Artikel 21 Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden - afwijken van de planregels voor:
-
a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10 %;
-
b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3,00 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10 % worden vergroot;
-
c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de afvoer van gassen (bijvoorbeeld schoorstenen) en toestaan dat deze wordt vergroot tot niet meer dan 15 meter, met dien verstande dat de geldende milieuregels ten aanzien van de hoogte leidend is.
Er wordt niet afgeweken, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.