Plan: | De Gors e.o. 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPGORS2010-va01 |
B8.1. Beleidskader en normstelling
In paragraaf 5.10 zijn de hoofdpunten van de geldende wetgeving voor luchtkwaliteit beschreven. In deze bijlage worden enkele aanvullende punten uit hoofdstuk 5.2 van de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (Wlk) nader benoemd en wordt aandacht besteed aan het onderzoek luchtkwaliteit.
Wet milieubeheer
Maatgevende stoffen langs wegen
Voor luchtkwaliteit als gevolg van wegverkeer is stikstofdioxide (NO2, jaargemiddelde) het meest maatgevend, aangezien deze stof door de invloed van het wegverkeer het snelst een overschrijding van de grenswaarde uit bijlage 2 van de Wm veroorzaakt. (Uit ervaring blijkt dat de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie van stikstofdioxide in Nederland pas wordt overschreden bij een jaargemiddelde concentratie boven 82 microgram per m3. Dergelijke concentraties zijn niet te verwachten in en om het projectgebied en uit onderstaande berekeningen blijkt dat de concentraties aanzienlijk lager zijn). Daarnaast zijn ook de concentraties van fijn stof (PM10) van belang. Andere stoffen uit de Wlk hebben een beperkte invloed op de luchtkwaliteit bij wegen en worden daarom bij deze toetsing buiten beschouwing gelaten.
Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007
Op grond van de Wlk is bepaald dat concentraties van stoffen die zich van nature in de buitenlucht bevinden en die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid, bij de beoordeling van de grenswaarden voor fijn stof buiten beschouwing worden gelaten. In de Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007 is bepaald dat alleen de bijdrage van zeezout kan worden afgetrokken van de concentratie fijn stof. Aangegeven is hoe groot de aftrek van het jaargemiddelde en 24-uurgemiddelde per gemeente bedraagt.
De Regeling omvat eveneens regels voor het meten en berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende situaties (binnenstedelijk, buitenstedelijk en industriële bronnen), per situatie is bepaald welke standaardrekenmethode (SRM) gebruikt mag worden. Er mag van een andere methode gebruik worden gemaakt indien deze is goedgekeurd door het Ministerie van VROM.
B8.2. Onderzoek luchtkwaliteit
Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit
Dit bestemmingsplan voorziet in een aantal concrete ontwikkelingen, daarnaast worden ook enkele wijzigingsbevoegdheden opgenomen. De concrete ontwikkelingen zijn kleinschalig en genereren niet veel verkeer, derhalve heeft dit bestemmingsplan geen relevante gevolgen voor de luchtkwaliteit. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de luchtkwaliteit binnen het plangebied onderzocht.
Onderzoeksmethode
De luchtkwaliteit als gevolg van de nabijgelegen wegen is berekend met behulp van het CAR II-programma). Het CAR II-programma geldt als het standaardrekenprogramma voor luchtkwaliteit in binnenstedelijke situaties met enige vorm van bebouwing. Het projectgebied en zijn omgeving worden als zodanig aangeduid. De onderzochte wegen betreffen wegen met in enige mate bebouwing erlangs, waardoor van dit programma gebruik kan worden gemaakt.
Geen verkeersaantrekkende werking
Zoals uit de verkeersparagraaf blijkt, zullen de ontwikkelingen per saldo geen toename van het aantal verkeersbewegingen tot gevolg hebben. Dit bestemmingsplan heeft derhalve geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit binnen het plangebied of in de omgeving daarvan.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de algemene luchtkwaliteit binnen het plangebied onderzocht. De luchtkwaliteit is direct langs de Gorslaan en Waterlandlaan onderzocht aangezien dit de drukste wegen zijn binnen het plangebied. Indien direct langs deze wegen voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wm, kan zonder verdere berekeningen geconcludeerd worden dat dit overal binnen het plangebied het geval is.
Zeezoutcorrectie
In de berekeningsresultaten is rekening gehouden met de aftrek van de bijdrage zeezout van de concentratie fijn stof (de zgn. zeezoutcorrectie). Voor de gemeente Purmerend bedraagt de aftrek voor het jaargemiddelde fijn stof 6 ìg/m³ en voor het 24-uurgemiddelde 6 overschrijdingen per jaar.
