn aan een aantoonbare (ruimtelijke) kwaliteitsverbetering en seizoensverbreding van de gehele recreatieve functie. Ook mag de bovenstaande dichtheid van recreatievormen niet overschreden worden. Hierdoor krijgen bestaande bedrijven meer ontwikkelruimte. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Bedrijven die van deze regeling gebruik willen maken moeten in ieder geval binnen 5 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een verzoek tot uitbreiding indienen. Vervolgens moet binnen 7 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een ontvankelijke omgevingsvergunning voor het bouwen zijn ingediend. Binnen 10 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan moet de uitbreiding zijn gerealiseerd.

Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Wanneer sprake is van een tweede woning, dan is dit aangeduid. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een bedrijfswoning die permanent wordt bewoond is een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de bedrijfswoning die permanent wordt bewoond mantelzorg toegestaan. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf.

Specifiek voor Den Hoorn

Verspreid over het dorp komen verblijfsrecreatieve voorzieningen voor die deze bestemming hebben. Uitbreiding van het aantal verblijfsrecreatieve bedrijven is niet toegestaan. Aanpassing van het aantal slaapplaatsen is nog wel mogelijk, mits aan de voorwaarden vanuit het beleid wordt voldaan.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.12 RECREATIE - VOLKSTUIN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

Volkstuinen vallen onder deze bestemming. Bij enkele volkstuinen zijn schuurtjes of andere kleine bouwwerken aanwezig. De bestaande oppervlakte is daarbij mogelijk gemaakt, dit is in totaal maximaal 100 m2. Daarnaast is de bouwhoogte beperkt.

Specifiek voor Den Hoorn

Zuidoostelijk in het dorp ligt een complex met volkstuinen. Deze valt onder deze bestemming.

5.2.13 TUIN

Uitgangspunten

De gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor tuinen die vrij zijn van bebouwing. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

Tuinen bij (bedrijfs)woningen vallen binnen deze bestemming. Het gaat daarbij om tuinen die vrij moeten blijven van bebouwing. Wel is een erfafscheiding (laag hekwerk) mogelijk. Deze hebben een beperkte hoogte.

Specifiek voor Den Hoorn

In het plangebied komt deze bestemming één keer voor. Het gaat daarbij om een tuin bij bestaande (bedrijfs)woningen. Het is van belang het perceel vrij te houden van bebouwing, om zo het zicht op de aangrenzende bebouwing te behouden. Bestaande vergunde bebouwing mag behouden blijven.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.14 VERKEER

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

De wegen die onder deze bestemming vallen hebben voornamelijk een verkeersfunctie. Binnen deze bestemming vallen onder andere ook parkeerplaatsen en bermen.

Om de wegen vrij te houden van obstakels zijn er geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen toegestaan.

Specifiek voor Den Hoorn

Diverse dorpsontsluitingswegen in het plangebied hebben een duidelijke verkeersfunctie en vallen daarom onder deze bestemming. Dit is onder meer het geval bij de Kleiweg, noordoostelijk in het plangebied.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.15 VERKEER - VERBLIJFSGEBIED

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • de toevoeging van gebouwen is niet gewenst;
  • evenementen worden mogelijk gemaakt.

Toelichting op de bestemming

De wegen die naast de verkeersfunctie ook een verblijfsfunctie hebben vallen onder deze bestemming. Binnen deze bestemming vallen onder andere ook parkeerplaatsen, pleinen en bermen. Hiermee wordt de vrije doorgang bij een eventuele calamiteit gewaarborgd.

Om de wegen vrij te houden van obstakels zijn er geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen toegestaan. Uitzondering hierop vormt een standplaats. Terrassen zijn alleen toegestaan voor horeca en ondergeschikte lichte horeca.

Binnen deze bestemming mogen evenementen worden georganiseerd, zoals podiumkunsten, sportieve en culinaire evenementen, markten en naar de aard daarmee gelijk te stemmen evenementen worden georganiseerd. Bouwwerken ten behoeve van dergelijke evenementen hebben geen duurzaam plaatsgebonden karakter. Dergelijke bouwwerken zijn daarom vergunningvrij en kunnen hier dus tijdelijk worden opgericht.

