direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Weidevenne, kwadrant Europa, Kanaalzone 5e fase 2013
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.UPKZ5F2013-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het uitwerkingsplan "Weidevenne, kwadrant Euopra, Kanaalzone 5e fase 2013" is gebaseerd op het bestemmingsplan "Weidevenne 2012". Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 28 maart 2013 en geheel in werking getreden op 7 juni 2013.

De in het onderhavige uitwerkingsplan gesitueerde gronden hebben conform het bestemmingsplan "Weidevenne 2012" de bestemming "Gemengd - Uit te werken" (artikel 21). De op de verbeelding aangewezen gronden met de bestemming "Gemengd - Uit te werken" zijn bestemd voor wonen, al dan niet met aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, maatschappelijke voorzieningen, culturele voorzieningen, kantoren, wegen, fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en waterlopen, nutsvoorzieningen en de bij deze bestemming behorende voorzieningen als tuinen en erven, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

De maximale toegestane bouwhoogte bedraagt hier 25 meter. Het maximale bebouwingspercentage van deze gronden is 45%. De uitwerking/ontwikkeling dient te passen binnen de kaders zoals neergelegd in het "Ontwikkelingsplan kwadrant Europa 2006".

Conform artikel 21.3 van het bestemmingsplan "Weidevenne 2012" is bouwen slechts toegestaan overeenkomstig een door burgemeester en wethouders op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening voor dit gebied uitgewerkt plan dat in werking is getreden.

Van Driesten Bouw en AAArchitecten is voornemens twee appartementencomplexen met in totaal 41 appartementen te realiseren. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is uitwerking van deze uit te werken bestemming noodzakelijk. Het nu voorliggende uitwerkingsplan voorziet hierin. De geplande ontwikkeling betreft de realisatie van appartementen, en past dus binnen de kaders van de bestemming "Gemengd - Uit te werken".

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen in het oosten van kwadrant Europa, aan het Noordhollandsch Kanaal, ter hoogte van Saarland. Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de Loirestraat en aan de oostzijde door de Kanaaldijk. Aan de zuidzijde grenst het plangebied aan het appartementencomplex aan de Loirestraat 253 t/m 307. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een braakliggend terrein dat nog ontwikkeld moet worden. Afbeeldingen 1.1 en 1.2 tonen respectievelijk de ligging van het plangebied in Purmerend en de toekomstige situatie van het plangebied met de directe omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0439.UPKZ5F2013-va01_0001.jpg"

Afbeelding 1.1: Ligging plangebied in Purmerend (roze omcirkeld)

afbeelding "i_NL.IMRO.0439.UPKZ5F2013-va01_0002.jpg"

Afbeelding 1.2: Ligging plangebied (roze omlijnd) met directe omgeving

Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving

2.1 Locatie en bebouwing

Kwadrant Europa

Voor het kwadrant Europa, waar de ontwikkeling onderdeel van uitmaakt, is in 2006 het "Ontwikkelingsplan Kwadrant Europa, Purmerend - Weidevenne" vastgesteld. Daarin is het stedenbouwkundig concept voor het hele kwadrant vastgelegd. Het concept gaat uit van drie deelgebieden waarbij de stedenbouwkundige opzet varieert: "Tuindorp", "Langs de Melkweg" en "Stadshoven". Op de onderstaande afbeelding is de stedenbouwkundige opzet van kwadrant Europa weergegeven. Voor het meest noordelijke deel van Weidevenne, Kop van West, wordt een separate ontwikkelingsvisie opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0439.UPKZ5F2013-va01_0003.jpg"

Afbeelding 2.1: Indeling kwadrant Europa

"Tuindorp" is een traditioneel opgezette buurt met woningen voorzien van een lage goothoogte en een grote kap, en vormt de overgang naar het aangrenzende kwadrant IV. Tuindorp wordt gekenmerkt door een afwisseling van rijtjeswoningen en twee-onder-één-kapwoningen, traditioneel kleur- en materiaalgebruik (aardetinten, bakstenen en dakpannen), erfafscheidingen in de vorm van hagen aan de straatzijde en tuinmuren aan de zijkanten en (bij voorkeur) lage goten en grote en steile kappen.