Invoergegevens
De verkeersintensiteiten op de Gorslaan en de Waterlandlaan zijn weergegeven in tabel B8.1. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de verkeersparagraaf.
Tabel B8.1 Verkeersintensiteiten (in mvt / etmaal)
straatnaam | 2008 | 2010 | 2018 |
Gorslaan | 19.100 | 20.600 | 26.700 |
Waterlandlaan | 22.500 | 23.150 | 26.050 |
In het CAR II-programma wordt daarnaast nog een aantal basisgegevens ingevoerd, zoals de Rijksdriehoekscoördinaten voor het wegvak, de voertuigverdeling op de relevante wegen, de gemiddelde snelheid op deze wegen en het wegprofiel (wel/niet veel bomen en/of gebouwen). Conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 wordt de concentratie van stikstofdioxiden (NO2) bepaald op maximaal 10 meter van de wegrand. Uit praktische overwegingen wordt deze afstand ook gehanteerd bij het bepalen van de concentratie fijn stof (PM10)). Bij het berekenen van de luchtkwaliteit met behulp van CAR II is deze afstand verrekend in de aan te houden afstand tot de wegas. Deze invoergegevens zijn weergegeven in tabel B8.2. Voor alle wegen is uitgegaan van 25 parkeerbewegingen.
Tabel B8.2 Invoergegevens
Straatnaam | RD-coördinaten | Voertuigver-deling (licht/middel/zwaar) | wegtype |
snelheids- type |
bomenfactor | afstand tot de wegas (m) | |
X | Y | ||||||
Gorslaan | 125883 | 501369 | 0,92 / 0,06 / 0,02 | 3a | stadsverkeer met minder congestie | 1,25 | 12 |
Waterlandlaan | 126041 | 501787 | 0,92 / 0,06 / 0,02 | 3a | stadsverkeer met minder congestie | 1 | 10 |
Resultaten onderzoek luchtkwaliteit
In tabel B8.3 zijn de resultaten van de berekeningen direct langs de relevante wegen voor 2008, 2010 en 2018 vermeld. In de resultaten is rekening gehouden met de zeezoutcorrectie.
Uit de resultaten blijkt dat op 10 meter van de rand van de drukste wegen binnen het plangebied ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden uit bijlage 2 van de Wm. Aangezien direct langs deze wegen wordt voldaan aan de grenswaarden, zal dit binnen het gehele plangebied het geval zijn. De concentraties luchtverontreinigende stoffen worden immers lager naarmate een locatie verder van de wegas ligt.
Tabel B8.3 Berekeningsresultaten luchtkwaliteit verkeersaantrekkende werking *
straatnaam | stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde (in µg/m³) ** | fijn stof (PM10) jaargemiddelde (in µg/m³) | fijn stof (PM10) 24-uurgemiddelde (aantal overschrijdingen per jaar) |
in 2008 | |||
Gorslaan | 33,7 | 20,2 | 13 |
Waterlandlaan | 33,7 | 20,3 | 13 |
in 2010 | |||
Gorslaan | 32,7 | 20,0 | 12 |
Waterlandlaan | 32,2 | 20,0 | 12 |
in 2018 | |||
Gorslaan | 25,8 | 17,8 | 7 |
Waterlandlaan | 24,2 | 17,4 | 6 |
* inclusief zeezoutcorrectie
** de grenswaarde van stikstofdioxide geldt pas vanaf 2010
Luchtkwaliteit langs de A7
Het CAR II-programma is niet geschikt om berekeningen uit te voeren direct langs snelwegen. Rijkswaterstaat brengt jaarlijks de concentraties luchtverontreinigende stoffen langs het rijkswegennet in beeld. Uit de resultaten over 2007 blijkt dat het verkeer op de A7 niet leidt tot overschrijdingen van grenswaarden ter hoogte van het plangebied. Alleen op zeer korte afstand van de snelweg is sprake van een overschrijding van grenswaarden. De afstand tussen de rand van de snelweg en het plangebied is circa 450 meter.
Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van de beoogde ontwikkeling ruimschoots wordt voldaan aan alle grenswaarden uit bijlage 2 van de Wm.