Specifiek voor Den Hoorn

Het merendeel van de wegen in het plangebied valt onder deze bestemming. Wegen met uitsluitend een verkeersfunctie komen sporadisch voor en zijn geregeld in de bestemming 'VERKEER'.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.16 WATER

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • behoud van watergangen ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer;
  • behoud van natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • extensief dagrecreatief medegebruik is toegestaan.

Toelichting op de bestemming

De hoofdwatergangen van het waterschap vallen onder deze bestemming. Deze watergangen zijn belangrijk voor het watersysteem. De overige watergangen, die minder belangrijk zijn voor het watersysteem, vallen onder de andere voorkomende bestemmingen. Verder vallen onder deze bestemming watergangen en -partijen die een beeldbepalende functie hebben. Ook wadi's zijn binnen deze bestemming toegestaan.

Om de watergangen open te houden mogen er geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen gebouwd worden. Verder is voor een groot aantal werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist. Het gaat dan onder andere om het dempen van watergangen.

Specifiek voor Den Hoorn

Bij het woonbuurtje 't Zouteland ligt een watergang die in deze bestemming valt. Deze watergang is niet alleen waterhuishoudkundig van belang (opvang), maar ook ruimtelijk.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.17 WONEN (ALGEMEEN)

Op Texel komen verschillende typen woningen voor. Voor het behoud van het bestaande bebouwingsbeeld zijn de bestaande typen woningen elk in een eigen woonbestemming vastgelegd. Het gaat om aaneengebouwde woningen, gestapelde woningen, woningen met gemengde functies, lintbebouwing, twee aaneen gebouwde woningen en vrijstaande woningen. Bovendien kan met deze verschillende bestemmingen ieder woningtype op maat gesneden regels krijgen, waardoor bijvoorbeeld de bouwvorm kan worden vastgelegd. Bij de woningen in het beschermd dorpsgezicht zijn altijd de regels van die bestemming leidend.

5.2.18 WONEN - AANEENGEBOUWD

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om woningen die in rijen zijn gebouwd.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming is bedoeld voor aaneengebouwde woningen. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 70% worden bebouwd.

Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw mag maximaal 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor Den Hoorn

Op diverse locaties in het dorp zijn de woningen aaneengebouwd. Tweede woningen en recreatieve opstallen komen hier niet voor.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.19 WONEN - GESTAPELD

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om woongebouwen.

Toelichting op de bestemming

De woongebouwen vallen onder deze bestemming. Voor de gebouwen is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. De oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, bijvoorbeeld een gezamenlijke fietsenstalling, is maximaal 100 m2 per woongebouw. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Specifiek voor Den Hoorn

Aan de Naalrand staat complex Den Andel, een complex met duplexwoningen. Deze vallen onder de bestemming, omdat het gaat om gestapelde woningen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.20 WONEN - LINT

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om woningen die in een lint staan;
  • bij deze woningen wordt gestreefd naar het behoud van de doorzichten, door het leggen van bouwvlakken en een specifieke erfbebouwingsregeling;
  • de ruimtelijke structuur van het lint moet worden behouden;
  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan tenzij dit specifiek geregeld is;
  • uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Woonhuizen die in een lint zijn gebouwd, zijn onder deze bestemming gebracht. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Recreatieve opstallen zijn op de verbeelding aangeduid. Een aantal woningen heeft de status tweede woning. Deze woningen mogen zowel gebruikt worden voor recreatieve als permanente bewoning. Deze situaties zijn op de verbeelding aangeduid. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan.

Per bestemmingsvlak is één woonhuis binnen het bouwvlak toegestaan, tenzij het bouwvlak is voorzien van een aanduiding. In dat geval is het aantal woonhuizen dat is aangeduid toegestaan. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn.

Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Om de doorzichten zoveel mogelijk te behouden, mag bij deze woonhuizen bij recht maximaal 50 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief de oppervlakte van aanwezige recreatieve opstallen, worden gebouwd. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor Den Hoorn

Op diverse plaatsen in het dorp komen woningen die onder deze bestemming vallen voor, vooral langs de Herenstraat. Binnen deze bestemming zijn enkele 'tweede woningen' aanwezig. Deze mogen zowel permanent als recreatief worden bewoond. Op een tweetal percelen is sprake van een ambachtelijk bedrijf, dat specifiek wordt aangeduid en geregeld in dit bestemmingsplan.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.21 WONEN - TWEE-AANEEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om de twee-onder-één-kap woningen;
  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming is bedoeld voor twee-onder-één-kap woningen. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd.

Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief recreatieve opstallen, toegestaan. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor Den Hoorn

Deze bestemming komt verspreid in het dorp voor, onder meer in de nieuwere delen van het dorp. De bestemming is alleen gelegd op gebouwen waarbij sprake is van twee aaneen gebouwde woningen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.22 WONEN - VRIJSTAAND

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan;
  • uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Vrijstaande woonhuizen vallen onder deze bestemming. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Een aantal woonhuizen heeft de status tweede woning. Dat is aangeduid op de verbeelding. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan. Deze mogen zowel recreatief als permanent bewoond worden. Uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Bij afwijking kan de oppervlakte worden vergroot tot 150 m2. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd.

Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief recreatieve opstallen, toegestaan. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor Den Hoorn

De vrijstaande woonhuizen komen verspreid in het plangebied voor, maar in de woonbuurt 't Zouteland is een concentratie van vrijstaande woningen aanwezig. Binnen deze bestemming komt een aantal tweede woningen voor.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.23 LEIDING - RIOOL

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van de rioolleiding.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming wordt de rioolleiding beschermd. De bestemming heeft betrekking op de rioolleiding zelf en de beschermingszone. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Hiervan kan worden afgeweken mits er vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder. Verder is ter bescherming van de leiding voor een groot aantal werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig.

Specifiek voor Den Hoorn

In Den Hoorn is sprake van een rioolleiding. Deze komt vanuit het buitengebied door het plangebied heen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.24 WAARDE - ARCHEOLOGIE 2

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van archeologische waarden.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming worden archeologische waarden in de bodem beschermd. Dit betreffen de gebieden van archeologische waarde. Ter bescherming van de archeologische waarden is bouwen niet zonder meer toegestaan. Het gaat dan om bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 40 m2 op locaties waar de grond nog niet verstoord is. Verder moet het gaan om bouwwerken waarbij dieper dan 0,50 meter wordt gegraven. Voor deze bouwwerken is een archeologisch onderzoek nodig en kunnen bij de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verder is ter bescherming van archeologische waarden voor een groot aantal werken een omgevingsvergunning nodig.

Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan de grens van deze dubbelbestemming worden aangepast. Dit kan nodig zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.

Specifiek voor Den Hoorn

Een deel van de gronden rond de Herenstraat valt in deze bestemming. Dit is het oudste deel van Den Hoorn en heeft daarmee de hoogste verwachtingswaarde.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.25 WAARDE - ARCHEOLOGIE 3

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van archeologische waarden.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming worden archeologische waarden in de bodem beschermd. Dit betreffen de gebieden met hoge archeologische verwachting. Ter bescherming van de archeologische waarden is bouwen niet zonder meer toegestaan. Het gaat dan om bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 100 m2 op locaties waar de grond nog niet is verstoord. Verder moet het gaan om bouwwerken waarbij dieper dan 0,50 meter wordt gegraven. Voor deze bouwwerken is een archeologisch onderzoek nodig en kunnen bij de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verder is ter bescherming van archeologische waarden voor een groot aantal werken een omgevingsvergunning nodig.

Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan de grens van deze dubbelbestemming worden aangepast. Dit kan nodig zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn. Deze wijziging kan wenselijk zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat de archeologische waarden respectievelijk hoger of lager zijn.