Het deel "Langs de Melkweg" is gebouwd rondom de Melkweg, als historische verbindingsroute tussen de binnenstad en het omliggende landschap. Dit deel van de wijk is opgezet als landschappelijke zone met een open en groene inrichting. Hierdoor is er vanuit alle hoeken zicht op de Melkweg. De woningen bestaan uit villa's en twee-onder-één-kapwoningen.


De "Stadshoven" worden gekenmerkt door gesloten bouwblokken met besloten binnenterreinen, plat afgedekte woningen en straatprofielen met laanbomen. Hiermee sluit de bebouwing goed aan op de bebouwing van de aangrenzende binnenstad van Purmerend.

Kanaalzone

De zone langs het Noordhollandsch Kanaal wordt gekenmerkt door losse elementen in een openbare zone. Er is een afwisselend ritme van hoge en lage bebouwing. Alle bebouwing vormt een samenhangend geheel qua bouwvorm en kleur. Ramen en balkons zijn op bijzondere wijze vormgegeven en aan de buitenkant goed zichtbaar.

In deze zone worden 2 nieuwe appartementengebouwen gerealiseerd welke qua vorm en kleur aansluiten bij de reeds bestaande gebouwen in deze zone aan het kanaal. Het zuidelijke gebouw zal bestaat uit 20 appartementen en 6 bouwlagen tellen. Het noordelijke gebouw telt 8 bouwlagen en zal bestaan uit 21 appartementen met op de begane grond een parkeergarage. De gebouwen hebben hun hoofdingang aan de Loirestraat. Het terrein rondom de appartementengebouw wordt groen ingericht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0439.UPKZ5F2013-va01_0004.jpg" Afbeelding 2.1: Impressie toekomstige appartementengebouwen, zijde Noordhollandsch Kanaal

afbeelding "i_NL.IMRO.0439.UPKZ5F2013-va01_0005.jpg"

Afbeelding 2.2: Impressie toekomstige appartementengebouwen, zijde Loirestraat

2.2 Verkeer en vervoer

Weidevenne is een nieuwbouwwijk. Dat wil zeggen dat de nieuwste verkeerskundige inzichten gehanteerd zijn bij het ontwerp van de wijk. De voornaamste uitgangspunten zijn stimulering van het openbaar vervoergebruik en langzaam verkeer (fietser en voetganger) met veilige en directe verbindingen. Het gemotoriseerde verkeer wordt op verkeersveilige wijze ingepast in de woonomgeving.

Bereikbaarheid

De hoofdontsluiting van het kwadrant Europa wordt gevormd door de Donaulaan. De Donaulaan is tevens de route voor het openbaar vervoer (bus). Op deze weg geldt een maximum snelheid van 50 kilometer per uur. Via de Laan der Continenten kan de Rijksweg A7 en het overige deel van Weidevenne en Purmerend worden bereikt.


Het plangebied is vanaf de Laan der Continenten bereikbaar via de Donaulaan, de Donauldelta en de Loirestraat.

Gemotoriseerd verkeer

Het plangebied van dit uitwerkingsplan wordt omgeven door de Loirestraat aan de westzijde. De Loirestraat is bestemd als onderdeel van een overwegend en typisch verblijfs- en woongebied. De verkeersruimte is op duurzaam veilige wijze als 30 km/u-zone ingericht met het oog op de leefbaarheid en verkeersveiligheid.

Langzaam verkeer

Bij het ontwerpen van Weidevenne is sterk de nadruk gelegd op een duidelijk herkenbaar netwerk voor de ontsluiting voor fietsers en bromfietsers. Langs de gebiedsontsluitingsweg Donaulaan zijn fietsstroken aanwezig. De Melkweg is de hoofdroute voor het langzaam verkeer in Weidevenne. In kwadrant Europa is op de Melkweg uitsluitend autoverkeer toegestaan ten behoeve van bestemmingsverkeer van en naar de woningen aan deze weg. De Melkweg verbindt alle kwadranten met het centrumgebied Weidevenne en met de landschappelijke en recreatieve routes naar 't Twiske, de Wormer, het Purmerbos en de binnenstad van Purmerend. Het plangebied zal voor langzaam verkeer bereikbaar zijn vanaf de Donaulaan, de Donaudelta en de Loirestraat. Tevens zal het plangebied bereikbaar zijn vanaf de Kanaaldijk.

