Plan: | Weidevenne 2012 |
---|---|
Plannummer: | BPWV2012 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPWV2012-va02 |
In de Structuurvisie Purmerend 2005-2020, vastgesteld op 2 maart 2006, heeft de gemeenteraad van Purmerend een toetsingskader neergelegd voor gewenste en bestaande ontwikkelingen binnen de gemeente. In de structuurvisie worden vier ambities verwoord die leidend dienen te zijn bij de ontwikkeling van de stad Purmerend tot 2020.
Momenteel werkt de gemeente Purmerend aan een herziening van de Structuurvisie Purmerend 2005-2020. Bij deze actualisatie zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:
In de Woonvisie Purmerend 2012-2016 heeft de gemeente met de woningbouwcorporaties haar visie tot 2016 op het gebied van wonen geformuleerd. In het verleden was de blik gericht op uitbreiding, maar met de vaststelling van de Structuurvisie Purmerend 2005-2020 met als thema 'Van groei naar bloei' is het belangrijkste speerpunt de kwaliteit van het wonen in de straat, wijk en stad. De woonvisie gaat niet specifiek in op locaties, maar zegt wel iets over de kwaliteit van wonen. Binnen de bestaande stadsgrenzen worden volop woningen ontwikkeld waarbij het speerpunt is kwaliteit in plaats van kwantiteit. De gemeente geeft in deze woonvisie invulling aan een vijftal maatschappelijke opgaven:
1. Een aansprekende woningvoorraad
Purmerend kent een relatief eenzijdige woningvoorraad bestaande uit goedkopere en middeldure koopwoningen enerzijds en sociale huurwoningen anderzijds. Het streven is om meer differentiatie aan te brengen in de woningvoorraad.
De invoering van de Europese Inkomensnorm enerzijds en de strengere hypotheekregels van Rijkswege anderzijds schept behoefte aan (middel)dure huurwoningen. Een segment dat nagenoeg ontbreekt in Purmerend. Voorts constateren we dat reguliere nieuwbouwkoopwoningen concurreren met hetgeen onze inwoners te koop hebben staan. De bouw van deze woningen zullen daarom niet aangemoedigd worden.
2. Iedereen op de juiste plek
In de loop der jaren is er een zorgvuldig systeem gebouwd ten behoeve van een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen. Desalniettemin zien we dat wachttijden onverminderd lang zijn. De gemeente Purmerend zet zich hierbij in voor de verbetering van de doorstroming.
Woonruimteverdeling blijft het verdelen van schaarste. Om de doorstroming vanuit de sociale huursector te bevorderen willen we mensen verleiden om door te stromen naar bv. een koopwoning of een middeldure huurwoning. Het aantal sociale huurwoningen willen we op peil houden.
3. Een prettige woonomgeving
Schoon, heel en veilig zijn kernbegrippen op dit thema. Hiervoor ligt een deel van de verantwoordelijkheid bij corporaties en gemeente. In toenemende mate zijn we van mening dat die verantwoordelijkheid ook bij de burger zelf ligt. Wonen en leven doe je samen.
4. Ruimte voor bijzondere doelgroepen
In navolging van het maatschappelijk beleidskader en het WMO-beleid (de kanteling) is ook in deze woonvisie de zelfredzaamheid van onze inwoners vertrekpunt. In eerste aanleg is iedereen daarom zelf verantwoordelijk voor het vinden van een passende woning. Vertrekpunt is dat mensen gesteld zijn op hun vertrouwde woonomgeving.
5. Duurzaam leven en wonen
Duurzaamheid is een gezamenlijke maatschappelijke opgave van overheid, maatschappelijke partners en burgers. In de sociale huursector zullen de partijen daarom streven naar duurzaam materiaalgebruik en investeringen om energie- en warmteverlies in woningen te voorkomen.
In de Beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijven is aangegeven dat het mogelijk dient te zijn om een beroep aan huis uit te oefenen. Dit geldt voor zowel de traditionele aan-huis-verbonden beroepen als ook modernere nieuwe kleinschalige bedrijvigheid. Aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijfsmatige activiteiten zijn in overeenstemming met de woonfunctie mits:
Met het voorliggende bestemmingsplan worden beroepen en kleinschalige bedrijven aan huis mogelijk gemaakt.
Op 24 september 2009 is de beleidsnota Archeologie door de gemeenteraad vastgesteld. De archeologische waarden van Purmerend zijn door ADC Heritage na gedegen onderzoek in kaart gebracht. Op basis van dit onderzoek naar het Purmerendse bodemarchief is archeologiebeleid voor Purmerend opgesteld.
Het Purmerendse archeologiebeleid gaat uit van de in het Verdrag van Malta en het beleid van de rijksoverheid vastgelegde uitgangspunten:
Verwacht wordt dat er de komende jaren een verdergaande schaalvergroting plaats zal vinden bij de supermarkten. Hierdoor zullen speciaalzaken, met name in de foodsector, maar ook in de non-food, onder druk komen te staan en deels verdwijnen. Hierdoor kunnen winkelruimtes leeg komen te staan. Aangezien dit ongewenste situaties op kan leveren, is het gewenst dat in deze winkelruimtes in winkelcentra andere functies, zoals maatschappelijke en zakelijke dienstverlening gevestigd kunnen worden. In verband met het hierboven genoemde risico op leegstand, is het bovendien gewenst de detailhandel en horeca zoveel mogelijk te concentreren in de winkelcentra en de verspreid liggende vestigingen te consolideren. In de Nota Detailhandel 2007-2011 is aangegeven dat in wijk- en buurtwinkelcentra geen uitbreiding wordt toegestaan. In het voorliggende bestemmingsplan wordt dit ook niet mogelijk gemaakt.
