direct naar inhoud van 4.5 Wonen
Plan: Binnenstad 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPBS2010-VS03

4.5 Wonen

In deze paragraaf wordt het woonbeleid in Purmerend weergegeven. In de eerste drie paragrafen worden de verschillende beleidsnotities samengevat die door de gemeente zijn vastgesteld. In de vierde paragraaf wordt specifiek op het wonen in de binnenstad ingegaan.

4.5.1 Woonvisie Purmerend 2007-2011

In de Woonvisie Purmerend 2007-2010 heeft de gemeente haar visie en activiteiten tot en met 2010 op het gebied van wonen geformuleerd. De vorige woonvisie (2002-2005) stond in het teken van stadsuitbreiding (vooral in Weidevenne), maar met de vaststelling van de met als thema "Van groei naar bloei" is het belangrijkste speerpunt de kwaliteit van het wonen in de straat, wijk en stad. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen voorlopig niet uit te breiden. De luxe positie uit het verleden is voorbij: de gemeente beschikt niet meer over oneindige ruimte. Dat betekent echter niet dat de stad "af" is. Binnen de bestaande grenzen worden volop woningen ontwikkeld, maar het nieuwe speerpunt is kwaliteit in plaats van kwantiteit.

De gemeente heeft in de Woonvisie Purmerend 2007 - 2010 haar visie gegeven en die vertaald in een concreet actieprogramma. Het actieprogramma bestaat uit vier punten:

  • 1. De woningmarkt van Purmerend moet de inwoners gelijke kansen bieden op een woning, ongeacht leeftijd, inkomen en huidige woonplaats. Er moet meer aandacht worden gegeven aan groepen die moeilijk toegang hebben tot de woningmarkt. De gemeente Purmerend moet streven naar een rechtvaardige woonruimteverdeling met gelijke kansen voor verschillende groepen.
  • 2. Purmerend moet streven naar een gedifferentieerd woningaanbod en variatie in woonmilieus. Hierin kan de consument dan een zo goed mogelijk bij hem of haar passende woning bereiken. De woningnood wordt de komende jaren niet opgelost. Wel werkt de gemeente voortdurend aan oplossingen voor het probleem en past daarbij meer variatie in woningen toe. Dat kan door nieuwbouw te plegen zoals in Weidevenne, daar worden verschillende woningen en woonmilieus gemengd.
  • 3. Purmerend moet ernaar streven om een aantrekkelijke stad te worden met een goede kwaliteit van de sociale en fysieke woonomgeving: schoon, veilig én compleet qua voorzieningen. Daarnaast moeten bewoners de gelegenheid krijgen om invloed te kunnen uitoefenen op hun woning en woonomgeving.
  • 4. In Purmerend moeten voldoende en passende woningen aanwezig zijn die aansluiten bij de zorgvraag of problematiek van kwetsbare groepen. De gemeente gaat samen met woningcorporaties werken aan het voorkomen van dakloosheid en tweedekansenbeleid. Verder wordt de opgave voor wonen met zorg uitgewerkt in concrete projecten op wijkniveau.
4.5.2 Woonprogramma uit Structuurvisie 2005-2020

De Structuurvisie Purmerend 2005 - 2020 bevat enkele doelstellingen over de woonprogramma in Purmerend. Deze doelstellingen zijn vertaald in speerpunten:

  • 1. meer differentiatie in woonmilieus aanbrengen door toevoegen of herstructureren naar centrumstedelijke woonmilieus, woningen in lage dichtheden, starterswoningen, duurdere huur- en koopwoningen en seniorenwoningen;
  • 2. inzetten op behoud van het suburbane wonen, groen en rustig, dit kan door dit mee te nemen in de plannen voor de herstructurering van de wijken;
  • 3. nieuwe concepten voor het combineren van wonen en zorg ontwikkelen;
  • 4. in cijfers is de woningbouwopgave voor de ISW-regio 2020: 3.000 nieuwbouw en 3.000 ICT (intensiveren, combineren, transformeren), dit is inclusief de autonome vraag van Purmerend.
4.5.3 Beleidsregels aan-huis-verbonden-beroepen en (kleinschalige) bedrijven

In de beleidsnotitie Beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijven is aangegeven dat het mogelijk dient te zijn om een beroep aan huis uit te oefenen. Dit geldt voor zowel de traditionele aan-huis-verbonden beroepen als ook modernere nieuwe kleinschalige bedrijvigheid. Aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijfsmatige activiteiten zijn in overeenstemming met de woonfunctie mits:

  • 1. niet meer dan 1/3 deel van de woning met aanbouwen voor de uitoefening van het beroep en/of bedrijf wordt gebruikt, met een maximum van 45 m²;
  • 2. bijgebouwen niet worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep en/of bedrijf;
  • 3. geen vergunning- en/of meldingsplicht van toepassing is op grond van de Wet milieubeheer en/of andere milieuwetgeving, uitgezonderd een tandartsenpraktijk;
  • 4. geen horeca- en detailhandelsactiviteiten worden uitgeoefend;
  • 5. geen personeel in dienst is;
  • 6. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door de (hoofd)bewoner worden uitgeoefend;
  • 7. het gebruik qua aard, omvang en ruimtelijke uitstraling - naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders - past in de woonomgeving.
4.5.4 Wonen in de binnenstad

De woonfunctie is in de binnenstad onmisbaar gelet op de gunstige invloed op de leefbaarheid. De aanwezige woningen kennen een grote diversiteit: zowel sociale huurwoningen, huurwoningen in het duurdere segment, als koopwoningen zijn vertegenwoordigd. Voor het overgrote deel betreft het appartementen en bovenwoningen. Aan de buitenrand liggen nog wel enkele straten met eengezinswoningen.

Het uitgangspunt in het kerngebied is dat ruimte zo optimaal mogelijk wordt gebruikt en dat in dat verband 'wonen boven winkels' uitgangspunt is. Voor het kerngebied is het wonen-boven-winkels een verplichting. Dit verlevendigt de binnenstad na sluitingstijd van de winkels. Het moet mogelijk zijn hiervan af te wijken als daar aanleiding toe is (zie juridische planbeschrijving), via een vrijstellingsmogelijkheid die in het kerngebied geldt. Bij deze mogelijkheid wordt rekening gehouden met de locatie, de historische kwaliteit van de panden, de branche (type winkel) en de positie in de binnenstad en de mogelijkheid tot het creëren van woningen op de bovenverdieping.