Openbaar vervoer

Ten aanzien van de ontsluiting van Weidevenne wordt hoge prioriteit toegekend aan het openbaar vervoer. De Donaulaan zal in dit verband als onderdeel van de hoofdverbinding voor de bus naar het centrum van Purmerend en Amsterdam een belangrijke rol vervullen. Tot de bushaltes wordt in principe een maximale loopafstand van 400 meter in acht genomen.

Parkeren

Op basis van het bestemmingsplan “West 1990” geldt de parkeernorm van minimaal 1,3 parkeerplaats per woning. In het kader van het Ontwikkelingsplan Kwadrant Europa is op basis van deze norm de benodigde parkeercapaciteit berekend. Om zo goed mogelijk op de wensen van de bewoners en de grenzen aan de openbare ruimte in te kunnen springen, wordt uitgegaan van een parkeernorm per woningtype. De normen per woningtype zijn:

Parkeernorm Weidevenne   Parkeernorm  
Appartementen/etagewoning, seniorenwoning en goedkope huur   1,3  
Rijwoning en dure huurwoningen   1,6  
Twee-onder-éénkapwoning en vrijstaand   2,0  

Tabel 2.1: Parkeernormen per woningtype in kwadrant Europa, Weidevenne

In het plangebied worden alleen appartementen gerealiseerd en is in de parkeerbalans van bovenstaande parkeernomen uitgegaan. Op basis hiervan zijn 54 parkeerplaatsen (41 x 1,3 = 53,3) nodig. De parkeerplaatsen voor de 41 appartementen worden gedeeltelijk (21 parkeerplaatsen) in een private parkeergarage onder het noordelijke gebouw gerealiseerd. In openbaar terrein aan de Loirestraat zijn 33 parkeerplaatsen beschikbaar. Hiermee wordt aan de parkeernorm voldaan.

2.3 Groenvoorzieningen

De groenvoorzieningen in kwadrant Europa bestaan uit een brede groene randzone langs de A7, de Laan der Continenten en het Noordhollandsch Kanaal. De Melkwegzone tussen Stadshoven en Tuindorp krijgt door de stedenbouwkundige opzet een open en groen karakter. Aan de randen van de Melkweg zijn groene openbare zones gerealiseerd. In Stadshoven bestaat het groen buiten de brede groene randzone vooral uit het groen in de openbare binnenhoven. Het terrein rondom de twee appartementengebouwen wordt groen ingericht.

2.4 Water

Net als bij groenvoorzieningen voorzien vooral de randzones langs de A7, de Laan der Continenten en het Noordhollandsch Kanaal in een aanzienlijke hoeveelheid water in Weidevenne. Ook in kwadrant Europa zijn diverse waterlopen aangelegd om het waterrijke karakter van Weidevenne duidelijk zichtbaar te maken.

Hoofdstuk 3 Milieu- en planologische aspecten

3.1 Archeologie

In de Wet op de archeologische monumentenzorg (een wijziging van de Monumentenwet 1988) is geregeld dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologisch erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

In het verleden is bij de start van de ontwikkeling van Weidevenne een aantal archeologische onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken hebben de input geleverd voor de in 2008 opgestelde beleidsnota "Archeologie in Purmerend". Onderdeel van deze nota zijn de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. De verwachtingskaart is overgenomen in het bestemmingsplan "Weidevenne 2012". Op basis van het bestemmingsplan "Weidevenne 2012" geldt voor het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2'. Voor deze zone met dubbelbestemming geldt dat in principe geen gebouwen mogen worden gebouwd. In artikel 26.4 van de regels van het bestemmingsplan "Weidevenne 2012" is de mogelijkheid opgenomen voor B&W om hiervan ontheffing te verlenen indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Dit archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd bij een bodemverstoring van meer dan 100 m2 en 50 cm onder maaiveld.