Specifiek voor Den Hoorn

De gebieden rond de bestemming "WAARDE - ARCHEOLOGIE 3" hebben deze bestemming. Dit zijn onder meer de gronden aan de noordzijde van het plangebied.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.26 WAARDE - ARCHEOLOGIE 4

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van archeologische waarden.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming worden archeologische waarden in de bodem beschermd. Dit betreffen de gebieden met gematigde archeologische verwachting. Ter bescherming van de archeologische waarden is bouwen niet zonder meer toegestaan. Het gaat dan om bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 500 m2 op locaties waar de grond nog niet is verstoord. Verder moet het gaan om bouwwerken waarbij dieper dan 0,50 meter wordt gegraven. Voor deze bouwwerken is een archeologisch onderzoek nodig en kunnen bij de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verder is ter bescherming van archeologische waarden voor een groot aantal werken een omgevingsvergunning nodig.

Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan de grens van deze dubbelbestemming worden aangepast. Dit kan nodig zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.

Specifiek voor Den Hoorn

Een klein deel van het plangebied, aan de oostzijde van het dorp, heeft deze bestemming. Dit zijn gebieden met een gematigde archeologische verwachting.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.27 WAARDE - BESCHERMD DORPSGEZICHT

Uitgangspunten

Voor deze bestemming geldende de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van het beschermd dorpsgezicht.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming wordt het beschermd dorpsgezicht beschermd. Ter bescherming van de karakteristieke waarden gelden voor het bouwen van hoofdgebouwen diverse voorwaarden. Zo mag de voorgevel uitsluitend in de bestaande voorgevelrooilijn worden gebouwd, mag de voorgevelbreedte ten hoogste de bestaande voorgevelbreedte bedragen, mag de goot- en bouwhoogte ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte bedragen, mag de dakhelling ten hoogste de bestaande dakhelling bedragen en moet de kapvorm en de nokrichting gehandhaafd blijven. Hiervan kan worden afgeweken als wordt dat er sprake is van een goede ruimtelijke, cultuurhistorische en stedenbouwkundige inpassing en dat de karakteristiek en de beeldkwaliteit van het beschermd dorpsgezicht als geheel niet wordt aangetast. Verder is ter bescherming van het beschermd dorpsgezicht voor een groot aantal werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig. Deze bepalen onder meer dat de aanleg van hoog opgaand groen niet mogelijk is zonder toetsing en vergunning. Hierdoor blijft de openheid gegarandeerd.

Specifiek voor Den Hoorn

Het agrarische gebied aan de noordzijde van het dorp, het gebied rondom het centrum en het centrum zelf is valt onder deze dubbelbestemming. Aan de regels van de bestemming is het Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht gekoppeld.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan het aspect grondexploitatie.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun mening op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting.

Overleg en inspraak

Omdat de gemeente participatie van burgers en belangenorganisaties belangrijk vindt biedt de gemeente deze partijen de mogelijkheid reacties op het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. In dit kader is het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd en opgestuurd naar de overlegpartners. Vanaf 3 november 2014 waren ingezetenen, belanghebbenden en overlegpartners in de gelegenheid te reageren op het plan. Er zijn 22 inspraak- en 8 overlegreacties ingediend. In bijlage 2 zijn deze samengevat en is de gemeentelijke reactie hierop aangegeven. Naar aanleiding van het overleg en de inspraak is het bestemmingsplan op punten aangepast. Deze aanpassingen staan in dezelfde bijlage vermeld.

Ontwerpbestemmingsplan

De resultaten van overleg en inspraak zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vervolgens van 17 augustus tot en met 28 september 2015 ter inzage gelegen. In deze periode was een ieder in de mogelijkheid een zienswijze kenbaar te maken. Er zijn 12 reacties ingediend. De inhoud van de zienswijzen, de reactie daarop en de gevolgen voor het bestemmingsplan zijn opgenomen in de 'Nota van Zienswijzen'.

Vaststelling bestemmingsplan

Het bestemmingsplan is na de vaststelling aangepast aan de zienswijzen. Dit betekent dat het bestemmingsplan gewijzigd is vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan Den Hoorn is een in hoofdzaak conserverend bestemmingsplan. Eventuele (binnenplanse) afwijkingen komen voor rekening van particuliere opdrachtgevers. De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is daarmee gewaarborgd.

6.3 Grondexploitatie

Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, indien sprake is van bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden.

Dit bestemmingsplan is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen van een dusdanige omvang dat daarvoor gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening een exploitatieplan moet worden vastgesteld.