Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. water;
-
b. waterberging;
-
c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
d. waterlopen en waterpartijen;
-
e. groenvoorzieningen;
-
f. infiltratievoorzieningen;
-
g. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
-
h. uitsluitend waar de bestemming 'Water' grenst aan de bestemming 'Wonen', tevens een steiger;
-
i. ter plaatse van de aanduiding 'brug', tevens voor een brug.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
-
b. Ter plaatse van de aanduiding 'brug' mag de bouwhoogte van de brug niet meer bedragen dan 6 meter, gemeten vanaf het waterpeil.
-
c. Voor het bouwen van een steiger gelden de volgende regels:
-
1. de lengte, gemeten langs de oeverlijn, mag niet meer bedragen dan de perceelbreedte van de woning tot een maximum van 6 meter;
-
2. de breedte, gemeten haaks op de oever, mag niet meer bedragen dan 20% van de slootbreedte tot een maximum van 1,2 meter;
-
3. de mag hoogte niet meer bedragen dan 1 meter, gemeten vanaf het waterpeil .
-
d. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter, gemeten vanaf het waterpeil.
15.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
-
a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.