Door Cultuurcompagnie Noord-Holland een Programma van Eisen ten behoeve van een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied opgesteld.1 In het terrein worden de resten van de kruitmolen De Munnick verwacht. De fabriek heeft gefunctioneerd tussen 1668 en 1830. Afgaande op de kadastrale minuut (een blad van de eerste perceelsgewijze kadastrale kaart van Nederland over 1812-1843) zal de dichtheid aan sporen zoals gebouwresten en gracht het grootst zijn in het zuidelijke deel van het plangebied. Welke sporen verwacht kunnen worden in het noordelijk deel is niet bekend, mogelijk putten, tuinen, houtopslag (voor verkoling). Er kunnen ook resten van middeleeuwse bewoning worden verwacht. Deze resten worden mogelijk aangetast als de bouwplannen worden uitgevoerd. Om de waarde van het terrein vast te stellen is een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven noodzakelijk. Het doel van inventariserend veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting. Door dit onderzoek kan de locatie, aard omvang en datering/fasering van de archeologische waarden en de gaafheid en conservering worden vastgesteld. Daarmee kan de vindplaats worden gewaardeerd. Ook kan worden vastgesteld of de eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd worden door de nieuwbouwplannen. Op basis van deze gegevens kan worden besloten of de aangetroffen resten behoudswaardig zijn en of deze in situ behouden kunnen blijven. De proefsleuven komen ter hoogte van de geplande gebouwen. Het totale te onderzoeken gebied ligt tussen de 300 en 400 m2. In het Programma van Eisen staan verdere voorwaarden opgenomen over het uit te voeren proefsleuvenonderzoek en de wijze waarop om wordt gegaan met eventuele vondsten. Hiermee is voldoende invulling gegeven aan de regels van het bestemmingsplan 'Weidevenne 2012' aangaande het aspect archeologie. Op basis hiervan kan gesteld worden dat op het gebied van archeologie geen belemmering bestaat voor de voorgenomen ontwikkeling van twee appartementengebouwen en kunnen B&W afwijken van het bouwverbod uit bestemmingsplan "Weidevenne 2012".

3.2 Bodemkwaliteit

In het kader van de onderzoeksplicht van artikel 3.1.6 Bro dient onder andere de bodemgesteldheid van het plangebied in beeld te worden gebracht. Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan.

In het kader van de ontwikkeling van de wijk Weidevenne is in 2005 een bodemonderzoek gedaan en een bodemkwaliteitskaart opgesteld. Hierop is het plangebied aangewezen als verdachte locatie. Op basis hiervan is in augustus 2013 een verkennen bodemonderzoek uitgevoerd door Kwinfra BV.2 Volgens de resultaten van dit verkennend bodemonderzoek bestaan milieuhygiënisch gezien geen belemmeringen voor de voorgenomen realisatie.

3.3 Externe veiligheid

Het 'Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer' (Bevi) is op 27 oktober 2004 in werking getreden. Hierin zijn normen vastgelegd voor de maximaal toelaatbare en aanvaardbare risico's als gevolg van de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen of vervoersassen van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water en via kabels en buisleidingen.

Transport gevaarlijke stoffen

Voor transportroutes waar gevaarlijke stoffen worden vervoerd geldt op grond van de "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" een afstand van 200 meter waarbuiten in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik hoeven te worden gesteld. De woningen worden gerealiseerd op meer dan 200 meter vanaf de Rijksweg A7 waar gevaarlijke stoffen kunnen worden vervoerd. Nader onderzoek naar externe veiligheid van transportroutes is daarom niet nodig.

Vervoer van gevaarlijke stoffen door transportleidingen

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Voor ruimtelijke plannen in de omgeving van leidingen met een externe veiligheidscontour is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van toepassing. Op grond van dit besluit dienen plannen te worden getoetst aan de grens- en richtwaarde voor het plaatsgebonden risico (PR) en de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (GR). Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van

10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR geldt een verantwoordingsplicht voor het bevoegd gezag, indien er kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied liggen. Wanneer een plan consoliderend van aard is of de oriënterende waarde niet wordt overschreden kan bij de verantwoording worden volstaan met het vermelden van:

  • de personendichtheid in het invloedsgebied van de buisleiding;
  • de mogelijkheden tot bestrijding en beperking van rampen;
  • de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen in het plangebied.