Op basis van de bovenstaande analyse en het vigerende beleid kunnen de volgende uitgangspunten voor de gebiedsvisie worden geformuleerd:
In september 2003 is de Integrale Visie Huisvesting Onderwijs Sneeuwbal door de raad vastgesteld. Het doel van deze visie was en is om alle onderwijssoorten in de gemeente op lange termijn zo optimaal mogelijk te huisvesten op basis van de uitkomst van de inhoudelijke visie over onderwijs, opgesteld door de gemeente en de betrokken schoolbesturen. Daarnaast is er behoefte aan huisvesting van buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en kinderopvang. Inmiddels wordt jaarlijks vanaf 2007 weer een Integraal Huisvestingsplan vastgesteld, waarin de huisvestingsproblematiek per wijk/school in beeld wordt gebracht.
In de Actualisering Visie Kantorenmarkt Purmerend is aangegeven dat de economie van Purmerend zich de afgelopen jaren goed heeft ontwikkeld. De werkgelegenheid is in de periode 1995-2005 gegroeid van 15.000 naar ruim 20.500 banen, een groei van 37%. De groei heeft vooral plaatsgevonden in de niet-commerciële dienstverlening, in het bijzonder zorg en welzijn.
De kantorenmarkt is de afgelopen jaren mee gegroeid met de lokale economie. De voorraad bedraagt anno 2007 circa 90.000 m² en de leegstand is met 7% relatief beperkt in vergelijking met andere gemeenten. De Purmerendse kantorenmarkt blijft vooral lokaal en in mindere mate regionaal georiënteerd. De meeste kantoren zijn klein met een oppervlakte tot 1.000 m².
Het Groenstructuurplan uit 1986 bevat een inventarisatie van de groenstructuur van Purmerend. Op basis van deze inventarisatie is aangegeven welke stukken restgroen (verkavelinggroen) kunnen worden uitgegeven aan particulieren ten behoeve van tuinvergrotingen.
Op basis van de nota's Kwaliteit Openbaar Groen 1997 en Evaluatie Bermen en Oevers 1998 en de resultaten van de omnibusenquête 2000 over openbaar groen, wordt uitvoering gegeven aan het beheer van het openbaar groen. In de nota Bermen en oevers wordt het plan voor een natte, ecologische structuur in Purmerend geëvalueerd. Het basisplan Water en Oevers is gericht op de versterking van de totale, ecologische groenstructuur in de stad. De hiermee samenhangende maatregelen variëren van het aanpassen van het groenbeheer of het herprofileren en herinrichten van de oevers tot de zorg voor de waterkwaliteit.
In de nota Groene Ambitie: Waarden en Keuzes (2004) is al het groen in Purmerend geïnventariseerd en zijn knelpunten en potenties in beeld gebracht. De Groene Ambitie moet nog uitgewerkt worden in beleid en in beheerplannen. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw Groenstructuurplan.
De Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015 is op 17 januari 2012 door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. De gemeente Purmerend wil een veilige, schone en gezonde woon- en leefomgeving voor haar burgers en bedrijven. Dat wil de gemeente bereiken door de duurzaamheid, veiligheid en leefbaarheid vergroten en te waarborgen middels de inzet van handhaving.
Deze nota beschrijft de visie, de uitgangspunten, de prioriteiten en de strategie van de gemeente Purmerend ten aanzien van de handhaving van de fysieke leefomgeving.
Op basis van een omgevingsanalyse zijn handhavingsprioriteiten gesteld. Handhaving wordt zowel risicogericht als probleemgericht benaderd. Dit betekent dat naast het stellen van prioriteiten op basis van een inschatting van risico's, er ook gekeken wordt naar wat burgers en bedrijven belangrijk vinden.
In eerste aanleg zijn burgers, bedrijven en instellingen zelf verantwoordelijk voor het naleven van wet- en regelgeving en worden dan ook gestimuleerd om gezamenlijk problemen op te lossen. Mocht dit niet tot een oplossing leiden, dan kan de gemeente Purmerend de nalevingstrategie inzetten om het naleefgedrag onder burgers en bedrijven te bevorderen en zo nodig af te dwingen.
Verder wordt de handhaving zoveel mogelijk integraal en wijkgericht uitgevoerd, waarbij toezichtlasten voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk afnemen.
Voortvloeiend uit de nota stelt de gemeente jaarlijks een Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving vast. Hiermee wordt uitwerking gegeven aan deze nota.
Met de intrekking van de Woonwagenwet in 1999 is de gemeente primair verantwoordelijk voor het opstellen van woonwagenbeleid. Aspecten zoals het bepalen van de behoefte, toevoegen en opknappen van wagens, de toewijzing en taakverdeling tussen gemeente, woningcorporaties en eigenaren en huurders van woonwagens, zijn in principe dezelfde als bij woningen.
Middels het woonwagenbeleid wordt getracht vorm te geven aan een proces waarbij het einddoel is dat er op de woonwagencentra sprake is van een genormaliseerde situatie en dat de doelgroep woonwagenbewoners een behandeling kan worden geboden op het gebied van leven, wonen, leren en werken die gelijkwaardig is aan die van alle andere inwoners van Purmerend. In het woonwagenbeleid worden een aantal speerpunten van beleid benoemd, te weten:
De gemeente en de corporaties zijn overeengekomen dat de woonwagencentra aan de corporaties worden overgedragen. Corporaties hebben hier de voorwaarde aan gekoppeld dat de brandveiligheid op orde moet zijn alvorens de overname een feit is. Dit blijft de komende jaren de inzet van het beleid voor deze doelgroep.
Het voorliggende bestemmingsplan geeft invulling aan de ambities zoals in de beleidsnota's van gemeente Purmerend zijn gesteld.