Overwhere Noord 2012

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' kunnen burgemeester en wethouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de daar geldende bouwvlakken en bestemmingen wijzigen naar de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende regels:

• a. het maximale aantal wooneenheden bedraagt 242;
• b. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 bouwlagen;
• c. alvorens de bestemming(en) te wijzigen wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.

21.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' kunnen burgemeester en wethouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Maatschappelijk - 1' wijzigen naar de bestemming 'Wonen', met in achtname van de regels in artikel 14 van dit plan.

21.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 3

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 3' kunnen burgemeester en wethouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan zodanig wijzigen dat hier bouwvlakken worden aangebracht, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte ter plaatse van het wijzigingsgebied 19 meter bedraagt.

21.4 Wro-zone - wijzigingsgebied 4

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 4' kunnen burgemeester en wethouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan zodanig wijzigen dat de kantoorruimten op de eerste verdieping worden omgezet in een woonfunctie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

• a. de minimale gebruiksvloeroppervlakte per woning bedraagt minimaal 40 m2.
• b. Er dient middels een akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat voor de woningen kan worden voldaan aan de Wet geluidhinder.