Ten aanzien van de laatste twee aspecten dient het bevoegd gezag de regionale brandweer in staat te stellen om een advies uit te brengen. Wanneer een planvaststelling leidt tot een verhoging van het GR of een overschrijding van de oriënterende waarde worden ook de volgende aspecten verantwoord:

  • het GR per kilometer buisleiding vergeleken met de oriënterende waarde;
  • de maatregelen die door de exploitant worden genomen ter beperking van het GR;
  • alternatieve mogelijkheden voor een ruimtelijke ontwikkeling met een lager GR en de voor- en

nadelen daarvan;

  • andere mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van GR.

In verband met de bescherming en het beheer van de leiding, wordt tevens een zakelijk rechtstrook bestemd. Binnen deze afstand is in beginsel geen bebouwing toegestaan.

Op basis van het Bevb moeten alle planologisch relevante leidingen inclusief gereserveerde ruimte voor buisleidingen) in (en nabij) het plangebied worden geïnventariseerd. Dit uitwerkingsplan maakt de realisatie van 41 appartementen mogelijk. De geplande nieuwbouw ligt op circa 500 meter van twee ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen W-570-01 (8 inch, 40 bar) en W-570-23 (12 inch, 40 bar). Voor deze buisleidingen geldt respectievelijk een inventarisatiegebied van 95 en 140 meter vanaf het hart van de lijn. Het plangebied valt buiten de inventarisatieafstand van beide buisleidingen. Derhalve is nader onderzoek niet noodzakelijk.

Besluit externe veiligheid (Bevi) en Regeling externe veiligheid (Revi)

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) geven de kaders voor de beoordeling van de externe veiligheidsaspecten van inrichtingen vallend onder de Wet milieubeheer. De criteria zijn gedefinieerd op basis van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De consequenties van de toetsing zijn in het Bevi vastgelegd.

In het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die vallen onder het Bevi en het Revi. Buiten het plangebied bevindt zich aan de Laan der Continenten een lpg-tankstation. Voor een LPG-tankstation is het invloedsgebied in het Revi vastgelegd als een cirkel met een straal van 150 meter rondom het vulpunt en de opslagtank (ondergronds reservoir). Het lpg-tankstation ligt op meer dan 150 van het plangebied. Derhalve is een onderzoek naar de externe veiligheid vanuit het kader van het Revi voor de realisatie van de woningen en het appartementencomplex niet noodzakelijk. Het LPG-tankstation vormt dan ook geen belemmering voor de in dit uitwerkingsplan beoogde ontwikkeling.

3.4 Flora en fauna

Kwadrant Europa in het algemeen en het plangebied in het bijzonder zijn niet binnen of nabij een speciale beschermingszone gesitueerd op grond van de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn of Natuurbeschermingswet en maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Derhalve resteert de soortenbescherming op grond van de Flora- en faunawet.

Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. In de wet is geregeld dat bij ruimtelijke plannen met mogelijke gevolgen voor beschermde planten en dieren het verplicht is om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dat het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, of de gevolgen voor beschermde soorten te verminderen.

Voor de ontwikkeling van Kwadrant Europa in Weidevenne is een ontheffing van de Flora- en faunawet afgegeven. Deze ontheffing is echter in oktober 2011 afgelopen. Met het oog op de woningbouwontwikkelingen in kwadrant Europa, is opdracht verleend aan Ecologisch onderzoeksbureau Van der Goes en Groot om mee te werken aan het proces rondom de mogelijk nieuwe aanvraag voor een ontheffing. Op grond van een literatuuronderzoek en een veldbezoek3 is een beoordeling gemaakt van de huidige situatie op de bouwterreinen en daarop voorkomende flora en fauna. Op grond van deze beoordeling is een advies opgesteld over de nieuwe ontheffingsaanvraag. Hieruit kan worden gesteld dat op de nog te bebouwen gronden alleen algemene licht beschermde soorten aanwezig zijn. Hiervoor hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, maar geldt wel de zorgplicht.

