direct naar inhoud van Artikel 10 Sport
Plan: Duivendrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0437.Duivendrecht-VA02

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten met uitzondering van gemotoriseerde sporten, met daaraan ondergeschikt een kantine ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik;

met daarbij behorende:

  • b. sportvoorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, opslagruimte, dugouts, kleedruimten;
  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij een maximum bebouwingspercentage is aangegeven op de verbeelding. Indien een maximum bebouwingspercentage is aangegeven, geldt dat het bouwvlak maximaal tot het aangeduide bebouwingspercentage mag worden bebouwd.
  • c. De goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.
  • d. De bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

 

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • e. De bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 10 meter.
  • f. De bouwhoogte van hekwerken, dienstdoende als ballenvangers, mogen niet meer bedragen dan 6 meter.
  • g. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. zelfstandige horecavoorzieningen;
  • c. recreatief nachtverblijf.