Op grond van de bevindingen tijdens de veldbezoeken is bescherming, anders dan de algemene zorgplicht, van bijzondere soorten niet nodig en hoeft géén nieuwe ontheffing te worden aangevraagd in het kader van de Flora- en faunawet. Vanuit het oogpunt van flora en fauna bestaat er dan ook geen belemmering voor de geplande ontwikkeling van de appartementen.

3.5 Geluidskwaliteit

Op basis van de Wet geluidhinder dient inzichtelijk te worden gemaakt welke geluidsbronnen in het gebied aanwezig zijn en wat de geluidsbelasting is voor woningen en andere gevoelige bestemmingen. Het plangebied ligt in de directe omgeving van de Jaagweg en de Donaulaan.

De wet geluidhinder geeft aan wat de geluidbelasting op de gevel van de woningen mag zijn. De Wet geluidhinder geeft als voorkeursgrenswaarde aan een geluidbelasting op de gevel van 48 dB. De maximale ontheffingswaarde (nieuwbouw) t.g.v. de Donaulaan en de Jaagweg (binnenstedelijk) is 63 dB.

Binnen de Gemeente Purmerend is er geen gemeentelijk ontheffingsbeleid of geluidbeleid vastgesteld. Per geval dienen hogere waarden te worden vastgesteld.

Hogere waarden

Voor de nieuw te bouwen woningen is voor de Jaagweg op basis van eerdere geluidsberekeningen algemene ontheffing aangevraagd en verleend tot 55 dB(A). Volgens de huidige systematiek is dit omgerekend 54,3 dB.

Akoestisch onderzoek

De Wet geluidhinder schrijft voor dat bij de realisatie van nieuwe woningen binnen de geluidszone van een bestaande weg, akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden. Het plangebied is gelegen binnen op circa 60 meter van de Jaagweg aan de overzijde van het Noordhollandsch Kanaal. Hiermee ligt het plangebied binnen de geluidszone van de Jaagweg. In het kader hiervan is voor de 2 appartementengebouwen met 41 woningen is in oktober 2012 door adviesbureau Goudappel Coffeng BV een akoestisch onderzoek4 uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt een maximale berekende geluidsbelasting van 52 dB op de oostelijke gevels van de 2 appartementengebouwen. Uit de analyse blijkt dus dat de berekende geluidsbelastingen lager zijn dan de eerder vastgestelde ontheffingswaarde. Op basis hiervan hoeven geen maatregelen te worden getroffen. Wel dient voor de nieuwe woningen te worden voldaan de maximale binnenwaarde van 33 dB conform het Bouwbesluit.

3.6 Luchtkwaliteit

Ten aanzien van luchtkwaliteit is sinds november 2007 de Wet luchtkwaliteit het toetsingskader. Op grond van het "Besluit niet in betekenende mate" en de "Regeling niet in betekenende mate" wordt vastgesteld dat de realisatie van in totaal 41 appartementen te beschouwen is als "niet in betekenende mate" en daarmee in overeenstemming met de Wet luchtkwaliteit. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit bestaat er dan ook geen belemmering voor de geplande ontwikkeling van de appartementengebouwen.

3.7 Water

De uitgangspunten voor de totale waterhuishouding in de uitbreidingslocatie Weidevenne (waaronder de hoofdwatergangen en de waterstaatkundige kunstwerken) zijn beschreven in het Nat-Structuurplan (1994), opgesteld in overleg met de waterbeheerder het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het Nat-Structuurplan fungeert als leidraad voor de overlegstructuren tussen de waterbeheerder en de gemeente in het kader van de nadere detaillering (waterlopen, -berging, riool) van de verschillende kwadranten / deelplangebieden.

In het betreffende bemalingsgebied is het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer van het oppervlaktewater en voor de waterkeringen. Gestreefd wordt naar een duurzaam stedelijk waterbeheer.
Speerpunt in het beleid is het realiseren van een zoveel mogelijk zelfvoorzienend watersysteem, waarbij verontreiniging van water en afwenteling hiervan naar andere gebieden wordt voorkomen. Daar waar mogelijk wordt schoon verhard oppervlak afgekoppeld naar het oppervlaktewater. Men spreekt zich tevens uit voor water als ordenend element in de inrichting van stedelijke elementen.

Weidevenne is voorzien van een verbeterd gescheiden rioleringssysteem. Huishoudelijk afvalwater wordt in een apart vuilwaterrioolsysteem ingezameld en via rioolgemalen met persleidingen naar de zuiveringsinstallaties afgevoerd. Hemelwater wordt opgevangen in een apart rioolsysteem en eveneens gedeeltelijk via rioolgemalen met persleidingen naar de zuiveringsinstallaties afgevoerd. Het resterend deel wordt via overstorten direct op het oppervlaktewater geloosd. Plaatselijk wordt een duurzaam watersysteem ingevoerd. Hemelwater wordt opgevangen in een apart hemelwater-afvoersysteem en via infiltratievoorzieningen direct geloosd op het oppervlaktewater. Drainagewater van verhard gebied, groenterreinen en bebouwing wordt op een apart drainageafvoersysteem aangesloten en direct op het oppervlaktewater geloosd.

Overleg Hoogheemraadschap

De appartementengebouwen zijn gedeeltelijk gepland ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' uit het bestemmingsplan "Weidevenne 2012". Deze dubbelbestemming is ter bescherming van de waterkering van het kanaal. In het kader hiervan heeft overleg plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Uit dit vooroverleg is gebleken dat beide gebouwen buiten de vrij te houden ruimte vanaf het kanaal worden gebouwd, waardoor het waterkering belang niet wordt geschaad.

Compensatie toename verharding

Voor watercompensatie van de extra verharding zijn binnen Weidevenne overkoepelende afspraken gemaakt waardoor er afzonderlijk voor deze gebouwen geen compenserend water gegraven hoeft te worden.

Afstromend water

Voor dak- en gevelbekleding adviseert het hoogheemraadschap geen uitloogbare materialen (zoals koper, zink en lood) toe te passen. Afstromend regenwater van de verharding aansluiten op gescheiden stelsel of misschien nog beter laten infiltreren in de bodem.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

De gemeente mag op basis van de Wet ruimtelijke ordening alleen meewerken aan planontwikkelingen die financieel haalbaar zijn. Ingevolge artikel 3.1.6 Bro dient de toelichting van een uitwerkingsplan inzichten te bevatten over de uitvoerbaarheid van een plan.

4.1 Financiële uitvoerbaarheid

De economische uitvoerbaarheid van stadsuitbreiding in Weidevenne is aangetoond bij de "Exploitatiebegroting Weidevenne herziening 2013", d.d. april 2013, vastgesteld door de raad met besluit 1073382 d.d. 30-05-2013. De grondexploitatie in het kader van de uitvoering van het uitwerkingsplan "Weidevenne, kwadrant Europa, Kanaalzone 5e fase 2013" is zodanig dat de normen van deze totaalbegroting niet worden overschreden.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft overleg plaatsgevonden. Dit is in paragraaf 3.7 beschreven.

Onderhavig plan, het ontwerp-uitwerkingsplan "Weidevenne, kwadrant Europa, Kanaalzone 5e fase 2013" ligt gedurende 6 weken voor belanghebbenden ter inzage. In deze periode worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld op mondelinge of schriftelijke wijze zijn of haar zienswijzen

op het ontwerp-uitwerkingsplan kenbaar te maken. Tevens wordt de kennisgeving elektronisch toegestuurd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

Het uitwerkingsplan is een uitwerking van het bestemmingsplan "Weidevenne 2012" en maakt na vaststelling door B&W onderdeel uit van het geldende bestemmingsplan. Dit betekent dat de in het bestemmingsplan "Weidevenne 2012" opgenomen algemene voorschriften zoals begripsbepalingen, wijze van meten en overgangsbepalingen van kracht blijven. Middels deze uitwerking worden uitsluitend enkele begripsbepalingen toegevoegd waar het geldende bestemmingsplan nog niet in voorzag en welke in deze uitwerking relevant zijn, zoals de omschrijving van de verbeelding van deze uitwerking.


Deze additionele voorschriften (regels) en de plankaart (verbeelding) van de uitwerking zijn opgezet conform de landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012).